Spring naar de content
bron: anp

Pieter Omtzigt: ‘We zijn veel te naïef’

Eerst van de kieslijst gekieperd, is hij voor velen inmiddels de CDA-hoop in bange dagen: Pieter Omtzigt. De vechtersbaas zet zich in de Tweede Kamer onder meer in voor bedreigde christenen in het Midden-Oosten. ‘Ik kan het woord Arabische Lente niet meer horen.’

Gepubliceerd op: Geplaatst in de volgende categorieën: door Stan de Jong

De mensen zeggen: Pieter is veranderd. Ze beweren: Pieter voelt zich een stuk lekkerder in de oppositie. Want zijn karakter zou maken dat de oppositierol hem als een bokshandschoen past.

Maar Pieter Omtzigt vindt dat er niet zo veel is veranderd. Ook toen het CDA regeerde, lag hij soms dwars. Zo maakt Omtzigt zich al jaren druk om het feit dat de Europese Unie zich bemoeit met de vaderlandse pensioenpotten. De toenmalige CDA-bewindslieden Aart Jan de Geus en Piet Hein Donner waren een andere mening toegedaan. Achter de schermen moest worden gevochten. Lange adem-werk. Maar het lukte. Inmiddels kijkt ook het huidige kabinet met argusogen naar de ontwikkelingen waarbij de zeggenschap over miljarden aan Nederlands pensioengeld op het spel staat.

Dat Omtzigt een lastig kuitenbijtertje kan zijn, weet hij zelf ook, blijkt als HP/De Tijd hem op een zomernamiddag spreekt. “Toen we nog in de coalitie zaten, waren er CDA-bewindslieden die bij de fractievoorzitter probeerden te voorkomen dat ik op hun portefeuille kwam te zitten.”

De Volkskrant omschreef hem op 5 juli als ‘een van de Haagse smaakmakers’, maar waarschuwde ook: “Omtzigt is zeker een man om in de gaten te houden, niet in het minst voor de ramptoeristen. Hij gaat hard, maar mogelijk richting blinde muur.”

In 1974 werd Pieter Omtzigt geboren in Den Haag, maar op zijn vierde verhuisden zijn ouders naar het Twentse Borne. Hier lagen de roots van zijn moeder. Drie kinderen gingen mee: Pieter, zijn tweelingbroer en een jonger broertje. Zijn vader, die bij de PTT werkte, had een carrièreswitch gemaakt en ging aan de slag in een pastoraal centrum. Later werd hij bisschoppelijk gedelegeerde in het onderwijs. Een katholiek milieu dus. Op zondag werd naar de kerk gegaan. En Pieter was misdienaartje. De tweeling kon goed leren.

Na het gymnasium ging Omtzigt economie en statistiek studeren in Exeter, Zuid-West Engeland, nadat hij niet was toegelaten tot Cambridge. In Exeter werd hij lid van een kleine katholieke studentenvereniging, waar hij meteen in het bestuur plaatsnam, een internationaal academisch klimaat dat hem vormde.

In het derde jaar ging hij met een Erasmusbeurs Italiaans studeren in Rome. De geschiedenis op elke straathoek, de cultuur, het eten – hij mist het nog steeds. In Rome was een kleine Nederlandse enclave, en hij bezocht de Friezenkerk, op loopafstand van het Vaticaan, waar monseigneur Muskens de scepter zwaaide. Zijn internationale netwerk groeide. Na zijn afstuderen besloot de econometrist te promoveren in Florence. De wetenschap bracht hem ook nog in het Italiaanse Varese en aan de Universiteit van Amsterdam. Maar de politiek lonkte.

In 2003 zette het CDA hem op de 51ste plaats van de kandidatenlijst, hetgeen toen – het is gezien de huidige politieke verhoudingen bijna onwerkelijk – een verkiesbare plek betekende. Omtzigt ontpopte zich al snel tot een deskundig en hardwerkend Kamerlid. Toch ging zijn Haagse loopbaan niet van een leien dakje. In 2010 werd hij niet herkozen, en hij kwam pas terug toen een aantal CDA’ers tot het kabinet-Rutte I toetrad.

