Spring naar de content

Omroepoorlog: hoe het grote geld Hilversum ontwricht

Onlangs stapte Eva Jinek over naar RTL 4. Zal spoedig al het presentatietalent van de publieke omroep overlopen naar de commerciëlen, op jacht naar het grote geld? Zullen de miljoenen van Netflix en John de Mol de NPO uithollen? Of maakt het allemaal niets uit en zijn we getuige van het einde van tv als creatief fenomeen? ‘De NPO is een soort Ajax, waar de jeugdopleiding dik in orde is.’

Gepubliceerd op: Geplaatst in de volgende categorieën: door Hans van Willigenburg

Geld, geld, geld. Dachten we misschien dat de invloed van geld niet nog groter kon en we in de huidige hoogconjunctuur weer meer oog krijgen voor andere waarden, in tv-land dreigt het achter de schermen meer dan ooit over geld te gaan. Aanjager van de Gooise miljoenendans is miljardair en mediaondernemer John de Mol, die er zijn zinnen op heeft gezet in Nederland een nieuw, groot, niet te missen mediaconglomeraat te bouwen, waarvan SBS de drukbezochte etalage moet gaan worden. In eerste instantie dacht John de Mol nog dat hij het met zijn gouden ideetjes en neus voor-wat-de-massa-wil-zien zou redden. Na een lange reeks miskleunen, waarvan het mislukte roddelprogramma 6 Inside een van de prominentste was, pruimde hij zijn eigen kijkcijfers kennelijk niet meer en greep hij naar zijn grootste (en diepste) wapen: een hangar vol euro’s. Het begon met de redelijk onschuldige en budgettair eenvoudig te behappen transfer van de oergezellige weerman Piet Paulusma, terug naar SBS. Maar daarna volgden erkende kijkcijferkanonnen als Gordon, Wendy van Dijk, Natasja Froger, zus Linda en zoon Johnny. Maar het botweg inkopen van marktaandeel blijft niet beperkt tot personen. Het terughalen van zijn eigen succesvolle format The Voice maakt duidelijk dat John de Mol bij hoge nood bereid is ook voor kant-en-klare formules zijn portemonnee te trekken. Want John is er de man niet naar een millimeter op te schuiven richting geraniums, ook al zijn het in zijn geval goudgerande geraniums: die poging van hem een Nederlands mediaconglomeraat uit de grond te stampen móet en zal slagen, is het niet linksom, dan maar rechtsom. 

De parallel met een rijke voetbalclub die wegens gebrek aan resultaat met een zak geld aan sterspelers gaat trekken, dringt zich op. En de club die zijn coryfeeën een voor een ziet overstappen om met een uitgekleed elftal over te blijven, heet RTL. Niet voor niets liet John de Mol een zwaar symbolisch promofilmpje maken waarin bovengenoemde sterren hun spullen op een verhuiswagen laden, om vervolgens één pand verderop weer uit te pakken. De boodschap is ondubbelzinnig: lieve kijkers, verhuis met de sterren mee ‘van 4 naar 6’, ofwel van RTL 4 naar SBS6. 

Nu kun je als enigszins volwassen tv-kijker natuurlijk je schouders ophalen over de kwestie onder welke toets al die tv-sterren met hun inwisselbare talentenjachten, quizzen en spelshows te vinden zijn, maar met de transfer van Eva Jinek, die bij RTL van de balkenendenorm in één keer doorgroeit naar een jaarsalaris van boven het miljoen, begint men zich bij de NPO serieus achter de oren te krabben. Welke NPO-prominent zal Jinek volgen richting het grote geld? Volgens Johan Derksen is de kans levensgroot dat die persoon Matthijs van Nieuwkerk wordt, in wiens verminderde enthousiasme achter de DWDD-tafel hij het einde van het dienstverband met de NPO meent af te kunnen lezen: “Als je het mij vraagt, is dit zijn laatste seizoen. Ook voor Matthijs lonkt het grote geld.” Intussen is volgens het AD nog onduidelijk of Jeroen Pauw volgend seizoen terugkeert op de late avond.

De vergelijking met de transfermarkt in het topvoetbal is volgens de tv-recensent van de NRC, Arjen Fortuin, een hele logische: “Dat RTL zijn tanden in Eva Jinek heeft gezet, is omdat ze geld over hadden. Het bedrag dat ze niet meer aan Wendy en Linda hoefden te betalen, kwam vrij. En van een deel daarvan hebben ze Jinek nu aangetrokken. Zoals een voetbalclub met een spits doelpunten hoopt te kopen, zo hoopt RTL met Eva Jinek goeie kijkcijfers in de late avond binnen te halen.” 

