Spring naar de content
bron: anp

Rebellen en dwarsdenkers? De CPNB is ze liever kwijt dan rijk

Schrijver Gerjon Gijsbers verbaasde zich over het thema van de Boekenweek 2020. De CPNB heeft namelijk helemaal niets met rebellen en dwarsdenkers en schuurt zelfs regelmatig tegen censuur aan. “Niemand schijnt zich te herinneren dat Reve de opdracht kreeg om het Boekenweekgeschenk voor 1981 te schrijven, met het verzoek van de CPNB om ‘op het punt van de herenliefde niet te veel accenten te leggen’.”

Gepubliceerd op: Geplaatst in de volgende categorieën: door Gerjon Gijsbers

‘Ja, wat is dat toch met de CPNB, dat die de hele tijd gebasht moet worden?’ vroeg CPNB-directrice Eveline Aendekerk zich af in een interview door Het Parool van 23 maart 2019. ‘Hoge bomen vangen veel wind?’

Die hoge bomen zullen inmiddels wel neergehaald zijn, om ze door de hakselaar te duwen en te verwerken tot het duurzame papier waarop een stuk of 700.000 exemplaren van het Boekenweekgeschenk worden gedrukt. Een boekje dat je waarschijnlijk weer onmiddellijk ongelezen op een picknickkleedje in het Vondelpark kunt leggen om alvast een plekje te claimen voor de vrijmarkt op Koningsdag. Naast huizen en objecten met een antiquaire waarde, is het Boekenweekgeschenk vermoedelijk het enige Nederlandse product waarvan de prijs tweedehands hoger ligt dan bij de originele aankoop, of in dit geval afgifte ervan, mits het niet meteen bij het oud papier belandt.

Toch sympathiek, dacht ik toen ik het interview met Aendekerk las, dat mij nu via dit openbare platform ook eens iets gevraagd wordt. Ik dacht diep na over een antwoord op haar vraag. Waarom moet de CPNB de hele tijd gebasht worden? Waarom de CPNB? Ik besloot mijn persoonlijke punten eens op een rijtje te zetten.

Allereerst is er natuurlijk de naam om over te struikelen. Stichting Collectieve Propaganda van het Nederlandse Boek. Liever zie ik helemaal geen termen uit de taal geschrapt, maar als ik steeds op scheve blikken kan rekenen wanneer ik woorden als blanke, neger, hoer of kamperfoelie bezig, vind ik het niet meer dan terecht om hier het gebruik van het begrip propaganda kort aan de kaak te stellen. Het zal wel kinderachtig zijn om nog eens ten overvloede te wijzen op de negatieve connotaties van dit woord, maar ik wil de organisatie toch aanraden om een andere naam te overwegen, omdat ik – toen ik voor het eerst van de CPNB hoorde – een instelling voor me zag die mensen verkleed als Joseph Goebbels op pad stuurde om op middelbare scholen uit te leggen waarom Het Achterhuis zo’n bijzonder boek is.

Daarnaast is de afkorting CPNB te lang, met name voor de jeugd die net leert lezen en vaak maar een afkorting van twee, hooguit drie letters kan memoriseren, met als gevolg dat ik ze op straat hoor praten over ‘de CBNP’ of zelfs ‘het CNPB’, dus ook nog met het verkeerde lidwoord ervoor. Heb ik een alternatief? Natuurlijk, omdat ik oplossingsgericht denk.

Noem het de Nederlandse Stichting van Boekenliefhebbers. Spreek die naam eens hardop uit. Klinkt een stuk bekoorlijker, nietwaar? De afkorting is voor beginners een uitdaging, maar dat komt goed te pas bij een van de doelstellingen van de stichting: de jongeren uitdagen.

Als autist vind ik ook dat – of nee, ik ben nooit met autisme gediagnosticeerd, maar omdat het nu eenmaal in de mode is om alles letterlijk op te vatten, vind ik ook dat de hashtag #eenboekkanzoveeldoen weg moet. Een boek kan namelijk niet zoveel. Een boek kan in de kast staan, op een bijzettafeltje liggen en het brandt heel aardig als je er de fik in jaagt, maar vraag het niet om een pan humkessoep op grootmoeders wijze te bereiden of een medicijn tegen kanker te ontwikkelen, want dan krijg je nul op het rekest.

