Spring naar de content
bron: Huub Liebrand

Elsbeth Etty: ‘De travestie van Maarten was het meest opzienbarend’

Een echte biografie zag Maarten ’t Hart niet zitten, toen Elsbeth Etty (Hulshorst, 1951) met het verzoek kwam. Met een knipoog naar Multatuli’s Minnebrieven werd het uiteindelijk een empathisch portret, waarvoor ze diens gehele oeuvre las.

Gepubliceerd op: Geplaatst in de volgende categorieën: door Layla Deibert

Zeg, waar gaat dat boek van u eigenlijk over?
“Het boek is gebaseerd op een grondige herlezing van Maartens complete oeuvre. Naar aanleiding van dat oeuvre heb ik hem mondelinge en schriftelijke vragen gesteld en zijn werk voor een deel geanalyseerd op basis van zijn antwoorden.”

Eigenlijk is het boek een knipoog naar Multatuli’s Minnebrieven.

Het boek bestaat niet alleen uit briefwisselingen, u bent ook een paar keer met hem op pad geweest.
“Ja, de titel is in zekere zin misleidend. In de verantwoording leg ik uit dat het dus geen brieven zijn, het boek is gebaseerd op gesprekken en e-mailwisseling. Eigenlijk is het boek een knipoog naar Minnebrieven, de titel van Multatuli’s tweede boek.”
“In de loop der jaren ben ik, ook voor dit boek, een aantal keren bij Maarten geweest in Warmond. We zijn ook samen naar Maassluis geweest, waar hij geboren en getogen is. De meeste van zijn boeken spelen zich daar af, we zijn er ook geweest om langs de lieux de mémoires te lopen.”

U noemt het een empathisch portret van Maarten ’t Hart, bent u zelf ook zo empathisch?
“Bedoelt u empathisch tegenover hem? Nou, ik wil ermee zeggen dat het geen klassieke biografie is. In een biografie hoor je ook kritisch te zijn, dat ben ik ook wel, maar het boek is toch voornamelijk een ode aan zijn werk.
“Maarten reageerde in eerste instantie erg terughoudend op mijn verzoek, hij vond het heus wel leuk om heel vaak met mij te kletsen, maar voor een biografie voelde hij niet zoveel. En toen zei ik: moet je horen, ik hou eigenlijk helemaal niet van biografieën van mensen die nog leven. Een leven is dan nog niet afgerond, en bovendien eist een biografie een veel diepgaander studie.”

Waarom vond u het belangrijk om het leven en werk van Maarten ’t Hart nu te beschrijven?
“Het was niet zozeer dat het nu per se moest, maar het was wel een mooie aanleiding omdat hij 25 november 75 werd, ik had dit boek ook willen schrijven als er geen mijlpaal te vieren was. Ik houd er heel erg van om hele oeuvres te lezen, zeker bij schrijvers die zo’n groot oeuvre hebben (Maarten ’t Hart schreef 76 boeken – LD). Je kunt die boeken dan met elkaar verbinden en thema’s ontdekken, dat was bij Maarten zo interessant omdat het dé thema’s zijn die zijn leven bepalen.”

Ik heb wel ontdekt hoe serieus zijn verlangen om zich als vrouw te manifesteren voor hem was.

Welk thema sprong er voor u uit?
“Het meest opzienbarende vond ik die travestie van hem, die wordt heel vaak als provocatie of geintje opgevat door een heleboel mensen. Ik heb wel ontdekt hoe serieus zijn verlangen om zich als vrouw te manifesteren voor hem was, obsessief en zelfs verslavend, en hoe bewonderenswaardig hij daarmee om is gegaan. Hij was er voortdurend in verschillende vormen open over – in ieder geval naar zichzelf – door erover te schrijven. Dat deed hij vaak in verhullende, maar ook in directe vorm. Daar was hij een voorloper in. Hij heeft toch ook wel erg geworsteld met het idee van transseksualiteit, operaties enzovoort – dat heeft hij uiteindelijk niet gedaan. Maar het speelde al vroeg in de jaren zeventig, nu is het nauwelijks meer een taboe, toen dus wel. Ik vind dat hij daarmee baanbrekend werk heeft verricht.”

