Spring naar de content
bron: jerry lampen/anp

Hef toch op, die Haagse redacties

“Mijn vertrouwen in de politiek is de laatste tijd alleen maar toegenomen”, schrijft Jan Kuitenbrouwer, “maar de gemiddelde Nederlander heeft blijkbaar liever actie mét brokken, dan stilstand zonder.” De media kunnen helpen het vertrouwen in de politiek te herstellen, vindt hij. “Weg bij die dichte deur. Hup, het land in, praten met echte mensen over echte problemen.”

Gepubliceerd op: Geplaatst in de volgende categorieën: door Jan Kuitenbrouwer

Dus het vertrouwen in de politiek bevindt zich op een all time low. Dat is best vreemd eigenlijk. Zo’n pandemie van een dodelijke ziekte kun je zien als een stresstest van het politieke en bestuurlijke systeem, en Nederland is best aardig door die test heen gekomen. Zeker, de meningen zijn verdeeld, maar de discussie speelt zich hoofdzakelijk af tussen rapportcijfer 6 en 8, schat ik. Er worden ook wel enen en tienen uitgedeeld, maar dat is de altijd luidruchtige lunatic fringe.

Als je waarde hecht aan dit soort opinieonderzoek, kun je dat sterk gedaalde vertrouwen opvatten als een politiek feit. Dan is er nu, naast de diverse urgente problemen waar niets aan gedaan wordt, een goed reden bijgekomen om nieuwe verkiezingen uit te schrijven. Opdat er misschien een regering komt die die problemen wel adresseert én het vertrouwen herstelt. Als je, zoals de politicoloog Tom van der Meer hier helder uitlegt, in aanmerking neemt dat het vertrouwen in de politiek anderhalf jaar geleden sterk steeg onder invloed van corona – het rally around the flag effect – en dat het in het recente verleden ook wel eens veel lager was, onder Balkenende bijvoorbeeld, valt het ook wel mee met die ‘keldering’.

Maar ‘vertrouwen in de politiek’, wat zegt dat eigenlijk? Als het  ‘gekelderd’ is, was het nog niet zo lang geleden dus aanzienlijk hoger. Daaruit volgt dat de politiek toen in de ogen van het publiek beter bezig was dan nu. Curieus: toen de politiek het leven van duizenden onschuldige burgers ruïneerde, de sanering van de aardbevingsschade in Groningen traineerde en de woningnood naar een ongekend niveau tilde, toen het klimaatprobleem onderschat en het stikstofprobleem genegeerd werd, toen de ouderenzorg werd uitgekleed, de cultuursector op droog brood gezet werd en de verloedering van het onderwijs geen halt werd toegeroepen, had de burger meer vertrouwen in de politiek dan nu, nu het meeste werk stilligt en er vooral op de winkel gepast wordt. Met de feitelijke prestaties van de politiek heeft dat ‘vertrouwen’ dus waarschijnlijk niet zo veel te maken. Mijn vertrouwen in de politiek is de laatste tijd alleen maar toegenomen. Zolang het werk stilligt kan er ook niets fout gaan, maar de gemiddelde Nederlander heeft blijkbaar liever actie mét brokken.

Er zijn eigenlijk twee ‘politieken’, die van het toneel en die van de coulissen. De politieke journalistiek bericht alleen over de voorstelling

Het zijn ook niet zozeer de concrete verrichtingen van de politiek die het vertrouwen bepalen als wel de ‘beeldvorming’. De berichtgeving uit politiek Den Haag bestaat de laatste tijd vooral uit gedoe. Persoonlijke conflicten, schandaaltjes, moties van wantrouwen en afkeuring, vastlopende processen en grijze eminenties die het ook niet opgelost krijgen. Spelletjes en relletjes. Wij hebben liever dat de politiek gewoon aan het werk is. Daar gaat van alles bij mis, maar dat vernemen we meestal pas veel later. Intussen kunnen wij in de waan leven dat er competent bestuurd wordt.

Er zijn eigenlijk twee ‘politieken’, die van het toneel en die van de coulissen. We zien alleen de voorstelling, wat er in de coulissen gebeurt zien we pas als de Wob-termijnen zijn verstreken, de onderzoekscommissies gereconstrueerd hebben hoe het allemaal zo gelopen is en het als ‘affaire’ weer onderdeel van de voorstelling wordt. De politieke journalistiek bericht alleen over de voorstelling. Als die tegenvalt, er wordt vooral veel geruzied om niks, plot en thematiek zijn ver te zoeken, keldert het ‘vertrouwen in de politiek’. ‘

In een mediacratie gaat ‘politiek’ vrijwel alleen over wat politici zeggen, en nauwelijks over wat ze doen. Politiek is steeds meer showbusiness geworden, een televisiegenre, met sterren en figuranten, hoofd- en bijrolspelers, immer op zoek naar het oog van de camera, duiders en commentatoren, immer op zoek naar content en air time. Ze worden erop gecast, de talkshows kunnen niet zonder. Zolang de media vooral over de toneelvoorstelling berichten, de spelletjes, de relletjes en de affaires, zal dat niet veranderen.

‘Politiek’ gaat vrijwel alleen over wat politici zeggen, en nauwelijks over wat ze dóen

Wat wel zou helpen is als de media hun parlementaire redacties zouden decimeren en de vrijgekomen journalistieke werkkracht zouden investeren in berichtgeving vanuit de coulissen. Minder over de woorden op het toneel, en meer over de daden erachter. Over wat al dat Haagse beleid nu eigenlijk betekent in de praktijk, hoe het wordt uitgevoerd, wie er baat bij heeft en wie niet.

Dankzij het internet zijn politici tegenwoordig uitstekend in staat om hun eigen publiciteit te organiseren, de kopstukken van de Nederlandse politiek hebben honderduizenden volgers op de sociale media. Vroeger waren zij van de gewone media afhankelijk voor hun exposure, dat gaf de media een onderhandelingspositie bij het afdwingen van openheid, maar sinds de komst van internet is die positie verzwakt. Het is niet voor niets dat er tegenwoordig vanuit de politiek zoveel wordt afgegeven op ‘de media’. Dertig jaar geleden was dat zelfmoord. Nou, laat politici hun publiekscommunicatie dan ook maar zelf organiseren, zonder beslag te leggen op waardevolle journalistieke capaciteit. Het zijn vaak niet de slechtste journalisten die naar Den Haag gestuurd worden, maar hun werk stelt vaak weinig meer voor dan het vasthouden van een microfoon en het doorbrieven van prietpraat en achterklap, spin en speculatie. ‘Het controleren van de macht’ noemen zij het. Een beetje rondbellen in het netwerk, waar niemand spreekt zonder last of ruggespraak en iedereen iets te koop heeft. Langdurig wachten bij een dichte deur op een kletsmajoor met uit zijn hoofd geleerde frasen die nog geen etmaal meegaan. En dan snel naar de laptop of de montage om het hapklaar uit te serveren aan het lees- en kijkpubliek. Dat het vertrouwen verliest als de praatjesverkopers ruzie maken en weer terugkrijgt als zij ‘aan het werk’ zijn.

Als je over de kooi van een luidruchtige parkiet een doek gooit, wordt het vanzelf stil. Dat zouden de media misschien eens met de Haagse vogelkooi moeten doen. Laat maar even, dat gekwetter. En dan, hup, het land in. Praten met echte mensen, over echte problemen en echte oplossingen. Echte politiek.