Spring naar de content
bron: michiel hendryckx

De kunst van het liegen

Schrijver Hugo Claus (1929-2008) was een enfant terrible dat zich afzette tegen het Vlaamse culturele establishment. De biografie van Mark Schaevers toont hoe hij zich steeds weer opnieuw uitvond.

Gepubliceerd op: Geplaatst in de volgende categorieën: door Thomas van den Bergh

Toen Hugo Claus acht maanden oud was, tekende hij al vogeltjes. Op zijn veertiende had hij een historische roman geschreven, een essay ‘hoe de wereld te veroveren’ en een encyclopedisch werk ‘over alle beroemde mannen’. 383 onverkochte exemplaren van zijn debuutbundel Kleine reeks gooide hij, achttien jaar oud, vanuit een hotelkamerraam in zee bij Oostende.

In interviews en autobiografische geschriften maakte Claus zijn leven graag een beetje mooier, spannender, dramatischer. Aan biograaf Mark Schaevers de taak om de fictie van de feiten te scheiden. De levens van Claus is het voortreffelijke resultaat van zijn inspanningen. Zonder pedant of betweterig te worden weet hij veel van de legendes van Hugo Claus (1929-2008) te ontrafelen. Het verhaal over de vernietiging van 383 exemplaren Kleine reeks besluit hij bijvoorbeeld droogjes met: “Er waren er overigens maar honderd gedrukt.” En nuchter brengt hij in kaart hoe Claus het voorschot dat hij voor zijn debuutroman De eendenjacht (later hernoemd als De Metsiers) ontving, door de jaren heen liet aangroeien: “Ging het in 1958 om 600 Belgische frank, in 1960 steeg het voorschot tot 1000 frank, in 1963 tot 2000 frank, in 1980 tot 5000 frank. In een interview gegeven in Argentinië in 1998 schoot hij ineens door tot een bedrag van 10.000 francos belgas.”

Twee bepalende episoden uit Claus’ jonge jaren hebben aan zijn mythomanie bijgedragen, betoogt Schaevers. De eerste traumatische ervaring was zijn heenzending, als achttien maanden oude baby, naar een kostschool. Het jarenlange verblijf tussen de nonnen in Aalbeke had hem ‘een pakket overlevingstechnieken’ opgeleverd, waarvan het liegen er één was. “Hij werd er een beetje een louche jongen die graag de boel belazerde, als hij maar bemind werd.”

Minstens zo vormend waren de oorlogsjaren. Claus was afkomstig uit een Vlaams-nationalistisch milieu. In die kringen werden de nazi’s gezien als ‘bevrijders’ van het Franse juk. Hugo Claus heeft altijd heel schimmig gedaan over de vraag of hijzelf op jeugdige leeftijd met de bezetter had gecollaboreerd. Schaevers toont overtuigend aan dat Claus lid was van de NSJV, een aan de Hitlerjugend gelieerd gezelschap, en ervan hield in uniform te paraderen. 

Na de oorlog besefte Claus maar al te goed dat hij ‘het soort verleden had waar je weinig toekomst mee had’, zoals Schaevers het formuleert. Dit voedde andermaal Claus’ neiging tot legendevorming. Zijn deelname aan de ‘Kinderlandverschickung’, een organisatie die kinderen uit oorlogsgebieden haalde om ze op het Duitse platteland te doordrenken met nazi-propaganda, werd in zijn versie een vlucht uit het ouderlijk huis en een avontuurlijke dooltocht door Duitsland.

Toen Claus, op de toppen van zijn roem, zijn magnum opus Het verdriet van België publiceerde, werd dit boek wel beschouwd als zijn ‘zwarte biecht’. In deze autobiografische roman komt het foute verleden van de familie Seynaeve onverhuld naar voren. Maar in de publiciteit rondom de lancering van zijn roman bleef Claus bagatelliseren en mythologiseren. Schaevers laat secuur en zonder opgeheven vingertje zien waar de schrijver een loopje nam met de werkelijkheid, zichzelf tegensprak, verschillende versies van hetzelfde verhaal vertelde.

Dat de kunst van het liegen voor Claus een onuitputtelijke creatieve bron was, wordt overduidelijk in deze biografie. Gedichten, romans, verhalen, toneelstukken, scenario’s, films, schilderijen, tekeningen, collages – hij was een artistieke alleskunner, voortgedreven door een enorme eruditie enerzijds (‘loeren naar anderen’, noemde Claus dat zelf) en een grote onrust anderzijds. Hij wilde zich niet laten vastpinnen op een genre of stijl, nooit aan de verwachtingen voldoen. Als jonge dichter krijgt hij het etiket ‘experimenteel’ opgeplakt, maar na De Oostakkerse gedichten verruilde Claus zijn bruisende vitaliteit voor een meer berustende toon. Na het succes van zijn toneelstuk Een bruid in de morgen legt hij zich juist toe op zijn schilderkunst. De opvolger van Het verdriet van België is de volstrekt diametrale roman Een zachte vernieling. Claus was het enfant terrible dat zich met graagte afzette tegen het Vlaamse culturele establishment. Toen dit op den duur een act dreigde te worden (schrijver Alfred Kossmann: ‘Hugo Claus volhardde in zijn afwijzing van Belgie en werd er steeds beroemder door’), kwam hij daartegen weer in opstand. Zo slaagde Claus er steeds in ongrijpbaar te blijven. “Zuiverheid is voor mij een van de vieste woorden die er bestaan,” citeert Schaevers.

