Spring naar de content
bron: anp

De overvallertjes moesten het nog leren

Bob en Daniël kochten in de Bijlmer een nieuwe desktopcomputer voor Bob. Een paar jonge straatrovertjes hadden het op de zojuist aangeschafte pc voorzien, maar gelukkig was daar de Tesla keyfob: “De aspirantcrimineeltjes stonden toe te kijken, verbluft – versuft, alsof Daniël ook hun hersens had uitgezet.”

Gepubliceerd op: Geplaatst in de volgende categorieën: door Jan Kuitenbrouwer

Dinsdag 27 oktober 2020, 21.30 uur

Goed. Ik werd dus definitief van de cloud van de faculteit gegooid, en het leek er even op dat ik al mijn data van de afgelopen vijfentwintig jaar kwijt was. Artikelen, papers, researchdata, documentatie, memo’s, nota’s, correspondentie, mijn boek – alles. Maar, prijst den heer, op mijn laptop bleek een backup te staan, door Daniël tevoorschijn getoverd. Als die laptop crasht, of iets dergelijks, is alles alsnog weg, dus er moet zo snel mogelijk een backup gemaakt worden, vindt Daniël.

‘Het is wel zooitje hoor, pa,’ zei hij, bladerend door de mappen en bestanden.

‘Ha! Sprak de de bewoner van de meest chaotische jongenskamer van het oostelijk halfrond.’

‘Bullshit, Pa, ik weet precies waar alles ligt.’

‘Ja ja, je kunt er van de vloer eten…’

Dit is een oude familiegrap, als iemand ‘je kunt van de vloer eten’ zegt, zegt de ander: ‘ja, er ligt genoeg.’

‘Er ligt genoeg’ zei Daniël.

‘Yo!’

Ik stak mijn hand op voor een high five. Daniël zuchtte. 

‘Probeer toch niet altijd zo cool te doen.’

Er zit wel enige verbetering in ons contact, denk ik, maar één zwaluw maakt duidelijk nog geen lente.

Mijn data in de cloud opslaan veegde hij direct van tafel, ik kreeg een hele lezing. Als boomer, betawetenschapper en Grateful Dead-fan van het eerste uur ben ik nog steeds geneigd de pioniers van Silicon Valley het voordeel van de twijfel te geven, maar volgens Daniël ben ik naïef en is dat station al ruim gepasseerd.

‘De cloud is de meest geniale scam die de techindustrie bedacht heeft.’

‘Waarom?’

‘Ken je die mop van Sam en Moos en die kip? Sam heeft een kip maar geen pan, dus die vraagt aan Moos of hij een pan kan lenen. Zegt Moos: als je wat hout brengt kook ik hem wel even voor je in onze pan.’

‘Hahahaha!’

‘Nou, dat is de cloud: een bank die bewaarloon rekent in plaats van rente geeft. Een win-win voor hun, een lose-lose voor jou.’ 

Er moet gewoon een dekstopcomputer met flink wat opslagcapaciteit komen, zegt Daniël, en hij heeft er een gezien in Amsterdam. Bij Bought & Sold. Dat is wat vroeger de bank van lening heette, het pandjeshuis, ook wel de lommerd. Ik dacht dat die verdwenen waren, maar ze zijn opgegaan in een Amerikaanse franchise-keten, zoals Starbucks en Rentokill. Deze was in de Bijlmer. 

‘Is dat niet een no-go-area tegenwoordig, voor witte mensen zoals wij?’

‘Relax pa, komt goed.’

Bij het winkelcentrum waar we moesten zijn hingen veel jongeren rond, zonder boodschappentassen. Een mix van wit, zwart en diverse tinten daartussenin. Ze zaten pico bello in de kleertjes; nieuwe, blinkend witte sneakers, trainingsbroeken met contrasterende biezen, glimmende donsjassen, oversized baseballpetten met geborduurde emblemen. Ze keken ons na.

Ik draag de computer, jij loopt naast me, met je handen in je jaszakken en een dreigende blik

Het B&S-filiaal was een bescheiden ruimte, waarvan elke kubieke centimeter benut was. Tientallen mobieltjes, tablets, laptops en desktops, flatscreen-tv’s, home-cinema-sets, beamers. DJ-sets voor cd, dj-sets voor vinyl, keyboards, elektrische gitaren – instrumenten die geweigerd hadden in goud te veranderen en hier op een nieuwe tovenaar wachten. Aankopen waarvoor offers gebracht zijn, en die uiteindelijk zelf ten offer vielen. Fitnessgewichten, expanders, personenweegschalen. 

Eén kast was gereserveerd voor gereedschap; een bouwradio, een betonboor, een elektronische waterpas, alles grijs van het bouwstof. Je zag de vorige eigenaar voorrijden met zijn klusbus, ze naar binnen dragen en met een paar tientjes de kroeg induiken voor een doorstart.

‘Aandoenlijk stilleven,’ zei ik. ‘Titel: De bouw was toch niet mijn ding.’

‘Ze kunnen toch juist zijn ingeruild omdat het goed gaat?’ zei Daniël. ‘Om iets béters te kopen?

