Spring naar de content
bron: ANP

Het gaat weer over de inhoud, maar laat het de televisiebazen niet horen

Ilja Leonard Pfeijffer is na een drukke zomer terug met zijn column. Graag had hij op het moment zelf op alle politieke gebeurtenissen van de afgelopen maanden gereflecteerd, maar het leven van een columnist is niet altijd even gemakkelijk. Met betrekking tot Nederland is Pfeijffer voorzichtig positief. ‘Ik heb de hoop en de verwachting dat de toon van het debat en de politieke dynamiek zullen veranderen.’

Gepubliceerd op: Geplaatst in de volgende categorieën: door Ilja Leonard Pfeijffer

De eerste spelregel voor columnisten luidt dat zij nooit een column mogen schrijven over het feit dat het moeilijk is een column te schrijven. Zij zullen te allen tijde de illusie in stand houden dat de zinnen spontaan en oeverloos als verontwaardigde borrelpraat in hen opborrelen. Hoewel het soms daadwerkelijk lastig kan zijn een onderwerp voor een column te vinden, omdat er nu eenmaal niet altijd zoveel gebeurt, dient de columnist net te doen alsof er meer zaken in de wereld zijn waarover hij of zij zich ontzettend kan opwinden dan in een mensenleven behandeld kunnen worden.

Ik ben een paar maanden afwezig geweest, althans op deze mij zo dierbare plek, omdat mijn aanwezigheid op te veel andere plekken werd vereist. In de tijd dat u mij hier hebt moeten missen, reisde ik door de lage landen achter Alkibiades aan. Dat weet u. We zijn elkaar tegengekomen. Vervolgens was ik een paar weken op studiereis in Griekenland. Ook daar zijn wij elkaar tegengekomen, maar u hebt mij niet herkend, want ik had mijn baard laten staan en – hoezeer ik mij er ook voor schaam om dat toe te geven – mijn stropdas afgedaan. In deze maanden is mij het tegenovergestelde overkomen van de situatie die tot de columnistendoodzonde zou kunnen leiden. Het was niet zo dat er te weinig gebeurtenissen plaatsvonden om columns mee te vullen, maar dat de ene dramatische ontwikkeling de andere op de hielen zat, terwijl ik de plek waar ik op al deze gebeurtenissen zou kunnen reflecteren tijdelijk had verlaten. Nu ik hier terugkeer, is alles veranderd.

De media blijven krampachtig clickbait en kijkcijfers najagen met de inmiddels achterhaalde opvatting dat het volk wil dat het leuk blijft en vooral niet te moeilijk

De Nederlandse politiek heeft een onherkenbare metamorfose ondergaan. Vrijwel alle hoofdrolspelers zijn vervangen door nieuwe protagonisten en hoewel ik als cynische, door de wol geverfde columnist de eerste zou moeten zijn om te schamperen dat nieuwe koorknapen in de regel oude deuntjes kwelen, zoals het spreekwoord zegt, en om ervoor te waarschuwen dat de politieke mechanismen waaraan de goedwillende nieuwelingen zullen moeten gehoorzamen ongewijzigd zijn, heb ik wel degelijk de hoop en de verwachting dat ook de toon van het debat en de politieke dynamiek zullen veranderen.

Collega Bas Heijne schreef een boeiend essay in NRC waarin hij betoogde dat de inhoud terug is van weggeweest. Dat zou een schokkende ontwikkeling zijn als het waar was. Zijn punt is dat Pieter Omtzigt het debat bepaalt met saaie, technocratische onderwerpen en dat zijn populariteit de andere politici dwingt zich tot deze afkeer van populisme te verhouden. Deze observatie lijkt te worden bevestigd door het feit dat meerdere politici min of meer expliciet hebben verkondigd dat zij van de verkiezingscampagne een ideeënstrijd willen maken. Ik heb tevens gemerkt tijdens mijn rondreis door Nederland in het kielzog van Alkibiades dat Nederlanders in toenemende mate genoeg hebben van onzin en dat zij opnieuw serieus genomen willen worden. In al die zalen en zaaltjes hoorde ik de honger naar serieuze inhoud knorren. U hebt dat ook gehoord. U was erbij.

Ik ben geen fan van Pieter Omtzigt, Mona Keijzer of Dilan Yeşilgöz-Zegerius, maar wat zij wel voor elkaar lijken te krijgen, is dat het extreemrechtse populisme implodeert

De enigen die niet hebben begrepen dat er een omwenteling gaande is, zijn de televisiebazen. De media blijven krampachtig clickbait en kijkcijfers najagen met de inmiddels achterhaalde opvatting dat het volk wil dat het leuk blijft en vooral niet te moeilijk. Zij zullen er de komende tijd alles aan doen om de ideeënstrijd te reduceren tot petite histoire en gezellige persoonlijke invalshoekjes. Zij zullen Omtzigt blijven vragen naar wat er door hem heen ging toen hij zijn partij oprichtte om maar geen kostbare zendtijd te hoeven verspillen aan de details van zijn saaie, technocratische programma. Zij zullen Mona Keijzer paling laten schoonmaken in de gezellige keuken van haar schoonouders terwijl Gerand Joling commentaar mag leveren op de plannen van Timmermans om de koolstofdioxide-uitstoot te reduceren.

Ik ben geen fan van Pieter Omtzigt, Mona Keijzer of Dilan Yeşilgöz-Zegerius, maar wat zij wel voor elkaar lijken te krijgen, is dat het extreemrechtse populisme implodeert. Zij zijn conservatief en rechts en Dilan Yeşilgöz-Zegerius is zelfs tamelijk extreem rechts, maar zij vertegenwoordigen een institutionele variant van het conservatisme, die het anti institutionele populisme de wind uit de zeilen neemt. Dilan Yeşilgöz-Zegerius sluit Wilders niet uit als coalitiegenoot, hetgeen Wilders bijkans dwingt om plaats in te ruimen voor redelijkheid, als hij niet definitief tot irrelevantie veroordeeld wil zijn.

Kortom, uw cynische, door de wol geverfde columnist kan bijna optimistisch genoemd worden. Ik zou bijna beweren dat de rondgang van Alkibiades door Nederland om te waarschuwen voor de gevolgen van populisten niet voor niets is geweest, als het niet diezelfde Alkibiades was die mij doet twijfelen. De geschiedenis leert dat het niet zo gemakkelijk is om populistische tendensen te keren. Een simpele wisseling in de personele bezetting volstaat niet en het tij kan niet worden gekeerd door te wensen dat het tij keert. Anderzijds gehoorzaamt de geschiedenis niet altijd aan haar eigen wetten. Ik verheug mij erop om al deze uiterst boeiende gebeurtenissen wederom op wekelijkse basis op deze mij zo dierbare plek met u te bespreken.