Spring naar de content
bron: Gabriël Kousbroek

Mijn Spaanse Mokum

Na een weemoedige wandeling door de Amsterdamse Wallen besluit G.H.B. op de bonnefooi naar Andalusië te vertrekken, om zijn Spanje-gevoel te doen herleven.

Gepubliceerd op: Geplaatst in de volgende categorieën: door G.H.B. Hiltermann

Queridos amigos y amigas, ik maakte mijn dagelijkse ommetje door ijzig koud Mokum en kreeg een plotselinge aanval van duende, een Spaans begrip dat u vermoedelijk niets zegt. Mijn goede vriend Federico García Lorca (que en paz descanse) omschreef het eens als een combinatie van redeloosheid, aardsheid, een verhoogd bewustzijn van de sterfelijkheid en een toefje duivelachtigheid. De duende herinnert de mens eraan dat ‘mieren hem kunnen opeten of dat een grote arseenkreeft plotseling op zijn hoofd kan vallen’. Ik heb dit nu even uit de losse pols vertaald, maar geloof mij, ook in het Spaans is er geen touw aan vast te knopen, want de beste man was nog hallucinanter dan Salvador Dali: “que de pronto se lo pueden comer las hormigas o le puede caer en la cabeza una gran langosta de arsénico”

Pero bueno. Ik liep door de Warmoesstraat en passeerde huisnummer 60, waar vroeger Casa Maria zat. Maria was ooit getrouwd met een Spanjool en toen zij te oud werd voor het vak, nam haar bevallige dochter Linda het over. De klandizie bestond uit wat je nu heel deftig leden van de lgbt-gemeenschap zou noemen. Het merendeel kwam van de overzeese gebieden en zat ‘in het leven’, al dan niet op straat, bij de krul of in schimmige pensions op de Walletjes. Ik mocht er graag met de journalisten Sjoerd R. Rodermond en Willem Oltmans een kopje koffie met een glaasje Spaanse brandy nuttigen. Ik werd – ook al week ik ietwat af van de dresscode –
respectvol benaderd door de ‘dames’, die veelal slechts gehuld waren in veren, hotpants, minirokjes, roze tutu’ s en pruiken. Helaas decimeerde de aids-pandemie de bonte clientèle van deze Mokumse versie van La Cage aux Folles en bezocht ik samen met mijn goede vriend pater Van Kilsdonk (die in Casa Maria Kater van Pilsdronk werd genoemd) menig begrafenis. 

Nu zit er op nummer 60 café Hot or Not, een ‘live sports pub’, en dat belooft weinig goeds. 

bron: Gabriël Kousbroek

Ik liep verder door de Lange Niezel en passeerde nummer 29 het voormalige restaurant Centra, dat nu Xampanyeria Centra heet. Dit was in de jaren vijftig hét culinair consulaat van Spanje in Nederland. Ik ging er regelmatig een vorkje prikken met Wina Born. Centra werd in 1946 opgezet als toevluchtsoord voor Spaanse zeelieden en kwam in 1962 in handen van de legendarische familie Rodriquez. Het bleef altijd heerlijk louche en rommelig, alsof het een zeemanskroeg was. Nu heet het dus Xampanyeria. Ook dat belooft, net als de ‘live sports club’, weinig goeds. 

En dan was er in mijn tijd nog het legendarische Spaanse restaurant Iberia op het Kadijksplein in Amsterdam, met de onvermoeibare serveerster Daisy. Hun zarzuela was om van te watertanden: een grote zwarte pan op tafel vol met vis, mosselen en garnalen, in vuurrode tomatensaus, glimmend van de olijfolie en walmend van de knoflook. Stokbrood, groene sla, olijven en rioja – wat waren we gelukkig met weinig.

