Spring naar de content
bron: anp

Martin Sommer, de rechter doelpaal van de Volkskrant

Martin Sommer, ‘de beste politiek commentator van de laatste jaren’, is met pensioen. Hoe met het nu verder met de Volkskrant, vraagt Max Pam zich af. ‘We kunnen de krant toch niet overlaten aan woke?’

Gepubliceerd op: Geplaatst in de volgende categorieën: door Max Pam

Er is een tijd geweest dat mensen voortijdig met de VUT gingen. Zo kende ik iemand die fluitend op zijn 54ste afscheid nam van zijn werk. Hij was een vooraanstaand onderzoeker op het Psychologisch Laboratorium in Amsterdam, maar ineens werd zijn functie overbodig verklaard. Mijn vriend tekende geen protest aan, verkocht zijn huis en vertrok naar Frankrijk. Daar leefde hij tot zijn 86ste nog lang en gelukkig. Hij schreef intussen een biografie en hield zich bezig met de Franse schrijver Léautaud, maar psychologie had zijn hart niet meer.

Martin Sommer, de rechter doelpaal van de Volkskrant, is met pensioen gegaan. In zijn laatste stuk pakte hij breed uit met een reportage over Hoogovens/Tata Steel, in de buurt waarvan (Velsen) hij 66 jaar geleden is geboren. Dat stuk in de krant te krijgen, zal wel enige moeite hebben gekost. Ooit waren de Hoogovens het vlaggenschip van de Nederlandse zware industrie en herbergde Wijk aan Zee het mooiste schaaktoernooi ter wereld. Tegenwoordig is Tata Steel een ernstige vervuiler en activisten zouden het liefst de walserijen sluiten. Dan maar geen werkgelegenheid. Sommer schrijft over het bedrijf met een zekere heimwee, en eigenlijk ook met liefde. Dat zal hem binnen de krant vast niet in dank zijn afgenomen.

Bij de Volkskrant is Martin Sommer weg en de schaakrubriek is kort geleden gesneuveld. Wie zal daar ooit nog aan kooks en Kasparov denken?

Je hebt mensen die met pensioen moeten en je hebt mensen die met pensioen willen. Bij kranten moet je met pensioen, dat heeft de vakbond van journalisten zo geregeld. Totdat Henk Hofland en Rudy Kousbroek bij NRC Handelsblad met pensioen moesten. Zij tekenden protest aan en mochten toen na enig gesteggel in afgeslankte vorm blijven. Sommer had dus niet hoeven te vertrekken. Als de Volkskrant het had gewild en hij het had gewild, dan had hij in elk geval met zijn column, annex politiek commentaar, kunnen doorgaan. Maar kennelijk wilden beiden niet. Kranten zijn immer op zoek naar verjonging – dat is goedkoper – en Sommer wilde met pensioen. Net als mijn vriend in de aanhef bezit hij een huis in Frankrijk. Sommer schreef daar zelfs een boekje over: Dorp in Picardië

Leuk boekje, voor wie van geur houdt van geraniums in de morgen.

Een columnist van enige statuur heeft er belang bij wanneer hij een andere politieke kleur uitstraalt dan de rest van de krant. Hij (of zij) valt dan niet alleen op door afwijkende meningen, hij (of zij) kan ook de rest van de krant scherp houden.

Zonder twijfel was Sommer de beste politiek commentator van de laatste jaren. Het had daarbij het grote voordeel dat hij in de Volkskrant schreef. Een columnist van enige statuur heeft er belang bij wanneer hij een andere politieke kleur uitstraalt dan de rest van de krant. Hij (of zij) valt dan niet alleen op door afwijkende meningen, hij (of zij) kan ook de rest van de krant scherp houden. 

Hij (of zij) zal erom gehaat worden binnen de krant, maar buiten de krant zal zijn waardering toenemen.

Een van Sommers geliefde citaten is dat van Karel van het Reve, die eens heeft beweerd dat in de Volkskrant tenminste één keer per week een dom stuk stond. Soms wel twee. Die kritiek heeft de krant zich aangetrokken, want het aantal domme stukken is daarna zichtbaar verminderd. Maar de laatste tijd neemt het aantal domme stukken weer toe. Je voelde dat Sommer zich daaraan begon te ergeren. Hij begon zichzelf steeds meer te afficheren als een conservatieve liberaal, die midden in een poel staat van links geleuter. Van mensen die wel een mening over alles en nog wat hebben, maar die zich niet afvragen wat de consequenties zullen zijn als die meningen ook in beleid worden omgezet. Hypocrisie werd, zonder dat het direct werd uitgesproken, een belangrijk thema in zijn journalistieke werk.

