Spring naar de content
bron: matthias giesen

Verboden biografieën

Edwin Rutten oftewel Ome Willem, Wim T. Schippers, Vincent Mentzel – de laatste tijd zijn er nogal wat biografieën niet verschenen, omdat het onderwerp het zelf niet eens was met de portrettering. ‘Het boek werd bruut afgeblazen; geen discussie meer mogelijk. Duizend uur werk in de prullenbak.’

Gepubliceerd op: Geplaatst in de volgende categorieën: door Bert Nijmeijer

Bekend is de uitspraak van George Orwell dat journalistiek alleen zinvol is als het informatie betreft die betrokkenen liever níet in de krant willen hebben – de rest, vond Orwell, is public relations. In dat opzicht is de biografie van Annet Mooij over Ischa Meijer erg geslaagd. Mooijs Alles gaat op vroeger terug – Ischa Meijer (1943-1995) gingbij Ischa Meijer-weduwe Connie Palmen als oud brood door een zere keel, een pijnlijke ervaring waarvan ze in een podcast van Gijs Groenteman bitter en rancuneus verslag mocht doen.

Maar voor de neutrale lezer is het dus lekker als het een beetje schuurt, zo’n biografie. Het leven is al saai genoeg, je leest een biografie, denk ik, deels ook om nou eens zwart-op-wit te zien hoe het leven van interessánte mensen eruitziet, inclusief de zwarte bladzijdes. Die horen erin. Levens waarin alleen maar zon schijnt bestaan niet; juist door de schaduw krijgt iemand profiel. Zonder schaduw is alles plat, zonder reliëf en volstrekt oninteressant. In een hagiografie is de gebiografeerde dood, ook als hij nog leeft. 

Van de andere kant delen andere journalisten misschien mijn ervaring dat met de meest geslaagde stukken eigenlijk iedereen blij is: de geïnterviewden die de tekst vooraf willen lezen (‘goed gedaan!’), het periodiek dat de tekst moet afdrukken (‘mooi stuk!’), zelfs beschrevenen met wie kritische noten zijn gekraakt (‘Akkoord! Terecht! Even goede vrienden!’). 

Matthijs van Nieuwkerk zal natuurlijk niet blij zijn met de onthullingen over zijn wangedrag, net zomin als een massa aan machtige, succesvolle ploerten dat was, is of zal zijn met gedane of toekomstige onthullingen van hun misdragingen, of organisaties met openbaring van hun kwalijke praktijken. Maar als het goed is gedaan, als alles klopt, rest de boosdoener slechts een deemoedig zwijgen. Ze hebben me. Het staat gedrukt en het is waar. Ik buig het schuldige hoofd. 

Met een minder geslaagde tekst gaat het anders. Geïnterviewden reageren gereserveerd en ineens merkwaardig vormelijk. Ze sturen het document terug met een rode muur van correcties, alsof iemand er een tomaat tegenaan heeft gegooid. Het tijdschrift of dagblad waarvoor je werkt reageert al even lauw, een eindredacteur zet je achteloos en superieur – en helaas terecht – opnieuw voor dagen aan het werk. Ook dat gaat weer uitermate stroef. Op zeker moment heeft zo’n tekst zoveel slechte vibes verzameld dat niemand er nog zin in heeft. 

Zo ongeveer is het gegaan met het manuscript van Dag Rakkers!, die biografie die Rudie Kagie in de pen had over Edwin Rutten, beter bekend als Ome Willem. (Een stuk uit deze geweigerde biografie is te lezen vanaf pagina 84 – red.) Rutten en zijn vrouw Annett Andriesen, die zich nadrukkelijk met de biografie van haar echtgenoot bemoeit, waren na lezing van de concepttekst niet tevreden. De verhouding met Kagie (73), gerenommeerd journalist van Vrij Nederland en auteur van meer dan dertig boeken, raakte spoedig verzuurd. Terwijl het onderwerp zo vrolijk is. 

35 jaar na beëindiging van het monumentale kinderprogramma De film van Ome Willem heffen volwassenen als Rutten ergens binnenkomt nog steeds in zang en gebaar zijn lied Deze vuist op deze vuist aan. Rutten is een eeuwig jong levenstalent van 81, op wie het geluk afkomt als kleuters op een plasgeitenbreier. Iemand die altijd lacht, maar niet meer tegen Rudie Kagie. 