Nochtans associeer ik zelfs de Stichting Kinderpostzegels eerder met rebellen en dwarsdenkers dan de CPNB, die in het verleden meer dan eens bewezen heeft de onruststokers liever kwijt dan rijk te zijn, of op zijn minst aangelijnd wilde zien.

Wat ik wil zeggen, is dat de hashtag een passieve leeshouding aanmoedigt, waarbij het tastbare product centraal staat. Handel, geld, financiële winst. Willen we dat mensen boeken kopen of willen we dat mensen gaan lezen? Zelf zou ik meer de nadruk leggen op de laatste activiteit en de doelgroep, de potentiële lezer dus, directer aanspreken. De geestelijke materie, die onbetaalbaar is, zou mijns inziens een grotere rol mogen krijgen. Leer welke voordelen er met lezen te behalen zijn. Koppel de bezigheid aan positieve karaktereigenschappen en creëer desnoods een – ik krijg mijn vingers amper in juiste volgorde over de toetsen – clubgevoel.

Alternatieve hashtags? #leestmeeindensb, #doorlezensterkenvrij of #weestdapperwordtlezer.

Enfin, ik weet verder niets van communicatie of commercie en heb geen ervaring als director of influencer publicity content analyst assistant brand marketing strategy manager thundercunt, dus let maar niet op mij.

Het meest verbazingwekkende aan de CPNB vind ik echter de themakeuze voor de Boekenweek van dit jaar. Zoveel stof als het thema van vorig jaar – De moeder de vrouw – alleen al deed opwaaien bij de aankondiging ervan, zo weinig commotie ontstond er bij de bekendmaking van het thema Rebellen en dwarsdenkers. Alsof een schoonmaker snel een Swiffer door letterenland had getrokken. Nochtans associeer ik zelfs de Stichting Kinderpostzegels eerder met rebellen en dwarsdenkers dan de CPNB, die in het verleden meer dan eens bewezen heeft de onruststokers liever kwijt dan rijk te zijn, of op zijn minst aangelijnd wilde zien.

Gerjon Gijsbers. Foto: Studio Schulte Schultz

In de officiële thematekst voor de Boekenweek lezen we:

Van de dromerige dwarsdenker die veilig thuis afreist naar een andere wereld, tot de rebel die zijn messcherpe pen als wapen gebruikt tegen de status quo. In de literatuur is er ruimte voor al die geluiden.

Daarna volgt er een waslijst van tientallen willekeurig bij elkaar geraapte schrijvers, titels en personages, waarbij iedere nieuweling al na drie namen afhaakt. Ergens halverwege die lijst:

Gerard Reve tartte de conventies met Nader tot U […]”

Niemand schijnt zich te herinneren dat Reve de opdracht kreeg om het Boekenweekgeschenk voor 1981 te schrijven, met het verzoek van de CPNB om ‘op het punt van de herenliefde niet te veel accenten te leggen’.

Reve leverde De vierde man aan, naar eigen zeggen: ‘[…] een echte Reve, een weemoedig, romantisch en decadent verhaal, als de rest van mijn werk. Ik heb voor de commissie bepaalde grenzen in acht genomen. Ik doe het drie keer met een vrouw en slechts één keer met een jongen en dan nog wel met een van het meisjesachtige type, dus het blijft een heteroseksueel verhaal.’

Toenmalig voorzitter van de werkgroep CPNB Ivo Gay – nomen est omen – verklaart in een aflevering van Andere tijden zelf enthousiast te zijn geweest over het werk, maar dat boekhandelaren protesteerden. ‘Wij kunnen dat niet aan al onze klanten geven.’

Ze waren bang hun christelijke klandizie te verliezen.

Het kenmerkende aan een geschenk is dat je het altijd aan iedereen kunt geven, zou ik denken. Het is aan de ontvanger of die het paard al dan niet in de bek schijt. God heeft ons niet voor niets met een vrije wil geschapen.

