Spring naar de content

Frieda Koch en Lucebert, twee onwennige geliefden

Arjan Peters bespreekt op deze plek boeken die onlangs verschenen en die nog niet de aandacht kregen die ze verdienen. Deze keer: Wij zijn het paradijs. Brieven 1950-1952 van Frieda Koch en Lucebert.

Gepubliceerd op: Geplaatst in de volgende categorieën: door Arjan Peters

In het beroemde gedicht ‘Licht van mijn leven’ uit 2009 van Remco Campert noemt hij het adres Van Eeghenlaan 7 in Amsterdam als de plaats waar zijn woorden het licht zagen, in het huis waar ook de collega’s Bert Schierbeek en Lucebert woonden en werkten.

En die niet alleen. Schierbeek was getrouwd met de keramiste en pottenbakster Frieda Koch (1923-1995), en ze hadden twee jonge kinderen toen de jonge Lubertus Swaanswijk (1924-1994, dichtersnaam Lucebert) zich aan het eind van de jaren veertig bij hen voegde. Dat liep uit op een complexe ménage à trois, die met terugwerkende kracht ook de titel van Luceberts toentertijd geconcipieerde bundel triangel in de jungle (1951) minder raadselachtig lijkt te maken.

Schierbeek, Koch en de kinderen gingen af en toe weg, Schierbeek alleen zocht een tuinhuisje op, Frieda of Lucebert ging naar Parijs (waar dan weer Vinkenoog, Campert en Kousbroek zaten), en ondertussen werden er door de twintigers schalen, vazen, tekeningen en gedichten gemaakt.

Over deze in menig opzicht (artistiek en relationeel) experimentele periode is al wel veel geschreven als het om Luceberts verbijsterende talent gaat. Omdat hij en zijn geliefde Frieda (die hij Diotima noemde, naar de geliefde uit Hölderlins roman Hyperion) elkaar in die jaren niet altijd konden zien, werd er ook gecorrespondeerd. Daaraan danken we de liefdesbrieven die nu eindelijk zijn gebundeld in Wij zijn het paradijs, welke titel weergeeft dat de gelukzaligheid intens was, ofschoon de ondertitel ‘Brieven 1950-1952’ laat zien dat die paradijselijkheid eindig was.

Frieda Koch aan het werk in haar pottenbakkerij op de zolder van huize Schierbeek te Amsterdam, omstreeks 1951. (collectie Michiel Schierbeek)

Lucebert droeg zijn eerste bundels aan haar op, hij beschilderde haar vazen en schalen en maakte unica voor haar (boekjes in 1 exemplaar met teksten en tekeningen, die in 2011 in facsimile zijn uitgegeven). Maar over Frieda Koch weten we minder. In de novelle Bezoek (1950, boekuitgave 1960) van Hans Andreus komt ze voor in één zin, en wel deze, waar Lucebert erg dol op was: ‘Zijn vrouw keek voor zich uit, ze kijkt bijna altijd voor zich uit en glimlacht als je iets tegen haar zegt.’ Dat ene regeltje ‘is het mooiste uit de hele novelle,’ riep Lucebert uit.

Alleen al vanwege die bescheiden rol is het aangenaam haar nu eens zelf aan het woord te horen, in haar brieven die een lieve en betrokken vrouw tonen die zich tussen andere moeders een meisje voelt dat altijd wat onwennig in de wereld is. Lucebert kent dat gevoel, maar hij heeft de taal waar hij mee kan jongleren, ook in deze brieven: ‘En dit moet je genoeg zijn, mijn lieve onmogelijke werkelijkheid die ik straks weer vast zal houden, stevig en slordig, zoals de wind, ja, de grootste blaaskaak der lage landen die ik ben, Pan in de klei.’

Geld was er niet (‘ik leef van bouillon en poederchocolade,’ Lucebert), liefde en verlangen in overvloed, maar enigszins ongelijk van aard: zij verlangt en stelt vragen, hij verlangt en oreert, soms net zo onzeker en bangig (‘altijd ben ik een angstige schooljongen’), maar ook dan meer met zichzelf bezig dan met haar. Toen zij iemand vond die meer met háár bezig was, moest Lucebert het veld ruimen. Een jaar later zou hij Tony ontmoeten, met wie hij de rest van zijn leven getrouwd was.

Het paradijs was een fase gebleken. Maar deze brieven getuigen er blijvend van: ‘lieveling het is nu diep in de nacht en ik stel me voor hoe je nu stil ligt te slapen, je mooie ogen dicht, je mooie ouderwetse haren er half over heen.’ Dat schreef hij vanuit Parijs. Zij heeft hem op een belangrijk moment mede tot grote hoogten opgestuwd. Goed dat haar naam nu ook eens als eerste wordt genoemd.

Frieda Koch & Lucebert
Wij zijn het paradijs. Brieven 1950-1952
Artistiek Bureau
€ 30,-