Spring naar de content
bron: jinek

De lelijkste verkiezingen

Max Pam zag Thierry Baudet weglopen bij Jinek: “Je hoeft geen vriend van Thierry Baudet te zijn om te begrijpen dat zelfs een populist met enig egards behandeld dient te worden.”

Gepubliceerd op: door Max Pam

Het precieze aantal heb ik niet vastgesteld, maar in mijn leven moet ik bijna honderd verkiezingen bewust hebben meegemaakt, die voor het Europese parlement buiten beschouwing gelaten.

Het zat er bij mij al vroeg in, want mijn ouders waren overmatig politiek gedreven. Direct na WOII plakte mijn moeder voor het raam een affiche voor de CPN en mijn vader voor het andere raam een affiche voor de PvdA. In de loop der jaren schoven zij op naar rechts, maar hun onderlinge debatten zijn mij altijd bijgebleven als geschilpunten over belangrijke zaken.

Heel Amsterdam hing trouwens vol met verkiezingsborden. Op de leuningen van de bruggen stonden zij fier rechtop, weer en wind bestendig. Hogere lonen, lagere prijzen – prachtige leuzen waren dat. Verkiezingen hadden iets feestelijks en de verkiezingsavond tot het eind toe spannend. Bovendien kende mijn vader Willem Drees persoonlijk en toen mijn vader stierf heb ik nog een aardige condoleancebrief van Willem Drees jr. ontvangen, de man met het toupetje die met wisselend succes had getracht de politieke rol van zijn vader over te nemen.

Pas echt grimmig werden verkiezingen na de moord op Pim Fortuyn

Tijdens al die verkiezingscampagnes gebeurde af en toe wel rare dingen. Zo voerden de coryfeeën Udink en freule Wttewaall van Stoetwegen de duiven op de Dam om maar zo hip mogelijk over te komen, een hilarisch schouwspel dat zich voor mij ogen heeft afgespeeld. En dan had je natuurlijk “Sinterklaas zit daar!” van Hans Wiegel, wijzend naar Joop de Uyl. Het leek allemaal vriendelijk en onschuldig, hoewel het toen natuurlijk ook al om de macht ging.

Pas echt grimmig werden verkiezingen na de moord op Pim Fortuyn. Er moet toen iets zijn geknakt en ik vermoed dat Nederland daar nog steeds niet overheen is. Wat gedoemd was om te mislukken, kreeg geen kans om te mislukken en die onafgemaakte gebeurtenis hangt nog steeds als een molensteen om de nek van de Nederlandse politiek.

En dan nu de verkiezingen van 2021, midden in corona-tijd. Van de bijna honderd verkiezingen die ik heb meebeleefd, is deze zonder twijfel de allerlelijkste. Wat me ervan bij zal blijven, is het geschreeuw, het gehakketak, het vliegjes afvangen, veelal aangespoord door de lui van de televisie, waar men van gekkigheid ook niet meer wist hoe men de combattanten tegen elkaar op moest zetten. Ik zag alle banaliteiten langskomen, tot aan een boksring aan toe en ik vroeg mij af waarom lijsttrekkers niet gezegd hebben: dat laat ik aan mij voorbijgaan. Vermoedelijk wilden zij dat wel, maar voelden zij zich gegijzeld door het idee dat elke vorm van zendtijd meegenomen is.  

De meeste Nederlandse cabaretiers denken dat ze al leuk zijn als zij een hazenlip hebben of een loensend oog, maar het harde feit is dat de meeste Nederlandse cabaretiers alleen maar denken dat ze leuk zijn

Vergeleken bij het voortdurende gekwek op alle zenders, herdacht ik de tijd dat men met een roos of een flyer langs de deuren ging als een verloren paradijs. Het leek tijdens deze campagne wel of heel Nederland in paniek verkeerde vanwege het virus. Met een ongekende energie, een betere zaak waardig, gingen de lijsttrekkers elkaar te lijf. Een snuiter van het peilingenbureau vertelde direct na afloop wie de hardste stoten had uitgedeeld en wie van politieke boksers had gewonnen. Soms zat er een andere snuiter bij van een argumentenfabriek of van een andere debatclub, die ook een duit in het zakje deed. Het was vooral een sportwedstrijd. Gewone burgers zaten er ook bij, in de rol van boze voetbalsupporters. Zij mochten meer doen dan vanaf de tribune fluiten, juichen en boe-roepen. Af en toe mochten zij ook het veld oprennen, om een klap uit te delen aan de spelers.

Maar het ergste waren de cabaretiers. Nederland kan niet meer zonder cabaretiers. Het is begonnen bij Wim Kan, die van wanten wist omdat zijn eigen vader minister was geweest. Daarna kwamen de anderen, meestal met desastreuze gevolgen. Zeker, je hebt Hans Teeuwen, maar het zijn beslist niet allemaal Hans Teeuwens die na afloop van de debatten nog even hun commentaar mochten laten horen. De meeste Nederlandse cabaretiers denken dat ze al leuk zijn als zij een hazenlip hebben of een loensend oog, maar het harde feit is dat de meeste Nederlandse cabaretiers alleen maar denken dat ze leuk zijn. In feite hebben ze weinig gevoel voor humor, net als hun publiek trouwens. Dat lacht zo’n beetje om alles. Miljonair zijn de meesten overigens wel, daarom komen ze ook ze graag op voor de minderbedeelden. Hun engagement spat ervan af, vooral als zij dat zelf niet hoeven te betalen. De Nederlandse cabaretiers zijn zoals Twan Huys, die eerst –  mislukkend – zijn zakken vult bij de commerciëlen, om vervolgens bij Buitenhof de ceo’s kritisch te ondervragen over hun hoge bonussen.

Jan-Jaap van der Wal, Martijn Koning en al die andere non-talenten waren tenenkrommend als sidekicks tijdens de politieke debatten. Arme politici, die al die onzin moesten verdragen. Naast die nitwit van een Jaïr Ferwerda, grossiert Jinek überhaupt graag in humorloze lichtgewichten. Ik bedoel: je hoeft geen vriend van Thierry Baudet te zijn om te begrijpen dat zelfs een populist met enig egards behandeld dient te worden.

Je hoeft geen vriend van Thierry Baudet te zijn om te begrijpen dat zelfs een populist met enig egards behandeld dient te worden

Of niet zelfs, maar juist. Een populist of antisemiet bestrijden, hier zijn oprechtheid, scherpzinnigheid en een zekere zwierigheid de beste wapens in de politieke arena. Wat deze oliedomme cabaretiers niet begrijpen dat zij juist het tegenovergestelde bereiken van wat hen voor ogen staat. Op zo’n manier grijpt Baudet dankbaar zijn gelijk. Mocht hij meer dan de voorspelde vier zetels halen, dan zal hij dat vooral te danken aan luitjes zoals Martijn Koning. Meelij met het slachtoffer zit diep in de psyché van de kiezer. Cabaretiers als Koning zien zichzelf als een soort verzetshelden, maar in diepste wezen hebben ze meer iets van aangevers, waarbij het geklik niet naar de politie of de Gestapo gaat, maar naar het grote publiek.

Gelukkig zijn de verkiezingen 17 maart eindelijk voorbij. We krijgen, geloof ik, nog drie keer een debat Rutte-Wilders. Een gevoel van grote vermoeidheid overvalt me nu al. Hopelijk is er gelijktijdig voetbal of De Slimste Mens. Maar hoe de uitslag ook uitvalt, dit waren de lelijkste verkiezingen die ik heb meegemaakt.