De CPNB kwam niet voor de auteur op, maar ging door de knieën voor een bevolkingsdeel dat misschien maar een minderheid zou vormen als je er het percentage van af zou trekken dat er op zondagochtend de voorkeur aan gaf om in bed te blijven rukken in plaats van naar de kerk te gaan. Die christenkliek had overigens ook de in 1966 door paus Paulus VI afgeschafte Index opnieuw kunnen invoeren en met een eigen boekhandelketen – De Fakkel, symbool voor de boekverbrandingen in betere tijden – stond het ze altijd vrij om een eigen feestje met eigen presentjes te organiseren. Ik zie nu al uit naar de op stapel staande cadeautjes voor komende jaren, van Andries Knevel (Vingertje op vakantie), Antoine Bodar (De Postbankblauwe leeuw van Juda) en Arie Boomsma (Want dit is mijn lichaam, dus niet dat van Jezus Christus of Renate Dorrestein).

‘Dat is bijna veertig jaar geleden,’ zal men zeggen, ‘laat het los, tijden veranderen, mensen veranderen mee en Gerard Reve heeft met de gewone handelseditie toch dubbel verdiend aan dat boekje.’

De ergste van allemaal bleek echter Peter Rosendaal, persvoorlichter bij de CPNB, die op zijn Twitteraccount door het lint ging.

Akkoord, een voorval van het knevelen van het vrije woord door de CPNB dat misschien verser in het geheugen ligt, is de heisa die ontstond toen Herman Brusselmans in 2017 een ‘beledigende’ column schreef over Anouk. Heel stukjesschrijvend Nederland stortte een bak stront uit over de Vlaamse schrijver, die nu echt te ver was gegaan. Ik noem geen namen, maar een van die columnisten – van wie ik per toeval ontdekte dat ze hetzelfde antidepressivum slikte als ik (citalopram), waar ik toen stante pede mee stopte uit angst dat mijn brein er ook door af zou brokkelen – sprak de hoop uit ‘op tijden waarin […] clicks gegenereerd worden door interessante journalistiek in plaats van door plat seksisme’.

Voor een enkeling komt het wellicht als een verrassing, maar clicks worden met name gegenereerd door een signaal van je hersenen naar je (vermoedelijk) rechterwijsvinger.

Een ander deed haar uiterste best Anouk een hart onder de riem te steken door voornamelijk te wijzen op kwaliteiten buiten haar werk die de mening zouden moeten ondersteunen dat ze beter is dan Brusselmans: meer fans, een overvloed aan prijzen, het aantal kinderen. Cijfertjes en getallen. Wijven en klootzakken die erop uit lijken te zijn een competitie tussen de seksen te ontketenen, mogen ze wat mij betreft sowieso diskwalificeren van deelname aan de wedstrijd die alleen in hun hoofd gehouden wordt.

De ergste van allemaal bleek echter – twitteraars noem ik wel bij naam – Peter Rosendaal, persvoorlichter bij de CPNB, die op zijn Twitteraccount door het lint ging:

‘heeft net @nieuwerevu uit ons persbestand gehaald vanwege walgelijke, seksistische tekst over Anouk. F*ck NR.’

Er ontstak een storm op Twitter, Herman Brusselmans en de redactie van Nieuwe Revu zouden niet welkom zijn op het Boekenbal en Peter Rosendaal werd zodanig in het nauw gedreven dat hij op een gegeven moment niet meer wist om welke schrijver het nu ging en moeite kreeg met het formuleren van Nederlandse zinnen:

Hermans mag schrijven wat ie wil! Maar met media als NR die dit plaatsen wil ik professioneel niets (meer) mee te maken hebben’

Uiteindelijk raakte de arme man helemaal de draad kwijt, wist hij het verschil niet meer tussen persoonlijk en professioneel en liet hij weten dat Nieuwe Revu in ieder geval geen persuitnodiging meer zou krijgen voor het Bal, maar dat Brusselmans natuurlijk een taart kon bakken om zijn excuses aan te bieden aan Anouk.

Brusselmans gaf op zijn beurt via PowNed de CPNB de kans om het goed te maken, door hem de opdracht te geven het volgende Boekenweekgeschenk te schrijven. Dat aanbod werd niet gehonoreerd.

