Spring naar de content
bron: anp

De koninklijke jachtpartij op Het Loo mag nooit verloren gaan

Koning Willem-Alexander moet stoppen met de jaarlijkse afsluiting van Kroondomein Het Loo, als hij tenminste de huidige subsidie wil behouden voor het natuurgebied. Mark Rutte praat hem bij over de kwestie. “De jaarlijkse jachtpartij afblazen? Dat sla ik een pleefiguur tegenover al mijn vrienden van de jachtclub!”

Gepubliceerd op: door Max Pam

In de koninklijke studeerkamer van Huis ten Bosch kreeg de minister-president van een lakei een stoel aangewezen en nadat hij een kleine buiging had gemaakt, ging hij zitten.

“Het is dus niet gelukt, Mark”, zei de koning. 

– “Nee, Majesteit, het is helaas niet gelukt.”

“Mooi is dat!”

De koning krabde in zijn baard en liet een stilte vallen. Toen die voorbij was, keek hij naar het plafond en zei meer bevelend dan vragend: “En hoe moet het nu verder?”

– “Ik vrees dat U zult moeten kiezen: of u gaat het onderhoud van het kroondomein voortaan zelf betalen, of Het Loo moet het hele jaar openblijven, tenminste als u die subsidie van 4,7 miljoen wilt behouden.”

“Zelf betalen? Zelf betalen? Nog nooit in de geschiedenis van het Koninkrijk der Nederlanden heeft een koning iets zelf betaald. Wat een brutaliteit om dat voor te stellen!”

– “Dat is helaas de wet, Majesteit. Al degenen die subsidie ontvangen, zijn gelijk voor de wet. Een oud revolutionair misverstand, waar ik ook niets aan kan doen. Het moet er even doorheen zijn geglipt toen de wet werd opgesteld.”

“En waar haal ik zo gauw al dat geld vandaan? Ik kan toch niet weer bij mijn moeder aankloppen, zoals ik ook heb gedaan bij de aankoop van ons Griekse huisje?”

– “Het gaat slechts om drie maanden per jaar, Majesteit.”

“Dat zijn net de drie maanden van de jacht. En wie gaan straks al die kogels betalen en die ingehuurde drijvers, de honden en het grote diner? En het Metropole Orkest dat na afloop spelen komt? Wie gaat dat allemaal betalen?”

Hoe bedoelt u, Majesteit? Dat de jachtpartij doorgang vindt, terwijl er tegelijkertijd bezoekers op het domein zijn? Ik betwijfel of zulke situaties door het parlement worden goedgekeurd

– “U zou natuurlijk ook kunnen afzien van de jachtpartij”.

“Afblazen? Dan sla ik een pleefiguur tegenover al mijn vrienden van de jachtclub! Dan kan ik mij nergens meer in Europa vertonen. Wat is een koning waard zonder een dubbelloops jachtgeweer?”. 

De monarch hief wanhopig zijn armen ten hemel. Maar toen verscheen ineens iets van een glimlach op zijn gezicht en hij zei: “Denk eens aan al die arme wilde zwijnen die straks in overtal op Het Loo rondlopen, als er niet meer gejaagd mag worden. Aan al die arme edelherten, die wanhopig naar voedsel zoeken, als zij niet meer worden geschoten. Dat kun je die beesten toch niet aandoen. En bovendien hebben wij net een koninklijke afspraak gemaakt met de boeren in de omgeving dat wij – ter bescherming van hun arme schapen – dit jaar twee wolven mogen abknallen. Wij hadden ons daar erg op verheugd.”

De minister-president schrok even. Toen hij zich hersteld had, zei hij: “De wolf is een beschermd dier, Majesteit. Dat mag niet zomaar.”

“Dat mag niet, dat mag niet… Weet je wat niet mag? Schijten in de hofvijver. Wist je, Mark, dat dieren van vorm veranderen door de opwarming van de aarde? De grutto krijgt een langere snavel, de olifant een langere slurf en de wolf een grotere bek. Dat heet evolutie, ik lees ook de kranten! En met die grotere bek gaat die wolf nog meer schapen opvreten. Hebben jullie daar wel aan gedacht? En dan zouden wij niet een paar van die gemene vreetzakken mogen afschieten! Kom nou, dat is toch de omgekeerde wereld.”

– “Biologie is een mooi vak, Majesteit, maar ik vermoed dat zo’n evolutionair proces niet meteen morgen is afgerond.”

“Okay, Mark, okay, misschien heb je voor deze ene keer een beetje gelijk. Maar laten wij eens proberen out-of-the-box te denken. Zou het niet mogelijk zijn het domein open te houden, terwijl er wordt gejaagd?”

– “Hoe bedoelt u, Majesteit? Dat de jachtpartij doorgang vindt, terwijl er tegelijkertijd bezoekers op het domein zijn? Ik betwijfel of zulke situaties door het parlement worden goedgekeurd. Officieel is Het Loo een stiltegebied.”

“Dan zetten wij toch gewoon een paar geluiddempers op onze geweren.”

– “Maar het zou ook te gevaarlijk zijn, Majesteit. Stelt u zich eens voor dat er per ongeluk een gewone bezoeker wordt geraakt, dan zijn de rapen gaar in het land. Dan kunt beter meteen naar Griekenland emigreren.”

“Je ziet overal problemen, Mark. Vertrouw je onze behendigheid met wapens niet? De laatste die per ongeluk een schot hagel in zijn kont kreeg, was een inwoner uit een van de achterbuurten van Apeldoorn. Dat gebeurde in 1862 en die man had het helemaal aan zichzelf te danken, want hij was daar aan het stropen.”

– “Zeer betreurenswaardig, Majesteit, maar jagen op een open dag, ik denk niet dat het door het parlement komt. Op die manier zouden wij de Partij voor de Dieren alleen maar populairder maken.”

“Maar tot dusver hebben wij het toch steeds afweten te houden met een beroep op ‘de bescherming van de privésfeer’. Dat werkte toch goed?”

– “Helaas niet meer.”

Toen knipte hij met zijn vingers. Voor een buitenstaander zou het een machteloos gebaar geleken. De minister-president stond op en werd door de lakei uitgelaten

“Hoezo? Privé is toch privé. Wat daar gebeurt, gaat toch niemand wat aan. Dat lijkt me logisch. Iedereen wil wel eens tijd voor zichzelf hebben om naar de wc te gaan.”

– “Maar dat duurt over het algemeen geen drie maanden, Majesteit. Iedereen weet dat in die tijd gejaagd wordt op Het Loo.”.  

“Iedereen? We hebben het toch altijd stil gehouden?”.

– “Tegenwoordig weet absoluut iedereen het, Majesteit, en niet alleen die paar boswachters die de knallen horen. De Volkskrant schreef nog vanochtend: ‘Het vermoeden bestaat dat de koninklijke familie dan jaagt op wild’. Nou, als de Volkskrant iets vermoedt, dan kun je ervan uitgaan dat heel het land het al heel erg lang weet.”

“Bah!”, riep de koning plotseling met grote kracht uit het diepst van zijn hart.

Toen knipte hij met zijn vingers. Voor een buitenstaander zou het een machteloos gebaar geleken. De minister-president stond op en werd door de lakei uitgelaten. Langs de hofvijver fietste hij naar huis. De koning bleef achter en over zijn gezicht trok een grijns van grote ontevredenheid.