Ook om een andere reden is er een parallel tussen de tv-wereld en het topvoetbal: het gepraat erover heeft de neiging steeds lichter te worden. “Met de Humberto-revolutie bij RTL Late Night is de talkshow zich in een andere kant gaan bewegen, de luchtige kant op, weg van de serieuze grondtoon van Pauw & Witteman,” meent Fortuin. “Talkshows moeten nu toch vooral gezellig zijn. Ik herinner me dat Jeroen Pauw een keer zijn seizoen opende met het opentrekken van een zak chips. Dat was voor mij een teken dat ook hij zijn programma niet al te zwaar wil maken.” 

Hoewel Fortuin talkshows inhoudelijk dus lang niet altijd interessant vindt, erkent hij dat het gegeven dat een talkshow ‘live’ is, vatbaar dus voor onvermoede wendingen en ongeplande botsingen, hem als recensent noopt er altijd naar te kijken: “Als het, zoals bij mij, je werk is de volgende dag een stukje over tv in de krant te schrijven, zijn Jinek en Pauw programma’s die je niet graag mist. Al kan ik vooraf aan de gastenlijst vaak zien of ik er wel of niet een paar alinea’s voor moet vrijhouden. Wanneer ik zie dat Jort Kelder erin zit plus een of andere artiest, weet ik: dat wordt nauwelijks kopij.” 

Ook Maaike Bos, tv-criticus bij Trouw en bekend van de rubriek Bas & Bos kijken tv, komt spontaan met de voetbalvergelijking: “John de Mol moet je zien als een soort Manchester City. Met zijn productiemaatschappij Talpa kan hij bewezen talent kopen. Maar als die talenten niet onmiddellijk doen waarvoor ze zijn ingehuurd, namelijk scoren, kan het snel bergafwaarts gaan. Neem Jan Versteegh. Bij BNNVARA zit zo’n jongen in een broedplaats. Krijgt hij volop kansen te leren, te ontdekken. Maar als je dan voor een zak geld naar SBS gaat en je eerste programma wordt een miskleun, zoals bij hem gebeurde met 6 Inside, moet je maar weer zien op te krabbelen.” 

Een inmiddels illustere gesneuvelde bij de overstap naar het grote geld is natuurlijk Twan Huys, die in zijn NPO-periode hele zwermen van redacteuren, stagiaires en overige hulpjes achter zich had staan om zelf te kunnen excelleren, maar in de late avond bij RTL als een soort alleen gelaten ijskast een onsamenhangend programma aan elkaar probeerde te kitten, met ellenlange reclameblokken in de rol van ultieme spelbrekers. Als één man de keerzijde van een spectaculaire transfer naar een commerciële zender belichaamt, is het Huys wel. 

Toch is er een buitencategorie van tv-persoonlijkheden die overal scoren, ongeacht wat ze doen, wanneer ze geprogrammeerd staan en op welke zender ze verschijnen. Volgens Renate van der Bas, de andere helft van ‘Bas & Bos kijken tv’, behoort Linda de Mol tot die zeldzame elite. “Laatst zat Linda in dat NPO-programma over portretschilderen, Sterren op het doek. En meteen schoten de kijkcijfers van die show omhoog.” 

In theorie zou je als kapitaalkrachtige zender alle Linda de Mols, alle instant kijkcijferkanonnen dus, kunnen opkopen en zo een altijd scorende zender kunnen bouwen. Maar dan, opnieuw, blijkt de parallel met het voetbal verrassend accuraat, want de werkelijkheid in tv-land is – gelukkig maar – weerbarstiger dan de kale cijfertjes. Evenmin als elf topvoetballers een garantie zijn voor het winnen van de Champions League is het zeker dat de steenrijke John de Mol met zijn onbeperkte budgetten straks de concurrentie achter zich laat. 

Ook voor Matthijs lonkt het grote geld. Als je het mij vraagt, is dit zijn laatste seizoen.

Johan Derksen

Voormalig journalist en mediaondernemer Ruud Hendriks, thans werkzaam in de start-upscene, roept nog maar eens in herinnering dat ‘John’ – wiens voornaam in het mediawereldje volstaat – weliswaar bewezen heeft programma’s te kunnen produceren die wereldwijde hits zijn, maar dat een zender bouwen een heel andere discipline is, die meer geduld vraagt. Oftewel, je kunt heel goed zijn in wedstrijden winnen, maar ben je ook goed in het bouwen van een elftal dat solide in elkaar zit en aan het einde van het seizoen de meeste punten heeft? “Het voordeel voor John is dat hij binnen het Nederlandse medialandschap veruit de meeste financiële ruimte heeft om fouten te maken. Maar reken maar dat het ook voor hem even wennen was toen een programma als 6 Inside flopte en iedereen meteen naar hem wees als degene die faalde. Als je producent én zenderbaas tegelijk bent, is er niemand anders meer op wie je zo’n mislukking kunt afschuiven. Dan ben jij verantwoordelijk.” En aangezien John niet van mislukkingen houdt, is het niet vreemd dat hij drastische, behoorlijk fantasieloze maatregelen heeft getroffen: sterren kopen. 

