Spring naar de content
bron: anp

De crisis van de roman

De literaire fictie zit in het nauw. De slechte resultaten van uitgeverij De Bezige Bij leggen een onderliggend probleem bloot. Groot, groter, grootst is in volatiele tijden geen passend bedrijfsmodel meer. Een terugblik op 2023, plus de uitreiking van de Frits.

Gepubliceerd op: Geplaatst in de volgende categorieën: door Thomas van den Bergh

Terwijl ik de vijf woorden optik die boven dit artikel staan, vraag ik me af hoe vaak er al gesproken is van ‘de crisis van de roman’. Het doodverklaren van de roman is op zichzelf een essayistisch subgenre geworden. Louis Couperus voorspelde begin twintigste eeuw al dat er ‘binnen een eeuw geen romans meer zullen worden geschreven’. En in 2011 betoogde Bas Heijne in zijn essay Echt zien dat de beeldcultuur het pleit definitief had gewonnen van de literaire cultuur.

Dergelijke apocalyptische uitspraken zijn steeds ingehaald door de tijd. Mensen blijven behoefte hebben aan het vertellen van verhalen, aan het prikkelen van de verbeelding en aan de vlucht uit de kille en kale werkelijkheid die literatuur kan bieden. Natuurlijk heeft de roman wat dit betreft enorm veel concurrentie gekregen. Ook series op Netflix, filmpjes in je Instagram-reel en games op de Playstation geven kortstondig toegang tot parallelle universums. Maar wegzinken in een boek is, ook voor jongere generaties, nog altijd een aanlokkelijke bezigheid – zie de populariteit van een fenomeen als Booktok, het TikTok-kanaal waarop young adults elkaar titels aanraden.

Toch tekende zich het afgelopen jaar een kentering af. Als de Bestseller 60 een indicatie is van lees-tendensen, moeten we concluderen dat met name de categorieën Nederlandse en vertaalde fictie een sterk dalende lijn laten zien. Het is geen toeval dat twee uitgeverijen die vanouds leunden op hun literaire poot moeilijke tijden doormaken: Atlas Contact nam afscheid van directeur Caroline Reeders, bij De Bezige Bij werden acht werknemers ontslagen, onder wie uitgever Francien Schuursma.

Louis Couperus voorspelde begin twintigste eeuw al dat er ‘binnen een eeuw geen romans meer zullen worden geschreven’.

Vooral dat laatste wekte verbazing en verontwaardiging in ‘het wereldje’. Schuursma was al meer dan twintig jaar werkzaam bij de Bij en geliefd bij veel auteurs. Tegelijkertijd leek het logisch dat er structureel iets moest veranderen bij deze uitgever, die dit jaar naar verluidt meer dan twee miljoen verlies lijdt. 

Ik ben zelf oud-redacteur van De Bezige Bij en deze legendarische uitgeverij gaat me aan het hart. Het is pijnlijk om te zien dat dit huis, waar tien jaar geleden nog een permanente feeststemming heerste, nu in verval dreigt te raken. Maar was het geen accident waiting to happen? De gouden jaren onder Robbert Ammerlaan hadden immers een keerzijde: deze flamboyante uitgever had een magnetische uitstraling op schrijvers die op meer commercieel succes hoopten. En welke auteur doet dat niet? De auteurslijst werd onder Rupsje Nooitgenoeg Ammerlaan dus langer en langer. Hij verleende zo ongeveer iedereen die een pen kon vasthouden onderdak: arrivés als A.F.Th. van der Heijden, Charlotte Mutsaers, Cees Nooteboom en Gerrit Komrij, midcareers als Kees van Beijnum, Erwin Mortier, Manon Uphoff en Oscar van den Boogaard en relatieve nieuwkomers als Hagar Peeters, Ernest van der Kwast en Daan Heerma van Voss maakten de oversteek.

Al die schrijvers hadden hun eigen – niet altijd even realistische – wensen en verlangens. Intussen werd de redactie geacht nieuw talent te acquireren, én moesten we ons ontfermen over de imposante ‘backlist’ van de Bij. Want deze uitgeverij mag zich de trotse 

rechthebbende noemen van de literaire oeuvres van de complete Grote Drie – Harry Mulisch, Gerard Reve en Willem Frederik Hermans – aangevuld met (de late) Jan Wolkers, alles van Marten Toonder en Hugo Claus, en nog zo wat grote namen. Het is hondsmoeilijk om de belangstelling voor dit literair erfgoed bij de Nederlandse lezer levend te houden. Oude titels moeten telkens weer in nieuwe jasjes worden gehesen, bij voorkeur voorzien van een frisse inleiding van een jong talent. Veel werk, weinig opbrengst.

Wat gebeurt er als ongeveer de complete naoorlogse Nederlandse literatuur bij één uitgever terechtkomt? Die wordt topzwaar. Jonge auteurs voelden zich te midden van al deze kanonnen begrijpelijkerwijs niet gezien en gingen de afgelopen jaren huns weegs: Maartje Wortel, Yves Petry, Walter van den Berg en Marjolijn van Heemstra vonden onderdak bij uitgeverij Das Mag, Philip Huff ging naar Prometheus, Daan Heerma van Voss keerde terug naar Atlas Contact. Maar ook een fiks deel van de vaste waarden vloeide af: onder anderen Charlotte Mutsaers, Manon Uphoff, Edzard Mik, Leon de Winter en Jessica Durlacher zochten om uiteenlopende redenen hun heil elders.