Muzikaal intermezzo. Waar een luizig rappertje als Lil’ Kleine linea recta naar de backstage loopt en vermeldt hoeveel hij in dertig seconden verdiend heeft als er ook maar een beetje bier richting het podium wordt geslingerd, waarover waarschijnlijk al een extra clausule in zijn contract is opgenomen, heeft Anouk al guts sinds ze haar set onverstoord voortzette nadat ze op Pinkpop 1998 met eieren werd bekogeld.
Toen Herman Brusselmans zijn zestigste verjaardag gevierd werd bij Van Gils & gasten dook de zangeres achter de schrijver op en gaf hem een kus op zijn wang.
‘Er is geen knokploeg bij, Anouk?’ vroeg Van Gils.
‘Nee, nee, nee, nee hoor, dat kan ik goed zelf af,’ aldus Anouk.
Vervolgens zong ze voor Herman Brusselmans het lied ‘Heaven’, waarmee ze iedereen stil kreeg.
Daarna werd er nagepraat en gelachen. Anouk zei dat ze ‘altijd een beetje moeite heeft met iedereen die overal zo’n moeite mee heeft,’ en dat ze het alleen moeilijk vond dat haar kinderen op de column konden stuiten bij het googelen van haar naam – wat een vrouw, wat een moeder – en Brusselmans begreep dat. De zon begon te schijnen, bloemen kwamen tot bloei, een regenboog tekende zich af tegen het zwerk, het lam en de leeuw speelden samen tikkertje en wat niet al. Wat goed was, werd een dag later alweer verneukt door verscheidene media waar het basis-Engels kennelijk nog niet voldoende is om de tekst van een lied te begrijpen. Ze rapporteerden over de actie van Anouk in termen als ‘perfect voor lul zetten’, ‘terugpakken’ en ‘ultieme wraak’. Misschien begint begrijpend lezen met begrijpend luisteren.

Toch lijkt de CPNB zo nu en dan tegen censuur aan te schurken, maar dat is geen wonder, want we hebben van de geschiedenis geleerd dat propaganda en censuur geregeld hand in hand gaan.

‘De CPNB is voor vrijheid van meningsuiting en doet niet aan censuur,’ bracht de stichting als statement naar buiten, na het relletje rond het Boekenweekessay van Özcan Akyol, waarin hij uithaalt naar een boekverkoper uit Veenendaal.

Toch lijkt de CPNB zo nu en dan tegen censuur aan te schurken, maar dat is geen wonder, want we hebben van de geschiedenis geleerd dat propaganda en censuur geregeld hand in hand gaan. Het is een mooie themakeuze van de CPNB, dit jaar, maar toch sta ik er enigszins sceptisch tegenover, omdat het lijkt alsof ze achter een hype aan hobbelen – achteraan in de optocht van gele hesjes, Greta Thunbergs en Rutger Bregmannetjes – terwijl ze, juist met zo’n thema, voorop hadden moeten lopen. Nu heeft de stichting meer iets van een punker die, met een door veiligheidsspelden aan zijn jack bevestigd anarchistenteken, voor een rood stoplicht staat te wachten met de wetenschap dat zich binnen een straal van vijftig kilometer geen medeweggebruikers bevinden.

Over censuur gesproken, in de Boekenweek ontvangt Eus iedere werkdag een schrijver in de vijfdelige serie Dwarse denkers, waaronder Herman Brusselmans, maar ook Leon de Winter, de auteur die in 2016 grijnzend de Pim Fortuynprijs in ontvangst nam. Volgens het juryrapport aan hem toegekend vanwege ‘zijn enorme gedreven strijd voor onze zwaarbevochten westerse vrijheden die helaas vandaag de dag geen automatisme meer zijn’. Daarnaast zou De Winter ‘aan politieke correctheid een broertje dood hebben’, maar we hebben het hier écht over dezelfde De Winter als de auteur die in 1992 een poot van tienduizend gulden uitdraaide plus een rectificatie kreeg bij het satirisch studentenweekblad Propria Cures, omdat ze een afbeelding van hem in een massagraf gefotoshopt hadden. Smakeloos? Allicht, maar als je een broertje dood hebt aan politieke correctheid, dan behoor je daar mijns inziens boven te staan. Bovendien beschikt zijn uitverkoren volk in het beloofde land over de grootste klachtenbus ter wereld. Wend je daar dan toe, denk ik dan. Volgens mij was zijn eis aanvankelijk zelfs vijftigduizend gulden, maar van een kale kip kun je niet plukken. Op deze manier houdt hij het stereotiepe beeld van de geldbeluste jood natuurlijk wel een beetje in stand. Ik hoop dat Eus hem in de uitzending hierover eens flink aan de tand zal voelen.

