Spring naar de content
bron: Gabriël Kousbroek

Een oude witz

Onderweg naar een Solidair met Israël-bijeenkomst raakt G.H.B. per ongeluk verzeild in een tegendemonstratie. Hier krijgt hij het aan de stok met twee krantenbezorgers.

Gepubliceerd op: Geplaatst in de volgende categorieën: door G.H.B. Hiltermann

Sjalom, vrienden, laat ik in deze barre tijden van oorlog openen met een oude witz. Weet u wat een antisemietel is? Iemand die niet van jodelen houdt.

Ik hoorde dit grapje ooit van humorist Max Tailleur in café-cabaret De Doofpot aan het Rembrandtplein. Het zal begin jaren vijftig geweest zijn, amper na de oorlog, en zijn lijfspreuk luidde: “Je komt huilend op de wereld en je gaat er huilend vanaf. Probeer daartussenin zo veel mogelijk te lachen. Ik lach om niet te huilen.”

In het publiek van De Doofpot zag ik regelmatig voormalige NSB’ers die net iets te hard lachten om de grapjes van de ambassadeur van de joodse humor. Een bekende zwarthemd, ik meen die meneer van de schoenenzaak aan de Utrechtsestraat, stikte er een keer bijna in toen Max weer eens een grap over Hitler maakte. Hoe die precies ging weet ik niet – ik ben geen groot moppentapper zoals meneer Brandsteder – maar ik doe mijn best. 

Moos gaat kort na de oorlog naar Amerika om zijn ome Ronnie te bezoeken. Die heeft daar goed geboerd en woont in een fraaie villa in Brooklyn. Overal hangen enorme portretten van Adolf Hitler. Vraagt Moos: oi, Ronnie, moet dat nou? Zucht oom Ronnie: ach Moos, dat is de beste remedie tegen heimwee naar Nederland en Amsterdam. 

Maar laat ik ter zake komen: ik was gisteren – onderweg naar een Solidair met Israël-bijeenkomst – per ongeluk vergezeld geraakt in een tegendemonstratie van Bij1, Hamas en GroenLinks, hoorde het schorremorrie antisemitische kreten brullen en dacht: wat voor grapjes zou Max hierover hebben gemaakt, of zou het lachen hem zijn vergaan? 

Er stonden wat opgeschoten mohammedanen ‘Hamas Hamas, alle joden aan het gas’ te scanderen en ik waande mij in de Rotterdamse Kuip. Ik meen dat ik de hele redactie van het NOS Journaal zag, het voltallige Nederlands Genootschap van Hoofdredacteuren, Andries van Agt, Paul Pot Rosenmöller, de zwarte weduwe Duisenberg, Abdelkader Benali en de onvermijdelijke Anja Meulenbelt. Maar die laatste kon ook Geert Mak zijn, want ik haal die twee altijd door elkaar. 

Nou heb ik een opvallende gok en twee piepjonge krantenbezorgers (op hun fietstassen stond ‘Trouw’) maakten sissende geluiden in mijn richting en riepen iets van ‘vieze jahoedi’. Dat had vermoedelijk niets van doen met mijn favoriete violist Yehudi Menuhin. 

De lezer weet dat ik diverse oorlogen heb overleefd en ik was dan ook niet van plan om nota bene in mijn eigen Mokum gelyncht te worden door GroenLinks-jongeren en ‘vele anderen die joden meer haten dan absoluut noodzakelijk is’ (ook die is van Max). 

Ik zei met luide stem: “Zeg knaapjes, we zijn hier niet in Gaza. Als jelui gaskamertje willen spelen, moeten jelui maar naar je thuisland gaan en daar Trouw gaan bezorgen.”

Nou, toen zwegen die twee Berberijnse prinsjes, want voor het eerst in hun leven werden ze door iemand berispt. 

