Spring naar de content
bron: anp

Totaalvoetbal in de zorg

We worden steeds ouder, maar lijden daardoor ook vaker aan meerdere chronische ziektes. Patiënten gaan als balletje in een flipperkast van wachtkamer naar wachtkamer. Wat kunnen we hieraan doen?

Gepubliceerd op: Geplaatst in de volgende categorieën: door Marcel Levi

Je kunt geen krant openslaan of televisieprogramma bekijken of er is wel een item over gezondheidszorg. Het is te duur, er is te weinig personeel, het is niet goed georganiseerd of er zijn hopeloze wachtlijsten. Al die negatieve publiciteit verhult dat de geneeskunde momenteel de succesvolste periode in de geschiedenis doormaakt. Door krachtige impulsen vanuit onder andere de genetica, fysica of datawetenschap zijn de afgelopen decennia indrukwekkende verbeteringen ontwikkeld in het detecteren en behandelen van vrijwel alle ziektes. Of het nu gaat om betere kankerbehandeling, het laten horen van dove kinderen met cochleaire implantaten, of het volledig genezen van chronische virale leverontsteking: op bijna elk terrein zijn er nieuwe en succesvolle mogelijkheden die een wereld van verschil betekenen voor patiënten. 

Reuma, een aandoening die één procent van de bevolking treft en vroeger gepaard ging met zeer pijnlijke en invaliderende gewrichtsafwijkingen en een zekere veroordeling tot de rolstoel, is tegenwoordig bij vrijwel iedereen effectief te behandelen tot een symptoomloze ziekte. De kans om te sterven aan een hartinfarct is door moderne interventies en geneesmiddelen tot minimale proporties gereduceerd. En voor het eerst in de geschiedenis worden we ouder door steeds betere geneeskunde. Die levensverwachting neemt elk jaar met twee tot drie maanden toe. Dat betekent dat de baby die nu geboren wordt bijna vijftig procent kans heeft een honderdste verjaardag te vieren. 

Dit succes komt met een prijs. Want overlijden door acute ziektes is omgeruild voor overleven met chronische ziektes. Je gaat inderdaad niet meer dood aan een hartaanval, maar leeft door met een beetje hartfalen. En dat komt vaak in combinatie met andere kwalen zoals chronisch longlijden, suikerziekte, versleten gewrichten en slechthorendheid. Statistieken tonen dat een grote groep zeventigplussers lijdt aan drie, vier of meer chronische ziektes, allemaal op zichzelf wel goed te managen, maar in combinatie leidend tot serieuze aantasting van de kwaliteit van leven. 

En wat is het medisch model voor de behandeling van al die aandoeningen? Simpel, voor elke ziekte ga je naar een andere dokter. Dus voor je longproblemen naar de longarts, voor je hartfalen naar de cardioloog, voor je diabetes naar de internist, voor de gewrichten naar de reumatoloog. Zo verzamel je een kudde aan dokters die allemaal naar een klein stukje kijken. En die arme patiënt met meerdere verschillende aandoeningen gaat als een balletje in de flipperkast van wachtkamer naar wachtkamer op de poliklinieken, om meer dan eens te horen dat de dokter die hij nu ziet nu net niet over de actuele klachten gaat. 

Want specialisatie betekent niet alleen dat je van één onderwerp heel veel weet (wat natuurlijk prima is), maar vooral ook dat je geen zin meer hebt in de rest. Dus hoewel een cardioloog aanvankelijk heel breed is opgeleid en behalve van het hart heel veel weet van infecties of suikerziekte, is er nauwelijks een hartspecialist te vinden die zulke dingen vanzelfsprekend erbij doet als dat nodig is. Of een neuroloog die naast de verstopte halsslagaders gewoon een bloeddrukprobleempje meebehandelt. Welnee, daar moet telkens weer een andere dokter voor komen. 

In feite voetballen we in de gezondheidszorg zoals de Italianen en Spanjaarden vijftig jaar geleden. Zij deden aan ‘catenaccio’, extreem positiespel waarbij niemand zijn eigen plekje op het veld verlaat en de voetballers elkaar eindeloos de bal toespelen. Doodsaai, uiterst defensief en er is nooit een groot toernooi mee gewonnen. Maar dat is exact wat we doen in de gezondheidszorg: iedereen doet zijn eigen dingetje, en als er wat meer nodig is, moet de patiënt maar naar een andere dokter, een andere gespecialiseerde verpleegkundige of weer een ander ‘zorgpad’. 

De geneeskunde maakt momenteel de succesvolste periode in de geschiedenis door

En helaas wordt deze trend de laatste jaren versterkt, door de toenemende kennis en mogelijkheden in de geneeskunde. Want specialisatie maakt in rap tempo plaats voor superspecialisatie. Dokters die zich beperken tot een heel klein onderwerpje, zoals een stukje van je oog of alleen het ritme van je hart. Longartsen worden vervangen door dokters die alleen nog maar astma doen, of uitsluitend longkanker, en dan zelfs maar één specifiek type longkanker. Er komen neurologen die alleen maar naar migraine of multiple sclerose willen kijken. Dus rondom die ene patiënt verzamelen zich nog meer dokters die zich enkel en alleen bezighouden met een stukje van hun lievelingsorgaan of hun favoriete ziekte.

Er is een alternatief. In plaats van catenaccio is er het totaalvoetbal van Rinus Michels en Johan Cruijff. Een tactiek waarbij iedereen nog steeds zijn eigen plekje op het veld heeft, maar tegelijkertijd in staat is om een andere positie over te nemen, als die persoon even ergens anders is of het spel daar aanleiding toe geeft. Aanvallend, verfrissend en fijn om naar te kijken. En wél met successen op het voetbalveld en (bijna) grote toernooizeges tot gevolg. 

De effectieve specialist van de toekomst is dus nog steeds iemand die extreem veel weet van zijn of haar kleine gebiedje, maar daarnaast is hij of zij in staat in een breed gebied bijkomende problemen op te lossen. Dat betekent dat we wellicht de opleiding wat moeten aanpassen, maar vooral de mindset van de nieuwe generatie specialisten binnen de geneeskunde moeten zien te veranderen.