Spring naar de content
bron: hp/de tijd

En de beste columnist van Nederland is…

Arthur van Amerongen over de beste columnist van Nederland. ‘Naast hem voel ik me een ambetante, rancuneuze, puberale schreeuwlelijk die alleen maar op de man speelt.’

Gepubliceerd op: Geplaatst in de volgende categorieën: door Arthur van Amerongen

Ik ontplof altijd van kinnesinne en broodnijd als ik geschriften en columns van Maxim Februari lees. De briljante essayist, schrijver, denker en rechtsfilosoof komt steeds met nieuwe inzichten, doorwrocht en op academische leest geschoeid. Naast hem voel ik me een ambetante, rancuneuze, puberale schreeuwlelijk die alleen maar op de man speelt, en bij gebrek aan inspiratie wat scabreuze herinneringen uit zijn moppentrommel – ouwe doos zo u wilt – vol geronnen zaad, zweet en slijm schraapt. Ik ben een soort Herman Brusselmans maar dan met een wat gavere huid en hoger opgeleid. Polderdiva Stella Bergsma had dan ook helemaal gelijk toen ze dit over mij schreef

“Van Amerongen die al sinds jaar en dag mijn plek in de krant bezet houdt, door iedere week precies dezelfde column vol zuur katerbraaksel te produceren. Haatbait voor de woedende witman. Jankblank zeurberichten van een middelbaar erectieprobleem op pootjes. Die iedere dag met zijn stomdronken rotterattekop op een wankel keukenkrukje gaat staan, zodat hij net bij Facebook en Twitter kan, waar hij zijn doldwaas hilarische nijlpaardplaatjes post, om die dan vervolgens met een dikke politica te vergelijken. Eeenig. Waar hij onder de noemer ‘satire’ zijn xenofobe bangbullshit post, die door zijn holhoofdige volgers echt geloofd wordt. Waar hij ons iedere dag op de hoogte houdt van welk wijf hij al dan niet geil wordt. Daar word IK dus niet geil van.”

Van zo’n polemiek van Sietske word ik overigens behoorlijk geil, en dan zoek ik een goeie foto van haar op en fap ik mijn hele scherm vol met mijn lauwe but. Ik vind dat een ludiekere reactie dan een schriftelijke repliek. Overigens was La Bergsma de directe aanleiding tot het schrijven van mijn serie Boze Blanke Man voor GeenStijl, die net in boekvorm is uitgekomen bij Ezo Wolf.  

Maxim Februari dus. In Vrij Nederland staat deze week een lang en bijzonder goed interview met hem, vergezeld door de waarschuwing: 12 tot 15 minuten leestijd. 

Ik vind dat altijd een beetje badinerend. Kijk, ik lees zulks in vijf minuten maar ik ken heel veel mensen die een uur over zo’n interview doen. Wie bepaalt die leestijd? Anderzijds heb ik bij Bassie Heijne drie uur nodig om zijn epistels te doorgronden, maar die zijn dan ook vooral gericht op de regenten van D66. Hermetisch gesloten hermeneutische preken voor eigen parochie. Ik kan me niet inleven in het fatsoen van Bassie, en zeker niet in zijn adviezen en aanwijzingen voor een beter bestaan. Men kan veel over mij zeggen, maar ik ben in ieder geval niet belerend. En ik ben veel knapper. 

Ik mag dan wel gestudeerd hebben, maar ik denk nog steeds als die 13-jarige puber op de Ir. Mussert-mavo in Ede.

In de gezaghebbende top-20 van Nederlandse columnisten, van januari 2019, komt Bassie overigens helemaal niet voor. Ik wel, en ook nog eens met stip op de zesde plek. Maxim Februari staat op vier! 