De ironie van deze kwestie is natuurlijk dat ik helemaal geen zoon van het oude volk ben, ondanks mijn neus. Ik moest daarom denken aan dat grapje van die beer van een kerel die De Pilsener Club/De Engelse Reet aan de Begijnensteeg binnenstormt en roept: “Wie is hier godverdomme Cohen?” Een piepklein mannetje steekt zijn vinger op, en de bullebak schreeuwt: “Jij hebt Jezus vermoord, Cohen. Vuile hufter!” Hij slaat het mannetje helemaal naar de filistijnen. Als de bullebak verdwenen is, bekommert het kroegvolk zich om het bloedende mannetje. Die gaat tot ieders verbazing vreselijk lachen en roept: “Ik ben Cohen helemaal niet!”

Enfin, die twee mohammedaanse kereltjes staan nog na te trillen van verbijstering, hoor ik me daar toch een schelle stem, als van een viswijf van de Albert Cuyp (het was dus niet Geert Mak, al heeft die bepaald geen robuuste stem): “Blijf met je rotpoten van die onschuldige jongetjes af, G.H.B., vuile islamofobe knapenschender.” 

Meulenbelt dus. Het toeval wil dat ik net op de interessante blogspot van Kees Broer, alias Keesje Maduraatje, een sappig verhaal over het liefdesleven van La Meulenbelt had gelezen. Ik dacht altijd dat het mens van de verkeerde kant was, maar kennelijk vreet ze van twee walletjes. Sta mij toe Keesje Maduraatje te citeren: 

“Jarenlang geloofden we dat het huwelijk van Anja Meulenbelt in Gaza, met de directeur van de NCCR, Khaled Abu Zaid, een schijnhuwelijk was en slechts tot doel had de veroordeelde Fatah-terrorist samen met zijn twee zoons een veilig heenkomen in Nederland te bezorgen. Na het lezen van Het jawoord van de ex-SP-senator, moeten we tot de conclusie komen dat we ons vergist hebben en dat het toch wel echte liefde was en dat Anja er opnieuw ingestonken is. Meulenbelt: ‘Er vallen veel gaten in mijn leven. Er is een gevoel dat ik van al die relaties weinig heb overgehouden, al mijn contacten lopen via seks en dat gaat altijd mis na een tijdje.’ 

Veel voormalige NSB’ers lachten net iets te hard om de grapjes van de ambassadeur van de joodse humor.

Vlak voor het huwelijk, dat door PvdA-Kamerlid (destijds stadsdeelvoorzitter) Ahmed Marcouch werd voltrokken, gingen Anja en haar Khaled naar de notaris om een huwelijkscontract op te stellen. Alle bezittingen werden op tafel gelegd. Anja dacht dat zij, met haar senatorsinkomen en een eigen huis in de Jordaan, de rijkste van de twee zou zijn. Niets bleek minder waar. Pas eind 2009 komt Anja er door toeval achter wat er werkelijk aan de hand is. Khaled vertelt tegen iemand dat hij opnieuw vader geworden is. Khaled is reeds begin 2009 islamitisch getrouwd met een veel jongere vrouw en krijgt met haar opnieuw een kind.”

Dus ik zeg tegen het boegbeeld van antisemitisch Nederland: “Ik las bij Keesje Maduraatje dat u gewoon een ordinaire cisgenderheterovrouw is. Een zogeheten foppot.”

Nou, toen moest ik echt vluchten voor mijn leven, dat begrijpt u. 

Laat mij afsluiten met een witz van Max Tailleur: 

Moos staat op het Rembrandtplein met ijs te leuren. Aan zijn kar hangt een bord met de tekst: ‘Alleen voor christenmensen’. Bram kijkt hem aan en vraagt: “Ben je soms antisemiet geworden?” Antwoordt Moos: “Heb je mijn ijs geproefd?” 

Met uw donatie steunt u de onafhankelijke journalistiek van HP/De Tijd. Word donateur of word lid, al vanaf €5 per maand.