Bij de afgelopen verkiezingen, die ten gevolge van intriges een nacht van de lange messen betekende, stond hij tot verrassing van velen niet op de conceptlijst. Omtzigt was not amused. De afdelingen plaatsten hem terug op de lijst, op nummer 39. Via een voorkeurscampagne wist hij het tij verder te keren. “Dat ik met voorkeursstemmen ben herkozen, is een bevrijdende ervaring geweest.”

Omtzigt is een druk baasje, een streber. Hij is lid van de Parlementaire Assemblee van de Raad van Europa en voert inmiddels over een achtste van alle onderwerpen het woord voor het CDA: belastingen, pensioenen, Europese Zaken en Buitenlandse Zaken.

De politieke omnivoor uit Twente houdt zich inmiddels met zóveel zaken bezig dat de gespreksstof schier onuitputtelijk is. We besluiten er één onderwerp uit te lichten: zijn inzet voor bedreigde christenen in het Midden-Oosten en de rest van de moslimwereld. Het is een onderwerp dat hem om persoonlijke redenen na aan het hart ligt.

In 2005 leerde Omtzigt zijn huidige echtgenote kennen, Ayfer Koç, raadslid voor het CDA in Enschede. Op haar negende vluchtte Koç van Zuid-Oost Turkije naar Nederland, als lid van een groep Syrisch-orthodoxe christenen die waren gemangeld in de bloedige burgeroorlog tussen het Turkse leger en de Koerdisce PKK. Als kind werd Ayfer Koç uitgescholden op straat, met stenen bekogeld en bespuugd. In de jaren tachtig kwam een deel van deze vluchtelingen in Twente terecht.

Omtzigt: “Dankzij mijn echtgenote begon ik langzaam te ontdekken hoe heftig die geschiedenis is geweest en hoe snel de verdrijving van christenen uit het Midden-Oosten en in feite uit de hele islamitische wereld plaatsvindt. Nu word ik dagelijks geconfronteerd met de tragische verhalen van Syrisch-orthodoxe families die uit Turkije, Syrië en Irak komen.”

Rond 1900 was een aanzienlijke minderheid van de Turkse bevolking nog christelijk. De sfeer van het Byzantijnse rijk was volop aanwezig. Door massamoord, verdrijving en het uitwisselen van bevolkingsgroepen liep het aantal christenen snel terug. Tijdens de Eerste Wereldoorlog vond de Armeense genocide plaats: naar schatting meer dan één miljoen Armenen, veelal christenen, werden in concentratiekampen gestopt, gedeporteerd of vermoord.

De volkerenmoord raakte ook twee andere Turkse minderheden: de Grieks-orthodoxe gemeenschap en de Syrisch-orthodoxen. De laatsten behoren tot de oudste kerkgemeenschap ter wereld. Hun spreektaal is Aramees, de taal die Jezus zou hebben gesproken. Inmiddels wonen nog slechts een paar duizend Syrisch-orthodoxen in Turkije, die moeten vechten voor hun bestaan.

Met de verdwijning van de christenen uit Zuid-Oost Turkije staat ook het christelijk erfgoed op het spel. Zo bevindt zich daar het oeroude Mor Gabriel-klooster. Door juridische pesterijen en onteigeningsprocedures probeert de Turkse staat de kloosterlingen het leven zuur te maken. Een paar monniken houden moedig stand. Omtzigt schreef er samen met anderen een boek over: The Slow Disappearance of the Syriacs from Turkey and of the Grounds of the Mor Gabriel Monastery, dat hij tijdens zijn herverkiezingscampagne publiceerde.

Op felle toon: “Turkije is in naam een seculiere staat, maar de facto worden religieuze minderheden op allerlei manieren gedwarsboomd. Turkije wil graag lid worden van de Europese Unie, maar zolang de mensenrechten niet worden gerespecteerd, mag dat nooit gebeuren.”

Het is een trend, weet Omtzigt, die zich overal in het Midden-Oosten voordoet. “De Palestijnse christenen zijn bijna allemaal weg. In Irak woonden in 2010 nog 1,5 miljoen christenen, nu slechts een half miljoen. In Egypte, waar de Kopten het zwaar te verduren hebben, gaat het ook bepaald niet de goede kant op. En de uittocht van christenen uit Syrië is in volle gang.”

