Spring naar de content
bron: cover hp/de tijd

Undercover bij de PVV

HP/De Tijd-redacteur Karen Geurtsen verbleef bijna vier maanden undercover bij de Tweede Kamerfractie van de PVV. Doel: onderzoeken hoe ‘gevaarlijk’ de partij van Geert Wilders nu écht is. Deze week aflevering 1, over het hoe en waarom van deze moeilijke missie én de eerste kennismaking met Wilders’ keurkorps. ‘Hoi, ik ben Fleur!’

Gepubliceerd op: Geplaatst in de volgende categorieën: door Karen Geurtsen

Ik had hem kunnen doden. Ik had hem zelfs tientallen keren kunnen doden. Tijdens mijn eerste dagen als stagiaire bij de PVV kreeg ik een dagpas en gingen mijn tas en ik elke keer dat ik het Tweede Kamergebouw in wilde door de scanner. Toen ik na twee weken een permanente pas kreeg, mocht ik gewoon doorlopen. En dat terwijl Geert Wilders, mijn hoogste baas, de strengst beveiligde man van Nederland heet te zijn.

Gek vond ik dat gebrek aan controle. Mijn collegaatjes vonden dat ook. “Ik zou zo een bom mee kunnen nemen,” zei een van hen. Mijn ‘bom’ was mijn pen. Als de PVV had geweten dat ik undercover als journalist van HP/De Tijd bij de Tweede Kamerfractie zou verblijven, was ik nooit aangenomen. Het idee om te solliciteren bij de PVV ontstond in juni 2009, toen ik stage liep bij HP/De Tijd. Een collega schreef een verhaal over jongeren die een PVV-jeugdbeweging wilden opzetten. Het viel haar op hoezeer de PVV de media ontweek. Op mails werd niet geantwoord en bij telefoontjes werd ze van de ene medewerker naar de andere verwezen. Er werd opgenomen met: “Belt u nu alweer?” Van een andere collega begreep ik dat de PVV eigenlijk altíjd zo reageert als je als journalist een vraag hebt. Dus staat er heel vaak in de krant: “Geert Wilders wilde geen commentaar geven.” Ook op uitnodigingen van tv-programma’s voor interviews of debatten gaat de PVV zelden in, en bij partijbijeenkomsten wordt journalisten steevast de toegang ontzegd.

“Onze achterban hecht aan privacy,” horen ze dan. Die ontransparante houding wijkt sterk af van wat bij de andere politieke partijen praktijk is. Daardoor kunnen de media hun signalerende en controlerende taak bij de PVV veel minder goed uitoefenen dan bij die andere partijen. Dat klinkt wat gezwollen, ‘signalerende en controlerende taak’, maar het is wel waar: de journalistiek hoort de macht te controleren. En macht heeft Wilders in een razend tempo verworven.

Bij de Europese verkiezingen van juni 2009 werd zijn PVV de tweede partij van Nederland. In de peilingen van Maurice de Hond staat de PVV, die momenteel negen Kamerzetels heeft, al tijden rond de 26 zetels. In die van het NIPO kwam Wilders’ partij eind december wederom als ’s lands grootste uit de bus.

Na de moord op Pim Fortuyn wisten veel mensen heel zeker dat er nooit een ‘tweede Pim’ zou komen. Welaan, Geert Wilders gaat er zelfs overhéén.

Gelukt: kijken in de keuken van de man die is vergeleken met Haider, Le Pen en zelfs Hitler

Uiteraard wil je dan graag weten: wat is die PVV voor club? Menen de PVV’ers al die woeste dingen die ze roepen: dat relschoppers door de knieschijven moeten worden geschoten, dat de Koran moet worden verboden, dat er een kopvoddentaks moet komen, enzovoorts? En wie zijn dat dan, die mensen die dat vinden?

Is het terecht dat Wilders op 20 januari voor de rechter staat wegens groepsbelediging en aanzetten tot haat omdat de PVV een extreem-rechtse en racistische partij is, zoals Alexander Pechtold (D66) beweert?

