Spring naar de content
bron: david rozing/anp

Het oude normaal keert weer

Een jaar geleden was er nog die droom: de pandemie was een teken dat we anders moesten leven, onze samenleving anders moesten inrichten. Maar wat is daar nu nog van over?

Gepubliceerd op: Geplaatst in de volgende categorieën: door Frans van Deijl

Vervlogen droom

Voortaan werkten we alleen nog maar thuis, zodat er tijdens de spitsuren minder files zouden ontstaan. Dat was goed voor de klimaatdoelstellingen. Kantoren kwamen leeg te staan. Het voormalige KPMG-gebouw langs de A9 bij Amstelveen werd omgebouwd tot wooncomplex. Dat was het lichtende voorbeeld. De woningnood werd er niet in één klap mee opgelost, maar het was een stevige bijdrage. We vlogen niet langer de wereld over, maar zochten vertier in eigen land, in de eigen omgeving. Zo waren er meer voordelen (mannen deden meer in het huishouden). 

Maar zie, in de zomer van 2021 lijkt de droom beetje bij beetje uiteen te spatten. Thuis wordt er nog wel gewerkt, maar het aanvankelijke enthousiasme is juist bij de werknemers tanende. Reden: men mist de collega’s, het gesprek bij de koffieautomaat, de melige kantoorhumor, maar ook willen mensen weten wat de collega’s uitspoken, of ze er eventueel de kantjes vanaf lopen. 

Gijs van Dijk
bron: anp

Een andere reden is dat thuiswerken de neiging versterkt om altijd ‘aan’ (online) te staan. Volgens het CBS werken met name thuiswerkers vaker en langer door, wat het aantal burn-outklachten in de hand werkt. Burn-out is in Nederland de belangrijkste beroepsziekte en kost jaarlijks miljarden euro’s. 

Overigens probeerde het PvdA-Kamerlid Gijs van Dijk daar onlangs iets aan te doen door een initiatiefwetsvoorstel in te dienen waarin voor thuiswerkers het recht op onbereikbaarheid wordt vastgelegd. Nu juichen wij het van harte toe als Kamerleden zelf wetsvoorstellen bedenken, en meer doen dan gemakzuchtig vloeken en tieren vanaf de kant. En begrijpen doen we het ook, want die partij van Van Dijk is hopeloos op zoek naar een eigen (sociaal)economisch idee waarmee het zich kan profileren en onderscheiden van bijvoorbeeld de VVD, die tegenwoordig ook meer van ‘de staat’ is en ‘de markt’ als concept voor een groot deel bij het grofvuil heeft gezet. 

Maar om dat recht op onbereikbaarheid nu vast te leggen in een nieuwe wet, of desnoods op te nemen in de Arbeidsomstandighedenwet, is dan weer erg overdreven. Alsof werknemers anno 2021 niet mondig genoeg zijn om tegen hun baas te zeggen dat ze mailtjes na vijf of zes uur niet meer beantwoorden. En de charme van het thuiswerken was nou juist toch dat je zelf je werktijden invult, desnoods ’s nachts als de kids slapen, en dat je zelf je rustmomenten kiest, eventueel midden op de dag? Zulks uiteraard in overeenstemming met de baas. 

Maar los van die wet van Van Dijk, de trend is ingezet en weldra zullen we massaal terugkeren naar kantoor. En in de file staan.

Bangelijkheid

Ach ja, de pandemie. Die zouden we weleens eventjes voortijdig de kop indrukken. De rest van de wereld mocht er dan mee worstelen, niet wij. Nederland gidsland, dat was een andere droom, vorige zomer. Maar algauw werd duidelijk dat we net zo goed of nog erger zaten te hannesen en te prutsen met de mondkapjes, de prikken en wat niet al. De Algemene Rekenkamer stelde bovendien vast dat de overheid de uitgave van negen miljard euro niet kon verantwoorden. Hugo de Jonge riep dat het te maken moest hebben met de hectiek rond de coronacrisis, maar de Rekenkamer oordeelde dat het niet aan de crisis lag, maar aan het ministerie van Volksgezondheid, dat al eerder niet op z’n financiële taken berekend bleek. Dat ministerie stond niet alleen. Bij de Belastingdienst was het evenzeer een bende. Hoezo Nederland, land waar je op de overheid kon vertrouwen, die voor elke uitzondering een doorgaans uitstekende regeling kende? 

Hugo de Jonge

Het is de schuld van Rutte, hoor je dan, de man immers die al zo lang het bewind voert. Die beschuldiging is te gemakkelijk. Het is eerder een mentaliteit die mettertijd wortel heeft geschoten. Ook in het landsbestuur, waarom niet? Een bangelijke mentaliteit, zou ik het willen noemen. Een crisis is allang geen kans meer, zoals de bedreiging van het water dat ooit was voor onze (voor)ouders. Een crisis wordt niet aangepakt, maar die proberen we te omzeilen door te verbieden, te heffen en te reguleren. Voor elk begin van een oplossing bedenken we een nieuw probleem. 

Veel ambtenarij is als het procedureel rondspelen van de bal zonder doelpunten, schreef CDA-prominent Hans Hillen ooit in een essay in Elsevier. “Op zoek naar zekerheden hebben we vooral toezichtregels en toezichthouders. Wie durft nog in het diepe te springen? Vrijwel elk initiatief wordt zo lang van alle kanten bekeken, dat het niet meer hoeft. Dus lijkt elk probleem alleen maar groter te worden en elke oplossing steeds verder weg. Schuldbewust kijken we naar de nieuwe generatie, die daardoor steeds minder respect voelt voor de zittende lieden.”

Functie elders

Tegen deze achtergrond zou ik Pieter Omtzigt, het bekende CDA-Kamerlid uit Enschede, niet alleen beterschap willen wensen maar hem voorts de suggestie willen doen toch echt na te denken over een functie elders. Niet meer in de Kamer, waar hij altijd het werk dan wel het gepruts van een ander moet beoordelen. Belangrijke taak, maar daar word je op den duur een heel chagrijnig mens van. 

Pieter Omtzigt
bron: anp

Omtzigt moet niet meer volgen en daarmee altijd afhankelijk zijn, maar hij moet leiden, zelf aan de knoppen zitten, maken, scheppen. Dat geeft zoveel meer energie. Uitdagingen zijn er te over: de toeslagen, maar ook de pensioenen, het klimaat, de immigratie, het onderwijs, de woningbouw en Omtzigts eigen nieuwe sociaal contract tussen burger en overheid hebben iemand nodig die niet remt, tegenhoudt, belast of verbiedt. Maar iemand die – om met Hillen te spreken – zijn hersens gebruikt, plannen maakt, een onverbeterlijke optimist is. Iemand kortom die er als een pitbull op afgaat.