Spring naar de content
bron: anp

Zolang Israël de fundamentele rechten van de Palestijnse bevolking blijft schenden, verdient het onze steun niet 

Ilja Leonard Pfeijffer schrijft met grote tegenzin over de oorlog tussen Israël en Hamas. ‘Wat het moeilijk maakt om hierover te schrijven, is dat de meningen zijn voorgeschreven. Het is verplicht om het misdadige, racistische apartheidsregime van een expansieve staat, die meermaals is veroordeeld voor schendingen van de mensenrechten, het recht te gunnen op zelfverdediging.’

Gepubliceerd op: Geplaatst in de volgende categorieën: door Ilja Leonard Pfeijffer

Ik schrijf deze column met grote tegenzin. Hoewel ik na iedere willekeurige column een gezonde hoeveelheid onaangename berichten mag ontvangen in de inbox van mijn e-mail, weet ik uit ervaring dat er twee onderwerpen zijn die garant staan voor grote hoeveelheden haatmail: pedofilie en Israël, waarmee ik uiteraard geenszins wil suggereren dat die iets met elkaar te maken zouden hebben, begrijp mij niet verkeerd. En hoewel niets mij in theorie verhindert om vandaag te schrijven over een gezellig en onschuldig onderwerp, zoals het besluit van de Tweede Kamer om het recht op begrijpelijke taal wettelijk te verankeren, kan ik er na de gebeurtenissen van de afgelopen dagen, op straffe van terechte beschuldigingen van irrelevantie en lafheid, onmogelijk omheen om het conflict tussen Israël en Palestina ter sprake te brengen. 

Wat het moeilijk maakt om hierover te schrijven, is dat de meningen zijn voorgeschreven. Het is verplicht om het misdadige, racistische apartheidsregime van een expansieve staat, die meermaals is veroordeeld voor schendingen van de mensenrechten, het recht te gunnen op zelfverdediging. Dat dit zogenaamde recht op zelfverdediging in juridisch opzicht problematisch is, aangezien Palestina niet als zelfstandige staat wordt erkend door de landen die dat recht op zelfverdediging aanvoeren en aangezien een beroep op het recht op zelfverdediging een ontkenning impliceert van het feit dat de Gazastrook door Israël bezet wordt, is onwelkome scherpslijperij. 

Bovendien moet men dit recht aan Israël toekennen zonder mitsen en maren, dus het is verboden om te wijzen op de historische context van het Palestijnse verzet en om de systematische Israëlische onderdrukking van het Palestijnse volk als verklaring (verklaring, zei ik, ik had het niet over een rechtvaardiging) aan te voeren voor de recente gewelddadigheden. Deze gewelddadigheden moeten overigens verplicht terreur worden genoemd en het is volledig uit den boze om de terroristen te kwalificeren als Palestijnse verzetsstrijders, die een beroep doen op hetzelfde recht op zelfverdediging dat we zonder enig voorbehoud voor Israël reserveren. Het recht op vrijheid voor de Palestijnen mag niet ter sprake worden gebracht en al helemaal niet worden verwoord met de wens dat Palestina op een dag vrij moge zijn van de rivier tot aan de zee, want dat zou impliceren dat men het bestaansrecht van Israël betwist en dat is net zo erg als het ontkennen van de holocaust. 

Waar kinderen sterven, moet ons morele oordeel onwrikbaar zijn, zei Frans Timmermans, maar de Palestijnse kinderen die sterven mogen niet meewegen in ons ethische vonnis. 

Het feit dat Israël twee miljoen Palestijnen zonder water en elektriciteit heeft opgesloten op een lapje woestijngrond en dat concentratiekamp vervolgens platbombardeert, mag dan weer geen terreur worden genoemd. Men mag het geweld van de Palestijnen op geen enkele manier vergoelijken, maar het Israëlische geweld dient proportioneel en gerechtvaardigd geacht te worden. Waar kinderen sterven, moet ons morele oordeel onwrikbaar zijn, zei Frans Timmermans, maar de Palestijnse kinderen die sterven mogen niet meewegen in ons ethische vonnis. 

Er is een ziekenhuis gebombardeerd in Gaza. Hoewel Israël al dagenlang dreigt om Palestijnse ziekenhuizen te bombarderen, zegt Israël dat dit Palestijnse ziekenhuis nu net door de Palestijnen zelf is gebombardeerd. Wij volgen president Biden door te zeggen dat er gerede twijfels zijn over de Israëlische betrokkenheid bij het bloedbad en herhalen dat wij Israël onvoorwaardelijk zullen steunen. 

Nadat ik aldus de verplichte meningen heb verwoord, zou ik voorzichtig genuanceerd kunnen gaan doen door uitgebreid stil te staan bij het feit dat er een verschil is tussen de Palestijnse bevolking en Hamas, zoals er tevens een substantieel deel van de Israëlische bevolking is dat het regime van Netanyahu niet steunt. De aanlokkelijkheid van deze genuanceerde benadering is dat we de schuld voor het bloedvergieten in de schoenen kunnen schuiven van bloeddorstige leiders aan beide kanten, waarna we diep zuchten en gelukkig geen partij hoeven te kiezen. 

Maar nu het besluit is gevallen om duidelijke taal wettelijk verplicht te stellen, kan ik de enige juiste conclusie niet anders verwoorden dan als volgt. Zolang er geen vrije Palestijnse staat bestaat, zal het gehele Midden-Oosten een brandhaard zijn. Zolang Israël volhardt in zijn beleid om de fundamentele rechten van de Palestijnse bevolking te schenden, verdient het onze steun niet. 

Ik zie de reacties op deze column met belangstelling tegemoet.

Met uw donatie steunt u de onafhankelijke journalistiek van HP/De Tijd. Word donateur of word lid, al vanaf €5 per maand.