U stelt in uw boek dat Maartens antwoorden niet per se eerlijke zijn, maar dat iemand zich door middel van leugens ook blootgeeft. Welke leugen is typerend?
“Ja dat is een beetje moeilijk te zeggen, want ik wil hem absoluut niet afschilderen als leugenaar. Maarten heeft in interviews gezegd, en zelf regelmatig geschreven, dat hij liegt in interviews. En ik denk dat we dat in zekere zin allemaal doen. Je probeert een verhaal te maken over je eigen leven, de minpunten probeer je te verdoezelen of te verdraaien en de hoogtepunten maak je misschien nog mooier. Ik denk dat dat een menselijk trekje is.

“In de mythe die mensen van hun leven maken keren vaak thema’s en verhalen terug die niet helemaal stroken met de werkelijkheid. Soms creëren schrijvers een ideaalbeeld van zichzelf. Hun wensdromen verraden wie ze hadden wíllen zijn. Ze verschuilen zich achter een mythe om hun leven betekenis te geven.”

Hoe zou u uw band met Maarten ’t Hart omschrijven?
“Zijn werk heb ik vanaf het begin af aan gevolgd, ik ben een echte liefhebber. Als journalist heb ik hem een aantal keer geïnterviewd, ik bleef toen altijd kritisch, maar ik vond hem wel heel ontwapenend en sympathiek. Maarten is geen intieme vriend. Ik ken hem al wel heel lang, maar meer in professionele zin. Het is niet dat ik op zijn verjaardagen kom, mocht hij die vieren.”

Wat is de mooiste zin uit uw boek?
“Oh. Jeetje, daar heb ik nog niet over nagedacht geloof ik.”

Staan er ook slechte zinnen in uw boek?
“Ik hoop dat als er slechte zinnen in gestaan zouden hebben, ik ze er wel uitgehaald heb. Ik vind het niet mooi om slechte zinnen te schrijven, dat is niet mijn bedoeling.”

Hoeveel verdient u hier nou mee?
“Ik heb geen flauw benul. Voordat ik er aan begon kreeg ik een voorschot van de uitgever van drieduizend euro, maar hoeveel ik ermee verdien weet ik echt niet.”

Wie zijn uw favoriete Nederlandse schrijvers?
“Dat komt wel een beetje overeen met de smaak van Maarten ’t Hart. Om te beginnen Multatuli, Couperus, Vestdijk en Bordewijk. Van de hedendaagse schrijvers in ieder geval Arnon Grunberg en Adri van der Heijden. Ik heb net een schitterend boek gelezen van Jamal Ouariachi, daar ben ik vanaf het begin ook groot fan van geweest, en niet te vergeten Nicolien Mizee, die vind ik echt geweldig.”

Welke schrijvers schaart u tot uw vrienden?
“Ik heb eigenlijk geen schrijversvrienden. Nee, ik heb er ook altijd wel voor gewaakt als recensent om niet bevriend te raken met schrijvers, zo kon ik kritisch blijven. Ik hou er ook helemaal niet van als vrienden elkaars boeken recenseren.”

Tot slot: Op het huis van welke schrijver zou u weleens een precisiebombardement willen uitvoeren?
“Op het huis van geen enkele schrijver. Ik ben tegen geweld, en zéker als het om boeken gaat. Ik ben echt tegen boekverbrandingen, en in huizen van schrijvers staan veel boeken. Nee, ik zou op niemand never nooit een bombardement, of wat dan ook, willen uitvoeren.”

Minnebrieven aan Maarten wordt uitgegeven door Uitgeverij De Arbeiderspers en ligt nu in de winkel.