Spring naar de content
bron: nick hannes/anp

Charmante oplichter of enge psychopaat?

In de historische roman De opgang behandelt Stefan Hertmans het leven van Willem Verhulst, een Vlaams-nationalist die tijdens de Tweede Wereldoorlog collaboreerde met de nazi’s. Wat deed hij nu precies tijdens de oorlog?

Gepubliceerd op: Geplaatst in de volgende categorieën: door Thomas van den Bergh

Het is 1979 als schrijver Stefan Hertmans, dan 28 jaar oud, door het Patershol in Gent wandelt. Zijn oog valt op een leegstaand, verwaarloosd pand. De geur van de blauweregen in de achtertuin herinnert hem aan zijn jeugd, de brievenbus kleppert in de wind – in een impuls belt hij de verkoper en maakt hij een afspraak.

Hertmans’ daaropvolgende bezichtiging van het huis aan het Drongenhof vormt de kapstok van deze roman. Het is een dantesk tafereel, waarbij de chique, Frans-sprekende notaris als gids fungeert op hun gezamenlijke weg door een wereld die allengs infernalere trekken krijgt. De demon in kwestie is de voormalige bewoner, Willem Verhulst, over wie Hertmans veel later pas te horen krijgt wat die op zijn kerfstok had.

Aan de hand van gesprekken en archiefstukken reconstrueert de schrijver het leven van deze flamingant, ruziezoeker en dwangmatige vrouwenverslinder. Toch is dit geen zuiver historische studie. Zoals we van Hertmans gewend zijn, kleurt hij met het gereedschap van de romancier bepaalde scènes in.

In zijn geprezen roman Oorlog en terpentijn paste hij deze methode toe op de geschiedenis van zijn grootvader, in De bekeerlinge deed hij hetzelfde met een twaalfde-eeuwse Zuid-Franse dame die een gedoemde liefde beleeft. In beide romans slaagde Hertmans erin de grote abstracte wereldgebeurtenissen – Eerste Wereldoorlog, kruistochten – tastbaar, hoorbaar, ruikbaar en navoelbaar te maken middels het persoonlijke, concrete verhaal.

In De opgang is de Tweede Wereldoorlog het geschiedkundige decor. Die oorlog heeft Vlaanderen getraumatiseerd, niet in de eerste plaats vanwege het oorlogsgeweld of de Holocaust, maar vanwege de ingewikkelde verstrengeling van de Vlaams-nationalistische beweging met het fascisme. Collaboratie is een thema dat als een zwarte lijn door de Vlaamse literatuur loopt en dat vele grote romans heeft opgeleverd, van Hugo Claus’ Het verdriet van België tot en met Jeroen Olyslaegers’ recente Wil. Met De opgang heeft Hertmans aan die imposante Vlaamse literaire traditie het zijne willen bijdragen, maar hij haalt het niet bij de genoemde collega’s.

Hertmans’ hoofdpersoon, de geboren Antwerpenaar Willem Verhulst (1898-1975), is zo’n Vlaamse activist, volgeling van August Borms, voorstander van ‘het uitdrijven’ van de Franstaligen. Daaronder ligt, zo maakt Hertmans duidelijk, een standenstrijd. Op school zijn het de Franstalige bourgeoiszonen die de Vlaams-taligen uitschelden ‘voor het vuil van de straat’, waarna de Vlamingen erop los timmeren. Een levenslang minderwaardigheidscomplex is geboren. “Ik heb altijd deernis gevoeld voor de kasseileggers, de tramconducteurs en de paardenmenners,” citeert Hertmans een van de nagelaten geschriften van Willem Verhulst, geschreven in de gevangenis.

De jonge Willem wil niet deugen, en zijn vader stuurt hem naar de tuinbouwschool in Vilvoorde bij Brussel. Daar wordt hij verliefd op de joodse Elsa, een bakkersvrouw die voor zijn onmiskenbare charmes valt. Intussen heeft Willem zich opgewerkt tot secretaris van het Vlaamsch Propaganda-huis, maar als na de Duitse capitulatie in 1918 steeds meer Vlaamse activisten worden opgepakt, besluit Willem te vluchten naar Nederland. Elsa volgt hem.

Hier neemt de geschiedenis een tragische wending, want de jonge Elsa krijgt baarmoederhalskanker en overlijdt. Aan haar sterfbed ontsteekt Willem echter alweer in vuur en vlam voor de dienstdoend verpleegster, de Nederlandse boerendochter Harmina, roepnaam Mientje.

Met haar aan zijn zijde keert Willem terug naar Vlaanderen, eerst naar Antwerpen, maar al snel kopen ze het huis aan het Drongenhof in Gent. Dat Willem het niet zo nauw neemt met de huwelijkse moraal, wordt Mientje al snel duidelijk. Steeds vaker komt hij ’s nachts niet thuis, en op zeker moment huurt hij zelfs een appartement voor zijn vrouw, zodat hij in alle rust zijn minnaressen kan ontvangen. Dat de standvastige Mientje ondanks alles bij Willem blijft, is een van de raadsels van deze geschiedenis.