Het onafhankelijke juryrapport over mij: 

“Grote Foute Jongen in de Algarve. Beschrijft iedere dinsdag in de Volkskrant zijn Portugese vrijbuitersleven, dampend van de couleur locale (“Het kassameisje had een ontluikend snorretje, een dopneus en een flinke krentenbaard die nogal slordig was geplamureerd”) en beschouwt iedere vrijdag op onze website de toestand in zijn door hem verfoeide moederland (“onder de Duitse bezetter had het volk meer vrijheid!”). Veelzijdig, polemisch, incorrect, vals, satirisch, scabreus maar altijd opgewekt. (“Over smetvrees gesproken: ik kende een tandeloze zwerver in Amsterdam die iedere dag oude stokbroden haalde bij de bakker en die een nacht te weken legde in de plaskrul bij de speeltuin van het Weteringplantsoen.”) Heeft het ongegeneerd over ‘de dorpsmongool’, ‘pisnichten’ en ‘negers’. Vindt minister Ollongren ‘een heel eng mens’, noemt wethouder Sharon Dijksma consequent ‘de CEO van de Jamin’, voorspelde in 2008 vanuit de Brusselse wijk Molenbeek ‘een zelfmoordaanslag’ en voorzag de ondergang van Twan Huys bij RTL. Verguisd door links, geliefd bij rechts. Is van zo’n beetje alles beschuldigd – seksisme, racisme, fascisme, homofobie. Van Amerongen is ongeremd, zit vaak tegen de grens, en is zodoende een volstrekt uniek geluid.”

Het juryrapport over Maxim Februari: 

“Opvallende stem in het maatschappelijk debat. Nooit te betrappen op een obligate mening. Waarschuwt voor de gevaren van digitalisering en de overspannen hang naar veiligheid. (“Je hebt niet het recht op een minister die jou ’s avonds exclusief komt instoppen in bed. Het zou veiliger voor ons allemaal zijn als de minister dat ook niet zou suggereren.”) Legt complexe materie als de blockchain gemakkelijk uit. (“Een clubje computers waarop via vaste afspraken transacties worden afgehandeld.”) Is niet bang om tegen heilige huisjes aan te schoppen, zoals de Hongaars-Amerikaanse miljardair George Soros. (“Kijk eens aan, een financier die presidenten afwerkt: de Hongaarse regering mag daar wat mij betreft vraagtekens bij zetten. Een liberaal westers land móet daar vraagtekens bij zetten.”)”

Uit dit juryrapport blijkt er geen grotere tegenstelling te zijn dan tussen Maxim en mij. De enige overeenkomst is dat we beiden niet te betrappen zijn op een obligate mening. En: hij komt uit Coevorden en ik uit Ede. Hellegaten waar je dood noch levend gevonden wil worden. Wat ons ook bindt, is de gemeenschappelijke Volkskrant-achtergrond (we schreven allebei tien jaar columns voor de Azijnbode). Februari tegen Vrij Nederland: ‘Ik heb eerst tien jaar columns geschreven voor de Volkskrant, daarna wilde ik dat tien jaar doen voor NRC. Door corona is dat langer geworden, maar eigenlijk had ik een jaar geleden al besloten weg te gaan. Ik realiseerde me dat mijn column uit elkaar is geklapt. Het is eigenlijk te succesvol. Er zit een enorme praktijk achter zo’n column. Ik heb netwerken en gigantische archieven, maar ik werk in m’n eentje. Ik ben geen instituut met faciliteiten en medewerkers. Ik heb een werkkamer met een tafel en een laptop, meer is het niet. Ik raakte uitgemergeld van de hoeveelheid werk en durfde haast geen onderwerp meer op te pakken. Enige aanhechting is fijn en daarom heb ik mijn thuisbasis voorlopig bij Vrij Nederland verkozen.’

En laat ik nou ook voor Vrij Nederland hebben gewerkt. The plot thickens. Ook ik heb enkel een tafel en een laptop. Met uitzicht op een schitterend eiland in de Atlantische Oceaan, dat dan weer wel. Hij vond aanhechting bij Vrij Nederland, ik bij GeenStijl

In het interview stipt Februari een paar zaken aan waarmee ik het roerend eens ben. Ik zou het alleen nooit zo mooi kunnen opschrijven. En dat is waar de schoen wringt. Ik mag dan wel gestudeerd hebben, maar ik denk nog steeds als die 13-jarige puber op de Ir. Mussert-mavo in Ede. Ik moet het hebben van ongecoördineerde en ongecontroleerde hersenscheten, en het is maar goed dat ik de taal tot in de puntjes beheers, want anders zou de diarree nu van uw scherm druipen en spatten. 