En: is de PVV serieus van plan te gaan regeren, of wil ze stiekem liever de populistische oppositiepartij-met-de-gemakkelijkeoplossingen blijven die ze nu is?

Allemaal vragen waar dit blad graag een antwoord op wilde. Dus vroegen we de PVV in eerste instantie of we op traditionele wijze een reportage mochten maken.

Een verslaggever zou dan een tijdje met de fractie ‘meelopen’. Het antwoord van PVV-persvoorlichter Matthijs Weststrate luidde als volgt: “Wij krijgen steeds vaker van dit soort verzoeken, van allerlei media. Maar wij werken er nooit aan mee. Enerzijds omdat het moeilijk is te regelen met de beveiliging; het is praktisch niet te doen. Anderzijds is het te inspannend voor degenen die gevolgd worden, of dat nu Geert is of iemand anders.”

Deze afwijzing, en dan vooral de mededeling dat de PVV ‘nooit’ meewerkt, maakte een alternatief opportuun. Dat alternatief was: een undercoveroperatie. Van binnenuit verslag doen over de PVV.

Op de PVV-website stuitte ik op een oproep aan ambitieuze jongeren om zich aan te melden als stagiaire. En dus meldde ik me aan. Ik vertelde wie ik was: Karen Geurtsen, 25 jaar oud, woonachtig in Amsterdam. Student Nederlands aan de Universiteit Leiden met als afstudeerrichting Journalistiek en Nieuwe Media. Daarvoor in Amsterdam een studie Europees Beleid afgerond. Allemaal geen woord van gelogen. Dat ik op dat moment stage liep bij HP/De Tijd ‘vergat’ ik wel te melden.

Ik schreef dat veel PVV-standpunten mij aanspraken, dat ik mij ‘herkende in de gevraagde ambitie en resultaatgerichtheid’, en dat ik de partij graag beter wilde leren kennen. Er volgde een uitnodiging voor een gesprek met het Tweede Kamerlid Raymond de Roon, door Wilders belast met personeelsbeleid, en chef personeelszaken Marga*.

In dat gesprek vertelde ik over mijn interesse voor de politiek en de PVV in het bijzonder: eindelijk een partij die zonder meel in de mond sprak en echt orde op zaken wilde stellen! De Roon, een bedeesde brildrager die hiervoor advocaat-generaal was bij het Gerechtshof in Amsterdam, knikte meerdere keren goedkeurend. “Dankjewel. Je hoort binnenkort van ons,” zei hij na ruim een half uur.

Twee weken later kreeg ik een telefoontje van Marga: of ik nog geïnteresseerd was? Zij en De Roon wel namelijk. Ik diende alleen nog even een Verklaring Omtrent het Gedrag op te vragen bij de gemeente. Afgesproken werd dat ik van 1 september tot het kerstreces stage bij de PVV zou gaan lopen. Het was gelukt: ik mocht een kijkje nemen in de keuken van de man die is vergeleken met Jörg Haider, Jean-Marie Le Pen en zelfs met Adolf Hitler!

Vóór 31 augustus, mijn laatste stagedag bij HP/De Tijd, schreef ik nog wat artikelen over andere onderwerpen, maar dan wel onder een pseudoniem: Isabel de Jong. Met die naam kwam ik ook in het colofon, nadat mijn eigen naam daar, toen het plan voor de undercoveroperatie ontstond, inderhaast uit was gehaald. Want dit mocht niet meer misgaan.

Voor zover mij bekend heeft de AIVD bij niemand navraag over me gedaan

En toen begon het te knagen. Vooral voor een nieuwbakken journalist levert een actie als deze gewetensvragen op. Kan ik dit wel maken? Is het maatschappelijk belang groot genoeg om de undercovermethode te rechtvaardigen? Wil mijn hoofdredacteur – ooit werkte hij voor Panorama– niet gewoon een plat sensatieverhaal?