Een immense vrijheidsdrang stuwde Claus ook voort in relatie tot vrouwen. Monogamie was aan hem niet besteed. Dit leidde tot een ingewikkelde dienstregeling, beschrijft Schaevers, waarbij de schrijver op een bepaald ogenblik zijn aandacht over vier vrouwen tegelijk moest verdelen: de actrices Marja Habraken en Kitty Courbois, filmster Sylvia Kristel en producente Ellen Jens. In de tussentijd bleef Claus overigens gewoon getrouwd met Elly Overzier. Hoe sterker de binding, zou hij later opmerken, hoe heviger het verzet daartegen.

Monogamie was aan Hugo Claus niet besteed. Dit leidde tot een ingewikkelde dienstregeling.

Claus was een gulzig mens, zo maakt zijn biograaf duidelijk, die zich kon verliezen in de drank, in grote diners, in dikke plakken chocolade. Nauwgezet noteert Schaevers de onafzienbare reeks restaurants die Claus overal ter wereld bezoekt. Zijn gevecht tegen overgewicht is een van de kleine motiefjes in dit grote levensverhaal.

Zo graag als hij zich omringde met goede vrienden, zo onkenbaar bleef Claus ook voor hen. Simon Vinkenoog, met wie hij in de jaren vijftig en begin zestig veel optrok, noemde hem ‘een wegknipmens’, omdat hij al te persoonlijke ontboezemingen met schaar uit zijn brieven verwijderde. Acteur Jan Decleir, vanaf 1970 een boezemvriend, noemde Claus ‘fundamenteel alleen’. Zelf had Claus het over ‘een vlies’ dat tussen hemzelf en de buitenwereld opgetrokken zat.

Gelukkig had de biograaf de beschikking over allerlei notitieblokken en (telkens begonnen en weer afgebroken) dagboeken, waarin Claus openhartiger en opmerkelijk zelfkritisch is. ‘Wantrouwig, trots en ijdel,’ noemt hij zichzelf. Elders: lui en gemakzuchtig. Als zijn verhouding met Sylvia Kristel hem eind jaren zeventig begint te benauwen maar hij er desondanks niet in slaagt te vertrekken, noteert hij: ‘De banale kant, de desperate, nonchalante kant in mij, het gebrek aan reële energie.’

De biograaf durft ook kritisch te zijn over dit monument van de Vlaamse letteren. Claus’ wraakzucht, neiging tot zelfbeklag en hardnekkige gevoel van miskenning komen scherp naar voren. Als vader van zonen Thomas en Arthur was hij een totale afwezige, in zijn relaties hield hij er soms opvallend conservatieve ideeën op na. Kitty Courbois gedraagt zich naar zijn mening ‘te slordig’ en dus koopt Claus voor haar een tennissetje, inclusief wit rokje en witte sokjes, om haar een andere stijl aan te meten. Hij was totaal onpraktisch. “Hij kon nauwelijks telefoneren, iemand moest voor hem een nummer draaien,” tekent Schaevers op uit de mond van Lili Rademakers. 

Opvallend is Claus’ hardnekkige gevoel ‘gefaald’ te hebben. Deze met lof en prijzen overladen kunstenaar bleef denken dat hij ten diepste mislukt was. Is het koketterie? Schaevers laat het in het midden. Claus had een ‘mateloze ambitie’, en daartegen legt iedere prestatie het af. Bovendien was die ambitie een manier om zijn enorme productiviteit op peil te houden. Tegelijkertijd, merkt de biograaf schrander op: “Zelfrelativering is natuurlijk ook een spel waarmee zelfzekeren zich amuseren.”

Nauwgezet brengt Schaevers in het slotdeel de onttakeling van deze grote geest in beeld, ten prooi aan alzheimer. Dat de taalkunstenaar zijn greep op de woorden verloor, is in al zijn ironie schrijnend. Maar Claus bleef tot op het laatst de auteur van zijn eigen leven. Zijn zelfgekozen einde vormt het ontroerende slot van deze rijke biografie. 

Mark Schaevers

De levens van Claus

De Bezige Bij

€49,99

Met uw donatie steunt u de onafhankelijke journalistiek van HP/De Tijd. Word donateur of word lid, al vanaf €5 per maand.