Spring naar de content
bron: matty van wijnbergen

Mediamoguls

Het ‘Vlaamse mediakartel’ bezit de meeste Nederlandse kranten, maar is er ook sprake van redactionele beïnvloeding? Ook blikken de Foute Jongens terug op de handel en wandel van de Goirlese textielfamilie Van Puijenbroek, eens grootaandeelhouder van De Telegraaf.

Gepubliceerd op: Geplaatst in de volgende categorieën: door De Foute Jongens

Rob: Het valt mij op, mijnheer Van Amerongen, dat u zich sinds uw afscheid van de Volkskrant nogal schamperend uitlaat over wat u het ‘Vlaamse mediakartel’ noemt.

Ik behoor tot dat kartel. Dat wil zeggen: ik componeer cursiefjes voor de T. Dat doe ik al sinds de Olympische Spelen van 1984 in Los Angeles. Nog zie ik ‘Rocket Man’ Bill Suitor met straalmotoren op zijn rug tijdens de openingsceremonie in het Coliseum-atletiekstadion afdalen. Ik zat op de tribune en schreef de eerste van de negenduizend columns die tot nu toe aan mijn brein zijn ontsproten. Dat is op 28 juli precies veertig jaar geleden. Ik houd er rekening mee dat u zich die dag als een ‘Rocket Man’ zult melden op mijn robijnen jubileumfeestje.

De T. was destijds nog lang niet in Belgische handen. De grootaandeelhouder was de Goirlese textielfamilie Van Puijenbroek, die in 1951 voor 120.000 gulden dertig procent van de aandelen kocht. “Wat maakt het uit of ik mijn geld kwijtraak aan de socialisten of aan De Telegraaf?” was het begeleidende commentaar van Rudolf van Puijenbroek. Zijn rol als pater familias werd later door zijn zoon Alexander overgenomen. In de jaren negentig bezocht ik diens enorme, hypermoderne Brabantse boerderij. Alexander, die altijd een geruite boerenpet droeg, hield meer van runderen dan van drukinkt: hij bezat vierhonderd melkkoeien op een landgoed dat zowel in Nederland als België lag. Toch hield hij de vinger aan de pols: op 1 januari 2000 had het bedrijf een miljard gulden in kas. Daarna verliep niet alles naar wens, to put it mildly. Ik verwijs naar het totaal mislukte Hyves-avontuur en de weigering van de toenmalige directie om Marktplaats over te nemen, omdat men meer vertrouwen had in het eigen Speurders-merk.

Heb jij ooit een column geschreven die eigenlijk een advertorial was?

Arthur van Amerongen

Er gebeurde van alles, in medialand. Aangemoedigd door gunstige fiscale regelingen in hun moederland staken twee Belgische giganten de grens over. Christian Van Thillo en zijn DPG kochten de Volkskrant, het AD, Trouw en Het Parool en azen nu zelfs op RTL Nederland, terwijl Mediahuis NRC Handelsblad en later zelfs – door een een-tweetje met de Van Puijenbroekjes – ook De Telegraaf inlijfde, na een verwoede, breed uitgemeten strijd met John de Mol. De Belgische ceo Gert Ysebaert heeft zich al laten ontvallen dat het einde van de papieren krant zich sneller zal aandienen dan hij lange tijd dacht. Nog een jaar of vier, denk ik zelf. De bezorgproblemen en de papierprijs lopen uit de hand en de gemiddelde leeftijd van de ‘printlezer’ is, schrik niet, 73 jaar.

Vanwaar deze schets van verleden en heden? Omdat ik in de praktijk zowel toen als nu nooit iets van directionele beïnvloeding heb bespeurd, althans: op journalistiek niveau. U rept daar graag over, maar geloof me: alleen bij de benoeming van Kamran Ullah en Esther Wemmers als opvolgers van de naar Washington vertrokken hoofdredacteur Paul Jansen was er regie van bovenaf. De redactieraad werd gepasseerd. Daar had ik wel even moeite mee, maar ik moet zeggen dat het duo het goed doet. Verder heb ik als columnist nooit iets gemerkt van Belgische bemoeienis.

Die ultraconservatieve boomer is potdorie nog steeds in dienst!

Arthur: Als je dan toch met verhalen uit je ouwe doos gaat strooien, roomblanke alt right– babyboomer: ik was reeds in 1981 in Los Angeles. Drie jaar dus voordat jij je eerste cursiefje tikte. Als bewijs heb ik een foto van mij met The New York Times, waarop met vette letters staat dat de Amerikaanse gijzelaars in Teheran zijn vrijgelaten. De foto is genomen op Muscle Beach in Venice, de playground van legendarische bodybuilders als Vic Tanny, Jack LaLanne en Joe Gold. Die namen zeggen jou helemaal niets, maar dat zijn grootheden, jongen.

Ik was toentertijd ook een jonge god en mijn bijnaam op Muscle Beach was The Dutch Arnold Schwarzenegger. Dat zeiden althans de diverse suikeroompjes daar, die mij in de watten legden, soigneerden en fêteerden en mij een filmcarrière beloofden in Hollywood. 

