Spring naar de content
bron: anp

Irene – Máxima: 6-0, 6-1

Max Pam las Máxima Zorreguieta van Marcia Luyten en Om de liefde voor de troon van Daniela Hooghiemstra. “Terwijl Máxima een kartonnen tuthola blijft met een politiek totaal foute vader, worden Irene en zelfs die wereldvreemde Hugo Carlos steeds menselijker.”

Gepubliceerd op: door Max Pam

Op 17 mei a.s wordt Máxima Zorreguieta – Koningin der Nederlanden, Prinses van Oranje-Nassau en ook nog eens mevrouw Van Amsberg – vijftig jaar. Dat wordt een dag van complimenten, strijkages, aanhankelijkheidsverklaringen, en van hele en halve leugens. Kortom, die dag wordt een orgie van het soort lakeiengedrag, waar Nederland altijd zo sterk in is als het om de monarchie gaat.

Om mij enigszins voor te bereiden om alles wat komen gaat, las ik twee recent verschenen boeken: Máxima Zorreguieta van econoom Marcia Luyten en Om de liefde voor de troon van historicus Daniela Hooghiemstra. Beide auteurs hebben gemeen dat zij een vrouw zijn van middelbare leeftijd (50 en 53 jaar), en dat zij voor de Volkskrant een tweewekelijkse column schrijven. Hooghiemstra promoveerde op een proefschrift over Kees Boeke. Of Luyten een dissertatie heeft geschreven, is mij niet bekend.

Omdat staatsrechtelijk gezien Máxima hoger in rang staat dan Irene – over wie het boek van Hooghiemstra gaat – beginnen we met het boek van Luyten. Het wordt geacht het eerste deel te zijn van een tweeluik te zijn over het leven van Maxima. Het eerste deel heet Moederland en speelt zich grotendeels af in Argentinië.

Een waardig streven, het schrijven zo’n biografische schets, maar wat een raar boek is dit!

Het begint al meteen met de proloog, waarin een anekdote wordt verteld over Máxima, die als studente een conflict krijgt met een oude priester, ene padre Storni. Die onderwijst in een kil kloosterzaaltje de leer dat vrouwen het huishouden behoren te doen. De klassieke vrouw-hoort-achter-de-aanrecht-gedachte. Waarop Máxima haar hand opsteekt en vraagt wat het dan nog voor zin heeft om meisjes naar de universiteit te laten gaan. De oude padre ontsteekt daarop in woede en stuurt de vragenstelster de klas uit.

Zo?!

Wij leren Máxima (een beetje) kennen als een braaf meisje, dat geen gekke dingen doet, politiek niet bijzonder ontwikkeld is en af een toe vriendje krijgt

Als lezer denk je: nou komt het! Dit wordt het verhaal van een suffragette, van een feministe, van een vrijgevochten vrouw die de wetenschap ingaat en als een echte Madame Curie een belangrijke ontdekking gaat doen. Maar in het vervolg lezen wij niets van dit alles. Wij leren Máxima (een beetje) kennen als een braaf meisje, dat geen gekke dingen doet, politiek niet bijzonder ontwikkeld is en af een toe vriendje krijgt, over wie wij overigens nauwelijks iets te weten komen. Zo schijnt ze een reisje te hebben gemaakt met een Australische jongen, maar hoe die heet en waarom het uit is gegaan, daarover krijgen wij niets te horen. Máxima is misschien geen maagd, maar in de geest is zij eigenlijk wel maagd, dat is de onderliggende boodschap.

Gelukkig heeft Luyten wel met oude vriendinnen van Máxima gesproken, maar dat gaat dan doorgaans weer anoniem. Dat de verantwoordelijke autoriteiten hier geen staatsrechtelijke bezwaren hebben aangetekend, althans daarover wordt niet bericht, geeft wel aan hoe keurig netjes en gevaarloos dit boek is. Werkelijk niemand kan aan dit werkje een buil vallen.

Máxima blijkt een gezellig meisje, dat tenslotte in New York terecht komt. Dionne Stax – een schat die een driedelige tv-serie over Máxima heeft gemaakt, maar die de journalistiek ook niet heeft uitgevonden – suggereerde dat Máxima, als zij Willem-Alexander nooit had ontmoet, vast en zeker ergens ceo was geworden, vermoedelijk zelfs met een eigen penthouse aan Central Park! De kat kun je dat niet wijsmaken, maar in Op1 geloofde Charles Groenhuijsen het onmiddellijk.

In termen van carrière maken leek Máxima, tot W-A aan haar deur klopte, veel meer op een aantrekkelijke bankbediende die dankzij haar uiterlijk wel eens een klant binnenhaalt, dan op Bill Gates of op Janet Yellen, de huidige Amerikaanse minister van Financiën. De logische vraag, of de hoofdpersoon van het boek misschien een golddigger is geweest, moet hopelijk in deel 2 aan de orde komen, hoewel ik daar weinig vertrouwen in heb.  