Het begon zo mooi, vertelt Kagie op de vijfde verdieping van het Forum in Groningen, in welke stad hij later vandaag een andere afspraak heeft. Rutten was te gast in het huiskamergrote Torpedo Theater in Amsterdam, op een door Kagies krantje Argus georganiseerde interviewavond. Het werd een mooie avond, zo mooi dat Andriesen Kagie kort erop belde met plannen voor een biografie. 

Er was geld, zei ze. We kunnen je betalen. Paul Abels van de Enschedese uitgeverij AFdH had eerder een mooie biografie uitgegeven van de componist Harry Bannink, een van de muzikale geitenbreiers in De film van Ome Willem. Een portret van haar man zou er een daverend vervolg op kunnen worden. 

Abels had een leuk idee voor de cover: de Edwin Rutten van nu met het beroemde Ome Willem-petje van toen op zijn hoofd. Andriesen belde Abels: wat de bedoeling was van dat petje. Edwin had toch ook zijn waardigheid. “Dit begint met de verkeerde toon,” zei Abels toen tegen Kagie. “Ik hoop niet dat het met jouw tekst ook zo gaat.” Kagie: “En dat is precies wat er is gebeurd.”

Het boek over Edwin Rutten werd op bruuske wijze afgeblazen. Ik wilde best dingen aanpassen, maar er was geen discussie meer mogelijk.

Rudie Kagie, biograaf van Edwin Rutten

Bij een van de interviews die hij met hem had kwam Rutten met een lijst van twintig interviewkandidaten. “Allemaal zeiden ze: het is zó’n leuke man! Ik kon er niets mee.” Zo ging het de verkeerde kant op. “Nou ben ik zo ervaren, en laat ik me tóch de controle over zo’n boek afpakken.” 

In een zwierige stijl, met een subtiele tongue-in-cheek, schildert Kagie in Dag Rakkers! een levenspad waarop Ruttens stappen het plaveisel amper lijken te raken, zo makkelijk gaat alles hem af. Steeds is hij de juiste man die op de juiste plek aan de juiste knoppen draait. Een ‘Edwin-win-situatie’ noemt hij dat. Dan stroomt een warm bad van succes vol, waarvan Edwin op zijn tachtigste nog net zo geniet als toen hij kind was. Het is alsof het leven hem een high five geeft en zegt: goed bezig jongen! Joepie de poepie! 

De problemen voor Kagie kwamen toen hij Rutten en Andriesen een eerste versie liet lezen. “Edwin en ik zijn er niet gelukkig mee,” mailde Andriesen. Ze misten structuur en ze misten nog veel concrete informatie. Ze herkenden Edwin niet in de tekst, er werd naar hun smaak te weinig ingegaan op de vele goede eigenschappen van Rutten, zijn humor, zijn relativeringsvermogen. Er was te weinig rekening gehouden met de doelgroep: rakkers van jong tot oud. 

Rutten en Andriesen wilden citaten uit de schoolkrant van het Vossius Gymnasium schrappen en namen hem interviews met enkele Rutten-critici kwalijk. Kagie had geschreven over Edwins vader, de filmregisseur Gerard Rutten, die in de jaren dertig nota bene een onderhoud onder vier ogen had met Adolf Hitler. In de oorlog was hij adjudant van koningin Wilhelmina in ballingschap in Londen. Heel interessant, maar Edwin en Annett vonden het ‘niet relevant’. 

“Het boek werd op bruuske wijze afgeblazen,” zegt Kagie. “Ik wilde best dingen aanpassen, maar er was geen discussie meer mogelijk.” Zo’n schoffering had hij in zijn loopbaan niet eerder meegemaakt. Kagie moest in Enschede met Abels en het echtpaar komen praten over ‘damage control’. Duizend uur werk kon in de prullenbak. Het laatste dat hij hoorde was dat regisseur en scenarioschrijver Haye van der Heyden zich over het manuscript zou ontfermen. 

Kagie is niet de eerste biograaf die in moeilijkheden met zijn onderwerp raakt. Ingmar Heytze en Vrouwkje Tuinman werkten aan een biografisch boek over programmamaker en artistiek ontregelaar Wim T. Schippers, titel Wie is u? Kunst- en vliegwerk van Wim T. Schippers, uit te brengen bij uitgeverij Podium. Eerder schreven Heytze en Tuinman Verdomd interessant, maar gaat u verder, over de taal van Schippers, waarbij ze een goed contact met het even briljante als weerbarstige fenomeen hadden opgebouwd. 