En dan, als ik daar eenmaal zit: het is een slopende manier van informatie vergaren. Hou ik dat wel vier maanden vol? Krijg ik als stagiaire wel toegang tot interessante informatie? Hoe moet ik in hemelsnaam omgaan met collega’s? Het voelt toch alsof je ze bedriegt, dag in, dag uit. En wat als ik bekenden tegenkom terwijl ik daar zit? Hoe reageer ik als ze bij de PVV ontdekken dat ik weliswaar nog studeer, maar ook al begonnen ben als journalist?

Ik vroeg advies aan mensen die ik vertrouwde: familieleden, een oud-docent, wat collega-journalisten, enkele medestudenten, een bevriende juriste. De reacties waren kritisch, maar overwegend positief. “Het is zeker van belang dat je dit doet, maar het is een bijzondere actie. Pak het dus heel grondig aan.” (oud-docent) “Interessante maar moeilijke opdracht. Het past niet bij jouw aard om mensen te bedriegen. Daar ben je veel te eerlijk voor.” (familie) “Het maatschappelijk belang is groot genoeg. Maar let erop dat andere mensen niet met je verhaal aan de haal gaan.” (medestudent)

“Lees Populisme als politiek drijfzand van Anton Zijderveld.” (collega-journalist) “Lees The Little Drummer Girl van John le Carré. En als je advies nodig hebt, bel me.” (collega-journalist)

Na deze ‘consulten’ hakte ik de knoop definitief door: ik zou inderdaad op het Binnenhof gaan werken. HP/De Tijd leek me een zeer geschikt medium voor dit verhaal; door links verguisd als Fortuyn-blaadje, door rechts – en dan voorál door de PVV – beschouwd als onderdeel van de ‘linkse kerk’. Dan doe je het toch nooit goed.

Bovendien had mijn hoofdredacteur benadrukt dat het een ongekleurd verhaal moest worden, waarbij de lezers zelf hun conclusies over de PVV moesten trekken. “What you see is what they’ll get. Wij maken een blad voor de intelligente zwevende kiezer en voor die groep is een stem op de PVV steeds meer een optie, zo is uit onderzoek gebleken. Wij moeten onze lezers dus laten zien hoe het er bij de PVV aan toe gaat. Niets meer en niets minder,” aldus Jan Dijkgraaf.

Tijdens mijn stage bleven de dilemma’s zich aandienen. Ik kwam erachter dat de PVV een werkplek is als alle andere, met gewone mensen en alledaagse werkvloerproblemen. Met sommige collega’s raakte ik bevriend. Ze vertelden me dingen die ik, als ze hadden geweten van mijn geheime agenda, nooit te horen zou hebben gekregen. Veel van die dingen zouden in mijn artikelen belanden, wist ik – daar moet je ‘professioneel’ in zijn – maar ik trok ook duidelijke grenzen in wat ik wel of niet opschreef. De echte namen van mensen achter de schermen (zoals chef personeelszaken Marga) en ontboezemingen over hun privéleven zijn bijvoorbeeld niet in mijn dagboek terechtgekomen.

Had de PVV kunnen weten wat voor vlees ze in de kuip had? Tja. Als ze in juni 2009 wekelijks HP/De Tijd hadden gespeld, inclusief het colofon, wel. Maar ik had de juiste papieren. En een van de voordelen van jong zijn, is dat je nog nauwelijks bestaat. Althans, niet op internet.

Daar stond nog geen hele serie artikelen van me waaruit kon blijken dat ik niet bij de PVV zou passen. Ik had al wel accounts bij én Hyves én Facebook én LinkedIn, maar ook daarop stond niets onrustbarends; mijn contacten waren ‘gewone’ jonge mensen die studeerden of op kantoor werkten, geen subversieve elementen.

Kortom, ik had mezelf waarschijnlijk ook aangenomen. Heeft de AIVD me doorgelicht omdat ik dicht in de buurt van Geert Wilders zou komen? Ik weet het niet. Voor zover mij bekend heeft de dienst bij niemand navraag over me gedaan. Ook de AIVD zal bij zijn onderzoek, als zo’n onderzoek überhaupt al heeft plaatsgehad, op mijn brave Facebook-pagina zijn gestuit. Als ik de AIVD was geweest, had ik dus ook andere prioriteiten gesteld dan uitgebreid research doen naar zomaar een nieuwe stagiaire van de PVV.