Zonder roddelbladen zou vermoedelijk geen enkele Europese monarchie hebben overleefd

Maar dat zijn details. De makke van het boek wordt helemaal duidelijk in het Woord vooraf, dat nog aan de proloog vooraf gaat. Toen zij de vraag kreeg om dit boek te schrijven, zei Marcia Luyten eerst nee vanwege dit argument: “Nooit had ik mij met een koningshuis beziggehouden. Geen plakboeken aangelegd of koekblikken verzameld. Nooit roddelbladen gekocht om over de Oranjes te lezen. En wat het zwaarst woog: ik zag mijzelf niet met een schrijfblokje in de struiken van een paleistuin liggen”.

Maar gelukkig wist Francine Schuursma van De Bezige Bij haar over te halen.

Wat uit bovenstaand citaat vooral blijkt is dat het boek geschreven is met een deftige neus in de wind. Wie over het koningshuis wil berichten en nooit een roddelblad heeft ingezien, begrijpt dus niet wat de moderne monarchie in diepste wezen inhoudt en dat royalty en roddelbladen zich tot elkaar verhouden als de vis tot het zout. Zonder roddelbladen zou vermoedelijk geen enkele Europese monarchie hebben overleefd. Hun staatsrechtelijk belang is inhoudelijk leeg geworden en reikt tegenwoordig niet verder dan dat van symbool en ritueel te zijn.

Wil je iets over Máxima schrijven, dan kun je maar beter wel een oog op de roddelbladen houden, al is het maar omdat daar toch soms dingen in staan die de reguliere pers niet durft te publiceren, maar die wel degelijk waar zijn. Door deze neus-in-de-wind-houding, demonstreert Marcia Luyten dat zij gewoon te weinig weet van de zaken waar zij over schrijft. Zodoende blijft het bleekjes, humorloos en weinig opzienbarend. Een goede redacteur had daar misschien nog wat aan kunnen doen, maar kennelijk was daar met Máxima’s 50ste verjaardag in het verschiet geen tijd meer voor. Een goede redacteur had dan misschien ook kunnen wijzen op het lachwekkende notenapparaat. Eindeloze verwijzingen naar interviews, zonder dat vermeld wordt met wie, waar en wanneer. Volkomen nutteloos, maar deftig staat zo’n notenapparaat natuurlijk wel.

Hooghiemstra weet wel waar zij het over heeft. Zij bezit bovendien gevoel voor humor en schrijft tongue in cheek over een kwestie die heel Nederland destijds heeft bezig gehouden

Van een geheel andere orde is het boek van Daniela Hooghiemstra: Om de liefde voor de troon, dat als ondertitel draagt: het dynastieke avontuur van prinses Irene en prins Carlos Hugo, uitgegeven bij Balans. Hooghiemstra weet wel waar zij het over heeft. Zij bezit bovendien gevoel voor humor en schrijft tongue in cheek over een kwestie die heel Nederland destijds heeft bezig gehouden. Het gevolg is dat zij allerlei zaken boven water heeft gekregen, die tot dusver nauwelijks of geheel onbekend waren. Dat prins Bernhard een schavuit was, wisten we natuurlijk, maar dat zijn tentakels zo ver uitstaken, is toch de verrassing van het boek. Ook krijg je dankzij Hooghiemstra meer inzicht in de houding van Generalissimi Franco, die allang wist dat het niets zou worden met de pretenties van Hugo Carlos en diens vrouw. Overigens vermeldt Hooghiemstra dat Franco, zelf een enthousiast jager, erg moest lachen toen hij van Irene hoorde dat haar vader, prins Bernhard, zijn jachttrofeeën verstopte als er een vertegenwoordiger van het Wereldnatuurfonds langskwam. Dat was nog grappig, maar dat Irene zich in bikini had laten fotograferen, dat ging de Spaanse dictator pas echt te ver.

Wie een levendige pen zonder schroom jegens het onderwerp in stelling brengt, bereikt tenslotte dat de personages ook werkelijk gaan leven. Terwijl Máxima een kartonnen tuthola blijft met een politiek totaal foute vader, iets waarvan zij zich nauwelijks bewust is – of misschien wel, maar dat krijgen wij dan weer niet te horen – worden Irene en zelfs die wereldvreemde Hugo Carlos steeds menselijker. Werken doen dat soort lui nauwelijks, maar intrigeren des te meer. Eindeloos werden kansen gewikt en gewogen, in sportauto’s rondgereden en in dure hotels gelogeerd. En ondertussen veranderde prinses Irene van ‘een Hollands dikkerdje’ in een ware schoonheid. De prinses deed er zelfs een vermageringskuur voor. Maar het zat er eenvoudig niet in dat Carlos Hugo het van zijn rivaal Juan Carlos zou winnen. Achteraf misschien jammer, want dat zou heel wat doodgeschoten olifanten hebben gescheeld. Ik denk dat Irene zoiets, met haar geëxalteerde liefde voor de natuur, niet had toegelaten als koningin van Spanje.

In één opzicht heeft Marcia Luyten het wel van Daniela Hooghiemstra gewonnen. Het boek over Máxima stond binnen twee weken in CPNB Top 10. Francine Schuursma kan tevreden zijn. Daarentegen wist het boek over Irene niet eens de CPNB Top 60 te bereiken. Onrechtvaardig, maar zo zit de wereld nu eenmaal in elkaar.

Als het een tennismatch was geweest, wist ik de uitslag wel. Daniela-Marcia: 6-0, 6-1.