Voor de biografie spraken ze ‘jarenlang’ met Schippers over ‘zijn jeugd, rituelen, formulierenangst, hoofdrolspelers in zijn leven en zijn visie op kunst’, aldus de aankondiging, maar in een vergevorderd stadium van de productie bleek het resultaat hem toch zo tegen te staan dat Wie is u? moest worden geannuleerd. 

“We gaan het toch niet over mijn leven hebben? Alsjeblieft. Wat doet het ertoe waar ik op vakantie ga of wanneer het uitging met mijn eerste vriendinnetje. Ik wil helemaal geen biografie,” had Schippers nog gewaarschuwd. Vorig jaar juli verscheen er een monografie over Schippers’ kunstenaarschap, geschreven door Ru de Groen. Titel: Jammer, maar helaas – 29.585 dagen Wim T. Schippers. “Ongeautoriseerde uitgave,” staat in rode letters op de cover, als om te waarschuwen voor de explosieve inhoud.

Het boek van schrijver Thomas van Aalten over rockband The Fatal Flowers, Helden voor heel even, ging niet door, nadat Flowers-frontman Richard Janssen zich van de tekst had gedistantieerd. Langer geleden haalden de biografieën van Thea Derks over pianist en componist Reinbert de Leeuw en van Eva van Schaik over choreograaf Hans van Manen de finish wel, maar publicitair gehavend, nadat de gebiografeerden de boeken in bittere woorden (De Leeuw was ‘helemaal overstuur’) hadden gediskwalificeerd. 

Op de promotiefoto van uitgeverij Balans staat fotojournalist Vincent Mentzel lachend naast journalist Trix Broekmans, die zijn memoires zou schrijven. “Toen was alles nog goed,” zegt Broekmans aan de telefoon. De mooiste foto maak je in je hoofd zou het gaan heten, Memoires van een fotograaf. Op de beoogde cover zit Mentzel met de benen wijd op een laag krukje, de camera, op kruishoogte, op de kijker gericht. 

Broekmans kende Mentzel van de gedeelde donkere kamer van het AD, haar werkgever, en NRC Handelsblad, waar Mentzel een belangrijk fotograaf was. “We kwamen elkaar steeds tegen.” Ze werden vrienden op Facebook. Twee jaar geleden vroeg ze hem: wordt het niet eens tijd dat jij je memoires schrijft? Ik wil wel helpen. “We beginnen morgen om tien uur!” zei hij. Oprichter en editor-at-large Jan Geurt Gaarlandt van Balans was ook meteen enthousiast.

Ze spraken elkaar in lange sessies bij Mentzel thuis. Broekmans had een duidelijke ‘klik’ met de fotograaf. “Hij kan goed vertellen, ik kan goed luisteren.” Bij de eerste vragen al barstte hij los, associërend, verbanden leggend, sprongen makend in de tijd. “Hij had zoveel verhalen. Geweldige, soms ook pikante verhalen.”

Het mocht geen fotoboek worden, zei Gaarlandt. Zulke plaatje met een praatje-boeken waren er al genoeg. Dit werd wat bijzonders. Broekmans begon in februari 2022, in het najaar moest het klaar zijn. In juli kon ze een eerste versie sturen. Mentzel had alles gelezen. Heel mooi, zei hij. 

Op een bijeenkomst bij Mentzel opperde uitgever-directeur Plien van Albada dat het ‘toch wat meer richting foto’s’ zou moeten. Prima, zei Broekmans, gaat lukken. In het najaar, de oorspronkelijke deadline reeds gepasseerd, bedacht ze dat het manuscript nog niet was wat het moest zijn. “Ik kon de toon van Vincent nog niet vinden.” Ze schreef een nieuwe versie, in de ik-vorm. Gaarlandt was ‘helemaal enthou-siast’. ‘Well done!’ was Gaarlandts oordeel.

In het voorjaar begon Mentzel ‘een beetje te draaien’. Er moesten nog meer foto’s bij, hij wilde toch nog wat passages wijzigen. “Ik dacht: wat krijgen we nou? We hadden het manuscript pagina voor pagina doorgenomen. Het was af.” 

Gaarlandt stelde voor om het op de uitgeverij uit te praten. Het was inmiddels augustus 2023. “Ik weet nog dat het bloedheet was.” Daags vóór de afspraak mailde Mentzel haar: hij had het manuscript buiten Broekmans om aan de bevriende schrijver Geert Mak laten lezen. “Die had ook opmerkingen.”