‘Misschien,’ zei ik, vooral om de stemming erin te houden, want zo gaat het niet. De lommerd is een eindstation, een showroom van kleine nederlagen. De pandbaas verkoopt retourtjes, maar de terugreis wordt zelden gemaakt.

En daar stond de computer die ik nodig had, een iMac van 27 inch. Daniël liep eromheen, vroeg bij de balie om een toetsenbord en een muis, sloot ze aan en ging zitten. Het enige witte personeelslid, de eigenaar, bleek later, kwam naar ons toe. Het verhaal paste perfect: een jongen uit de buurt die in de muziekproductie wilde, maar dat was niks geworden – ‘keihard wereldje hoor’ – dus die had hem ingeruild.

‘Niet gejat?’

De baas draaide het vaste prevelement af: B&S heeft een officiële vergunning, werkt nauw samen met Politie en Justitie, alle serienummers worden gecheckt. 

‘Garantie?’

‘Drie maanden.’

‘Doos?’

‘Geen doos. Geen muis, geen toetsenbord.’

Daniël neusde wat rond door het binnenste.

‘Yes. Yes. Yes. Retina, fusion drive, dé videokaart. Pa, dit is hem. Doen.’

Ze hadden geen pakpapier of iets dergelijks, maar het was mooi weer, de auto stond niet ver weg, dus we besloten hem zo mee te nemen. Terwijl ik afrekende keek Daniel uit het raam. Hij wees naar het pleintje we de hangjongeren gezien hadden: leeg.

‘Oké, die gasten staan nu bij de auto, wedden? En daar komen wij aangelopen met een iMac van drieduizend ballen.’ Hij noemde de oorspronkelijk winkelprijs, ik had zojuist ongeveer een-derde betaald.

‘Dus?’

‘Dat wordt gezeik.’

‘Dus?’

Hij wapperde met zijn handen als iemand die snel iets moet verzinnen en keek me aan. ‘Oké. Oké. Geef me effe de keyfob.’

‘De wat?’

‘De autosleutel!’

‘Heet dat een fop?’

‘Fob, ja.’

‘Wat moet je daarmee?’ Daniël heeft geen rijbewijs.

‘Dat leg ik straks wel uit, geef nou maar. Ik draag de computer, jij loopt naast me, met je handen in je jaszakken en een dreigende blik.’

‘Huh?’

‘Doe nou maar.’

Ik deed wat hij vroeg en koos een oogopslag waarvan ik mij voorstelde dat hij als dreigend kon worden opgevat. Het leek meer op de grimas van iemand die zijn poep ophoudt, zag ik in een etalageruit.

Inderdaad, er stonden vijf, zes jongens rond de Tesla, hem quasi-geïnteresseerd te bezichtigen. Ik herkende er een paar van toen we aankwamen. Twee van hen maakten zich los uit het groepje en versperden de weg.

‘Zo man. Mooie televisie heb je daar.’

‘Ja mooi hè,’ zei Daniël.

‘Heel mooi. En die ga jij nu even gauw aan ons geven, bakra.’

Daniël kneep in de autosleutel – pardon, de fop – de Tesla zei bwub-bwub, de lichten gingen aan en het kofferdeksel kwam met een statige zwaai omhoog. De jongens keken van Daniël naar de auto en van de auto weer naar Daniël, gefascineerd. 

Ik keek ze strak aan met mijn urgentestoelgangblik, gebalde vuisten zichtbaar door de stof van mijn jas.

‘Gast, ik heb hem zelf net genikt,’ zei Daniël, met een knik richting de Bought & Sold. ‘Pak effe iemand anders.’

Onderwijl liep hij door naar de achterkant van de auto. De leerling-straatrovertjes waren te verbluft om hem tegen te houden. Hij legde de computer in de kofferbak, richtte de afstandsbediening en drukte. De kofferbak ging weer dicht, de beide voorportieren draaiden open, gevolgd door de achterportieren. Die bij deze Tesla omhoog klappen, als vleugels. Het was nu net een dikke, blikken kraanvogel, klaar om op te stijgen.

Ik wist niet dat die keyfop dat allemaal kon, maar Daniël heeft er duidelijk studie van gemaakt! De aspirantcrimineeltjes stonden toe te kijken, verbluft – versuft, leek het wel, alsof Daniël ook hun hersens had uitgezet. Ik keek ze strak aan met mijn urgentestoelgangblik, gebalde vuisten zichtbaar door de stof van mijn jas.

‘Oké Bob!’ riep Daniël, alsof ik zijn ondergeschikte was, ‘let’s go!’ 

Ik stapte in aan de passagierskant en trok het portier dicht.

‘Daniël, what the fuck! Die gasten waren met z’n vijven, we hadden geen schijn van kans!’

‘Ik zeí toch dat ze ons zouden opwachten?’

‘Hoe dééd je dat?’

‘Pa, de Tesla keyfob is legendarisch. Heeft z’n eigen YouTube kanaal. Elon Musk is een genie.’

Hij zette zijn handen aan het stuur en keek me aan. ‘Maar nu, wegrijden, hoe doe je dát?’ 

Gelukkig hebben we getinte ramen.