Spring naar de content
bron: anp

De Hoogovens: over wat je wel weet, maar liever niet wilt weten

Eigenlijk wisten we al dat de rook van de Hoogovens ongezond was, schrijft Max Pam. We wisten dat je er dood van gaat. Maar we wilden het niet weten, omdat de rook van de Hoogovens goed is voor de Nederlandse economie en de Nederlandse welvaart. 

Gepubliceerd op: door Max Pam

Naar de Hoogovens ging ik altijd graag. Eerst met de trein en later, toen ik mijn rijbewijs had gehaald, met de auto. Ik ben er ook wel heen gefietst. Ik kwam er met vriendinnen om een visje te eten in IJmuiden, of om op het strand te liggen vrijen. Ik kwam er ook met mijn kinderen om te zwemmen en te voetballen. Altijd zag ik in de verte de rookpluimen van de Hoogovens.

Aanvankelijk was er vanuit Amsterdam niet eens een tunnel. Maar sinds 1957 kon je door de Velsertunnel rijden, geel betegeld van binnen, een toonbeeld van moderniteit. Ik herinner mij nog de ophef toen er brand uitbrak en er tussen de tegels vijf automobilisten omkwamen. 

Tegenwoordig zijn er twee tunnels.

Als je de afslag IJmuiden nam, kon je helemaal tot aan de pier rijden. Dan liep je langs de rotsblokken praktisch de zee in. Een eenzame visser tussen het basalt trotseerde de wind die er altijd woei. Als je geluk had zag je groot zeeschip binnenkomen of uitvaren. Het aanmeren en het schutten van de sluizen in het Noorzeekanaal zorgden altijd voor een enorm spektakel. Daar kon ik uren naar kijken.  

En in de verte lagen de Hoogovens. Bij windstilte steeg de rook in een rechte lijn naar de hemel. Het leek alsof de rook met liefde werd opgenomen in de wolken van het universum. 

Roken, drank en bohemienschap hoorden bij het schaken als het water bij het Noordzeekanaal

Ik keek ook altijd graag naar de fabriek. Een machtig bouwwerk was het – van vuur, stoom en gloeiend heet ijzer. Stoere mannen met helmen liepen door de walserijen, alsof zij immuun waren voor temperaturen van honderden graden. De romantiek van de zware industrie. Nergens meer in Nederland te vinden, alleen nog in Wijk aan Zee, dat mooie dorp achter de Noord-Hollandse duinen. 

En dan was er natuurlijk het Hoogovenschaaktoernooi. In mijn jeugd vond dat plaats in hotel Kennemerduin, soms wel drie weken lang. Wereldkampioenen en hun rivalen heb ik daar gezien. De geniale Botwinnik zag ik er. En Misja Tal, de magiër van Riga. En Petrosjan, Keres en Korstjnoj. En onze Nederlandse held Johannes Hendrikus Donner, die zichzelf nooit Jan Hein, maar altijd Hein Donner noemde.

Donner rookte altijd. Schakers rookten altijd. Hun spel is immers voortgekomen uit de koffiehuizen en cafés. Maar Donner rookte het meest van allemaal, zeker drie tot vier pakjes per partij. Naast hem in de asbak hoopte zich een toren van peuken op. Toen een van zijn opponenten eens geïrriteerd de rook boven het bord wegwuifde, wilde Donner zelf een protest indienen ‘wegens het hinderen van de tegenstander’. Roken, drank en bohemienschap hoorden bij het schaken als het water bij het Noordzeekanaal.

Maar toen gebeurde er iets heel vreemds. Een nieuwe geest waarde over de wereld en die geest keerde zich tegen het roken. Aanvankelijk dacht ik: er is één rovershol dat de anti-rookbeweging zal weerstaan en dat zijn de schaakclubs en de schaaktoernooien. Daar paffen ze rustig door. Maar wat heb ik mij vergist! Eenmaal overgenomen door Tata Steel werd het Hoogovenschaaktoernooi als een van de eerste toernooien ter wereld ‘rookvrij’ verklaard. 

