Spring naar de content
bron: bart maat/anp

Het einde van de Rutte-magic

‘Deze hele non-formatie is één groot democratisch plichtsverzuim, van alle betrokken, maar wat maakt het uit, denken zij, de bussen blijven echt wel rijden,’ schrijft Jan Kuitenbrouwer. Tijd voor nieuwe verkiezingen!

Gepubliceerd op: Geplaatst in de volgende categorieën: door Jan Kuitenbrouwer

Er moeten natuurlijk nieuwe verkiezingen komen. Niet dat ik mij verheug op weer een zes weken lange processie van grijnzende geluksverkopers, handige wachtgeldhengelaars, gewindjekte campagneslaven in winkelcentra, uit het hoofd geleerde debatbijdragen en halfgeïnteresseerde scorebordreporters,. Sterker, ik boek een blokhut op Nova Scotia om het ongestoord uit te zitten, maar het zal echt moeten gebeuren. Ik laat mijn stem wel achter op een briefje.

Dat de huidige Haagse kopstukken er geen zin in hebben is logisch. Mark Rutte verandert met de dag meer in een politieke zombie: hij loopt en knikt en grijnst en praat nog, maar er hangt een nevel van bederf om hem heen. De Rutte-magic is aan het uitwerken, voor alweer een nieuwe verkiezingscampagne is zijn accu te leeg, wij zijn hem beu, hij is ons beu, hij móet de finish halen, dat verdomde premiersrecord van Ruud Lubbers, hij zál het breken, maar het gejuich langs de weg is verstomd. In slowmotion zwoegt hij voort. Hij draait op restwarmte, die langzaam opraakt. Dan gaat hij even zitten, en even later is het politieke leven uit hem geweken. Hij wordt gevonden door Sophie Hermans, de douairière die nog lang in het zwart gekleed door het Kamergebouw schuifelde.

Als Wopke Hoestra in die zes weken geen fouten maakt kan het CDA misschien gelijk blijven, of zelfs een zeteltje terugwinnen, zoals een lichaam dat nog even opveert na de val van een flatgebouw. Waarschijnlijker is dat zijn talent voor de faux pas zich tich weer doet gelden en hij het CDA nog verder de afgrond insleept. In zijn speech op het CDA-congres schetste hij feilloos de contouren van een lege, speechvormige ruimte. Als Pieter Omtzigt bij nieuwe verkiezingen met een eigen lijst zou komen, eet hij Wopke Hoekstra bij het ontbijt. Of laten we zeggen brunch, want Pieter moet vroeg naar bed en goed uitslapen. 

Mark Rutte verandert met de dag meer in een politieke zombie: hij loopt en knikt en grijnst en praat nog, maar er hangt een nevel van bederf om hem heen

Hoe zou Sigrid Kaag het doen? Zij doet mij vaak denken aan Diederik Samsom, het middelpunt van de nog altijd onverklaarde massapsychose van 2012, waarbij 2,3 miljoen kiezers hun stem uitbrachten op een politicus die claimde ‘eerlijk’ te zijn. Om ze daarna proestend van het lachen aan Mark Rutte uit te leveren voor fiscaal misbruik. Met de verhuurdersbelasting bijvoorbeeld – ze noemden het lafjes een ‘heffing’ – de grofste greep in het spaargeld van de samenleving sinds de pensioenroof van Ruud Lubbers in de jaren tachtig. Ontwaakt uit zijn verstandsverbijstering vroeg de kiezer zich af of er misschien hypnose in het spel was, of het gebruik van bepaalde feromonen, dat zij een betrouwbare politicus ontwaarden in die gepuntschoende standwerker, die samen met zijn minnetaresse alweer een veilig heenkomen had gezocht in Brussel, waar het pluche nog hoogpoliger is en de pers nooit komt.