Toch had ik wel degelijk contacten kunnen hebben met mensen die Wilders het liefst aan zijn ingewanden aan de hoogste boom zouden zien bungelen. Als ik zulke mensen had gekend, zou de AIVD dat dan hebben ontdekt? Alleen als de dienst de betreffende linkse of moslimextremisten – want daar kom je dan al gauw op uit– reeds in de gaten hield, denk ik.

En als ik nou een boze eenpitter was geweest? Iemand als ‘de moordenaar van Apeldoorn’, Karst Tates? Ik had geluk: op 31 augustus, de dag voor mijn eerste officiële werkdag als stagiaire bij de PVV én de eerste als volwaardig redactielid van HP/De Tijd, was het jaarlijkse fractie-uitje, op de Gouwzee. En ik mocht mee. Kon ik meteen zien of de PVV een homogene club is.

De tekst gaat onder de foto verder.

bron: cover hp/de tijd

Op de kade van Monnickendam werd ik bijna van mijn sokken gereden door drie zwarte bolides. Er sprongen breedgeschouderde mannen met ‘oortjes’ uit. Ze keken even spiedend rond en besloten toen dat de kust veilig was. Het rechterachterportier van de middelste auto zwaaide open, een overbekende haardos werd zichtbaar.

Daar was hij dan: Geert Wilders, de ster van de show. De PVV-leider stapte op de gereedliggende Zeeuwse klipper, een klassiek zeilschip uit 1911. Hij schudde links en rechts wat handen en vervoegde zich op het voordek bij twee vertrouwelingen: de Kamer­ leden Martin Bosma en Teun van ­Dijck.

Bosma was gehuld in een grijze sweater met de tekst ‘Israel Defense Forces’. Zijn baas ging aanmerkelijk minder casual gekleed. Hij droeg een zwart pak over een wit overhemd; alleen de stropdas ontbrak.

Ik ging ook aan boord, en voegde me bij een clubje twintigers, de andere stagiairs. Sommigen begonnen net als ik vandaag. Twee meisjes op hoge hakken waren onzeker over hun voorkomen. Een van hen zei: “We hadden ook gewoon gympies aan kunnen doen, kijk nou naar de rest.” De rest, dat was ik, onder anderen. Ik droeg een spijkerbroek en sneakers.

In totaal waren we ongeveer met zijn dertigen. Een stuk of acht mensen ontbraken, liet ik me vertellen door een 21-jarige secretaresse die het ‘geweldig’ vond dat ze voor de PVV mocht werken. “Ik hield de partijwebsite altijd goed in de gaten en zat ook op de PVV-Hyves-pagina. Toen ik klaar was met mijn opleiding en deze vacature zag, wist ik gelijk: dit is het! Nu zie je dat steeds meer mensen het gedachtegoed van de PVV echt gaan begrijpen. Geweldig!”

De parlementariërs negeerden ons, op Fleur Agema na. Het enige vrouwelijke PVV-Kamerlid droeg een kek rood leren jasje met een zwart T-shirt eronder waar in grote letters ‘Fresh’ op stond. Ze stapte op me af en gaf me een hand. “Hoi, ik ben Fleur!” Na die mededeling ging ze weer. Raymond de Roon zwaaide even naar me maar probeerde verder zo onzichtbaar mogelijk te zijn. Hij stond vooral bij het roer en zei weinig.

Ik vroeg mijn nieuwe collegaatjes waarom zij voor de PVV hadden gekozen. Een pas afgestudeerde rechtenstudent zei: “Ik was het op school altijd oneens met mijn studiegenoten. Zij vonden al die gevangenen maar zielig. Nou, ik vind het belachelijk dat diezelfde gevangenen gratis de opleiding mogen genieten waar ik dik voor heb moeten betalen.”

