Spring naar de content
bron: privéarchief jan cremer

Barbaar op Ibiza: Jan Cremers vormende reis

Barbaar op Ibiza is, in tegenstelling tot de titel doet vermoeden, geen onbehouwen verslag van een jeugdige schilderstrip vol seks, drugs en rock-’n-roll, maar juist een rijk geïllustreerd boekwerk met nooit eerder vertoond fotomateriaal uit de privécollectie van Jan Cremer over de vormende en avontuurlijke jaren van de schilder en schrijver, in opmaat naar Ik Jan Cremer. Hoewel hij totaal berooid en geheel bij toeval in 1960 op het eiland van Melk en Honing arriveerde, werd hier het manuscript van zijn onverbiddelijke bestseller voltooid. Een selectie van de markantste foto’s uit Cremers nieuwste boek.

Gepubliceerd op: Geplaatst in de volgende categorieën: door Jan Cremer
Deze afbeelding heeft een leeg alt-attribuut; de bestandsnaam is dt728x90f.jpg

Als de wegenwachter op 27 maart 1961 wat behulpzamer en sneller was geweest, dan was ik waarschijnlijk nooit op Ibiza terechtgekomen. Mijn maat en ik hadden gemonsterd op de Willem Ruys en waren op de monsterrol geplaatst voor een reis van zes tot acht maanden richting Indië en Australië. Met een tussenplaatsing in Port Said. Mijn maat in de keuken of de wasserij, ik aan dek. De dag van de afvaart vertrokken wij in alle vroegte vanuit Amsterdam richting Rotterdam, maar ergens in de buurt van Delft vloog de ketting van mijn Harley-Davidson af. Het lukte mij niet om de panne te verhelpen, dus wachtten wij op de Wegenwacht. 

Daar kwam de gele motor al aangereden met de wegenwachter, die plichtsgetrouw salueerde. De monteur kon de motor met een eenvoudige reparatie weer aan de praat krijgen, maar wij waren geen lid van de ANWB. Tergend langzaam schreef hij de formulieren uit, keek mijn rijbewijs uitvoerig na en slenterde moeizaam steeds weer terug naar zijn zijspan om andere formulieren te halen. Schrijven bleek niet zijn sterkste kant en ook de reparatie uitvoeren duurde langer dan gepland. Tot overmaat van ramp hield hij ook nog andere wegenwachters die langs scheurden aan om een praatje te maken. Hem tot spoed manen vertraagde de voortgang, met hem de strot dichtknijpen bereikte je alleen maar het negatieve. 

Uiteindelijk kwamen wij veel te laat in Rotterdam aan en waren onze plaatsen reeds vergeven. Daar stonden wij op de kade, stuurloos aan de wal. Terug in Amsterdam besloten wij nog diezelfde avond in de Lucky Star om dan maar door te gaan naar Noord-Afrika. Dan hoefden we onze plunjezakken niet meer uit te pakken en viel onze aanwezigheid in Amsterdam ook niet op. In alle vroegte vertrokken wij de volgende ochtend. Was onze zeereis wel doorgegaan, waren we een jaar later weer teruggekeerd met geheel andere plannen, dan had ik nooit een stap op Ibiza gezet.

Boeken en winterkleren gaven we weg. Welke idioot nam er nu winterkleren mee naar de tropen? Bovendien zouden we weleens eventjes met een collectie kleren terugkomen. In die warme landen is het kleermaken nog erg goedkoop door de lage arbeidslonen. 

We gaven alles weg en stopten alleen het hoognodige in een plunjezak. Tranen van onze meisjes, warme gemeende of niet gemeende handdrukken van vrienden en kennissen, weemoedig geklop op de schouders. We troostten onze dierbaren door plechtig te beloven regelmatig kaarten te sturen. Voor brieven zouden we wel geen tijd hebben met al dat ‘werk aan boord’. 

We hadden zelfs al uitgerekend wat we konden verdienen met smokkel en het meebrengen van souvenirs naar Holland. Pikzalfjes, Spaanse vlieg, neukringen, vieze foto’s, enzovoorts. Daar zat een gouden handel in. Ik beloofde mijn moeder ’n gehaakt tafelkleedje uit Venezuela en batikgordijnen uit Indonesië mee te nemen en voor Katrijn een aapje. Een echte Borneose slingeraap. We hadden besloten de motor maar aan te houden, dat was altijd makkelijk als we eens terugkwamen. Die lieten we gewoon op de kade staan. Als-ie gejat werd, laat maar zitten. 

Met weemoed, een lichte jaloezie achterlatend bij vele vrienden, vertrokken we die ochtend met zeer weinig bagage naar Rotterdam. Ik trap de kickstarter aan, word met de terugstoot in het zadel gelanceerd, hak ’m in z’n één, geef een dot gas en we zijn op weg. Vlak buiten Amsterdam liep de ketting eraf. Vier Wegenwachten moesten eraan te pas komen. Ik moest lid worden van de Wegenwacht. De motor eindelijk gerepareerd kwamen wij ons twee uur te laat aanmelden bij Poort A. Het schip stond onder hoge stoom om te vertrekken. Wij meldden ons met zwarte handen, verwarde haren en olievlekken op de kleren bij de portier.

Jan Cremer, juni 2020

Met Wodka, Calle del Retiro, Ibiza-stad, juli 1961
Met Barry Niekamp en Albèrt Soons, Los Molinos, Ibiza 1961
Terras Domino Bar. met Hans Sleutelaar, Hans Verhagen, Susanne Lecointre, Jan Cremer, Nozem en geheel links Bouke Jagt, Ibiza-stad, 1962
De dagelijkse ronde met de muilezel bij de waterpomp, Sort den Luc, Ibiza 1962
bron: privéarchief jan cremer
Hengsten op het strand
Met Simon Vinkenoog voor het schilderij Noche Azul, Galería Vedrá, Ibiza 1962
Met Conny Travenier, San Miguel, Ibiza 1962
Finca Sort den Luc, San Jesus, Ibiza 1962

Word lid van HP/De Tijd