Spring naar de content
bron: matty van wijnbergen

Zucht naar plezier

Rob en Arthur zijn gezonder gaan leven. Maar incidentele momenten van zwakte zijn de Foute Jongens niet vreemd.

Gepubliceerd op: Geplaatst in de volgende categorieën: door De Foute Jongens

Rob: Het zou overdreven zijn te stellen, mijnheer Van Amerongen, dat u en ik inmiddels gelijk hindoeïstische sadhoes door het leven gaan. Wij hebben, bedoel ik, onze zucht naar plezier en een minder armoedig bestaan nog niet helemáál afgewezen. Verder is het ook weer niet zo dat spirituele bevrijding ons ultieme levensdoel is geworden. Maar dit is ontegenzeggelijk waar: ons existeren heeft de afgelopen maanden spectaculaire veranderingen ondergaan.

Ik spreek nu even voor mezelf, met uw welnemen: bijvoorbeeld wanneer ik weer eens iets aan het krantenpapier heb toevertrouwd dat sociaal-liberaal Nederland dusdanig heeft doen steigeren van verontwaardiging, dat mij vanuit die hoek louter hel en verdoemenis in het vooruitzicht is gesteld, heeft de voor een spirituele bevrijding benodigde meditatie voor mij wel degelijk in toenemende mate haar nut bewezen.

De vaak buitengewoon valse en kwaadaardige scheldpartijen, met name op de sociale media, van dit zich boven alles en iedereen verheven voelende volk, nopen mij inderdaad weleens tot het inlassen van een periode waarin slechts ruimte is voor diepgaande levensbeschouwingen en bespiegelingen in volstrekte afzondering. Maar als moeders dan ineens kippenlevertjes met spek en ui in de keuken gaat staan bakken, met als gevolg dat de daarmee gepaard gaande geuren tot mijn privévertrek doordringen – dat heb je nu eenmaal met die oude, slecht geïsoleerde woonboerderijen – springt deze jongen als de wiedeweerga uit de lotushouding en zit hij binnen no time met mes en vork in zijn knuisten aan tafel.

Dat doet een ware asceet niet, jonge vriend. Een ware asceet beteugelt 24 uur per dag zijn hartstocht en begeerten en past daarbij desnoods ook zelftucht toe. Zover ben ik nog niet, en u evenmin. Toch durf ik de stelling wel aan dat wij tegenwoordig tamelijk ascetisch plegen te functioneren.

Ineens, voor het eerst in vijf maanden, voelde ik me vrolijk.

Arthur van Amerongen

Zoals in de voorafgaande aflevering van deze rubriek reeds gemeld zocht ik u onder het motto ‘Oude liefde roest niet’ tegen het einde van het afgelopen voorjaar toch maar weer eens op in de Algarve. U sprak toen over uw ‘wonderbaarlijke bekering tot het ascetisme’. U dronk niet meer, u rookte niet meer en zelfs die eentandige crackdealer in Olhão was zijn belangrijkste afnemer kwijt. Dat heeft mij geïnspireerd, al blijf ik het merkwaardig vinden dat u tijdens een gezamenlijke lunch zomaar een fles mineraalwater van tafel liet verdwijnen. Een intense zoektocht bracht aan het licht dat u de fles stiekem onder uw stoel had gezet, waarna ik mij ten behoeve van de sfeer – onze wederhelften aten mee, net als enkele Portugese notabelen – beperkte tot de opmerking dat u gewoon even in een oude gewoonte was vervallen, met dien verstande dat er vroeger wijn in die fles zat.

Enfin, ik heb mezelf na dat bezoek aan de Algarve dus óók op regime gezet. Roken deed ik al niet meer en op twee jointjes na – eentje toen ik achttien jaar was, eentje op mijn veertigste – gebruikte ik toch al geen drugs. En nu heb ik de alcohol, al dan niet tijdelijk, eveneens afgezworen. Resultaat: twaalf kilo eraf (nog dertien te gaan) en om tien uur met de kippen op stok.

Doodsaai, mijnheer Van Amerongen.

Maar o, wat ben ik weer gezond.

Arthur: Ik moet je iets opbiechten, Hoogland. Op de presentatie van het boekje Portugal voor Bonvivanten in de Quinta Nova Rockanje in Olhão kreeg ik van een wat oudere groupie twee flessen alcoholvrije witte wijn kado.

De ‘O%riginal branco’ (de bedenker van ‘O%riginal’verdient de doodstraf) komt van het wereldberoemde wijnbedrijf José Maria da Fonseca, JMF voor intimi. Met Reggie Smith bezocht ik in het kader van onze serie wijngidsen voor Portugal de schitterende adega in Azeitão, onder de rook van Setúbal.

Azeitão ken jij, als gesjeesde buongustaio, natuurlijk van de gelijknamige lepelkaas, die stinkt als een oordeel.

