Spring naar de content
bron: pexels

Sparen is voor de dommen, een nationale ondeugd

Zuinigheid is geen deugd meer, maar slecht, schrijft Max Pam. ‘Wanneer uitgeven de norm is en sparen wordt gezien als de dief van je eigen portemonnee, dan zal dat uiteindelijk een grote invloed hebben op de moraal.’

Gepubliceerd op: door Max Pam

Een paar dagen geleden kreeg ik van mijn bank het bericht dat ‘voor het eerst in lange tijd de spaarrente was verhoogd’. 

Van -0,50% naar 0,00%.

Hoera, hoera, hoera! Driewerf hoera!

Let wel op het woordje: verhoogd. Het gaat hier natuurlijk helemaal niet om een verhoging, het gaat hier om een boete die je niet meer hoeft te betalen. We verlagen, had de bank ook kunnen schrijven, de boete van -0,50% naar 0,00%. Als je nog even doorleest, zie je trouwens dat het alleen maar geldt voor spaarsaldo’s boven de € 100.000, dus alles bij elkaar ben ik blij gemaakt met een dooie mus. 

Er is een tijd geweest dat sparen een nationale deugd was. Je zette iets weg voor de aankoop van een auto/wasmachine/televisietoestel, je zette iets weg voor later, voor de kinderen, voor je ouwe dag. Als kleuter kreeg je op je verjaardag een spaarbankboekje en de rijksdaalder die je grootouders je toestopte, werd daar met enig ceremonieel opgezet. Mijn kinderen hebben nog zo’n spaarbankboekje ontvangen, maar het sparen was toen al ernstig in verval. Ik geloof niet dat ze er ooit nog naar hebben omgekeken. 

De eerste keer dat ik echt in de gaten kreeg dat de wereld, qua sparen, fundamenteel was veranderd, was relatief laat – in 2013. In Trouw werd toen het geval beschreven van de 92-jarige heer P. Knoope, die een half leven werkzaam was geweest in de Rotterdamse haven. Hij zat inmiddels in een verzorgingstehuis, waar hij plotseling zijn eigen bijdrage zag stijgen van 1.300 euro naar 2.300 per maand, terwijl een oud-collega van hem niet werd belast met zo’n draconische verhoging. 

Hoe kwam dat?

Dat kwam omdat de heer Knoope in zijn deugdzaam leven een bedrag van 147.000 euro had gespaard. Dat wilde graag nalaten aan zijn kinderen. Zelf had hij niets geërfd van zijn ouders, hij had daardoor niet kunnen studeren en dat wilde hij graag bij zijn eigen kinderen anders doen. De oud-collega die ook in dat verzorgingstehuis zat, hoefde daarentegen die toeslag niet te betalen. Hij had tijdens zijn werkzaam leven alles opgemaakt in cafés en wat dies meer zij, hij had niets gespaard. En aangezien je van kale kip niets kunt plukken, werd het zuur gespaarde geld als het ware bij mijnheer Knoope weggehaald, om dat vervolgens aan zijn minder deugdzame collega te geven. 

Pluk de dag, anders plukken wij u wel. Stomme mijnheer Knoope! Hij had gespaard. Slimme collega, hij had alles uitgegeven en niets gespaard! De verzorgingsstaat zorgt voor u. 

De kleine rentenier bestaat allang niet meer. Sparen is voor de dommen en beleggen is voor de slimmen. De beleggers zijn de helden van nu die de risico’s durven te nemen, tot de beurs weer eens instort. En dan begint alles weer opnieuw. De wetten van kapitalisme, van vraag en aanbod, lijken wel natuurwetten. 

Zuinigheid is geen deugd meer, maar slecht. De Big Spender wordt iemand met een hoogstaand verantwoordelijkheidsgevoel, die de wereld alleen maar vooruit helpt

Uitgeven moeten we, de gedachte dat sparen iets is voor ezels, is door de overheid danig in de hand gewerkt. Herinnert u zich nog dat premier Rutte in 2013 het Nederlandse volk toesprak en riep: ‘Koop nou eens die auto!’ De Nederlander moest meer consumeren om de economie te laten groeien. Zelf bleef Rutte in zijn oude Saab rondrijden. Hij heeft hem, geloof ik, nog steeds. Toch niet om te laten zien hoe zuinig hij is? Want als oud-Saabrijder weet ik hoe vaak die dingen kapot gaan.

