Spring naar de content

Grof geweld uit Amerika

Europa is niet zo dol op auto’s uit de Verenigde Staten. Toch gaat Ford het weer proberen op de Europese markt met de Explorer Plug-in Hybrid. Een echt Amerikaans bakbeest.

Gepubliceerd op: Geplaatst in de volgende categorieën: door Jo Simons

U heeft groot gelijk als u niets meer wilt horen over de man wiens naam wij niet meer willen horen, die in een tijd waar we niet meer aan herinnerd willen worden, tekeerging tegen de onbalans in de verkoopcijfers tussen de VS en Europa. Wat we niet graag wilden horen, maar wat wel klopte. 

Auto’s vormen ongeveer tien procent van de totale handel tussen de VS en de EU. Volgens de vereniging van Europese autoproducenten ACEA exporteerde Europa in 2017 vijf keer zo veel auto’s naar de VS als andersom. De EU verkocht 1,15 miljoen personenauto’s aan de VS, goed voor 37,4 miljard euro. Op hun beurt verkochten de VS 234.065 auto’s aan de EU, ter waarde van 6,2 miljard euro.

De huidige bewoner van het Witte Huis noemde met name Mercedes en BMW als grote boosdoeners, de verkoopkanonnen, aan de andere kant van de oceaan een toonbeeld van goede smaak voor elke geslaagde zakenman, kunstenaar, rapper of sportman.

De Ford Explorer Plug-in Hybrid is heel groot, stug geveerd, grof in alles en beresterk

Europa’s grootste autobouwer Duitsland verkocht in 2017 voor 17,3 miljard euro BMW’s, Audi’s, Volkswagens en Mercedes-sen aan de Amerikanen. De VS kwamen niet verder dan 5 miljard euro in Duitsland. Europa’s autobouwer nummer twee, het Verenigd Koninkrijk, voerde voor 7,5 miljard euro uit en voerde voor 1,6 miljard euro in. Dit is op zichzelf al een curieus cijfer en een studie waard, want er bestaat geen heus Engels automerk meer, dus we spreken over goedkoop geassembleerde merken van niet-Engelse origine. 

En de derde autobouwer, Italië, exporteerde voor 4,3 miljard euro naar de VS, waarvan het grootste deel bij Fiat in elkaar geschroefde Jeeps en nog wat 500jes. De VS verkochten voor slechts 166 miljoen euro aan de Italianen. Dat zullen dan een handvol Chryslers en wat grotere Jeeps zijn, die inmiddels onder de vlag van Fiat varen en die het in Italië wonderwel goed doen, omdat de kleine Jeepjes die ze zelf maken ook redelijk populair zijn. De onbalans wordt al wat minder als je erbij betrekt dat veel van de Europeanen in de VS worden gebouwd. 

Die fabrieken in de VS waar Europese auto’s worden gebouwd, produceerden vorig jaar 2,9 miljoen auto’s, waarvan zestig procent werd verkocht aan het buitenland, onder meer terug aan de EU. 

Ze leveren heel veel banen op. Dus hoe hard het oranje wezen ook roept dat wij geen Amerikanen lusten omdat er tien procent invoerbelasting op zit, een echte totale tarievenoorlog heeft hij toe nu toe niet durven voeren. Banen zijn banen.

Maar we moeten gewoon geen Amerikanen, ook al zijn ze bij tijd en wijle lekker goedkoop door een gunstige stand van de dollar. Ze waren nog leuk in de jaren vijftig, toen iedereen er zijn eigen Doris Day of Elvis Presley mee kon zijn, toen er af en toe een auto tussen Amsterdam en Utrecht reed en bermtoerisme nog een zondags uitje was. Ze waren toen al onhandig, maar ook wel weer lekker patserig groot. Maar met het huidige verkeer en onze Europese wegen is het geen doen meer, ook al zijn ze behoorlijk afgeslankt. 

We moeten gewoon geen Amerikanen, ook al zijn ze soms lekker goedkoop door een gunstige stand van de dollar

De meeste Amerikaanse fabrikanten nemen niet eens meer de moeite om te proberen hun waar op de Europese markt te zetten. De Chrysler Voyager verkocht nog lekker, en de pick-ups van Dodge, Ford en Chevrolet vinden hier en daar nog hun weg naar een succesvolle loodgieter. 

Af en toe lijkt een Amerikaans merk te denken: kom we doen eens gek, en begint met de verkoop in Europa en ons land. Cadillac heeft het een tijd vergeefs geprobeerd met een paar modellen, verder zijn Amerikanen alleen via een onduidelijke parallelmarkt te krijgen.

Maar we hebben er weer een: Ford komt naar ons land met de Explorer Plug-in Hybrid, een meer dan vijf meter lange vierwielaangedreven SUV, een soort pick-up maar dan een stationcar met een stekker, een elektromotor en een zescilinder benzineaandrijving. 

Zonder stekker is-ie in de VS al decennialang een klassieker. Een manusje van alles. Taxi, grote gezinsauto en geblindeerd als een opvallende secret service-bak. Acht cilinders ongepolijst geweld horen erin te zitten van een litertje of vijf/zes, maar de plug-in hybrid electric vehicle (PHEV) heeft een 3,0-liter V6 EcoBoost-motor met 350 pk met een 100 pk sterke elektromotor. Het lithiumion-accupakket heeft een capaciteit van 13,1 kWh. Het geheel is goed voor een gecombineerd vermogen van 457 pk, waarbij op pure elektriciteit 40 kilometer kan worden afgelegd. Ford geeft een fabrieksverbruik voor de 2466 kg wegende SUV van 2,9 liter op kilometer op (1 op 34,5) en een CO2-uitstoot van niet hoger dan 66 g/km. Hoe je zoiets zelf klaar moet spelen mag de duvel weten, maar het staat zwart-op-wit.

Wat betreft uitrusting is er niets te kiezen, want alles zit erop en eraan. Of nee, je kunt een kleurtje kiezen, maar dat kost extra boven op de prijs van een kleine 80 mille. 

En hoe het rijdt? Hij is groot, heel groot, stug geveerd, grof in alles en beresterk. Een Amerikaan. Als je ziet wat je krijgt voor je geld en wat hij verbruikt als je ermee rijdt als mijn tante en als je verder niet zo hecht aan Europese smaak en feeling…