Spring naar de content
bron: anp

Hasbara! Israël en de beeldvorming: wij hebben het niet geweten

Met leugens en propaganda heeft Israël voor zichzelf een morele mythologie gecreëerd, schrijft Jan Kuitenbrouwer. Alles verliep keurig volgens het boekje: de Palestijnen waren volledig akkoord met hun nieuwe status van verschoppeling. Maar de ontmaskering van die mythe is begonnen.

Gepubliceerd op: Geplaatst in de volgende categorieën: door Jan Kuitenbrouwer

Vanaf de eerste campagnes gericht op het demoniseren van de Joden tot het stelselmatig onder de mat vegen van de bewijzen: de Holocaust had nooit kunnen plaatsvinden zonder het geavanceerde propaganda-apparaat van de nazi’s. Hitler schreef het in Mein Kampf, Goebbels bracht zijn ideeën in praktijk: het publiek is in hoge mate manipuleerbaar, elke leugen kan tot werkelijkheid gemaakt worden, als zij maar groot genoeg is en vaak genoeg wordt herhaald. Zij hadden totale controle over de nieuwsmedia, lieten niets aan het toeval over en beheersten elke uiting: de vijand die Duitsland van binnenuit bedreigde was het Jodendom.

Beeldvorming kan een zaak van leven of dood zijn, van redding of ondergang. Misschien was het wel daarom dat de zionistische beweging na de stichting van de staat Israël ook fors investeerde in propaganda. Israëls belangrijkste kapitaal was internationale goodwill, dat blazoen moest per sé onbezoedeld blijven. De zionistische ideoloog Nahum Sokolow introduceerde het begrip ‘hasbara’ (Hebreeuws voor ‘uitleg’). Israël vertaalt dat tegenwoordig eufemistisch als ’publieke diplomatie’ maar in werkelijkheid is hasbara veel proactiever: het kneden van de publieke opinie over Israël.

Een simpel voorbeeld: in onze schoolboekjes stond dat de staat Israël in 1947 gesticht is op last van VN-resolutie 181. Maar die bevoegdheid heeft de VN helemaal niet. Resolutie 181 was een aanbeveling, aangenomen met 33 stemmen voor, 13 tegen en 10 onthoudingen. Door de ‘VN-mythe’ werd de Arabisch-Israëlische oorlog van 1948 geframed als Arabische terreur tegen een legitiem, vreedzaam VN-initiatief. Veel Palestijnen noemen ‘1948’ geen ‘oorlog’, voor hen is het de ‘Nakba’, de Catastrofe. Zij trokken niet ten strijde, op een kwade dag werden zij overvallen door een bezettingsleger. Zevenhonderduizend Palestijnen werden verjaagd of sloegen op de vlucht, naar schatting vijfhonderd dorpen werden vernietigd.

Een ander mooi stukje hasbara uit die tijd, enthousiast verspreid door de wereldpers: Israël had ‘de meest morele krijgsmacht ter wereld’, gebaseerd op ‘tohar haneshek’: zolang wapens uitsluitend defensief gebruikt worden, blijven zij ‘zuiver’. Intussen maakten zionistische brigades zich schuldig aan talrijke oorlogsmisdaden, massamoord en etnische zuivering. De wereld vernam er vrijwel niets over, de beeldvorming was geheel in pro-Israëlische handen. Na de onmetelijke gruwel van de Tweede Wereldoorlog werd hier, in de woestijn, uit het niets, een nieuw begin gemaakt, een veilig thuis voor een gegeseld volk, een heilstaat van vrede, liefde en harmonie. Sinaasappels uit het zand!

Feiten die niet strookten met dit morele ideaalbeeld hadden in Israël geen bestaansrecht. David Ben Goerion instrueerde historici hoogstpersoonlijk hoe de geschiedenis van Israël diende te worden geschreven: de geringste wanklank was verboden. Alle Palestijnen waren akkoord met hun nieuwe status van verschoppeling. Toen in 1988 de archieven over ‘1948’ geopend moesten worden stelde de regering Shamir rigoureuze beperkingen. Hasbara: géén informatie over burgerslachtoffers, executies, verkrachtingen, vernielingen, gedwongen verhuizing, mishandeling, enzovoorts, enzovoorts. Alles verliep geheel volgens het Geneefse boekje.

Het joodse volk is het slachtoffer van de grootse misdaad aller tijden, wie dat in twijfel trekt is strafbaar, en terecht, maar dat de staat die zij voor zichzelf stichtten in alle opzichten nobel en rechtschapen is, is een fictie waarmee veel wordt toegedekt dat wij in andere gevallen  niet tolereren.

David Ben Goerion instrueerde historici hoogstpersoonlijk hoe de geschiedenis van Israël diende te worden geschreven: de geringste wanklank was verboden.

Een meer recent staaltje hasbara is de herdefinitie van wat antisemitisme is. Vooral critici van Israël worden tegenwoordig voor antisemiet uitgemaakt. De BDS-beweging, die Israël via economische pressie wil dwingen tot concessies aan de Palestijnen, is bijvoorbeeld ‘antisemitisch en gelieerd aan terrorisme’. Zoals de in 2014 overleden holocaustoverlever Hajo Meyer al zei: ‘Vroeger was een antisemiet iemand die niet van joden hield; nu is het iemand waar de joden niet van houden.’

In 2022 maakte de Israëlische filmer Alon Schwarz de fascinerende documentaire ‘Tantura’, een reconstructie van de massamoord in het Palestijnse vissersplaatsje Tantura, tijdens de oorlog van 1948. Een Zionistische brigade viel binnen, maakte het dorp met de grond gelijk, vermoordde – schattingen variëren – veertig tot tweehonderd ongewapende mannen en gooide ze in een massagraf. Er zijn meer van zulke excessen geweest, een ander gedocumenteerd voorbeeld is de slachting van Deir Yassin. De tragedie in Tantura werd onderzocht door Theodor Katz, die Israëlische en Palestijnse betrokkenen interviewde en er in 1998 een proefschrift over schreef. De Universiteit van Haifa verbood publicatie, Katz werd persona non grata verklaard, voor de rechter gesleept en veroordeeld wegens laster. Als ruim negentigjarige, gekluisterd aan een scootmobiel, vertelt hij het hele verhaal nog eens. We luisteren mee naar zijn oorspronkelijke opnamen en een aantal van de ondervraagden komen opnieuw aan het woord. Het is volkomen duidelijk: hier heeft een gruwelijke oorlogsmisdaad plaatsgehad. Ook de rechter die Katz veroordeelde blikt terug. Zij kreeg opdracht hem schuldig te verklaren en gehoorzaamde, zonder ook maar iets van zijn materiaal te hebben bestudeerd. In de film luistert zij alsnog naar de tapes en reageert geschokt. ‘Als ik dít had geweten…’

Dankzij het werk van waarheidsvinders als Teddy Katz en Alon Schwarz wordt Israëls morele mythologie stukje bij beetje ontmanteld. Inderdaad: als wij dít hadden geweten. Hoe had het Midden-Oosten er dan nu uitgezien? Maar we hébben het niet geweten, en, laten we eerlijk zijn, wij wílden het ook niet weten.

Met uw donatie steunt u de onafhankelijke journalistiek van HP/De Tijd. Word donateur of word lid, al vanaf €5 per maand.