Talkshowland is een slagveld. Hoe lang houd jij het vol?

“Nou, we maken zes afleveringen, dus ik weet al zeker dat ik na zes weken van de buis ben. Je kunt het zien als een pilotserie die live wordt uitgezonden, een speeltuin waarin we de vrijheid krijgen iets anders te doen. Carte blanche.

“We concurreren ook niet echt met andere talkshows. Het zal niet over het nieuws gaan, we willen leuke anekdotische gesprekken voeren met gasten die iets te zeggen hebben. En we zitten niet in een tijdslot tegenover Jinek of Pauw. Het is een luxepositie dat we ons niet hoeven te verhouden tot andere programma’s. Dus ik ontsla mijzelf een beetje van de gedachte dat ik in dat slagveld beland.”

Je was de belofte van de EO, en toen ging je naar BNNVARA – de omroep van spuiten en slikken. Ben je van God los?

“Haha, dat is een lijntje dat veel mensen trekken. Die denken dat ik over een jaar met een heroïnespuit in mijn arm in de goot lig. Daar ga ik niet vanuit. Het past goed bij mijn ontwikkeling. Ik noem mezelf nog wel gelovig, maar ik zit in een soort heroriënterende fase. Dus ik wil niet dat mijn werk ook per se over geloof gaat. Het is bevrijdend dat dat even niet hoeft.”

Als je de baas van BNNVARA was, wat zou je dan anders doen?

“Nou ik benijd het niet, dat directeurschap van een publieke omroep. In deze tijd lijkt me dat een héle zware baan. Dus ik zou het heel pretentieus vinden als ik nu opeens zou zeggen: ‘Ik ga het compleet anders doen.’”

Wie zou je eruit gooien?

“Ha! Dat zou een leuk relletje zijn. Maar dat kan ik toch niet zeggen, vriend! Bovendien is er niemand bij BNNVARA van wie ik denk: die moet er direct uit worden getieft.”

Je vorige programma, Na het nieuws, had geen hoge kijkcijfers. Wordt dit de klapper?

“Je hebt mensen van mijn generatie, de hardlopers, die in één keer heel groot worden. Ik ben meer van de geleidelijke weg. Met dit programma willen we tussen de twee- en driehonderdduizend kijkers trekken, dat is prima. Ik ben heel ambitieus, maar ik heb ook geleerd dat het goed is om soms een beetje geduld te hebben. Hardlopers zijn doodlopers.”

Men verwacht natuurlijk wél wat van een van de mediatalenten van 2019.

“Zeker! Als je geen verwachtingen wilt, dan moet je niet gaan presenteren. Maar ik wil gewoon een leuke tijd hebben. Ik heb gemerkt dat hoe leuker ik het vind, hoe beter het wordt ontvangen. Dit keer kan het ook gebeuren dat ik een toptijd heb en dat iedereen het helemaal kut vindt. Dan kijken we weer verder.”

“Ik verras liever als underdog dan dat ik teleurstel met hoge verwachtingen. Stel dat ik nu tegenover Jinek zou staan; die druk is torenhoog. Dan heb ik geen plezier aan de eerste uitzendingen. En je wordt neergesabeld door recensies. Dan doe ik nu liever dit. Ik voel me een gezegend mens – om in EO-termen te spreken.”