Bij de meeting op de uitgeverij bleek welke. “Geweldig, ik hoor je praten,” had Mak tegen Mentzel gezegd. “Maar jij moet niet praten, de foto’s moeten praten.”

“Dat was het tegenovergestelde van wat we hadden afgesproken,” zegt Broekmans. Een plaatje met een praatje was nou net niet de bedoeling. ‘Voortschrij-dend inzicht’, zei Mentzel. Het hele boek moest opnieuw. Broekmans kon dat niet nog eens opbrengen, meldde ze de uitgever. Van Albada stelde voor dat een redacteur er nog een keer doorheen zou gaan. Daarna gingen twee redacteuren weg bij Balans en vroeg Gaarlandt of Mentzel en Broekmans nog een keer samen aan de tekst zouden willen werken. Broekmans weigerde beleefd en kwam met het tegenvoorstel de tekst te laten liggen tot de nieuwe redacteuren zouden zijn aangetreden.

Twee jaar van interviewen, schrijven, meelezen, herschrijven en ge-heen-en-weer over het manuscript en dan in één keer: boem, doei.

Trix Broekmans, schrijver van een boek over fotograaf Vincent Mentzel

In oktober was Broekmans op vakantie in Zuid-Frankrijk. Aan het eind van een heerlijke middag op het strand zag ze dat Mentzel had gemaild. Hij had het manuscript nog eens gelezen, schreef hij, hij had er lang over nagedacht, maar hij werd er ongelukkig van. “Het lijkt me verstandig als het niet doorgaat.”

“Ik moest het een paar keer lezen voor tot me doordrong wat er stond,” zegt ze. “Vertel me dan wáár je ongelukkig van wordt,” mailde ze terug, in shock, maar er kwam geen antwoord meer. Ze had nooit iets gevoeld van zijn ontevredenheid. “Twee jaar van interviewen, schrijven, meelezen, herschrijven en ge-heen-en-weer over het manuscript en dan in één keer: boem, doei. Deur dicht.”

Dag Rakkers! is nog niet van de baan, zegt Edwin Rutten, die zich hogelijk verbaasd toont over mijn telefoontje. “Mensenkinderen, wat nou weer. Het enige dat ik kan zeggen is dat het nog gaande is. Mensenkinderen. De meningen over het manuscript liepen uiteen, ja, als Rudie Kagie dat zegt, dan is dat zo. Nou nou. Maar het interview is nog niet begonnen hè, neem ik aan?” Na het korte gesprekje stuur ik een mail met vragen, waarop geen antwoord komt. 

“Ik heb met Trix heel leuk gesproken over mijn leven,” zegt Vincent Mentzel in een al even kort telefonisch onderhoud. Dat het memoiresboek niet doorgaat: “Zo gaan dingen in het leven.” Waarover hij zo ontevreden was: “Dat is iets tussen Trix en mij. Het is zo gelopen. Het was niet wat wij ervan verwacht hadden, nee.” Dat het boek is gecanceld is “een overweging van de uitgever. Ik draag Trix een warm hart toe. Ik ken haar al mijn halve leven. Ik weet dat ze teleurgesteld was. Dat was ik ook.”

“Ik was woedend,” corrigeert Broekmans, die Mentzels uitleg ‘niet alleen laf, maar ook oneerlijk’ noemt. “Nu draait hij het naar de uitgever, alsof die het heeft gecanceld.”

“Vincent was er niet gelukkig mee,” zegt uitgever Jan Geurt Gaarlandt. “Dan gaat zoiets niet gebeuren.” Ja, de gebiografeerde heeft in dit geval het laatste woord. “Voor de rest is dit een interne aangelegenheid. Ik hou dit graag voor mezelf.”

Een in samenwerking met de gebiografeerde gemaakte biografie slaagt alleen als alle betrokkenen er een goed gevoel bij hebben, en houden, zegt Gaarlandt. “Ik zit al vrij lang in het vak,” relativeert de editor-at-large. “In de loop der jaren zijn honderden, duizenden boeken niet doorgegaan. Kijk maar eens in oude aanbiedingsfolders, wat er allemaal niet is gekomen. Een bibliotheek van nooit verschenen boeken.”