MF: “Ik wil duidelijk maken dat we geregeerd worden door abstracties. Zo absoluut kun je het zien. Op het moment dat je alle beslissingen overlaat aan systemen, ben je het menselijke, het belichaamde gesprek kwijt. De onderlinge chemie is weg, het gekrakeel in het parlement. Computersystemen zijn abstract en werken met reducties. Het menselijke gedrag wordt tot een paar datapunten teruggebracht en de rest wordt compleet genegeerd. De samenleving is zo gedigitaliseerd, we hebben zoveel data van onszelf in systemen gestopt en laten stoppen, dat we er geen controle meer over hebben. Bij ‘harde’ data, zoals meters en tijd, gaat dat al niet altijd goed, maar het is fnuikend als het ‘zachte’ data betreft: gegevens over menselijk gedrag. Daarmee glippen waarden als democratie, mensenrechten en rechtsstaat uit onze handen. Je digitaliseert en de democratie verandert. Je digitaliseert en het recht verandert.”

Wij hebben hier nog echte banken, echte postkantoren, echte gemeentehuizen en echte buurtsupers waar echte mensen achter de balies werken. Vooruit, je moet geen haast hebben, maar onthaasting is juist de grootste charme van Portugal.

En daarom ben ik zo blij dat ik Portugal woon. Mijn patrie de coeur is nog niet volkomen ontmenselijkt zoals Nederland. Wij hebben hier nog echte banken, echte postkantoren, echte gemeentehuizen en echte buurtsupers waar echte mensen achter de balies werken. Vooruit, je moet geen haast hebben, maar onthaasting is juist de grootste charme van Portugal. Ik heb het vreselijk te doen met digibete bejaarden in mijn droeve moederland. Zonder enige computerkunde ben je verloren, kan je niks regelen, geen rekeningen betalen. Postkantoren bestaan ook niet meer, dan moet je naar de Albert Heijn en dan staat er een of andere stewardess achter een tafeltje, en die heeft dus het hele postkantoor overgenomen. Ander voorbeeld: ik was laatst op de luchthaven van Charleroi en er zat een enorme bruine beer aan het hek te rammelen. Ik rende naar de wc’s. De toegang daar is een euro. Ok, daar hebben we het verder niet over. Maar ik kon alleen met een creditkaart betalen. Niet cash! Daar staan je dan, met een broek vol poep en een eurootje in je klauw omdat je geen pasje hebt. De pinautomaten worden afgeschaft en dat is eigenlijk wel veilig, want bejaarden worden daar regelmatig neergeknuppeld. De war on cash is bijzonder eng. Niet voor niets eist Kaag dat elke geldtransfer boven de 100 euro gemonitord wordt. Nederland is de nieuwe DDR aan het worden en het zal mij niks verbazen dat plofjongeren worden betaald door de overheid. 

Ik zeg dus eigenlijk precies hetzelfde als Maxim, maar dan veel lomper en onbehouwen, naarstig zoekend naar het makkelijke applaus. Maar in feite zeggen we hetzelfde. En wat ons ook bindt, is de lijfspreuk van de Franse anarchisten: ni dieu ni maître. En daarom draag ik dit wonderschone liedje op aan Maxim, een van de laatste columnisten die de overheid niet naar de muil praat. 

P.S. voor de intellectuelen onder ons, lees Arthur Lehning: Ni Dieu ni Maître Notities over partij, dictatuur en geweld.

Met uw donatie steunt u de onafhankelijke journalistiek van HP/De Tijd. Word donateur of word lid, al vanaf €4 per maand.