‘Heb je al een keuze kunnen maken, Leon, de tienduizend gulden omgerekend in euro’s teruggeven aan dat zieltogende kutblaadje uit Amsterdam, lever je liever de Pim Fortuynprijs weer in of blijf je het liefst van alles een hypocriete huichelaar?’

‘Nou Eus, moet je luisteren, die zaak met PC is bijna dertig jaar geleden, laat het los, tijden veranderen en mensen veranderen mee.’

Dat zou ik begrijpen, maar ik ben benieuwd naar de oorzaak van die ommezwaai. Kijk, je kunt door de jaren heen fysiek steeds meer op A.F.Th. van der Heijden gaan lijken, maar dat komt bijvoorbeeld door te veel matzes en mefarka smikkelen, of door een per ongeluk opgepikt spijsverteringsprobleem tijdens een vlucht naar Los Angeles. Hoe is die geestelijke verandering tot stand gekomen, waardoor je jezelf vrijheden veroorlooft waarin je anderen vroeger beperkt hebt? Dat zou ik willen weten. Ik hoop dat het spannende televisie wordt, maar ook als het een doodsaai programma blijkt, zonder sprankeling of levensvreugde, zal ik er graag naar kijken ten behoeve van mijn persoonlijke ontwikkeling en algemene kennis.

Ik bouw met behulp van boeken een hemel in mijn hoofd, waar vrijheid de enige absolute werkelijkheid is en het ziet er heel anders uit dan de krankzinnige karikatuur die de christenfascisten van het concept hebben gemaakt.

Uit betrouwbare bron weet ik dat een huidig woordvoerder van de CPNB mij op de middelbare school maar een vreemde jongen vond. Ik geloof niet dat hij zich ooit de moeite getroost heeft mij te leren kennen. Eerlijk is eerlijk, ik zal de hand ook eens in eigen boezem steken – ja, Geerten Waling, ik heb jouw stukje ook gelezen, of toch tenminste de titel ervan –, makkelijk te benaderen was ik niet. De helft van de tijd was ik ladderzat, de andere helft van de tijd zat ik met mijn neus in de boeken. Lezen heeft mijn leven gered en sindsdien beschouw ik literatuur als een primaire levensbehoefte. Die woordvoerder van de CPNB had gelijk, ik was en ben een vreemde jongen. Sterker nog, een volslagen idioot, maar ik durf het hardop te zeggen. Ik bouw met behulp van boeken een hemel in mijn hoofd, waar vrijheid de enige absolute werkelijkheid is en het ziet er heel anders uit dan de krankzinnige karikatuur die de christenfascisten van het concept hebben gemaakt. Ik wens daarom iedereen hetzelfde en een mooie Boekenweek toe van Eveline Aendekerk tot Leon de Winter, en in het bijzonder de boekhandelaar uit Veenendaal, die ondanks zijn verdriet het Boekenweekessay verkoopt in zijn zaak (‘Aan censuur doen we niet, we weten allemaal van 75 jaar geleden hoe dat werkte’) – waarin de verhalen, gedachten en ideeën centraal staan, de letters en leestekens belangrijker geacht worden dan cijfers en getallen en iedereen naar eigen invulling mag ontdekken wat een boek werkelijk kan doen. Genoeg geouwehoerd.

Gerjon Gijsbers (1983) is schrijver. In 2017 verscheen zijn debuutroman Scheuren in het canvas bij Uitgeverij Fagus.

Word lid van HP/De Tijd