Maar hoe druk NPO, RTL en SBS ook zijn met het verschuiven van tv-sterren, het vernieuwen van formats of het vervangen van matig scorende programma’s, is het echte nieuws niet dat het er allemaal steeds minder toe doet? Dat we aan het kijken zijn naar schermutselingen die alleen voor vijftigplussers nog interessant zijn? En dat al die Nederlandse tv-hoofden vanuit het perspectief van de wereldwijde markt voor streaming on demand, zoals Netflix dat geïntroduceerd heeft, een soort irrelevante werkmieren zijn, die een piepklein deel van het kijkerspubliek bedienen? “In Nederland gaat lineaire televisie per jaar zo’n vier procent terug in marktaandeel,” weet Hendriks. “De noodzaak om naar iets te kijken terwijl het wordt uitgezonden, neemt gestaag af. En zeker bij de jeugd gaat het hard.” 

Om voor de buitenwereld toch nog een enigszins rooskleurig beeld te schetsen over de eigen relevantie presenteren omroepen tegenwoordig niet alleen de ouderwetse kijkcijfers (degenen die ‘realtime’ keken), maar ook de aantallen die uitgesteld een programma hebben geconsumeerd. “Logisch,” glimlacht Hendriks. “Waar je kunt, krik je cijfers op.” Toch wil hij waken voor het schrikbeeld dat de Nederlandse tv-markt gedoemd zou zijn overspoeld te worden door het internationale geweld van Netflix, Disney en andere miljardenspelers. En dat we in Nederland maar een beetje zitten te suffen. “Met NPO Start heeft de publieke omroep een uitstekende app in de markt gezet. Daar kun je een puntje aan zuigen. Het belang van streaming on demand is bij de NPO dus tijdig onderkend. En men heeft ernaar gehandeld. Hetzelfde geldt voor RTL en de ontwikkeling van Videoland.”

Oké, de behoefte aan nationale iconen, sentimenten, dramaseries en sportwedstrijden mag dan nog wel even op peil blijven en de Netflixen van deze wereld tegen onze culturele dijken doen opbotsen, maar dat betekent niet dat de Nederlandse televisie ontsnapt aan creatieve armoede. Wat zegt het dat een uitgekauwd spelletje als Lingo uit de mottenballen wordt gehaald? En dat John de Mol terugvalt op beproefde gezichten en formats, die niets anders beloven dan meer van hetzelfde? “Ik heb gekscherend geschreven dat De Mol waarschijnlijk een oude Avrobode onder zijn bed heeft gevonden.” 

Ook Renate van der Bas is de oubolligheid van de SBS-programmering opgevallen: “De Mol valt terug op oude successen.” Het ondersteunt de veelgehoorde stelling dat televisie als creatief fenomeen over het hoogtepunt heen is. En dat we naar herhalingen van herhalingen van herhalingen kijken, of parodieën op parodieën op parodieën. Het is in dit verband veelzeggend dat virtual reality (VR) en augmented reality (AR), die een paar jaar terug als vernieuwend en veelbelovend werden aangekondigd, nauwelijks nog een plekje hebben gevonden in mainstream tv-programma’s. “Het is wel geprobeerd,” zegt Van der Bas. “Zo’n show als DanceSing werd dankzij de gebruikte VR-technieken vooraf als enorm spannend en vernieuwend gepresenteerd, maar uiteindelijk bleek het publiek er niet echt opgewonden van te raken. Het voegde weinig toe.”

Hendriks beaamt dat VR en AR lang niet zo snel doorbreken als tot voor kort werd gedacht. De reden is volgens hem nogal simpel: “In de content-business draait het uiteindelijk om het pakkend vertellen van een verhaal. Het creëren van een spanningsboog. Kennelijk zijn bedrijven die met VR en AR bezig zijn er nog niet in geslaagd om goede verhalen te vertellen.”