Dat had iets ongemakkelijks: binnen mochten de schakers niet meer roken, maar buiten rookten de schoorstenen van de Hoogovens vrolijk door. Het is maar goed dat Donner (1927 – 1988) dit niet meer mee heeft hoeven maken. Hij zou geen partij meer hebben gewonnen. 

                 Michael Botwinnik tegen Hein Donner, Wijk aan Zee, 1969

1. d4 Pf6 2. c4 g6 3. g3 c6 4. Lg2 d5 5. cd5x cd5x 6. Pf3 Lg7 7. O-O  O-O 8. Pc3 Pe4 9. Pe4x de4x 10. Pg5 Dd4x 11. Dd4x Ld4x 12. Pe4x Pc6 13. Pc3 Td8 14. Td1 Le6 15. Le3 Le3x 16. fe3x Pa5 17. b4 Pc4 18. Kf2 Pd6 19. Pe4 Pe4x+ 20. Le4x Tab8 21. a3 b6 22. Tdc1 Tdc8 23. Ld3 Tc1x 24. Tc1x Tc8 25. Tc8x+ Lc8x 26. e4 e5 27. Lc4 Kf8 28. Ld5 Ke7 29. Ke3 La6 30. Kf3 Lb5 31. Ke3 Ld7 32. Kd3 Lg4 33. Ke3 Bh3 34. Kf3 Ld7 35. Ke3 Lb5 36. Kf3 a5 37. Ke3 h6 38. Kd2 ab4x 39. ab4x Le8 40. Kd3 Kd6 41. Lb3 f5 42. ef5x gf5x 43. e4 remise.

Schakers die na de partij wilden uitwaaien, liepen over het strand. Ikzelf heb ook vele strandwandelingen gemaakt. Diep ademde je de gezonde zeelucht in. Boven je hoofd zette de rook van de Hoogovens koers naar het noorden, tenminste als de wind uit het zuiden kwam. Kwam de wind uit het noordwesten, wat meestal het geval was, dan had je erop het strand geen last van, want dan dreef de rook rechtstreeks land inwaarts. 

Eigenlijk wisten we het al. Eigenlijk wisten we het al dat roken ongezond was. Dat je er dood van gaat. Maar dat wilden we niet weten, want zonder roken ging het niet. Zonder roken had je de stress niet onder controle. 

Eigenlijk wisten we het al. Eigenlijk wisten we al dat de rook van de Hoogovens ongezond was. Dat je er dood van gaat. Maar we wilden het niet weten, omdat de rook van de Hoogovens goed is voor de Nederlandse economie en de Nederlandse welvaart. 

Een nieuw RIVM-rapport, getiteld Tata Steel Actueel, heeft deze week bevestigd wat eigenlijk al lang wisten. Wat schakers al lang wisten, wat inwoners van Wijk aan Zee al lang wisten, wat iedereen al lang wist, namelijk dat het allemaal dodelijk ongezond is geweest om die rotzooi je longen binnen te zuigen. Dat je er eerst van gaat hoesten, dat je kinderen er een lager IQ van krijgen, dat sneeuw die in de omgeving valt zo zwart wordt als roet, dat gezondheidsklachten de pan uit rijzen en dat je er – last but not least – veel eerder dan in de rest van Nederland dood van gaat. 

We wisten het eigenlijk al, maar we wilden het niet weten. Hein Donner sloeg bijna nooit een Hoogoventoernooi over, behalve als hij in Castro’s Cuba spelen kon. Jong gestorven, Hein, net zestig. Botwinnik mag nog blij zijn, dat hij maar een enkele keer mee heeft gedaan.  

De Perzische dichter Omar Khayyám (1048-1123) heeft een vooruitziende blik gehad, toen hij schreef dat het schaken en de dood nauw met elkaar verbonden zijn. In een beroemd kwatrijnen zegt hij:

In ’t spel van dag en nacht dat Hij verkoos
dienen wij Hem als stukken, machteloos,
Hij schuift met ons, zet schaak, slaat eindeloos,
En legt ons stuk voor stuk weer in de doos.

Vul voor ‘Hem’ in ‘Tata Steel’ en u bent weer helemaal bij.