Bestsellers had de uitgeverij de afgelopen jaren nauwelijks. Het verkoopsucces van Jan Siebelink droogde na Knielen op een bed violen geleidelijk op; de aantallen die Stefan Hertmans met zijn prijswinnende Oorlog en terpentijn haalde, wist hij daarna niet te herhalen. Grote namen als Margriet de Moor, Cees Nooteboom en Erwin Mortier zijn allang niet meer de trekkers van weleer. Terwijl Peter Buwalda in alle rust verder sleutelde aan zijn magnum opus, was vooral Lisa Weeda’s Aleksandra een onverwacht succes, evenals het debuut van Gijs Wilbrink (De beesten) van afgelopen jaar. Dit najaar hoopt De Bezige Bij met de nieuwe Tommy Wieringa (Nirwana) 2023 goed af te sluiten.

Er is in het boekenvak maar één zekerheid: alles waar Kluun op staat, vliegt de boekhandel uit. Afgelopen jaar flikte hij het weer met zijn boek over het opvoeden van pubers. Voor het overige is totaal onvoorspelbaar wat wel en wat geen bestseller wordt. Dat was altijd al zo, maar het lijkt erop dat de markt grilliger is dan ooit tevoren. Kijk alleen naar de drie bestverkochte literaire titels van het afgelopen boekenjaar. De grote historische roman van Ilja Leonard Pfeijffer, Alkibiades, prijkte 19 weken in de Bestseller 60. Dat was misschien nog niet wat uitgeverij De Arbeiderspers ervan had gehoopt, maar afgaand op de moeilijkheidsgraad van dit boek mag toch van een eclatant succes worden gesproken. Een ruim 800 pagina’s tellend epos vol veldslagen en diplomatiek gekonkel is bepaald geen voor de hand liggende kost voor de modale lezer.

Ook Anjet Daanjes Het lied van ooievaar en dromedaris was een onverwacht succes. Dit episodische boek, bestaand uit losse verhalen, spelend in de negentiende en vroeg-twintigste eeuw, die op een ingenieuze manier steeds in elkaar grijpen, vol van merkwaardige, onverklaarbare voorvallen en spookachtige scènes, onderbroken door brieven en dagboekfragmenten van (fictieve) biografen die het waarheidsgehalte van de gebeurtenissen trachten te bepalen – ga er maar aan staan. En dat deden heel veel lezers. Dat zóveel mensen bereid waren zich onder te dompelen in dit ongewone universum was een van de grote verrassingen van het afgelopen jaar.

De derde onverwachte bestseller van 2023 was de roman Luister van Safrancine oomencha Bronwasser. Net als de andere twee is Luister een historische vertelling, zij het dat oud-kunstjournalist Bronwasser minder ver terugreist in de tijd, namelijk naar het Parijs van de jaren tachtig, toen de stad in de greep was van terroristen. Een Nederlandse au pair komt in een gezin terecht waarvan de vader voorspellende gaven lijkt te bezitten. Een tweede lijn vormt de toxische relatie van de hoofdpersoon met haar voormalige kunstdocent.

Luister is een vaardig verteld, spannend boek met een paar verrassingselementen. Zeer onderhoudend maar geen meesterwerk. Is het de combinatie Parijs en esoterie die deze roman tot bestseller heeft gepromoveerd? Niemand die het weet. 

Dat boekenverkoop zich niet laat voorspellen, anders dan trends in de woningmarkt of de confectie, is een van de lastigste aspecten van het vak. Deze onvoorspelbaarheid maakt uitgeverijen – en in mindere mate boekhandels – kwetsbaar. De conclusie moet luiden dat groot, groter, grootst op dit moment geen gezond bedrijfsmodel is in de Nederlandse uitgeverij. De markt is, zoals dat in beleggerstermen heet, ‘volatiel’. Met een klein en wendbaar team kun je een plotselinge, onvoorziene dip in de verkoop sneller opvangen. Tegelijk zijn de verrassingen de grote charme van de wereld der letteren. Wie had twee jaar geleden kunnen voorspellen dat lezend Nederland op het strand zou liggen met een pil van het Groningse buitenbeentje Anjet Daanje van de kleine uitgeverij Passage?

Omdat het altijd leuk is om prijzen weg te geven, zeker in moeilijke tijden als deze, sluiten we dit jaaroverzicht af met vijf trofeeën. Ze zijn vernoemd naar het beroemdste personage uit de Nederlandse letteren, Frits van Egters, als hommage aan de edele romanschrijfkunst.

De Frits voor de grootste comeback 

Voor: Francine Oomen

Het was een tijd stil rond Francine Oomen, die in de jaren tussen 1998 en 2015 naam maakte met haar razend populaire kinderboekenserie Hoe overleef ik…? In de zomer van 2022 verzuchtte TikTokker Jurriaan Hendriks dat hij de serie miste. Hoe zou hoofdpersoon Rosa overleven in de moeilijke periode na het afstuderen, als je je leven op de rails probeert te krijgen? 