Het heeft Omtzigt verbaasd dat er in Nederland zo weinig aandacht is voor de alarmerende situatie van christenen in de wereld. Hij heeft er drie verklaringen voor. Ten eerste dat Nederland zich zijns inziens achter de dijken heeft teruggetrokken. “We zijn een wat naar binnen gekeerd land geworden. Daarnaast zijn wij godsdienstvrijheid zo normaal gaan vinden dat we ons niet meer kunnen voorstellen dat je elkaar daarvoor naar het leven staat.”

Als derde factor noemt Omtzigt de angst om moslims c.q. islamitische landen voor het hoofd te stoten. “Dat is zeker een groot probleem. Minister van Buitenlandse Zaken Frans Timmermans was gepikeerd toen ik hem erop aansprak dat hij niet persoonlijk naar de Turkse premier Erdogan was gegaan om bezwaar aan te tekenen tegen de schandalige wijze waarop tegen demonstranten op het Taksimplein was opgetreden. In een eergerelateerde samenleving moet je dat persoonlijk en in het openbaar doen, niet via de telefoon. Ik heb minister-president Rutte naar de Kamer geroepen en gezegd: als je daar rondloopt en niets zegt, dan zeg je impliciet: wat jullie doen is prima.

“Ons kabinet laat zich koeioneren door de Turkse overheid over de vraag of het jongetje Yunus wel of niet goed wordt opgevangen in een Nederlands pleeggezin. Maar dan moet je eens kijken naar Turkse weeshuizen, wat voor schandalen zich daar voordoen. Dat zo’n land het lef heeft om ons te vertellen dat wij pleegkinderen niet goed opvangen! Dus wij vinden het wel normaal dat Turkse ministers ons aanspreken over iets, maar we zijn te bang om hen op een openlijke schending van mensenrechten aan te spreken.

“En wat is het gevolg? De regering-Erdogan heeft duizenden demonstranten opgepakt en houdt ze gedeeltelijk met anti-terrorisme-wetgeving vast. Timmermans meldt in de Tweede Kamer dat na zijn telefoontje de Turkse minister van Buitenlandse Zaken Davutoğlu hem heeft beloofd een onderzoek te starten naar excessief geweld. Maar daar ziet en hoort niemand in Turkije iets van. Sterker, Davutoğlu meldt in de Turkse pers dat hij met Timmermans gesproken heeft en dat Timmermans de nieuwe onderhandelingen tussen de EU en Turkije steunt. Geen woord over een onderzoek!

“Wat zijn wij voor een stelletje watjes dat wij niet durven vertellen wat er daar niet goed gaat? En ondertussen stuurt men hier imams naartoe. Of kijk naar Saudi-Arabië dat geld investeert om hier moskeeën te bouwen, terwijl het zelf geen christelijke kerken toestaat. En zelf mogen we nergens iets van zeggen? Vinden we onze eigen cultuur óók nog belangrijk?”

Omtzigt vervolgt: “Mensenrechten lijken hier een soort hobby te zijn geworden van links. Zo van: wat is er op dit moment leuk? Voor dit kabinet zijn dat vrouwenrechten en rechten van seksuele minderheden. Godsdienstvrijheid staat niet op de agenda, is veel minder een speerpunt. Dan laat je je dus door de binnenlandse politieke situatie – namelijk dat er geen confessionele partij in de regering zit – leiden voor wie je opkomt en wat je belangrijk vindt. Dan zeg ik: kijk eens naar buiten, honderdduizenden mensen komen vanwege hun godsdienst in de problemen. Jaarlijks worden meer dan honderdduizend christenen om hun geloof vermoord. Dat is dus één per vijf minuten.

“Er heerst een bepaalde angst. De Arabische en moslimwereld heeft een veel sterkere identiteit dan Nederland en het Westen. En men is meer dan wij bereid van zich af te slaan als de eigen belangen in het geding komen. Het kan best zijn dat daar een zekere afschrikking vanuit gaat. Maar ik vind: je vaart een rechte koers of je vaart geen rechte koers. Er is gewoon een probleem met godsdienstvrijheid in het hele Midden-Oosten. Van Pakistan tot Egypte, van Syrië tot Irak. En dan heb ik het nog niet eens over de Afrikaanse landen. Nigeria is een drama. Mijn broer Dirk-Jan werkt als adviseur in Zuid-Soedan, en in de grensstreek met Sudan vinden tal van schendingen van de mensenrechten plaats. In Sudan is een van de grootste genocideplegers uit de geschiedenis gewoon aan de macht.