“Dit is een ontzettend goed onderwerp om eens een stuk aan te wijden,” zegt uitgever Paul Abels van uitgeverij AFdH. “Ik heb veel zitten denken over biografieën.” Zelf liep Abels rond met de gedachte om een biografie te schrijven over de schrijver, docent Nederlands en literair inspirator W.L.M.E. van Leeuwen (1895-1974). “Dan zit je vier, vijf jaar in de archieven, zoek je alles uit, werk je alles uit, en wie gaat het lezen?”

Twee jaar geleden publiceerde AFdH een biografie van de dichter Louis Lehmann, geschreven door Jaap van der Bent. “Een enorme put werk,” zegt Abels. Er kwamen enkele welwillende, maar niet laaiend enthousiaste recensies. Een aantal aardigheden in het boek werden genoemd, dingen die anders hadden gekund, dingen die ontbraken. “Het lijkt alsof je het als biograaf nooit goed kunt doen. De meeste mensen kennen Louis Lehmann niet. En recensenten die Lehmann wel kennen, kijken meer naar wat er niet dan wat er wel in staat.” 

Een biografie over een dode is anders dan een over een levende, zegt Abels. De vraag wat er schort aan Kagies manuscript is volgens hem niet de juiste. “Het heeft niet met schorten te maken. Het is een manier van belichten. Edwin is 81, alive and kicking. Die heeft er geen zin in dat zijn huwelijksperikelen uit de jaren zeventig in de schijnwerpers komen. Die wil de magie van Ome Wíllem!

“Edwin wil geen gepieter, niet te veel aandacht voor de wat minder geslaagde passages in zijn leven. Hij heeft geen zin in een boek waar hij meer ongenoegen dan plezier aan beleeft. Ik vind dat zijn goed recht. Laten we het manuscript van Rudie maar een bedrijfsongeval noemen.”

En nu gaat Haye van der Heyden het doen?

“Nee.”

Nee?

“Nee.”

Wie dan wel?

“Nu gaat mijn vrouw het schrijven.”

Hahahahaha

“Mijn vrouw (Geke Mateboer – BN) is 25 jaar journalist. Het wordt een heel goed boek. Nee, ze maakt het niet op basis van het manuscript van Kagie. We gaan het helemaal opnieuw doen.

“Vorige week hebben we Edwin en Annett uitgebreid op bezoek gehad. Edwin heeft flux de paroles, hij kan enorm praten. Het is een enorme toer om hem onder controle te houden. Het wordt een boek over het magische van Ome Willem. De rest van Edwin Rutten komt zijdelings aan bod. Hij heeft briljante dingen gedaan in de jazz.”

Komen er ook kritische passages in het boek? 

“Moet dat? Een biografie is geen Vrij Nederland-verhaal in boekvorm. Rudie is een hardcore VN-journalist die het schurende opzoekt. Maar wacht maar af. Ik denk dat Rutten zo het ei uit het gat gevraagd wordt over Willem, dat zijn huwelijksperikelen niet gemist zullen worden.” 

Hans Renders is hoogleraar geschiedenis en theorie van de biografie en directeur van het Biografie Instituut in Groningen, en op de hoogte van alles wat er in de laatste decennia over biografieën is gezegd en geschreven. Maar in de kern heb je goede en slechte biografieën, zegt hij, zoals je goede en slechte boeken hebt. “En biografieën waar de beschreven personen een belang in hebben zijn altijd slechte biografieën. Dat zijn geen biografieën, maar verkapte autobiografieën. 

“Het gaat om de vraag of het wenselijk is dat een biografie geautoriseerd wordt. Bij een biografie werkt dat anders dan bij een journalistiek stuk. In het geval van componist Reinbert de Leeuw ging de bemoeienis nog verder: die wilde alleen meewerken op voorwaarde dat hij op het eind het laatste woord zou hebben over het al dan niet doorgaan van de biografie. Dat is een gouden recept voor herrie en ongemak. 

“Als er tien jaar geleden ‘geautoriseerd’ op een biografie stond, lieten we die liggen. Tegenwoordig is het een verkoopargument. Maar als ik hoor van zo’n geval als van Rudie Kagie, denk ik meteen: wat dom. Waarom maak je dat soort afspraken? Dat wordt of een slecht boek of er komt herrie van. 