Zo is hij geen klimaatscepticus, maar wel een scepticus als het gaat om de claims van al die doemdenkers die beweren dat de wereld ten onder gaat als er geen actie wordt ondernemen, om te beginnen nu! Vandaag om 13.21 uur! Anders is het te laat! Daarom verzet hij zich er tegen wanneer een rechter op de plaats van de overheid gaat zitten en verordonneert dat een bepaald beleid ook moet worden uitgevoerd. Daarom interviewt hij ook graag een nieuwe baas van Shell of een professor die heeft uitgerekend dat we er alleen met zonne-energie en windmolens niet komen. 

Het gevecht tegen deze windmolens heeft Sommer een zekere faam gegeven. Hij ziet in: de overheid kan niets, maar zonder overheid gaat het helemaal niet. We zouden wel eens wat zuiniger kunnen zijn op onze instituties. Maar de staat moet ons ook weer niet gaan vertellen hoe we moeten denken. En Brussel mag best een toontje lager zingen. Zo’n partij als BBB ontstaat niet uit het niets. Enzovoort. 

Als je vertrekt, is het natuurlijk niet chic om de bron te kritiseren waaruit je gedronken hebt en waaruit jarenlang je salaris is betaald. In een interview met EW doet hij dat ook niet, de bête opvatting van Asha ten Broeke dat grenzen niet bestaan, buiten beschouwing gelaten. Hij blijft keurig als een echte liberale conservatief. Maar ik hoor hem van binnen brommen. Heeft minister Dilan Yesilgöz van Justitie en Veiligheid eindelijk het verstandige besluit genomen om hoofddoeken, keppeltjes en wat dies meer zij aan religieuze logo’s bij politie en rechtbank te weren, op de opiniepagina van de Volkskrant verschijnt de daag daarna weer zo’n oliedom stuk waarin juist wordt beweerd dat we die hoofddoekjes juist wel moeten hebben.

Godverdegodverdomme! 

Hoewel, Martin Sommer is een keurige liberaal van katholieke huize, die nooit zo’n vloek zal uiten. Daarom zeg ik het maar voor hem. 

Het bewuste oliedomme stuk is trouwens van Jan-Peter Loof, ondervoorzitter van het College voor de Rechten van de Mens, een instelling die keer op keer alles bevoordeelt wat met religie te maken heeft. Een mooie naam, maar een heel eng college. Dat zou eens op de schop moeten. Dit alles schrijf ik voor mijzelf. Als een ouwe katholiek ziet Martin Sommer wel degelijk een functie weggelegd voor de godsdienst. Hij is een believer in belief. Zelf gelooft hij niet – ik heb hem tenminste nooit zien bidden voor het eten en mij zegt dat genoeg – maar voor anderen kan het nuttig zijn om te geloven. 

Martin Sommer gaat dus met pensioen. Hoe moet het nu verder met de Volkskrant? Hoe moet het nu verder met ons? Met de verweesde witte ouwe mannen.

‘Martin, wat vind je van het Koningshuis?’

‘Mag van mij blijven bestaan.’ 

‘Martin, wat vind je van de paus?’

‘Mag van mij blijven bestaan.’

‘Martin, wat vind je van de Shell?’

‘Mag van mij blijven bestaan.’

Martin, wat vind je van Mark Rutte?’

‘Die mag van mij wel weg.’

Martin Sommer gaat dus met pensioen. Hoe moet het nu verder met de Volkskrant? Hoe moet het nu verder met ons? Met de verweesde witte ouwe mannen. We kunnen de krant toch niet overlaten aan woke, aan White balls on Walls of aan zij die denken dat gender ook maar een keus is? En wetenschap maar een mening. Moeten we Derk Jan Eppink terugvragen van dat suffe clubje JA21, dat zou wel heel erg ver gaan. Eppink vond Trump een toffe peer, dus met die gast is het ook niks geworden. Maar zonder een rechter doelpaal lukt het niet en Thierry Baudet is inmiddels totaal krankzinnig. De Volkskrant gaat Martin Sommer nog missen.

Met uw donatie steunt u de onafhankelijke journalistiek van HP/De Tijd. Word donateur of word lid, al vanaf €4 per maand.