Zijn filmpje ging viraal en kreeg duizenden likes. Oomen hapte en in september verscheen Hoe overleef ik alles wat ik niemand vertel?, het eerste deel voor volwassenen. Resultaat: chaotische taferelen bij de boekhandel, signeersessies die bijna uit de hand liepen. In één dag waren de eerste 25.000 exemplaren verkocht. Sindsdien staat het boek onafgebroken in de toptien.

De Frits voor de raarste publiciteitsstunt 

Voor: Arnon Grunberg

Doorgaans weet Arnon Grunberg er goed voor te zorgen dat hij in de schijnwerpers blijft staan. Zo maakte hij in het verleden een dansvoorstelling, ging tijdelijk in een slachthuis werken en als kamermeisje in een hotel, en hij dook onder in een willekeurig gezin om met hen een vakantie door te brengen. 

Maar zijn acties pakken niet altijd goed uit. Dit najaar kreeg hij het idee om het opklapbed uit zijn ouderlijk huis te veilen – ‘een literair artefact van museale waarde’. Het openingsbod was erg optimistisch op 3500 euro gezet, en daarmee was de veiling nog voordat ze goed en wel van start was gegaan feitelijk al ten einde. Misschien kan Grunbergs bed een mooi plekje krijgen in het Literatuurmuseum, naast de stofzuiger van Vestdijk en de teennagels van Gerard Reve?

De Frits voor het grootste overstatement 

Voor: Ilja Leonard Pfeijffer

De bekendmaking van de boekenweekauteur is al jaren het traditionele moment voor twitterend en columnistisch Nederland om zich collectief kwaad te maken. Ditmaal ging het er geloof ik om dat het uitverkoren gezin Chabot in de ogen van de opiniemakers literaire lichtgewichten zouden zijn. Twee leden van het gezin hebben zelfs überhaupt nog nooit een boek gepubliceerd. Schande! 

Volgens het hoofdredactioneel commentaar in NRC was de nominatie ‘een klap in het gezicht van de Nederlandse roman’, maar Ilja Leonard Pfeijffer maakte het nog bonter in zijn column voor het blad dat u nu in handen heeft, waarin hij fulmineerde: “De CPNB verkwanselt het eerbiedwaardige Boekenweekgeschenk.” 

Nu kun je veel zeggen van het Boekenweekgeschenk, maar niet dat het ‘eerbiedwaardig’ is. Denk alleen aan voormalige auteurs als de suffe columnist Henri Knap of detectiveschrijver annex zakenman Janwillem van de Wetering. Pfeijffer cum suis vergeten dat de CPNB een reclamebureau is en het Boekenweekgeschenk een leuk geschenkboekje om potentiële kopers naar de boekwinkel te lokken. Handel! Uit betrouwbare bron kan ik u melden dat menige boekhandelaar een juichkreet slaakte toen de naam Chabot bekendgemaakt werd.

De Frits voor de slechtste seksscène 

Voor: Kirac

Dit najaar publiceerde schrijfster Mette Maria van Dijk een roman over een meisje dat naar de Bijlmer verhuist omdat ze met zwarte mannen wil seksen. Het boek kreeg veel kritiek vanwege de opeenstapeling van clichés en stereotypen. Opwinding dus, maar van de verkeerde soort. Toen vervolgens bleek dat Van Dijk gelieerd is aan kunstenaarscollectief Kirac, rees de verdenking dat deze roman in de eerste plaats een mediastuntje is.

Kirac (Keeping It Real Art Critics) begon ooit als prettig tegendraads clubje dat ontnuchterend commentaar leverde op moderne beeldende kunst. In het voorjaar van 2023 stond de trailer van het nieuwe Kirac-project online: schrijver Michel Houellebecq zou voor de Kirac-camera het bed delen met een prostituee. Wat Kirac hier precies mee wilde aantonen, blijft vooralsnog een raadsel; de lancering van de film is door allerlei rechtszaken uitgesteld.

Wat leren deze beide incidenten? (1) Kirac gaat steeds minder over kunstkritiek en steeds meer over aandacht trekken. (2) Het is verdomd moeilijk een écht opwindende seksscène te maken.

De Frits voor het kapitaalste poëzienieuws 

Voor: de Johan Polak Stichting

Sinds het ter ziele gaan van de VSB-prijs moest de poëzie het zonder grote (lees: kapitaalkrachtige) bekroning stellen. De Stichting die de nalatenschap van uitgever Johan Polak beheert, brengt daar verandering in. Vanaf volgend jaar wordt de beste Nederlandse poëziebundel van de drie jaren daarvoor bekroond met het royale bedrag van 50.000 euro. De organisatie heeft meteen toegezegd dat de prijs voor een periode van ten minste 25 jaar zal blijven bestaan. Kijk, dat is nog eens toewijding aan de dichtkunst.

Met uw donatie steunt u de onafhankelijke journalistiek van HP/De Tijd. Word donateur of word lid, al vanaf €5 per maand.