De roman maakt duidelijk dat het maar weinigen gegeven is daadwerkelijk te veranderen, in de loop van hun leven

Als de nazi’s aan de macht komen, verblijft Willem, die vertegenwoordiger is, steeds vaker in Duitsland. Zijn bezigheden zijn onduidelijk, maar hij verdient steeds meer geld en rijdt in almaar patseriger wagens rond. Tijdens de bezetting radicaliseert Verhulst snel. De nazi’s komen in het Patershol over de vloer, een grote Hitler-buste siert de schouw en voor zijn oudste zoon Adri brengt Willem trots een SS-dolk mee. Moeder moet er niks van hebben en gooit de dolk ontzet in het riviertje achter het huis.

Wie was Willem Verhulst? Een charmante oplichter of een enge psychopaat? En wat spookte hij nu precies uit tijdens de oorlog? Hertmans schuift de antwoorden handig voor de lezer uit, zodat die doorleest. Eerst noemt hij Verhulst een ‘vertrouwensman’, een soort spion voor de bezetter, die gegevens van ‘volksvijandige elementen’ verzamelde. Later noemt hij hem onverholen ‘een jodenjager voor de Waffen-SS’. Verhulst was druk doende met het aanleggen van ‘lijsten’, schrijft Hertmans, maar zorgde er wel voor zelf zijn handen niet vuil te maken. 

Na de oorlog wordt Verhulst tot de doodstraf veroordeeld. Maar hij zal in 1953 wegens goed gedrag vervroegd vrijgelaten worden. Zijn huis aan het Drongenhof heeft zich dan onder de bezielende leiding van Mientje ontwikkeld tot een ontmoetingsplek van Vlaamse intellectuelen. Hertmans benadrukt de rol van de idealist en de strenggelovige Mientje.

Na zijn vrijlating slaagt Verhulst erin zijn oude leventje vrij makkelijk weer op te pakken. Hij gaat in Antwerpen wonen met zijn minnares, rijdt rond in een dikke Mercedes en is weer helemaal het mannetje. Als deze roman iets duidelijk maakt, dan is het wel dit: dat het maar weinigen gegeven is daadwerkelijk te veranderen, in de loop van hun leven.

Zowel de oudste dochter Aletta als zoon Adri, tegen die tijd gerespecteerd hoogleraar geschiedenis aan de Universiteit Gent, zouden in een persoonlijk geschrift over hun getroebleerde jeugd schrijven. De dochter concentreerde zich vooral op de rol van de moeder, de zoon deed een halfslachtige poging zijn vader te doorgronden. Hertmans voelt zich geroepen het boek van Adri Verhulst hier en daar te corrigeren. Dit heeft iets makkelijks. Alsof hij de persoon Willem Verhulst postuum alsnog wil terechtstellen. De roman van Olyslaegers, waarin de ambiguïteit van de etiketten ‘goed’ en ‘fout’ werd benadrukt, is wat dit betreft complexer en interessanter.

En wat stelt Hertmans daartegenover? Hij rijdt naar het Duitse dorp waar zoon Adri gedurende de oorlog op zomerkamp ging, graaft in het regionale archief en koopt er een blauweregen. Hij bezoekt de zoon van de man die de ‘plaasteren buste’ van de Führer vervaardigde. Deze is nog altijd furieus op zijn vader, die hij nooit heeft kunnen vergeven dat hij met de nazi’s heulde. Dan het aftakelen en sterven van Mientje. O ja, en het huwelijk van de jongste dochter Suzy, ‘dat is op zich een heel verhaal’. 

Van een kleinzoon van Willem Verhulst krijgt hij een briefkaart in handen, geschreven door de hofmaarschalk van de Duitse keizer, toen die in Doorn resideerde. Verhulst, die toen in Nederland woonachtig was, had bij de keizer vergeefs gesolliciteerd als tuinman. Hertmans’ oog valt op het Haagse adres van Verhulst: ‘Weimar-straat 348’. “Ik knipper met de ogen. Weimar. Goethe en Schiller. De republiek die door de nazi’s om zeep werd geholpen. Buchenwald.” Ten slotte bezoekt hij de groeve in Frankrijk, waar de steen vandaan komt waaruit de schoorsteenmantel in het Drongenhof is vervaardigd. In het nabijgelegen Comblanchien werd door de nazi’s in ’44 een gruwelijke vergeldingsactie uitgevoerd.

Het zijn enkel toevallige symmetrieën, die deze historie misschien diepere betekenis moeten geven, maar die niks wezenlijks zeggen over Willem Verhulst. Over zijn protagonist lijkt Hertmans op driekwart van zijn roman uitgepraat.

Stefan Hertmans
De opgang
De Bezige Bij

€24,99