Na het werkbezoek aan JMF waggelde ik toeter als een maleier naar buiten, als gevolg van de combinatie van moscatel en de Lusitanische koperen ploert. De wereldberoemde Lancers rosé, waarvan JMF 150.000 flessen per jaar verkoopt, had ik beleefd afgeslagen, zodat het zuur mij ’s anderendaags bespaard bleef.

JMF is het eerste wijnbedrijf in Portugal dat alcoholvrije wijnen maakt. De O%riginal branco is gemaakt van de muskaatdruif. Een monoblend dus. Hippe shit, want op een Belgische wijnwebsite las ik: “Gekozen om een jonger en ongecompliceerd publiek aan te trekken, geven de vormen die op dit label zijn aangebracht, hen een eigentijdse, globale en minimalistische uitstraling, waarbij het onderscheidende element wordt benadrukt: 0% alcohol.”

Enfin, ik zuip die twee flessen in een rap tempo leeg, en ineens, voor het eerst in vijf maanden, voelde ik me vrolijk. En ik had enorm veel zin in een peuk, ik voelde een geile goesting om te neuken en tot overmaat van ramp speelde ik met de gedachte om de jouw welbekende eentandige crackdealer even te bellen! Had de oude groupie wellicht scopolamine, ook wel duivelsadem, in mijn wijn gedruppeld? Ik haalde die flessen uit de glasbak van Addy, de eigenares van Quinta Nova Rockanje, en in geniepige kleine lettertjes op het etiket stond: 0,5 procent alcohol.

Wij plegen tegenwoordig tamelijk ascetisch te functioneren.

Rob Hoogland

Maar goed dat ik geen vrome mohammedaan ben, want dan was ik meteen naar de jahannam gesommeerd, de moslimhel. Ik bedoel: die gasten moeten al eeuwig branden als ze per ongeluk Listerine hebben doorgeslikt (het frisse mondwater op alcoholbasis, dat ze overigens – helaas – nooit gebruiken).

Wist jij dat het binnen de EU wettelijk is toegestaan om wijn als alcoholvrij te markeren als er maximaal 0,5 procent alcohol in zit? Straks blijkt er in de Jip-en-Janneke-schuimwijn van de Hema ook alcohol te zitten. Stel je voor dat kinderschenders daarachter komen! 

Rob, ik vrees de terugval. Wat moet ik doen, lieve Mona? Ik zie ertegenop om elke avond minimaal twee flessen O%riginal leeg te zuipen om dat fijne gevoel weer terug te krijgen. Help!

Rob: Vertel mij wat, mijnheer Van Amerongen. Dat zijn de moeilijkste momenten. Ik moest onlangs zelf iets soortgelijks ervaren in een eetgelegenheid die ik het liefst als een mensa zou omschrijven, maar die in de volksmond nu eenmaal beter bekendstaat als een snackbar. Als ik het mij goed herinner stond er ‘Friet van Piet’ op de luifel.

Ik had een moment van zwakte, laten we het daarop houden. Wie zich maandenlang dag in dag uit beperkt tot het consumeren van achtereenvolgens een banaan, een glas verse sinaasappelsap, een kommetje druiven met Griekse yoghurt met nul procent vet, vier droge boterhammetjes met aardbeien en halve snoeptomaatjes en pindakaas met sambal en vijgenjam als beleg, een Jazz-appeltje als vier-uur-tussendoortje en een bord seizoensgroente met een bal gehakt of een stukje vis ter afsluiting (géén aardappelen!), kan zich weleens uitgedaagd voelen wanneer zo’n etablissement wordt gepasseerd.

Ik werd als het ware naar binnen gezogen.

En wat bestelde ik?

Een berenhap met een dubbele portie pindasaus!

Het floepte eruit voordat ik er erg in had en omdat toen plots ook het besef tot mij doordrong dat die arme snackbarhouder iedere maand de huur moest zien op te brengen, besloot ik af te zien van annulering. Sterker nog, ik voelde zoveel mededogen met deze uitbater, dat ik hem verzocht ook nog een frikadel speciaal voor mij te bereiden, een braadworst met Zaanse mosterd, een picanto met extra mayo en een mexicano met zigeunersaus, alsmede een patatje oorlog XXXL, waarna ik deze maaltijd ter plekke verorberde. Het was pure zelfopoffering, om de man een hart onder de riem te steken.

Ik herken dit dus, jonge vriend. Daarom beschouw ik het als een welhaast bovenmenselijke prestatie dat ik mijn ascetenbestaan nadien gewoon weer oppikte en voortzette, zelfs nadat mij andermaal was gebleken hoe schofterig en achterbaks men in sociaal-liberale kringen soms pleegt te functioneren.

De door mij zeer gewaardeerde collega Ronald Plasterk onthulde in zijn column dat de Magere Mannetjes van D66 met medeweten van de aanstaande ex-partijleidster hebben geprobeerd een verbond met Geert Wilders te sluiten. En wat was daar de bedoeling van? Mark Rutte met onmiddellijke ingang eruit, en dat terwijl hij toch al demissionair was.