Ik wandelde verder en dacht aan die oude televisiereclames van González Byass, met zo’n Manuel die sherry proeft uit een vat, waarna de kijker hem moest napraten, in het Spaans. En ach, herinnert u zich nog de reclame voor Caballero-sigaret, met zo’n menneke op een ezeltje en met een strohoedje? “Zoek de zon met Caballero, ay ay ay, die Caballero, dat is pas een sigaret!”

In die prachtige tijd kwam de sherry op. ‘Koningin Juliana slanker door sherrykuur’, kopte mijn goede vriend Henk van der Meijden in De Telegraaf, eind 1971. Hij had het nieuwtje vernomen van zijn bronnen op Paleis Soestdijk. In totaal, zo schreef Henk, heeft de koningin bijna zeventien kilo verloren, met het sherrydieet dat ook prinses Beatrix slank maakte. Wellicht is dat dieet wat voor prinses Amalia, die op zijn zachtst gezegd nogal fors is en mij vaak doet denken aan die juffrouw Nikkie de Jager, die ik te pas en te pas voorbij zie stampen op de treurbuis. 

Henk vertelde mij dat hij kort na zijn sherrydieetscoop werd achtervolgd en gestalkt door honderden vrouwen. Veelal met opvallend vrolijke stemmetjes belden ze hem op om te zeggen welke vorderingen ze hadden gemaakt met hun sherrydieet. Kort daarna werd onze geliefde vorstin gepersifleerd in de Barend Servetshow. “Zal ik de sherry laten aanrukken?” vraagt zij, en spreekt vervolgens de butler aan met ‘ober’. 

Ach, vrienden, mijn Spaanse Mokum bestaat niet meer, en meer dan ooit was ik mij bewust van de vergankelijkheid der dingen. Inmiddels regende het pijpestelen; eenmaal thuis liet ik mijn interieurverzorgster Agaath voor ons beiden prompt een vlucht naar Sevilla boeken. Volgens het KNMI was het daar nog dik in twintig graden en ik wilde zo graag nog een keer mijn Spanje-gevoel doen herleven.

’s Anderendaags pakten wij een taxi op de luchthaven Sevilla-San Pablo. Om eventjes in de sfeer van de Moorse middeleeuwen te komen en om een bergwandelingetje te maken ter verhoging van de eetlust, bezochten Agaath en ik eerst het dorpje Almonaster la Real, waar een puik geconserveerde moskee uit de tijd van de mohammedaanse bezetting staat. Het is een miniatuurversie van de Mezquita in Córdoba en ik moet zeggen dat ik onder de indruk was. 

Nu zit op Warmoesstraat 60 café Hot or Not, een ‘live sports pub’, en dat belooft weinig goeds

Van de moskee reden we naar Jabugo, het walhalla van de pata negra. De jamón 100% ibérico de bellota is de exclusiefste en duurste Spaanse ham. Een onsje doet al snel 50 euro, maar die smelt dan ook op uw tong. Onze copieuze lunch werd opgevrolijkt door een flamencozangeres en ineens was ik weer terug in Centra, met Wina Born, die mij na twee flessen González Byass ten huwelijk vroeg. En toen werd ik wederom overvallen door duende en citeerde ik – tot vermaak van de Spaanse eetgasten – staand de dichter J.C. Bloem: “Niet te verzoenen is het leven./ Ten einde is dit wellicht nog ’t meest:/ Te kunnen zeggen: het is even/ Tussen twee stilten luid geweest.”

Tot in het winternummer van de Haagsche Post, amigas y amigos! 

Rectificatie bronvermelding

G.H.B. heeft zijn herinnering (‘Mijn Spaanse Mokum’, HP/De Tijd, november 2022) aan het legendarische restaurant Iberia te Amsterdam – een enthousiaste, prozaïsche beschrijving van het beroemde gerecht Zarzuela – deels letterlijk overgenomen van Maeve van der Steen in De LeunstoelInternetmagazine voor rustige mensen, (zie: nr 3, jaargang 20, 10 november 2022), zonder bronvermelding. Zowel de auteur als de redactie betreurt dit.