Elk jaar publiceert de organisatie Open Doors een lijst van landen waar christenen worden vervolgd. Op nummer 1 staat honkvast Noord-Korea. Maar afgezien van een paar (oud-)communistische landen domineren moslimlanden de lijst. Op nummer 2 Afghanistan, 3 Saudi-Arabië, 4 Somalië, 5 Iran. Enzovoorts. Turkije staat op de 31ste plek. Omtzigt: “Het lijkt wel of wij niet meer de mentale hardheid hebben om voor godsdienstvrijheid op te komen. Sinds de wederopbouw zitten we in een redelijk geordende samenleving, en we lijken er de ogen voor te sluiten dat dat soort processen gewoon heftiger aan het worden is.”

Van minderheden moet men in de moslimwereld toch al niet veel hebben. “Kijk naar de joden. Wat er in veel Arabische tekstboeken staat over joden, officieel goedgekeurd door de staat, dat is echt verschrikkelijk. Dan stop je het gif er vanaf groep 1 in. En dat gaat tot Pakistan aan toe, waar ze niet eens joden hébben.”

Omtzigt kan het weten. Hij reisde incognito, op een toeristenvisum, naar Pakistan om de mensenrechtensituatie zelf in ogenschouw te nemen. Het leverde hem de speciale belangstelling op van de Pakistaanse geheime dienst. Net zoals hij trouwens op de warme interesse van de Turkse inlichtingen- en veiligheidsdienst kan rekenen. Op huwelijksreis in Zuidoost-Turkije werden hij en zijn echtgenote geschaduwd.

Maar terug naar de penibele positie van christenen. Omtzigt doet een greep uit het nieuws van de afgelopen maanden.

Een katholieke priester werd en plein public onthoofd door jihadisten in Syrië. Twee Syrisch-orthodoxe bisschoppen werden ontvoerd in Syrië. In Egypte keek de politie toe hoe christenen werden afgeslacht in de stad Luxor.

Over Egypte gesproken: het heeft Omtzigt verbaasd hoe lang men in het Westen bleef geloven in de fata morgana van een Arabische Lente. “Iedereen had het over democratisering toen de Moslimbroederschap aan de macht kwam. Maar president Morsi gaf zichzelf per decreet enorme macht en immuniteit. Zijn knokploegen zorgden ervoor dat rechters het hooggerechtshof niet meer binnenkwamen. De nieuwe grondwet werd er doorheen gejaagd, ook al waren minderheden, oppositie en vrouwen nauwelijks vertegenwoordigd in de commissie die hem schreef. En nog heel lang hebben mensen hier het idee gekoesterd dat daar iets van democratisering plaatsvond. Nou, elke keer als ik mijn Egyptische contacten belde, zeiden mensen: er is geen democratisering. Het maatschappelijk middenveld werd bewust monddood gemaakt. Onder Morsi werden meer journalisten voor de rechtbank gedaagd dan onder zijn voorganger Mubarak. En dit allemaal binnen een jaar.”

Niettemin vloeiden er kapitalen ontwikkelingsgeld naar Egypte. Tot ergernis van Omtzigt, die meerdere moties indiende. “Mijn boodschap was: kappen met die hulp, we weten niet waar het geld terechtkomt, we krijgen nooit een briefje wat ermee gedaan is; het deugt gewoon niet. Nu is er een miljard euro aan hulpgeld zoek. We zijn veel te naïef.”

Inmiddels is Morsi afgezet door het Egyptische leger, maar voor de minderheden lijkt dat weinig soelaas te bieden. De geest is uit de fles. “Ik kan het woord Arabische Lente niet meer horen. Het is een barre winter geworden in grote delen van het Midden-Oosten. Kijk ook naar Syrië. Het regime-Assad was een nare dictatuur. Maar met de godsdienstvrijheid was weinig mis. Als de Al Nusra/Al Qaida-groep daar wint, wordt het een nog veel slechtere dictatuur, en in ieder geval geen democratie.”

