Spring naar de content
bron: Ester Gebuis

Griet Op de Beeck: ‘Dit boek is een ode aan de kracht van een mens’

De nieuwe roman van bestsellerauteur Griet Op de Beeck heet Let op mijn woorden en verscheen maandag. We belden naar Gent.

Gepubliceerd op: Geplaatst in de volgende categorieën: door Robbert van Rijswijk

Waar gaat uw nieuwe roman over?
“De anekdotiek van het verhaal vind ik verre van het vermelden waard, het plot is niet de reden waarom ik graag schrijf. Ik wil proberen mensenlevens, diepliggende emoties en grote thematieken bloot te leggen en voelbaar te maken. In welk concreet verhaaltje dat dan precies past is voor mij altijd ondergeschikt.

“Voor mij is het boek een ode aan de kracht van een mens geworden. Het is een roman over de functionaliteit van disfunctionele families, over het verschil tussen wat we vaak liefde noemen en echte connectie. En het is bovenal een boek geworden over hoe verledens enorm bepalend kunnen zijn voor hedens, zelfs als je er geen precies zicht op hebt.”

Hoe bedoelt u dat precies, ‘bepalend voor hedens’?
“De ervaringen die je hebt – dat kunnen al kleine, onbedoelde woordjes van je ouders zijn – bepalen bijvoorbeeld je zelfbeeld, je vertrouwen in anderen en jezelf, je relaties en je vermogen om moedig te zijn. En dat is eigenlijk nogal wat, hè? Het zijn de dingen die ons leven maken tot wat het is. Ik heb een groot geloof in de maakbaarheid van de mens. Ik geloof dat je zicht kunt krijgen op waarom je bent geworden wie je bent, en ik geloof dat je met dat inzicht grote stappen voorwaarts kunt zetten en jezelf kunt bevrijden van de dingen die je in de weg zitten. Het is jammer dat we in deze wereld nogal geneigd zijn om dat soort naar binnen kijken te vermijden. Ik snap het natuurlijk wel, het is meestal niet heel gezellig.”

Zeg, uw vorige roman, Het beste wat we hebben, is het eerste deel van een trilogie over misbruik. Hoe gaat het daar eigenlijk mee?
“Dit boek is daarvan het tweede deel. Ja, ik heb dat niet willen benadrukken, daarom wordt het boek ook niet als zodanig gebracht. Dit is bovendien een heel andere roman met volledig nieuwe personages en is als autonoom boek te lezen. Pas in het derde boek zullen de personages uit Het beste wat we hebben en Let op mijn woorden samenkomen.”

Herman Koch voelt mijn boeken heel goed aan.

Wat is de slechtste zin uit uw boek?
Lacht: “Wat een rare vraag. Als ik nu een slechte zin zou weten, zou die niet in het boek staan, toch?

“De kern van elk schrijverschap is zin per zin een goed verhaal componeren. Ik heb elke zin daarom een keer of dertig met kritische blik bekeken. Maar ik probeer met die zinnen vooral een sfeer op te bouwen, lezers dicht bij mijn personages te kringen en hen zo mee te nemen in de gedachten en emoties. Ik zit echt niet op mierenneukniveau de schoonheid van elke zin te wikken en te wegen, dan krijg je nooit een boek af, volgens mij. Bovendien, uiteindelijk kan elke recensent in ieder boek een slechte zin vinden, ook in die van Nobelprijswinnaars, daar ben ik van overtuigd.”

Hoe snel schrijft u?
“Mensen zeggen altijd dat ik snel schrijf, maar met mijn schrijverschap ben ik totaal ontsnapt aan elke vorm van verplichting – wat heerlijk is, kan ik je vertellen. Ik hoef in mijn leven niets anders te doen dan het schrijven van een boek. Daar doe ik dan twee jaar over, zevenhonderddertig dagen – ik schrijf bijna elke dag. Eigenlijk vind ik dat niet zo spectaculair snel.”

En hoe ziet een gemiddelde schrijfdag eruit?
“Ik doe niet aan rituelen, ik heb geen speciale schrijftafel of –pen en hoef niet drie blokjes om te lopen voor ik kan beginnen. Ik kan op ieder moment van de dag schrijven, behalve ’s nachts, want dan ben ik niet meer fris genoeg. Ik kan overal schrijven – hangend, zittend, liggend of in drukke cafés, hoewel ik dat laatste niet doe omdat het er zo aanmatigend uitziet als je een echte schrijver bent. Om het nog bonter te maken: ik kan aan een zin beginnen, een telefoontje beantwoorden, en de zin vervolgens gewoon afschrijven. Als ik schrijf heb ik een heilig soort concentratie, als ik daar eenmaal in zit, kan niets me daar nog uithalen. Ik denk dat dat komt omdat ik zo lang heb moeten wachten om te durven schrijven.”

