Spring naar de content
bron: Yvette Kuikens

Susan Smit: ‘Ik ben angstig voor populisme’

Susan Smit (Leiden, 1974) is schrijver. Haar roman De heks van Limbricht verschijnt op 26 mei. 

Gepubliceerd op: Geplaatst in de volgende categorieën: door Mirjam Eeken

Wat is uw huidige gemoedstoestand?

Verheugd, want mijn boek is net uit. Iets wat alleen in mijn verbeelding bestond, is nu tastbaar geworden. Dat geeft veel vervulling.

Wie zijn uw helden?

Entgen Luijten, de hoofdpersoon van mijn historische roman De heks van Limbricht en een vrouw die echt heeft bestaan. Zij is de laatste vrouw die in het gebied van het huidige Nederland werd aangeklaagd als heks, in 1674. Haar eigenzinnigheid, standvastigheid en vrouwelijke onverzettelijkheid bewonder ik. 

Aan wie ergert u zich?

Aan mensen bij wie er een groot verschil is tussen schijn en wezen. Vaak zijn dat mensen die beleefd en diplomatiek zijn. Als kind bracht dat me in verwarring. Hoewel ik het inmiddels kan doorzien, heb ik er nog steeds moeite mee. Mensen die bedreven zijn in het spel kunnen de meeste schade aanrichten.

Lijkt u op uw moeder?

Zij leidt haar leven met haar innerlijke wereld als leidraad: ze kan goed alleen zijn, is soeverein, leest veel. Die gerichtheid naar binnen heb ik ook heel sterk, anders was ik geen schrijver geworden. Je moet graag in je eigen gezelschap verkeren.

Wat is uw grootste angst?

Behalve natuurlijk dat er iets met mijn kinderen gebeurt – wat dat betreft kan een rijke verbeelding ook een last zijn – ben ik angstig voor populisme. De gemakzucht waarmee sommigen op personen en hun holle kreten afgaan in plaats van een partijprogramma te lezen, vind ik huiveringwekkend. Mensen informeren zich niet genoeg en laten zich leiden door een aardig beeld van iemand die katten heeft, een dichter kan citeren of naar zijn werk fietst. Dat is het begin van het einde.

Bidt u weleens?

Bij bidden denk ik altijd aan je handen vouwen en aan het hogere vragen: wil je dit even voor me regelen? Ik stel me eerder open voor het goddelijke. Gewoon gaan zitten, ogen dicht, ademen en begeleiding vragen. Dan krijg ik soms beelden. Ik geloof in een goddelijke bron waarmee je kunt samenwerken. 

Wanneer heeft u voor het laatst gehuild?

Toen mijn kinderen voor een weekend naar hun vader gingen. We zijn al vijf jaar uit elkaar, maar als ze net weg zijn en ik de knutselwerkjes opruim, dan komen er toch een paar tranen. Het is een restje oude pijn om het gebroken gezin, terwijl ik de oude situatie niet meer terug zou willen.

Bent u monogaam?

Ja, dat is een keuze. Ik geloof dat de liefde voor mij in een monogame relatie de grootste kans heeft. Ik ben ook iemand die seksualiteit en liefde liever uitdiept met één persoon dan het uit te strooien over meerdere personen.

Waaraan bent u het meest gehecht?

Aan mijn autonomie.

Welk leed heeft u anderen berokkend?

Ik heb het eens uitgemaakt met een geliefde na elf jaar. Hij zag dat totaal niet aankomen. Dat moet veel pijn hebben gedaan. Zelf heb ik dat verdriet later pas ervaren, toen de vader van mijn kinderen vertrok. Het lullige van het uitmaken is dat je zelf het hele proces al achter de rug hebt en je blik op de toekomst gericht staat, terwijl de ander denkt: wat gebeurt hier nou? Dat is de tragiek van de liefde.

Wie is uw grootste liefde?

Mijn man Onno Aerden. Ik heb me nog nooit zo diep verbonden met iemand gevoeld. Het is een hele kalme zekerheid, dat wij bij elkaar horen.

Wat is uw grootste ondeugd?

Doordrammen. Ik wil dan de kern bereiken en daar zijn mensen niet altijd van gediend. Je kunt iemand slechts bereiken tot de diepte waarop hij zichzelf begrijpt.

Hoe moedig bent u?

Ik ben niet avontuurlijk ingesteld, ik ben niet reislustig en sportief kun je me ook niet noemen, maar ik geloof wel dat ik op een ander niveau dapper ben, namelijk als het gaat om ethische kwesties. Wat er ook te winnen valt, ik zal niet het wenselijke doen als ik daarbij het gevoel heb dat het niet integer is.

Als u iets aan uzelf kon veranderen, wat zou dat dan zijn?

Vroeger dacht ik dat ik eindeloos aan mezelf kon schaven om uiteindelijk een dalai lama-achtige persoon over te houden. Inmiddels kijk ik liever met mildheid naar mijn tekortkomingen, zwakheden en feilbaarheid. Je bent mens en je doet ook maar wat. 

Van wie heeft u het meest geleerd?

Wat schrijven betreft van mijn mentor Thomas Verbogt. Hij geeft me de moed om trouw te blijven aan mijn eigen stem, ook al komt die soms niet overeen met de ‘geen woord te veel’-mode in de Nederlandse literatuur.

Wat is uw devies?

Het is maar een experiment. Elke gerichtheid op het resultaat valt weg en speelse ontdekkingslust keert terug.

Susan Smit
bron: Yvette Kuikens