Nou, sir Bob, ik zit nog steeds te wachten op een contract en ik kan nog steeds moeilijk zitten.

Enfin, vanwege de ontknoping in de Amerikaanse ambassade in Teheran draaiden radiostations Tie a Yellow Ribbon Round the Old Oak Tree, van Tony Orlando & Dawn, en overal waren gele lintjes aan bomen geknoopt.

Het einde van de papieren krant zal zich over een jaar of vier aandienen.

Rob Hoogland

Cultureel antropoloog Jef de Jager schreef over dat ritueel: “Tijdens de Engelse burgeroorlog in de zeventiende eeuw werden zulke linten door puriteinen gedragen. De om een eik geknoopte variant nabij een huis diende twee eeuwen later in Engeland en Amerika als teken dat de bewoners met smart op de terugkeer van soldaten of ex-veroordeelden wachtten. Tijdens de Vietnam-oorlog raakte dit symbool internationaal bekend. Anno 2012 valt dit welkomstgebruik overal te signaleren, ook in België en Duitsland, maar niet in Nederland. Schroomvalligheid omtrent publieke uitingen zal hierin géén rol spelen, want in Nederlandse woonwijken valt geregeld op spandoeken een tekst te lezen als: ‘Geen gelul, Henk (50) is voortaan een Ouwe Lul’.” 

Dus als jij deo volente tachtig mag worden en uit het slaapkamerraam van je boerderette naar buiten kijkt en een geel laken ziet met de tekst ‘Hoogland (80) is nu een hele vent maar helaas wat incontinent’, vergezeld door een gezinspak Tena, dan weet je wie daarachter zit.

Jij dacht natuurlijk dat ik als een dolle piranha ging happen in jouw opmerking over het vermaledijde Vlaamse mediakartel en dat ga ik zeker doen, want ik heb net in één ruk (pun not intended) De Belg van Mark Koster gelezen, de ongeautoriseerde biografie van de Vlaamse mediamogul Christian Van Thillo. Dat is smullen, jongen. Jouw Grote Broodheer Thomas Leysen van Mediahuis komt er zijdelings ook in voor. Hij komt er in het boek beter vanaf dan zijn grote concurrent. Van Thillo is de koning van de branded content en service-journalistiek. Hij verkoopt net zo makkelijk seksspeeltjes via zijn topcolumniste Debby Gerritsen van het AD als een tranentrekkend verhaal over een kankerpatiënt. En daarom vind ik zijn krantjes onleesbaar.

Heb jij ooit een column geschreven die eigenlijk een advertorial was? Nu je in de winter van je leven vertoeft, kan je mij dat best verklappen, Debby Hoogland. Was het die column over de Satisfyer?

Rob: O, u wilt weer eens de platvloerse kant op, mijnheer Van Amerongen? Geen probleem. Als u indertijd in Los Angeles inderdaad een jonge god was, lijkt mij de vraag gewettigd wat er daarna in vredesnaam met u is gebeurd. Dat de mens er met het stijgen der jaren – met uitzondering van de inmiddels 65-jarige Michelle Pfeiffer, zoals ik laatst tot mijn grote vreugde mocht constateren – niet mooier op wordt, is een gegeven. In uw geval sloeg de lelijkheid in die 43 jaar echter wel héél rigoureus toe. Daarom suggereer ik de volgende tekst voor het gele laken dat op uw volgende verjaardag in de tuin van uw eenvoudige arbeidershuisje aan de Ria Formosa wordt opgehangen: ‘Toen een hunk, nu een junk’.

Dergelijke kreten dienen zo kort mogelijk te zijn, mijnheer Van Amerongen. U maakt ze veel te lang, terwijl er qua ritmiek al helemáál niks van deugt. Andere mogelijkheid, in uw geval: ‘Beter een goede buur dan een verre Tuur’, waarmee ik uiteraard verwijs naar het feit dat uw woonoord zich godzijdank op 2400 km afstand van het mijne bevindt. Maar goed, dit is ook wel weer zo: om de een of andere reden slaagt u er ondanks alles steeds weer in om mij te vertederen, misschien wel omdat u mij soms doet denken aan Dreyfuss, het driepotige vuilnisbakkie dat ik als klein jochie bezat. Het broodmagere beestje had schurft. Ik weet nog precies wat mijn moeder zei, toen ze hem voor het eerst zag: “Nou is de boot an, kijk me zo’n scharminkel an. ’t Lijkt waarachtig wel de Joodse invalide. Van wie hoort dat stuk gespuis? Straks heb ik Artis in me huis.”

Uiteraard heb ik Succession gezien, maar toen die ouwe doodging, was de sjeu eraf.

