Spring naar de content
bron: anp

Beaujolais primeur 2021 in ouwe zakken, smullen!

Max Pam wist bijna twee maanden geleden al dat we precies dezelfde coalitie krijgen die wij al hebben. “De onverstoorbaarheid van Rutte valt te begrijpen. Hij hoeft alleen maar af te wachten tot de kindertjes tot hem komen.”

Gepubliceerd op: door Max Pam

Het was twee maanden geleden, op 3 augustus 2021 – ik weet het nog precies, want we zaten op de verjaardag van Martin Sommer in diens tuin te Haarlem en hij schonk witte Franse landwijn uit grote hangzakken met zo’n tuitje – dat ik aan zijn Volkskrant-collega Remco Meijer vroeg: “Welke coalitie krijgen we nou eigenlijk?”

Remco is parlementair verslaggever, een gelauwerde journalist, die nergens meer van opkijkt en met een rustige blik zijn omgeving waarneemt. Het formeren was al lange tijd aan de gang, Mark en Sigrid hadden nog ruzie, Lilianne en Jesse hielden elkaars handjes nog vast en op het land telden de niet onteigende boeren hun kloten, terwijl Caroline van der Plas in alle talkshows de gelegenheid kreeg om haar klaagzang voort te mekkeren. Veel schot zat er niet in – dat was zo ongeveer de situatie.

Remco hoefde niet lang na te denken. Achteloos antwoordde hij: “Het wordt dezelfde coalitie die wij nu al hebben: VVD, D66, CDA en ChristenUnie.”

Ik viel zowat van mijn gammele tuinstoel. 

Eigenlijk is de vraag hoe men naar dit nieuwe ouwe kabinet heeft toegewerkt ook niet zo moeilijk te beantwoorden. Het alternatieve duo Ploumen/Klaver had geen schijn van kans

Hij vermoedde het al. Sterker nog: hij wist het al. En als Remco het al wist, dan waren vrijwel zeker nog een paar anderen op de hoogte. In elk geval wist ik sinds 3 augustus ook: het wordt precies dezelfde coalitie die wij al hebben. Alleen moesten nog de vragen worden beantwoord: hoe werken ze daar naar toe en hoe gaan ze dat verkopen? 

Het  antwoord op die laatste vraag is het eenvoudigst. Met enige trots meldde demissionair premier Rutte het nieuws van de doorbraak. De partijen van het oude kabinet komen weer bij elkaar, maar ze gaan het voortaan allemaal heel anders doen. Er komen nieuwe mensen (behalve hijzelf, en Sigrid, en nog een paar andere ouwe bekenden), er komt een nieuwe cultuur en een nieuwe politiek, en bovenal een nieuwe toekomst.  

Kortom, kabinet Rutte-IV wordt een beaujolais primeur 2021 in ouwe zakken. Dat wordt smullen!

Eigenlijk is de vraag hoe men naar dit nieuwe ouwe kabinet heeft toegewerkt ook niet zo moeilijk te beantwoorden. Het alternatieve duo Ploumen/Klaver had geen schijn van kans. Ik zag een tweet van de journalist/historicus Roelof Bouwman, die dit in één oogopslag wist te verklaren:

Afbeelding met tekst

Automatisch gegenereerde beschrijving

Het verval is tragisch: in ruim twintig jaar bijna tweederde van de stemmen naar de gallemiezen. Mee willen regeren om een links kabinet te krijgen, is steeds een illusie geweest in een Kamer die in feite een rechtse meerderheid heeft. Ploumen en Klaver hebben aan luchtfietsen gedaan. Vooral de houding van Ploumen was een grote strategische blunder. In haar eentje was zij in het kabinet bijzonder welkom geweest. De medisch-ethische wetgeving bij voorbeeld was dan zonder eindeloos gezeur opgelost. Het christelijke gezwijmel van Gert-Jan Segers had zo’n kabinet achter zich kunnen laten. Nu moest Ploumen, toen het rookgordijn was opgetrokken, wel met gespeeld enthousiasme en met zand in de mond te roepen: “Dan gaan we toch in de oppositie!”