Hoe kiest u eigenlijk de namen van uw personages?
“Dat zijn gevoelsmatige keuzes. Een hard personage mag veel a’s in de naam hebben. Een personage dat voorzichtiger in de wereld staat, moet een naam hebben die daarbij past, een naam zonder felle a’s, maar juist met meer zachte klanken.”

Mijn eerlijkheid impliceert een bepaalde kwetsbaarheid waar mensen soms negatief op kunnen reageren.

Hoeveel verdient u hier nou mee?
“Dat moet ik altijd weer afwachten. Ik vraag geen voorschot aan de uitgeverij, omdat dat belastingtechnisch niet handig is. Ik heb bovendien het geluk dat ik in een luxe en betrekkelijk uitzonderlijke positie zit waarin ik me voorlopig over geld geen zorgen hoef te maken.”

Wie zijn uw proeflezers?
“Onder meer Herman Koch, die zijn reactie ook altijd leuk kan formuleren. Herman voelt mijn boeken heel goed aan. We kennen elkaar sinds het laatste interview dat ik maakte voor De Morgen, wat ik met hem afnam. Het was een ontzettend fijn en warm gesprek. We voelden meteen dat we elkaar liggen. Sindsdien zijn we bevriend – en leest hij mijn boeken.”

Wie zijn uw favoriete Nederlandstalige schrijvers? 
“Er zijn weinig schrijvers die schrijven voor de eeuwigheid, daar maak ik me geen illusies over. Als je al bedenkt hoe weinig Hugo Claus nog wordt gelezen, terwijl hij nog niet eens zo lang dood is… Paul van Ostaijen ontsnapt daaraan, zijn gedichten zijn voor de eeuwigheid. Hij heeft zo veel betekend voor de ontwikkeling van de literatuur.

“Ook ben ik bijvoorbeeld groot fan van Marieke Lucas Rijneveld. Toen ik haar roman De avond is ongemak las, dacht ik meteen: dit heeft zo’n verwóéstende authenticiteit.”

De wereld gaat ten onder aan rabiate oordelen.

Doet Griet Op de Beeck aan mythevorming?
“Nee, ik probeer eerlijk te zijn en dicht bij mezelf te blijven. Ik ben niet onbeschadigd uit het leven gekomen en daar probeer ik echt iets mee te doen. Het is positief om te tonen dat je absoluut kan terugkomen van een jeugd die niet helemaal de idylle is geweest die het had kunnen zijn.”

Wat is de ergste tegenslag die u te verduren hebt gekregen tijdens het schrijven van dit boek?
“Toen ik aan dit boek begon was de grootste tegenslag eigenlijk al wel geleden, denk ik. Mijn eerlijkheid impliceert een bepaalde kwetsbaarheid, waar mensen soms negatief op kunnen reageren. Het openbaar maken van mijn verhaal heeft consequenties gehad. Ik was er een aantal maanden behoorlijk van onder de voet, zoals we dat in Vlaanderen zeggen. Ik heb in die maanden een enorme zelftwijfel ontwikkeld, ook over mijn schrijven. Terwijl schrijven mij normaal gesproken juist helpt om het leven draagbaar te maken en zin te geven.

“Ik heb geen talent voor boosheid – en dat is spijtig, denk ik soms. Ik vind de makkelijke manier waarop mensen dreigen te vergeten dat ze afgeven op een ander mens een jammere evolutie. De opkomst van sociale media maakt het zo veel makkelijker om zomaar te oordelen zonder stil te staan bij de consequenties van woorden.”

Tot slot: op het huis van welke schrijver zou u wel een precisiebombardement willen laten uitvoeren?
Lacht: “Daar ben ik principieel op tégen!

“Het laatste boek dat ik bijvoorbeeld heb weggelegd is Kinderjaren van Iben Mondrup – vraag me niet waarom ik dat boek gekocht heb, hoor. Maar wat heb je aan die negativiteit? Ik vind het een kwalijke eigenschap dat mensen elkaar iets niet gunnen. De wereld gaat ten onder aan rabiate oordelen.”

Let op mijn woorden van Griet Op de Beeck is nu verkrijgbaar.