‘Bedankt voor de leuke dag, meneer Wilders,’ zei ik toen ik mijn hand uitstak

Een stagiair met een Surinaams uiterlijk legde uit dat hij vooral is geïnspireerd door zijn christelijk geloof. “Het jodendom, het christendom en het humanisme laten mensen ruimte voor persoonlijke ’s Avonds in Monnickendam aan tafel met de andere stagiairs en enkele medewerkers ontwikkeling. De islam richt zich puur op het hiernamaals. Moslims krijgen geen enkele ruimte en dat moeten we niet willen.” Waarom sluit hij zich dan niet aan bij het CDA of de ChristenUnie? Met ernstige blik: “Die zijn niet hard genoeg in hun opvattingen.”

Zelfs op het water wordt Wilders streng bewaakt, leerde ik. Een politieboot onderschepte elk vaartuig dat ook maar enigszins in onze buurt kwam. Ook op de boot en op de kade waren voortdurend beveiligers zichtbaar. Rond één uur werd benedendeks de lunch geserveerd. De meeste PVV-medewerkers nuttigden hun broodjes boven, in de zon. De Kamerleden bleven echter allemaal beneden lunchen. “Ik heb leren toepen!” riep Agema toen ze later weer boven kwam.

Bij Marken aangekomen bracht de politieboot ons in groepjes aan wal – ons schip was te groot voor de haven. Tijdens de rondleiding over het eilandje werden er grapjes gemaakt en stelde iedereen vragen aan de twee gidsen, een oud mannetje en een oud vrouwtje in klederdracht. Het leek net een gewoon bedrijfsuitje, tot er een oude boer op Wilders afstapte. “Dag meneer Willekes. Ik heb u nog nooit ontmoet, maar u doet goed werk. Ga zo door, zorg dat u in de Kamer komt!” Waarop Wilders, parlementariër sinds 1998 (tot 2004 voor de VVD), hem hartelijk de hand schudde: “Daar gaan we voor zorgen, meneer!”

’s Avonds aten we met z’n allen in restaurant De Roef in Monnickendam. Wilders hield een kort toespraakje. Breaking news had hij niet. Hij voorspelde dat de aanval op de PVV dit parlementaire jaar nog heftiger zou worden dan voorheen, maar dat dat de PVV alleen maar sterker zou maken. Er volgde een kort maar krachtig applaus. Vervolgens werd de maaltijd geserveerd: flensje met roerbakgroenten, tournedos of gebakken zalmfilet.

Er waren vier grote tafels bezet, een met voornamelijk Kamerleden, een met vooral beleidsmedewerkers, een met stagiairs en een met medewerkers van het secretariaat. Alleen bij de beleidsmedewerkers vloeide de drank rijkelijk. Af en toe waaide een schaterlach onze kant op. Aan onze tafel, vol onwennige nieuwelingen, werd veel minder gelachen. Het ging vooral over ieders motivatie om bij de PVV aan te monsteren en over Wilders’ beveiliging; iedereen zei het schandalig te vinden dat ‘Geert’ zo streng moet worden bewaakt.

Tegen negenen was het uit met de pret en begaf iedereen zich richting huis. Wilders stond bij de uitgang van het restaurant een sigaretje te roken. Hij staarde dromerig voor zich uit. “Bedankt voor de leuke dag, meneer Wilders,” zei ik toen ik mijn hand uitstak. Op dat gebaar had de volksvertegenwoordiger duidelijk niet gerekend. Geschrokken probeerde hij snel zijn sigaret van de ene naar de andere hand te verplaatsen; hij brandde bijna zijn vingers. “Uhh, ja, graag gedaan en een fijne avond.” De kans om zijn nieuwe aanwinst uitvoerig te bevragen liet hij onbenut. |

* De naam Marga is gefingeerd.

Volgende week:

Het eerste deel van het dagboek van Karen Geurtsen bij de Tweede Kamerfractie van de PVV. Waarin de strategie van de PVV helder wordt uitgelegd: “De islam is slecht, de regering is slecht, andere partijen zijn slecht. En de PVV is natuurlijk goed. Dat is ons uitgangspunt.”