Enfin, om weer eens met Martin Bril te spreken.  

Of neem nou die kwestie met die fictieve rendementen. Jarenlang heeft de fiscus belasting geïnd op rendementen die nooit zijn behaald, zeker niet door spaarders. Dat was toch eigenlijk een vorm van stelen. Tenslotte is een aantal belastingbetalers een rechtszaak begonnen, tot aan de Hoge Raad hebben zij gelijk gekregen. Die uitspraak was moedig van de Hoge Raad. Daarentegen was het bijzonder laf van de Hoge Raad om daarna het gelijk onmiddellijk weer te beperken tot de 60.000 mensen die de rechtszaak hadden aangespannen. Een slappe kunstgreep – ‘niet op tijd bezwaar gemaakt’ – was nodig om de overheid te behoeden voor een miljardenstrop. Fijn voor de regering, maar met rechtvaardigheid (en recht) heeft dat allemaal niets te maken. 

Eigenlijk is zo’n uitspraak, waarmee stelen door de overheid grotendeels werd gelegitimeerd, een blamage voor de Hoge Raad. Je kunt wel zeggen: laat zitten, dit is mooie manier geweest om de vermogens te nivelleren, maar dan moet je ook niet verbaasd zijn als straks niemand meer de overheid vertrouwt. 

De rentes gaan omhoog om de inflatie te bestrijden. Het zal niemand verbazen als de spaarder de laatste zal zijn om daar de revenuen van te ontvangen. Maar het gaat natuurlijk niet alleen om geld en percentages. Wanneer uitgeven de norm is en sparen wordt gezien als de dief van je eigen portemonnee, dan zal dat uiteindelijk een grote invloed hebben op de moraal. Zuinigheid is geen deugd meer, maar slecht. De Big Spender wordt iemand met een hoogstaand verantwoordelijkheidsgevoel, die de wereld alleen maar vooruit helpt. 

Die kant gaat het op. ‘Sparen’, zei de Vlaamse dichter Jan Schepens, ‘is noten bewaren voor de dag dat je geen tanden meer hebt’. Inderdaad, uitgeven is jong en jeugdig, het is risico’s nemen, gul om je heen uitdelen en net doen alsof je iedereen wat in de hand stopt, zoals Elon Musk, het is oerendhard op een motorfiets rijden en als het een keer misgaat, ook goed, dan heb je pech gehad. Het kan in het leven niet altijd meezitten. Iedereen gaat wel eens failliet – of dood.

Dit stukje schrijf ik natuurlijk voor eigen parochie. Als freelancer heb ik nauwelijks een pensioen. Daarom heb ik gespaard vanaf het moment dat ik wel eens wat van mijn inkomsten overhield. Oliekoekedom van mij.

Maar gelukkig ben ik niet de enige. Nederlander is kleinburgerlijk, alles bij elkaar zijn zij toch meer Big Savers dan Big Spenders. Ondanks alle aanbevelingen blijven de Nederlanders op hun geld blijven zitten als ooievaars op hun ei. Het totale Nederlandse spaartegoed bedroeg vorig jaar 487 miljard euro. In dat coronajaar was er nog eens 40 miljard bijgekomen. Dat slaat natuurlijk helemaal nergens op, laten we eerlijk zijn. Het is doodgaan met vette bankrekening. 

Ja, ik weet het! 

Gerrit Krol had gelijk toen hij zei: ‘Sparen is nee-zeggen tegen wat goed is.’ Maar als u misschien ook weet hoe oud ik word en wanneer ik precies doodga, dan kan ik een calculatie maken wanneer ik met uitgeven kan beginnen. Voorlopig nog niet, vermoed ik.