Arthur van Amerongen

Toch hield ik van dat beessie. Hij was mijn Hekkie, mijn hondje van Dirkie. En toegegeven, tegenwoordig ben u dat. U bent zelfs mijn kameraad, min of meer, en omdat ik vind dat je alles tegen een kameraad moet kunnen zeggen, laat ik u hierbij weten dat het mij buitengewoon teleurstelt dat u mijn eerste bijdrage aan deze dialoog zo summier beantwoordt. Ik roerde een serieus onderwerp aan, dat er met name op de sociale media veelvuldig wordt bijgesleept, niet in het minst door u: de vermeende maatschappelijke beïnvloeding door het ‘Vlaamse mediakartel’. Velen beweren dat het handjeklap doet met de autoriteiten. En dan komt u met collega Gerritsen en de Satisfyer aanzetten. Wat is dat eigenlijk, die Satisfyer? Moet dat eigenlijk geen Satisfryer zijn? En is het om die reden misschien een uitvinding van patates frites-mogul Leon de Winter?

Ik geloof helemaal niks van wat er over dat handjeklap wordt gezegd, mijnheer Van Amerongen. Heeft u Succession gezien, de briljante HBO Max-serie die is geënt op het levensverhaal van Rupert Murdoch en diens kinderen? Brian Cox zet een fascinerende Logan Roy neer, een keiharde, almachtige mediamagnaat die zelfs bepaalt wie er president van de VS wordt. Het lukt mij maar niet om Christian Van Thillo zo te zien. U wel?

Arthur: Uiteraard heb ik Succession gezien, maar toen die ouwe doodging, was de sjeu eraf. Jij had het eventjes over de oude Van Puijenbroek die jarenlang de scepter zwaaide over jouw krant. Je zou hem kunnen vergelijken met Logan Roy, de pater familias in Succession. De legendarische Vrije Volk-journalist Nico Polak hoorde ooit enige voormalige Telegraaf-redacteuren zeggen: “Soms, als wij een boerse man in onze stamkroeg aan de Nieuwezijds zagen zitten, met een grote hoed op, dan riep een van ons: ‘Pas op, de Puij, de Puij!’ en doken wij allemaal weg, gierend van de lach. Hoe deze Van Puijenbroek bij De Telegraaf tot zo een macht heeft kunnen komen, snappen wij ook niet.” 

De man voor wie iedere Telegraaf-redacteur dus sidderde, was jouw textielbaron Rudolf van Puijenbroek, alias ‘d’n Puij’ uit het Brabantse Goirle, die in 1951 grootaandeelhouder en de reddende engel van De Telegraaf werd. Het zou echt een schitterende serie voor Videoland kunnen worden, over de Van Puijenbroekjes. Eind jaren dertig verwierven ze door ruilen en tuitelen (Goirlees voor feodale uitbuiting, kuiperijen en rooms-katholieke machtspolitiek) het kapitale landgoed Gorp en Roovert, dat zich uitstrekt van Hilvarenbeek in Noord-Brabant tot Poppel in België. De pachters van Gorp en Roovert werden door d’n Puij als lijfeigenen behandeld, soms in letterlijke zin. Volgens streekhistorici maakte Eduard van P. onder meer een dienstbode zwanger, die later trouwde met een op zijn fabriek werkzame smid. Voormalige pachters en werknemers waren het altijd over één ding eens: de familie is belast met een ziekelijke gierigheid. Zelfs met Kerstmis kon er van het reusachtige landgoed geen gratis kerstboom af. Intussen hield de familie jachtpartijen voor hoge gasten, waarbij volgens dorpelingen prins Bernhard meermalen aanwezig was. Zullen wij een script schrijven – we laten de oorlog erbuiten – en dat aanbieden bij Arnie van Eyeworks? Kassa, ouwe! 

O, u wilt weer eens de platvloerse kant op, mijnheer Van Amerongen? Geen probleem.

Rob Hoogland

Anyways: wat toevallig dat je over onze grote vriend Leon de Winter begint. Ik had hem gisteren nog enigszins ongerust gevraagd hoe het nou precies zit met zijn revolutionaire friet. Die werd aanvankelijk verkocht in de vliegmasjiens van Transavia en ineens niet meer. Dit antwoordde de Homerus van de Lage Landen mij: “Transavia liet de friet gaan omdat er in de ochtend geen vraag naar was, en wel naar tosti’s. Die eten hun klanten de hele dag door. Transavia neemt het voedsel vanaf Schiphol mee, dus ook voor de retourvlucht, en met de friet aan boord konden ze te weinig tosti’s laden. Ik weet inmiddels alles van vliegtuigcatering; ik voel me bevoorrecht. Maar gelukkig gaat het heel goed met ‘Fries in the Skies’. We hebben grote klanten als TUI en Eurowings en Swiss. We hebben een monopolie, de droom van elke zakenman. We komen nu met stap twee in onze frietrevolutie, zie: fritessa.com. Grote investeringen, dus veel slapeloosheid, dat is nu eenmaal zo met revoluties.”

Wat een mensch en wat een aanpakker, ons aller Leon. Ik had het Mulisch niet zien doen, Hoogland. 

Met uw donatie steunt u de onafhankelijke journalistiek van HP/De Tijd. Word donateur of word lid, al vanaf €5 per maand.