Dat het Westen nu wapens levert aan ‘vrijheidsstrijders’ in Syrië, is een grote vergissing, betoogt Omtzigt. “We gaan dan een wapenvolgsysteem bedenken zodat wapens alleen bij het ‘goeie’ vrije Syrische leger terechtkomen. Hal-lo-ho! Hoe naïef kun je zijn? We zijn nu met z’n allen alle groepen in Syrië aan het bewapenen. Daar wordt een proxy-oorlog gevoerd, zoals in de Koude Oorlog: men gaat niet rechtstreeks de strijd aan. Saudi-Arabië en Qatar bewapenen hun vriendjes, de Verenigde Staten leveren aan hun welgezinde partijen, Rusland en Iran bewapenen president Assad. We helpen zo het hele land naar de verdoemenis. Het is totaal onverantwoord dat de EU heeft besloten het wapenembargo voor Syrië niet te verlengen.”

Vanwege zijn kritiek op de minder zegenrijke kanten van de islam zou men denken dat Omtzigt welwillend staat tegenover het gedachtegoed van de PVV. Niets is minder waar. Hij had grote aarzelingen bij een gedoogakkoord met de partij van Wilders. “Volgens Wilders is de islam alleen een politieke ideologie, maar ik beschouw het primair als een religie. Dat is al een essentieel verschil. Daarnaast vind ik de PVV te veel een partij die handelt uit angst. Maar het is je eigen identiteit waarvan je uit moet gaan. Je eigen sociale zekerheid, die je veel beter moet beschermen. Vandaar dat ik zo hard tegen die toeslagenfraude door Bulgaren heb geageerd. Vandaar dat ik erop hamer dat Brussel ongelooflijk slecht functioneert, met zijn torenhoge salarissen en andere dingen die niet deugen. Vandaar dat ik een boek schrijf hoe we het Mor Gabriel-klooster moeten redden. Ik zie meer in een activistische politiek dan in klagen dat die ander niet deugt.

“In tegenstelling tot de PVV geloof ik in internationale samenwerking. Ik zit nu tien jaar in de Raad van Europa. Een verdrag als het Europees Verdrag voor de Rechten van de Mens is cruciaal voor de vrijheid van godsdienst en van geweten en overtuiging, inclusief de vrijheid van afvalligheid. Dat is een orde waarin ik geloof, veel meer dan in die rare terugtrekking waar een aantal mensen heil in ziet. De PVV wil verdragen het liefst opzeggen.”

Omtzigt zegt dat hij net zo fanatiek voor de geloofsovertuiging van moslims zal strijden als voor die van andere religieuze groepen. “Ik heb Kamervragen gesteld over de vervolging van moslims in het overwegend boeddhistische Birma. Het is bepaald niet fris wat daar gebeurt. Complete dorpen die worden platgebrand, een gedwongen tweekindpolitiek, mensen die geen paspoort krijgen; de hele rimram die bij een vervolgde minderheid hoort. Daar zul je mij net zo hard over horen. Maar het grote probleem wereldwijd is op dit moment toch wel de vervolging van christenen.”

‘Blij met Pieter’

Vice-fractievoorzitter Mona Keijzer, zelf betrekkelijk nieuw in de Kamer, zegt desgevraagd ‘blij’ te zijn ‘dat Pieter nu in de fractie zit’. Ze roemt zijn ‘bijzondere combinatie van intelligentie en daadkracht’. Keijzer noemt Omtzigt ‘collegiaal’. “Een scherpe geest. Loopt soms sneller dan de Haagse klok.”

Met zijn halsstarrige houding dwingt Omtzigt ook buiten CDA-kring bewondering af. De conservatieve denker, wetenschapper en publicist Thierry Baudet, met wie Omtzigt af en toe contact heeft, zegt: “Als een van de weinigen doet Pieter Omtzigt de C in het CDA eer aan. Mijn indruk is dat hij consciëntieus is en een aantal idealen heeft waar hij daadwerkelijk voor staat. En ik vind het goed dat hij via voorkeursstemmen in de Tweede Kamer is gekomen. Hij is dus geen politicus die op de slippen van de lijsttrekkers carrière maakt. Eerder een luis in de pels. Daar hou ik wel van.”