Spring naar de content

Erik Mouthaan: ‘New York is een geweldige stad om te wonen zolang het goed met je gaat’

Erik Mouthaan (Leiden, 1973) is correspondent Noord-Amerika voor RTL Nieuws. Vorige maand verscheen zijn boek New York, de gedroomde stad bij uitgeverij Nieuw Amsterdam.

Gepubliceerd op: Geplaatst in de volgende categorieën: door Mirjam Eeken

Wat is uw huidige gemoedstoestand?

Nu mijn boek uit is, probeer ik mijn stress los te laten, maar dat lukt nog niet helemaal. Ik concentreer me nu op mooie verhalen voor het nieuws en dat geeft nieuwe stress.

Wat is de beste plek om te wonen?

New York is een geweldige stad om te wonen zolang het goed met je gaat. De beste plek om te wonen is er een die veilig is. In mijn werk ben ik veel mensen tegengekomen die uit huis kunnen worden gezet of illegaal in het land verblijven. Daardoor ben ik gaan beseffen hoe fijn het is om een plek te hebben waar je geen enkele dreiging ervaart.

Lijkt u op uw moeder?

Ik heb het temperament van mijn moeder. Ik wil me altijd blijven ontwikkelen en verwacht dat ook van anderen. Mijn liefde voor cultuur en taal heb ik van haar, maar met dat taalgevoel komt ook een scherpe tong die ik – zeker in het verleden – inzette om anderen op hun plek te zetten. 

Lijkt u op uw vader?

Mijn vader was een optimist en levensgenieter, wiens gulzigheid ik heb geërfd. Toen hij mijn leeftijd had, was hij veel te zwaar en in slechte conditie. Ik heb mijzelf discipline moeten aanleren om niet in dezelfde situatie terecht te komen. Mijn ouders zijn vroeg overleden, waardoor ik op mijn 35ste al wees was. Dat is jong om je ouders kwijt te raken, maar ik ken verschillende mensen die decennialang voor hun aftakelende ouders moeten zorgen, dus ik weet niet wat erger is.

Wat zijn uw dagdromen?

Ik scroll graag op Instagram door grote huizen in Italië en dagdroom dan dat ik voor een prikkie zo’n palazzo op de kop tik, waar ik een beetje sinaasappels ga lopen kweken en tijdens de passeggiata naar het dorpsplein een mooie man tegenkom.

Wie zijn uw helden?

Elke journalist die naar een oorlogsgebied gaat is voor mij een held, maar tegenwoordig denk ik eerder aan schrijvers en kunstenaars. Zij vertellen de waarheid op manieren waar de maatschappij nog niet klaar voor is, waarna journalisten het stokje kunnen overnemen. De Amerikaanse fotograaf Nan Goldin raakte, net als vele miljoenen Amerikanen, verslaafd aan de pijnstiller oxycodon. Na een overdosis te hebben overleefd nam zij het voortouw in de strijd tegen de farmaceutische industrie, en in het bijzonder tegen de familie Sackler, die als ontwikkelaar van het medicijn verantwoordelijk wordt gehouden voor de opioïdencrisis in de VS. Journalisten houden soms te lang vast aan een mainstream manier van denken, terwijl kunstenaars als Goldin op radicale verandering zijn gericht.

Bidt u weleens?

Er was een periode in mijn leven waarin veel mensen mij tegelijk ontvielen, onder wie mijn ouders en cameraman Stan Storimans. Hoewel ik niet gelovig ben, begon ik in de kerk kaarsjes op te steken ter nagedachtenis aan die mensen. Dan probeerde ik een mooie herinnering op te roepen, bijvoorbeeld hoe mijn oom lachte of hoe Stan sprak. Dat heb ik laatst voor het eerst weer gedaan en dat voelt toch een beetje als bidden.

Hoe moedig bent u?

Ik heb verslag gedaan van de aardbeving in Haïti, bezocht de gevaarlijkste gevangenis van Guatemala en was aanwezig bij de Capitoolbestorming. Op zulke momenten word ik hyperalert en voel ik geen angst, maar ik weet niet of dat moedig is. Ik wil mezelf niet vergelijken met oorlogsverslaggevers als Olaf Koens en Jeroen Akker-mans, maar ik heb wel het idee dat de wereld steeds verder radicaliseert en ik vaker verslag zal doen van extreme bijeenkomsten.

Wat is uw grootste ondeugd?

Mijn suikerverslaving. Vroeger kregen we op zaterdagavond zo’n piepklein schaaltje pinda’s en een heel klein glaasje merkloze cola, dus in mijn studententijd ging ik helemaal los. Nog steeds heb ik veel moeite om maat te houden, dus hoewel ik mezelf suf kan sporten, ben ik ook in staat om een hele Bonbonbloc binnen vijf minuten naar achter te duwen.

Bent u monogaam?

Nee, ik geloof niet in monogamie. Ik vind het een ouderwets heteronormatief concept dat ons wordt opgelegd. Soms heb ik een relatie met iemand die er wel in gelooft en dan zal iemand moeten opschuiven. Ik denk overigens dat veel meer relaties overeind zouden blijven als we het romantische beeld van eeuwige trouw zouden loslaten.

Wie is uw grootste liefde?

De televisie, haha. Poe, dat vind ik lastig. Ik geloof niet in één grootste liefde. Ik denk dat mensen op meerdere momenten grote liefdes kunnen hebben.

Van wie houdt u het meest?

Christus, wat is dit? Het enige wat ik weet, maar dat is een soort Whitney Houston-antwoord, is dat je van jezelf moet houden en jezelf moet accepteren om van anderen te kunnen houden. Als je alleen maar kritisch op jezelf bent en jezelf naar beneden haalt, zoals ik lange tijd deed, dan ben je niet in staat om anderen liefde te geven. 

Wat is uw devies?

Je moet er wel voor werken.