Hartelijk gefeliciteerd, mevrouw Ploumen. 

Veel geluk in nog vier jaar politiek-Siberië. Hoe vaker links kansen voorbij laat gaan, hoe kleiner zij wordt. De tijden dat je in de oppositie automatisch bij verkiezingen ging winnen, zijn voorlopig nog niet terug, vraag maar aan Jesse.

De onverstoorbaarheid van Rutte valt te begrijpen. Zijn cynisme over het Kabinet-POW (Primeur in Ouwe Zakken) is hem in de schoot geworpen. Hij hoeft alleen maar af te wachten tot de kindertjes tot hem komen. 

Dus toch maar geen nieuwe verkiezingen voor D66. Voor je het weet, wordt Kaag ‘afgerekend’, zoals dat in het horeca-jargon heet

Maar hoe staat het met Sigrid Kaag? Haar politiek is onnavolgbaar, er valt weinig touw aan vast te knopen. Dan laat zij Rutte vallen, dan weet zij hem weer te omarmen. Dan houdt ze links vast, dan laat ze links weer vallen. Dan schopt zij de ChristenUnie van zich af, dan neemt zij de ChristenUnie weer in genade als een verloren zoon. Consistent is het allemaal niet, wel tamelijk lachwekkend. Het is meer het werk van een politieke amateur dan van iemand met een grote internationale ervaring. In haar behoefte om een doorbraak te forceren, zou je haar hervonden liefde voor de ChristenUnie moedig kunnen noemen, maar het is wel een moed die voortkomt uit moedeloosheid. 

Nieuwe verkiezingen waren natuurlijk de oplossing geweest. Maar die oplossing hoefde volgens Kaag niet, want dan was er “een reële kans zijn geweest dat de uitslag dezelfde zou zijn.” Mogelijk, maar ergens vertelt mijn intuïtie mij dat de peilingen wel eens gelijk kunnen hebben, wanneer zij voorspellen dat D66 op verlies staat. Dus toch maar geen nieuwe verkiezingen voor D66. Voor je het weet, wordt Kaag ‘afgerekend’, zoals dat in het horeca-jargon heet. 

Fijn, dat Rutte-IV (POW) het allemaal anders gaat doen. Logischerwijs zal het dan nog wel even gaan duren, want wij zijn er nog lang niet. “Een regeerakkoord is gestold wantrouwen”, heeft Ruud Lubbers eens gezegd. Daarom wil informateur Remkes een zo kort mogelijk regeerakkoord – hij is niet gek. Maar de vijf partijen die samengaan, willen allemaal iets ‘binnenhalen’ voor hun toezegging om met de oude coalitie door te gaan.

Het klimaat, doodgaan met een dominee aan je bed, de woningbouw, de zorg, er zijn talloze punten waarop de partijen maar al te graag aan hun achterban willen vertellen dat zij hebben gescoord. Ik voorzie een kort regeringsakkoord met een hele lange preambule, maar vooral ook met talloze bijlagen vol mitsen en maren, en voorzien van een uitgebreid notenapparaat waarin zal staan dat een en ander alsnog moet worden geregeld. 

Traditioneel wordt op de derde donderdag in november in Nederland de ‘beaujolais primeur’ gepresenteerd. In mijn jeugd ging op het Americain Hotel te Amsterdam de vlag uit, maar dat zie je niet meer. Zelfs Nederlanders zijn er achter gekomen dat de beaujolais primeur, ook wel de beaujolais nouveau genoemd, eigenlijk niet zuipen is. 

Zelf heb ik Remco Meijer niet meer nodig om te voorspellen dat op die derde donderdag in november het Beaujolais-Primeur-in Ouwe-Zakken-Kabinet nog lang niet geïnstalleerd zal zijn.

Proost!