Spring naar de content
bron: anp

Noodkreet uit de Tweede Kamer

Het aantal Tweede Kamerleden met burn-out neemt toe. Dus klinkt de roep om méér volksvertegenwoordigers. Maar is dat wel de oplossing? Ton F. van Dijk geeft de voorkeur aan verhoging van de kiesdrempel, verandering van de politieke cultuur én betere ondersteuning voor de bestaande 150 Kamerleden.

Gepubliceerd op: Geplaatst in de volgende categorieën: door Ton F. van Dijk

Je zult maar Kamerlid zijn en vrijwel dagelijks te maken hebben met ‘haat, agressie, minachting en beledigingen’. Het zijn de woorden van Kamerlid Corinne Ellemeet (GroenLinks) in een emotionele verklaring, die zij onlangs verspreidde via Twitter. 

Aanleiding vormde het vertrek – enkele dagen eerder – van collega-Kamerlid Ockje Tellegen (VVD), tevens ondervoorzitter van het parlement. In een even kwetsbare als moedige afscheidsbrief laat Tellegen weten: “Eind dit jaar zakte ik in het gebouw van de Tweede Kamer in elkaar. Het licht ging uit, alles blokkeerde. Ik kon niet meer voor- of achteruit.” 

Het Kamerlid beschrijft – in voor velen herkenbare woorden – de verschijnselen die gepaard gaan met een burn-out. “Ik had er vaak over gelezen, veel over gehoord, maar overkwam mij dit nu zelf?” zo vraagt Ockje Tellegen zich in een allerlaatste brief aan haar collega’s in Den Haag vertwijfeld af.

Kort daarvoor maakte ook Esther Ouwehand, fractievoorzitter van de Partij voor de Dieren, bekend dat zij zich (tijdelijk) terugtrekt uit de Kamerbankjes om te kunnen herstellen van de stress en druk die het politieke handwerk met zich meebrengt. 

Drie keer in korte tijd een noodkreet uit Den Haag. Eerder al ging bij Pieter Omtzigt (toen nog CDA) het licht uit en kwam hij in een zware burn-out terecht. Wat is er toch aan de hand, dat Kamerleden bij bosjes lijken om te vallen? 

Het zijn vaak de good guys (en girls) die opbranden. Ze zijn idealistisch, willen graag zaken veranderen en verbeteren. Ze stellen hoge eisen aan anderen en nog hogere aan zichzelf. Tot ze erachter komen dat lichaam en geest letterlijk bezwijken onder de last van hun eigen meedogenloze perfectionisme.

Wanneer ruim tien procent van de beroepsbevolking met een burn-out te maken krijgt, is het niet moeilijk voor te stellen dat politici, gezien de aard van hun werk, extra kwetsbaar zijn. Het vertrek van Tellegen, de ziekmelding van Ouwehand en het nog immer voortdurende gevecht van Omtzigt tegen de laatste resten van z’n hardnekkige burn-out maken duidelijk dat er iets moet veranderen in de Tweede Kamer. 

Sommigen zien het vergroten van het aantal Kamerleden van 150 naar 200 als een oplossing. Meer Kamerleden betekent minder werkdruk, zo luidt de gedachte. Maar klopt dat wel? Immers, het is vaak niet alleen het harde werken zelf dat politici opbreekt, maar ook de context waarin hun inzet plaatsvindt.

Zo is de Kamer enorm versplinterd, met een recordaantal van twintig fracties. Nieuwkomers en afsplitsers hebben er mede voor gezorgd dat debatten eindeloos duren en steeds minder opleveren. Iedereen mag zijn zegje doen, maar de spreektijd wordt steeds verder ingeperkt en datzelfde geldt voor het aantal interrupties. Van echt debat is nauwelijks sprake, de uitkomsten staan vaak al vast. Politiek als toneelspel.

Het Kamerlidmaatschap is een continu gevecht om aandacht, dat de weg naar de macht moet vrijmaken

De veelheid aan sprekers in het debat gaat – ondanks alle goede voornemens – nog steeds samen met gebrek aan dualisme. De Kamer controleert de regering, staat in de Grondwet, en Kamerleden doen dat ‘zonder last’. Maar in de praktijk is ook in de ‘nieuwe’ bestuurscultuur van Rutte en Kaag sprake van dichtgetimmerde afspraken en ijzeren fractiediscipline. Er valt voor autonome Kamerleden relatief weinig te halen in de dialoog met het kabinet. 

Daarnaast wordt het recht op informatie uitgehold. Dit vloeit voort uit artikel 68 van de Grondwet. Het werk van Kamerleden wordt door de wetgever ‘makkelijker’ gemaakt door ze het bijna absolute recht te geven op antwoorden en informatie van de regering. Dit mechanisme zorgt ervoor dat Kamerleden, ondersteund door een kleine hoeveelheid medewerkers, desondanks op gelijke voet kunnen opereren met ministers, die over duizenden ambtenaren beschikken. Helaas werkt artikel 68 in de praktijk allang niet meer zoals het bedoeld is en moeten Kamerleden in veel gevallen op jacht naar de informatie waar ze recht op hebben. Tijdrovend en frustrerend.

Dan is er de merkwaardige wijze waarop met name grote fracties hun werkzaamheden organiseren. Hoewel in beginsel alle Kamerleden gelijk zijn, is er in werkelijkheid sprake van een kleine groep frontbenchers die de lakens uitdeelt. Ben je daarentegen als parlementariër aangewezen op een bankje achter in de plenaire zaal, dan moet je vooral genoegen nemen met instructies van de afdeling voorlichting van de fractie. 

Relatief veel Kamerleden worden op deze wijze ‘afgescheept’ met weinig aansprekende portefeuilles. Toen Wybren van Haga – de huidige voorman van BVNL – nog lid was van de VVD-fractie, kreeg hij de portefeuille ‘scheepswrakken’. Dat zorgde bij de oud-commando en ondernemer voor een bore-out, waar collega-volksvertegenwoordigers juist te veel hooi op hun vork hadden en in de problemen kwamen.

Het Kamerlidmaatschap is een continu gevecht om aandacht, dat de weg naar de macht moet vrijmaken. Volksvertegenwoordigers dienen daarbij dag en nacht rekening te houden met vijandelijkheden. Van de media, van de partij en misschien nog wel het meest van hun directe collega’s met een identiek verlangen naar het pluche.

Het moge duidelijk zijn dat méér Kamerleden niet de beste oplossing is voor de geschetste situatie. Een hogere kiesdrempel (minder kleine partijen), blijvende veranderingen in de politieke cultuur (dualisme), het herstel van het primaat van de Kamer (alle informatie die gevraagd wordt, krijgt men ook zonder morren) en een evenwichtigere portefeuilleverdeling binnen grotere fracties kunnen wellicht een aanzienlijk deel van het probleem oplossen. Geef individuele Kamerleden daarnaast ook meer en betere ondersteuning, en de wereld ziet er alweer heel anders uit.

Met uw donatie steunt u de onafhankelijke journalistiek van HP/De Tijd. Word donateur of word lid, al vanaf €4 per maand.