Als we ons tot slot, ter wille van de overzichtelijkheid, beperken tot dat lapje Nederlands tv-landschap en de toekomst van de NPO, dan is vooral Maaike Bos daar niet somber over. Zij denkt dat het bastion publieke omroep stevig genoeg is om de honger van het grote geld te weerstaan, zolang de overheid dat bastion tenminste op waarde weet te schatten en erin blijft investeren. “De NPO levert al jaren gestaag jonge mediatalenten af. Waarom zou dat ineens ophouden? Je ziet het: als Jinek naar RTL vertrekt, of – zoals vorig jaar – met zwangerschapsverlof gaat, staan er in principe alweer vervangers klaar.”

Opnieuw gaat de voetbalvergelijking op: de NPO is een soort Ajax, waar de jeugdopleiding dik in orde is en waar in elke nieuwe generatie talenten opstaan. Zo verraste Nadia Moussaid vriend en vijand door de zwangere Eva vrijwel feilloos te vervangen. Sommigen zeiden dat ze eigenlijk beter was dan de onaantastbaar lijkende Jinek. 

Zodra jonge rappers bij DWDD mogen aanschuiven, zie ik helemaal geen dedain voor tv. Integendeel.

Maaike Bos, tv-recensent Trouw

Ook het relativistische geluid dat de YouTube-cultuur van ongein, improvisaties en snelle montage de klassieke televisiecultuur zal verdringen, klopt volgens Bos niet. “Zodra jonge rappers bij DWDD mogen aanschuiven, zie ik helemaal geen dedain voor tv. Integendeel. Die jonge gasten vinden het juist geweldig stoer. En twitteren zich een rolberoerte om rond te bazuinen dat ze bij Matthijs in het programma zitten.” Volgens Bos kan de NPO het beste uitgaan van eigen kracht: “Ik sta honderd procent achter de balkenendenorm. En geloof in de NPO als kweekvijver.”

Of die zelfverzekerdheid over de eigen toekomst ook bij de NPO-leiding zit ingebakken, is zeer de vraag. Het is publiek geheim dat ze in die kringen behoorlijk zijn geschrokken van de overstap van Jinek, een van de zekere kijkcijferkanonnen. “Je merkte de ongerustheid al bij de presentatie van de programmering van het nieuwe tv-seizoen,” weet Arjen Fortuin zich te herinneren. “Men sprak bij de NPO liefkozend over ‘lieve Matthijs’, ‘lieve Eva’ en ‘lieve Jeroen’, die zoveel te danken hebben aan de publieke omroep. En omgekeerd, de publieke omroep aan hén.” 

Dat Jinek, een van de ‘trojka’, die openlijk beleden liefde inmiddels heeft beantwoord met een vertrek, kan niet anders dan een koude douche zijn voor de NPO. De online verschijnende Mediacourant sprak zelfs van een ‘mokerslag’. En NPO Start mag volgens Hendriks dan getuigen van een wakkere publieke omroep die technologisch bij de pinken is, volgens Fortuin is de NPO-top inzake de transfergeruchten rond Eva Jinek toch niet erg alert geweest. “Dat ze oprecht verrast leken over haar vertrek heeft me verbaasd.” 

Resumerend ziet de nabije toekomst er waarschijnlijk als volgt uit: de globale content concerns als Netflix zullen, al of niet in samenwerking met lokale partners, ons klassieke Nederlandse tv-aanbod steeds verder met peperdure dramaseries ‘omspoelen’ en marktaandeel winnen. Gelijk opgaand zullen de millennials en de Generatie Z het aandeel niet-lineair tv-kijken in een stabiel tempo opstuwen. 

En wat betreft de vrees van de NPO om, gezien deze ontwikkelingen, irrelevant te worden: uit de kalmte van de geïnterviewde experts valt op te maken dat er geen reden lijkt om te veronderstellen dat het Nederlandse publiek plotseling ophoudt met het knuffelen van Linda, Wendy, Carlo, Matthijs, Jeroen, Beau, Eva en al die anderen uit ‘de gezellige huiskamer’ van de Nederlandse tv-roem. Is ‘hyperlocal meets hyperglobal’ niet een oprukkend adagium in de marketingwereld? “De trouwste kijkers van de NPO zitten ook niet in de grote steden, maar in de provincie,” weet Hendriks. “Dat is altijd zo geweest. In Appelscha, Meppel en Tietjerksteradeel geven ze hun vaste gewoonten, zoals kijken naar het NOS Journaal, het minst snel op.”

Alle vergezichten, statistieken en smaakoordelen ten spijt zal de NPO vanaf januari 2020 met meer dan normale belangstelling de doorstart van Eva Jinek bij RTL volgen. Blijft ze daar scoren? Of valt ze terug? De uitkomst zal het transfercircus van de komende zomer verregaand beïnvloeden.