Spring naar de content
bron: anp

De mens is zondig, maar mijn zoon heeft het niet gedaan

Max Pam over het telefoongesprek tussen een rechercheur en de Urker wethouder Geert Post, wiens zoon vastzit in Engeland op verdenking van de smokkel van 419 kilo harddrugs, waaronder cocaïne en speed.

Gepubliceerd op: door Max Pam

Tring!

Hallo, met Geert Post.

Goedemiddag, u spreekt met Van Putten. Andries van Putten, rechercheur bij de Border Force van Nederlandse Douane. Spreek ik met Geert Post, wethouder te Urk?

Zeker, spreekt u mee, zo God ons behoede.

Mooi. Even ter controle: wethouder te Urk van de SGP?

Zeker, van de Staatkundig Gereformeerde Partij, die uitgaat van het eeuwige en almachtige woord Gods.

Wethouder van Economische Zaken, Visserij en Onderwijs?

Helemaal, dat ben ik, zo lang God het wil.

Dus wethouder van handel, vis en opvoeding der jeugd?

U zegt het en ik ontken het niet, mijn goede vriend. Maar wat kan ik voor u doen?

Bent u dan toevallig ook de vader van J…. Post, eigenaar van JPost Trans te Urk?

Absoluut. Mijn eerst geboren zoon, 32 jaar oud, die als een koning over de koningen zal regeren.

Huh…? Dat geloof ik graag. Rijdt uw zoon, die als koning over de koningen zal regeren, toevallig in een truck van het merk Scania?

Dat is heel goed mogelijk. Ze hebben bij het bedrijf van mijn zoon prachtige vrachtauto’s, die door heel Europa over ’s Heeren wegen rijden. Als u er eentje wilt huren, kan ik u het nummer van mijn zoon geven. Als u zegt dat u van de wethouder komt, krijgt u vast korting.

Juist, ja. Die onthoud ik even. Klopt het dat u een functie vervult bij Post Transport Urk?

Nou ja, een functie, een functie… Officieel zou je het zo kunnen noemen. Het heet dan wel ‘vervoersmanager’, maar dat moet u tussen aanhalingstekens zien. Het is mijn zoon, hè, dan help je elkaar natuurlijk van geslacht tot geslacht, zoals de Psalm dat zo mooi zegt. Binnen de familie houden wij dat liever onder ons. Maar waarom vraagt u dat?

Klopt het dat u zoon J…. thans en route is?

Ik zou zeggen van wel, hij is altijd en route, van geboorte tot de dood, tenminste wanneer je daartoe geroepen wordt. Zo het God behage.

Weet u misschien waar hij zich momenteel bevindt?

Hij zou naar Engeland gaan, voor zover ik weet.

Via Calais?

Dat is heel goed mogelijk.

Hij is daar aangehouden.

Aangehouden? Hoe bedoelt u? Is hij onwel geworden? Ik heb nog zo tegen hem gezegd dat hij niet te veel moet drinken en altijd moet bidden voor het eten.

Hij is aangehouden met 250 kilo cocaïne en 169 kilo speed in de laadruimte.

….

Hallo?!

….

Hallo? Bent u daar nog? De totale straatwaarde bedraagt ruim 15 miljoen euro.

Dat kan niet! Normaal vervoert hij alleen Bijbels en bloemen.

Rozen en zonnebloemen, mijnheer Post, zeer professioneel verstopt in containers die van een dubbele bodem waren voorzien.

Oh, nee! Van waar de zon in ‘t oosten straalt, verbazend hof van d’ Opperheer, verberg mij voor de listigheden, verberg Uw oog van mijn bedreven kwaad.

Wat zegt u?

Niets, ik sprak Gods woord.

De straatwaarde van de bloemen, is nog onduidelijk, maar met zo’n partij drugs kun je de hele bevolking van Amsterdam en omstreken plat krijgen.

O wee mij! Vergeef mij al mijn zonden, vergeef ons onze schulden, Heer, vergeefs op bouwen toegelegd; vergeefs van ‘s morgens vroeg geslaafd, vergeet niet Heer, dien onverdraagb’ren hoon.

Wat zegt u? Bedoelt dat u wist dat u zoon die partij vervoerde.

Nee, natuurlijk niet! De mens is schuldig, wij zijn allemaal schuldig, maar mijn zoon heeft het vast niet gedaan. Het is de collectieve schuld van de mens, de erfzonde, maar dat betekent nog niet dat mijn zoon zelf die dubbele bodems in zijn truck heeft getimmerd. Het is de erfzonde, begrijpt dat toch!

Het is de erfzonde, begrijpt dat toch!

Kan best wezen, mijnheer Post, maar de collectieve mens loopt vrij rond en uw zoon zit nu in de gevangenis. Hij is naar Engeland gebracht, wachtend op verder onderzoek.

De gevangenis, mijn God, waar zijt Gij gebleven? En grimd’ ook d’open hel ons aan met al haar duizendtallen, toch zal geen vrees ons nederslaan, toch doen wij`t krijgslied schallen. Hoe ook de Satan woedt, wij staan hem voet voor voet, wij tarten zijn geweld; zijn vonnis is geveld: één woord reeds doet hem vallen!

Mijnheer Post, alstublieft, bedaar!

Ziedaar Gods toorn, gelijk een vuur, ontstoken. Zijn eer werd op hun machtigsten gewroken, daar plaag op plaag geweldig nedervelden. ‘t Aanzienlijkst deel, het puik van Israels helden, maar ‘t volk ging voort, hun ongeloof hield aan; God had vergeefs Zijn wonderen gedaan.

Mijnheer Post, please!

Gods toorn over ongeloof. De straf van God voor de zonden van het volk.  Vraag aan God om wraak over vijanden. Gebed in angst voor vijanden. Dreiging van wraak en dood als straf.  Klacht tot God in verdriet en nood. Beschrijving van de voorspoed van de vijand.

Hallo, mijnheer Post! Wenst u nog contact met uw zoon. De meeste ouders…

Met trompetten en bazuinengeklank; juicht voor het aangezicht des Konings, des Heeren. De zee bruise met haar volheid, de wereld met degenen, die daarin wonen. Dat de rivieren met de handen klappen, dat tegelijk de gebergten vreugde bedrijven. Voor het aangezicht des heeren, want Hij komt, om de aarde te richten; Hij zal de wereld richten in gerechtigheid, en de volken in alle rechtmatigheid.

Andries van Putten, rechercheur bij de Border Force Nederlandse Douane, hing op. Hij wist genoeg.