Toegegeven, Kaag heeft nog onvoldoende gelegenheid gehad voor een moreel faillissement als dat van Samsom, maar daar staat tegenover dat zij een groot deel van haar krediet alweer verspeeld heeft, terwijl het echte werk nog moet beginnen. Zo niet door de schijn dat haar ‘nieuwe leiderschap’ maar schijn is en zij dezelfde oude spelletjes speelt als iedereen, dan wel door schijn dat zij die schijn krampachtig probeert weg te nemen door Mark Rutte eens even flink de oren te wassen. Dat je in een zin over Sigrid Kaag moeiteloos vier keer het woord ‘schijn’ kwijt kunt zegt misschien al genoeg.

Deze hele non-formatie is één groot democratisch plichtsverzuim van politieke leiders die verlamd worden door adviezen van pollsters en communicatiedeskundigen, hun obsessie met ‘beeldvorming’ en hun persoonlijke overlevingskansen

Zoals dat gaat in spionagefilms heeft Rutte waarschijnlijk lang moeten inpraten op Johan Remkes om zijn orchideeëncollectie even met rust te laten en uit zijn ommuurde landhuis te komen voor een laatste, eervolle, extreem gecompliceerde opdracht die alleen hij tot een goed einde kan brengen en waarvoor het staatshoofd hem diep erkentelijk zou zijn. Remkes bromt wel dat zijn geduld beperkt is, maar dat lijkt me doorzichtige windowdressing, hij ruimde maar liefst zes weken in voor zijn eerste gespreksronde. Mind you: als informateur, 181 dagen na de verkiezingen, met op tafel al twee dikke rapporten van zijn voorgangers. Dat wordt op z’n vroegst begin oktober, en de formatie moet dan nog beginnen.

Deze hele non-formatie, dit bangelijke getreuzel van zogeheten ‘leiders’, verlamd door influisteringen inzake ‘beeldvorming’, de rekenmachine nerveus onder handbereik voor de calculatie van hun persoonlijke overlevingskansen, het is één groot democratisch plichtsverzuim. Maar wat maakt het uit, de bussen blijven echt wel rijden. Zo heft de politiek zichzelf geleidelijk aan op. Laat maar zitten die formatie.

– “Noem nog eens een niet vooruit te branden Haagse veteraan?”

“Tjeenk Willink?”

– “Hebben we die niet al gehad?”

“Dat zou ik moeten nakijken.”

Dan maar een minderheidskabinet, luidt de consensus nu, dat per onderwerp meerderheden moet organiseren.

Dat ‘politiek Den Haag’, al die dames en heren die voortdurend op zoek zijn naar een mogelijkheid om voor de camera te verschijnen, wel voor dit scenario voelen, verbaast me niets. Stel je voor, de attentiewaarde! Het permanente getrek en geduw, de deals en de congsi’s, de trends en de tussenstanden, de etappes en het klassement – de politiek is nu eens in de vier jaar een horse race, met een minderhedenkabinet wordt het een vier jaar durende Tour de France. Ik moet er niet aan denken.

Zo’n kabinet vereist politieke leiders met durf en flexibiliteit. In staat om ‘over hun schaduw heen te springen’, zoals het dan heet. Tja, als wij die hadden was er al lang een kabinet geweest. Dat is mijn voorspelling: een minderhedenkabinet wordt een voortzetting van wat we de afgelopen zes maanden gezien hebben. Veel langdurige, spannende onderhandelingen, veel gewring der handen en geknars der tanden, weinig actie.

De afbladdering van Mark Rutte, Wopke Hoekstra en Sigrid Kaag, het vertrek van Pieter Omtzigt uit het CDA, de verloving van PvdA en GroenLinks, het gevoerde coronabeleid, de intussen om zich heen grijpende woningnood, de nieuwe, nóg alarmerender klimaatcijfers, me dunkt dat zich sinds de vorige verkiezingen genoeg nieuwe politieke feiten hebben voorgedaan om een gang naar de stembus te rechtvaardigen. In godsnaam dan maar.