“Een biografie schrijven van iemand die nog leeft is sowieso geen goed idee. De beschrevenen komen vaak uit de showbusiness. BN’ers. Bij de verschijning van zijn biografie zat de advocaat Theo Hiddema aan tafel bij een tv-programma en zat zijn biograaf in het publiek. Bij de presentatie van een biografie over Louis van Gaal zei die: dit is de beste biografie die ík ooit geschreven heb. Dat geeft de verhoudingen wel weer.

Biografieën waarbij de gebiografeerde betaalt, doen denken aan de pronkportretten van notabelen in de zeventiende en achttiende eeuw.

Hans Renders, hoogleraar geschiedenis en theorie van de biografie

“Een biografie is een interpretatie van een leven. Dat werkt niet goed als de gebiografeerde nog leeft. Dan is het verhaal nog niet af. Natuurlijk zou je als biograaf wel gek zijn om je onderwerp niet te interviewen als die nog leeft en daartoe bereid is. Maar bedenk dat de meest effectieve censuur zelfcensuur is. Als je iedere week een afspraak hebt met de gebiografeerde wil je die niet teleurstellen. 

“Zo’n lijst met door de beschrevene warm aanbevolen interviewkandidaten is vervelend. Reinbert de Leeuw wilde per se dat een zekere Piet Veenstra geïnterviewd werd. Maar nog erger is het als die zegt dat je bepaalde mensen niet mag spreken. En je moet nooit afspreken dat je onderwerp toestemming voor publicatie moet geven. Dat een uitgever daarin meegaat is helemaal belachelijk. 

“Als een gebiografeerde zijn biograaf betaalt, houdt alles op. Dat kan geen serieuze biografie opleveren.  Wie betaalt, bepaalt. Zulke biografieën doen denken aan de pronkportretten van notabelen in de zeventiende en achttiende eeuw.

“Als iemand overlijdt, moet je eigenlijk nog tien jaar wachten met zijn biografie. Anders zit je er nog veel te dicht op. Als iemand nog leeft, kun je best afspreken dat hij het manuscript van zijn biografie mag inzien. Maar zodra zo iemand een vinger in de pap wil, moet je nee zeggen. Daar moet je gewoon niet aan beginnen.”

Kort nadat Rudie Kagie het manuscript van zijn Edwin Rutten-biografie uit handen was genomen, of nadat hij het gefrustreerd uit handen had gegeven, kreeg Haye van der Heyden telefoon: wilde hij het niet doen? Van der Heyden was geknipt voor de job; dat vond hij zelf ook. “Ik ken Edwin vanaf mijn vijftiende. Hij kwam naast ons wonen. Edwin was vijftien jaar ouder en werd een soort vaderfiguur voor me. Ik heb veel met hem samengewerkt, zijn shows geregisseerd, alles. Ik ken hem door en door.”

Rutten wordt het nog steeds wit voor ogen als de naam Rudie Kagie valt, zegt Van der Heyden, maar onder zijn handen kwam er weer vaart in het project. “Ik ben een berefan van Ome Willem. Een wereldster!” Na een paar maanden van koortsachtig bewerken en aanvullen van Kagies manuscript had hij een nieuwe versie af. Maar toen schreef Kagie een artikel over de muziek van Rutten in Jazz Bulletin en moet er bij Edwin iets geknapt zijn. “Ineens blies hij het boek af.”

In een laatste reddingspoging kwamen Rutten en Andriesen bij Van der Heyden thuis. “Ik zei: in ieders leven zit shit. In ieders leven zit ellende.” Ook in Ruttens leven zit tragiek: de scheiding van zijn eerste vrouw Lot was bitter, de relatie met zijn dochters ingewikkeld. Van der Heyden was vroeger oppas bij Lot en de meiden. “Ik zei: ik ben bang dat ik wel met Lot en je dochters moet praten.”

Op Van der Heydens appjes kwam geen antwoord meer. Paul Abels belde: Edwin ziet er definitief van af. 

Van der Heyden gaat het boek nu zelf uitbrengen, bij zijn eigen uitgeverij Vogelvrij. Titel: En zo klom hij naar boven. De titel Dag Rakkers! blijft in handen van AFdH. Het gaat erom spannen wie de eerste is. Van der Heyden denkt dat hij zijn boek in het voorjaar af heeft. De interviewsessies van Geke Mateboer met Edwin Rutten en zijn vrouw Annett zijn in volle gang. 

Met uw donatie steunt u de onafhankelijke journalistiek van HP/De Tijd. Word donateur of word lid, al vanaf €5 per maand.