Het kwijl gutst uit mijn mond, Rob. Wat een schitterende beschrijving van jouw terugval bij Friet van Piet.

Arthur van Amerongen

Het zou een unicum in de Nederlandse parlementaire geschiedenis zijn geweest, dat enkel en alleen maar werd verhinderd door de onverwachte mededeling van Rutte – hij nam de muiters daarmee bewust de wind uit de zeilen – dat hij uit de politiek zou stappen. 

Ik heb nieuws voor u: als het wél gelukt was – hoe kinderachtig wil men het hebben: omdat alle andere VVD’ers dan ongetwijfeld ook zouden zijn opgestapt, zou mevrouw Kaag daarmee wellicht demissionair premier zijn geworden – zou ik ‘Friet van Piet’ nog wel honderd keer hebben bezocht.

Ik eet mijn emoties altijd graag weg en ik denk niet dat ik dan nog in staat was geweest die drang te weerstaan.

Doorzetten, mijnheer Van Amerongen!

Niet opgeven!

Arthur: Het kwijl gutst uit mijn mond, Rob. Wat een schitterende beschrijving van jouw terugval bij Friet van Piet. Gelukkig kennen wij het fenomeen snackbar niet in de Algarve. Een vette bek halen kan hier wel, maar dan ga ik naar de jouw welbekende Chinees Jin Shan aan de boulevard van Olhão. Meestal betreft het dan katervreten. Vrouwmensen noemen dat troosteten, maar dan klinkt meteen weer zo slachtofferig. Als ik een resaca des doods had, haalde ik een toren met bakken voer bij de goorste Chinees in de Algarve, maar de bazin is heel aardig en heeft cup DD en dat zie je niet snel bij haar volk. 

Door mijn geheelonthouding ben ik al vijf maanden niet bij Jin Shan geweest. Jin Shan betekent overigens gouden berg. Maak daar maar Gouden Berg van Gestold Frituurvet van. 

Kwam jij bij Friet van Piet toevallig nog Huubke Bruls tegen, de beoogde lijsttrekker van het CDA? Ik zou het geweldig vinden als deze Limburgse bourgondiër het rijke roomse leven bij het zieltogende partijtje in ere gaat herstellen. Het CDA was overgenomen door de calvinistische schraalhanzen Hugo de Jonge en Wopke Hoekstra, maar met Huubke als toffelemoonse keukenmeester komt het wellicht toch nog goed. 

Wat lijkt mij het geweldig als Huubke straks tijdens de campagne strijd gaat voeren met die andere roomse smulpaap uit Limburg: Frenske. In Afrika zeggen ze: “Waar twee olifanten vechten, lijdt het gras pijn.” Ik vrees echter dat het gras dan allang is opgegeten door Huubke & Frenske. 

Ik heb mij trouwens voorgenomen om in onze rubriek niet langer te gaan vetschamen. Dat is makkelijk en laf. Huubke en Frenske zijn ook maar mensen van vlees en bloed, met al hun zwakheden. Ik wil me vanaf nu op de inhoud concentreren, en niet langer op het uiterlijk. Ik las trouwens iets over Huubke Bruls bij Omroep Gelderland. 

Ondertussen weet hij natuurlijk wel dat hij een redelijke buik heeft. “Er mogen best wel wat kilo’s af. Dat vind ik zelf ook. Ik kan mijn favoriete sport, voetbal, niet uitoefenen zoals ik zou willen. En je moet naar de toekomst kijken. Er komt een tijd wanneer je er meer last van kan gaan krijgen.” Maar waarom werkt hij er niet fanatiek aan, vraagt presentator Klaas Drupsteen zich af. “Omdat het een heel gezellig leven is wat je kan leiden. Het is ook een kwestie van zelfdiscipline, schijnbaar is die niet groot genoeg.” 

Al die kritiek op zijn buik neemt Huubke niet té persoonlijk op. “Het zegt meer over degene die de kritiek uitoefent dan over jezelf.” 

Ik eet mijn emoties altijd graag weg. Doorzetten, mijnheer Van Amerongen!

Rob Hoogland

Zo is dat, Rob. Ik ben trouwens niet magerder geworden door die vijf maanden abstinentie. Ik denk dat ik maar aan de laxeerpillen ga. 

De debuutcolumn van Boris Johnson in de Daily Mail, afgelopen juni, was een geestige advertorial voor het wondermiddel Ozempic: “Eens per week een kleine dosis vloeistof in uw buik injecteren, en voilà – u hoeft ’s nachts niet meer de koelkast te plunderen voor cheddar en chorizo, die worden weggespoeld met een halve fles wijn.”

Als we nou samen ook aan de Ozempic gaan, bolleke, worden we net als Bojo influencers en wel de oudsten van Nederland. Lekker stijf van de Ozempic naar Friet van Piet. Is dat wat! 

Met uw donatie steunt u de onafhankelijke journalistiek van HP/De Tijd. Word donateur of word lid, al vanaf €5 per maand.