Spring naar de content
bron: anp

Credo en hartekreet

In Het lied van Europa schetst Leon de Winter een dystopie. Ons continent ontwikkelt zich tot Big Brother, dat zijn burgers met behulp van big tech voortdurend in de gaten houdt.

Gepubliceerd op: Geplaatst in de volgende categorieën: door Thomas van den Bergh

Wie is Leon de Winter? Opgeleid aan de filmacademie, ontwikkelde hij zich in de jaren tachtig tot experimentele filmmaker en romanschrijver. In 1994 publiceerde hij een pamflet ‘ter bestrijding van extreem rechts’. Je zou de jonge De Winter naar huidige maatstaven een ‘woke activist’ kunnen noemen. Maar dat was toen. De afgelopen vijftien jaar maakte hij in zijn columns (eerst voor Elsevier, daarna in De Telegraaf) gehakt van iedere vorm van ‘woke’ denken. Als schrijver excelleerde hij intussen met plotgedreven, spannende romans. Op Twitter betoonde hij zich een klimaat- en corona-scepticus. En dan stapte hij ook nog in de fabricage van koolhydraatarme friet.

Wie is Leon de Winter? Om een beeld te krijgen van wat hem werkelijk bezighoudt – zijn zorgen, zijn drijfveren – moet je zijn nieuwe roman lezen. De Winter werkte vijf jaar aan Het lied van Europa, voor zijn doen lang. Een paar jaar terug werd de roman al aangekondigd als De dood van Europa, maar dat vond de schrijver wellicht te doemdenkerig klinken. 

Een dystopie is deze roman nog altijd. Het Europees continent ontwikkelt zich in De Winters toekomstvisie tot een Big Brother, die met behulp van big tech zijn burgers continu monitort. Overal hangen camera’s en microfoons, al weten de meeste mensen wel een ‘dode hoek’ te vinden om toch onbespied informatie uit te wisselen. Er woedt een handel in CC’s, ‘carbon credits’, waarmee burgers worden gedwongen hun CO2-uitstoot omlaag te brengen. De kleine zelfstandigen zijn door diverse pandemieën weggeconcurreerd. Opeenvolgende oorlogen hebben geleid tot armoede en ruilhandel. Er zijn ‘suikerwetten’ ingevoerd, zodat frisdrank, taart en koek nauwelijks meer te krijgen zijn, hoewel de Turk nog ‘illegale mierzoete bladerdeegrolletjes’ levert.

Overigens is de Europa uit de titel een Russin met Griekse roots, die na wat omwegen in Nederland terechtkomt. Daar legt ze het aan met Matthijs, een Rotterdamse horecaondernemer. Als die op een zeker moment door zijn zakenpartner wordt opgelicht, vluchten hij en zijn ‘Ropa’ in de roes van allerhande verdovende middelen. Dat loopt bijna fataal af, tot Matthijs’ vader vanuit zijn Spaanse onderkomen aan de telefoon hangt. Deze zakenman heeft een Brabants vakantiepark gekocht en vraagt Matthijs om hiervan de manager te worden.

Dat is een van de verschillende verhaallijnen die De Winter in deze mozaïek-roman heeft uitgezet. Er is ook het verhaal van de Syrische dierenarts Da’ud, die tijdens de burgeroorlog, te midden van het puin in Damascus, een bijzonder getalenteerd scherpschutter blijkt te zijn. Er is de lijn over Anna, een rechercheur, de tante en pleegmoeder van Matthijs. Zij legt het tijdelijk aan met journalist en blogger Nico Levi, wiens zoon Max op gewelddadige wijze om het leven komt. En dan is er het verhaal van juwelier Henri Haksloot, die voor de zestiende keer wordt beroofd en dan zijn beide overvallers neerknalt. Henri is gescheiden van Connie, die nu met Nico samenleeft.

Zo heeft alles met alles te maken in deze roman. Dat vergt heel wat lenigheid van schrijver én lezer. De Winter is een snelle verteller; hij houdt er niet van om ontwikkelingen uitgebreid voor te bereiden en voorzichtig in te masseren bij de lezer. Als Matthijs bijvoorbeeld door zijn zakenpartner John met wat creatief boekhouden uit hun bloeiende bedrijf wordt gemanoeuvreerd, is hij twee alinea’s verder al een upmarket drugsdealer geworden. Dit leidt tot een enorme dichtheid aan plotwisselingen, wat de geloofwaardigheid niet steeds ten goede komt. 

Het is niet moeilijk in journalist Nico Levi, een verbitterde lone wolf, een verkapt zelfportret van de schrijver te ontdekken

Maar het gaat de schrijver vermoedelijk om iets anders. Hij wil een boodschap overbrengen. Die boodschap gaat over het scheiden van feiten en desinformatie, en over een overheid die erop uit is bepaalde ‘narratieven’ aan haar burgers op te dringen. 

Daarvoor heeft De Winter enigszins geforceerd alle personages samengebracht in het vakantiepark van Matthijs en Ropa, waar de openingsceremonie plaatsvindt van het azc dat hier zal worden gevestigd. Een van de aanwezigen is Haksloot, de voormalige juwelier, die na zijn fatale zelfverdediging in de ogen van een deel van de bevolking is uitgegroeid tot held. Uitgerekend hij krijgt het aan de stok met Syriër Da’ud over een bijtgraag ezeltje. Opeens slaat de vlam in de pan. Bij de gebeurtenissen die dan volgen komt zowel Haksloot als Europa om het leven.

Het is het begin van ‘De Dagen van Waanzin’, een periode van twee weken in het jaar 2040, waarbij 483 doden vallen. Er breekt een regelrechte volksopstand uit, gericht tegen moskeeën, maar meer nog tegen de machthebbers en de elite. Ten slotte moet de Navo ingrijpen om de rust terug te brengen. Deze gebeurtenissen worden in enkele theatrale scènes uitgeserveerd, inclusief een Henriette Roland Holst citerende voetbalsupporter, maar echt apocalyptisch wil het niet worden. Het contrast tussen de op straat barbecuende carnavalsmeute in een Bossche volkswijk en de bloederige puinhopen van Damascus uit het openingshoofdstuk is wat dit betreft tekenend.

De Winter zet vooral in op de vraag wat precies tot de dood van Europa leidde. Volgens de officiële lezing zou Matthijs zijn vriendin tijdens een dronken ruzie een zet hebben gegeven, waarna ze van een brug tuimelde en verdronk. Maar ‘op het dark web’ doen verschillende alternatieve verklaringen de ronde, die een beschuldigende vinger wijzen in de richting van de Syrische vluchtelingen Da’ud en diens vrouw Alma. Omdat deze versie maatschappelijk ontwrichtend zou kunnen werken, laten de autoriteiten Matthijs in een goed bekeken tv-programma verklaren dat hij alleen schuldig is.

Journalist Nico Levi is vastbesloten de waarheid boven tafel te krijgen. Op zijn blog doet hij verslag van zijn onderzoekingen. Haarscherp brengt De Winter in beeld hoe Nico in het oog van een mediastorm terechtkomt en geslachtofferd wordt: “Mijn achternaam werd een idee. Voor mijn naam kon ‘een’ gezet worden, ‘een Levi’. Oftewel: een gewetenloze ophitser, een ordeverstoorder, een miezerig wit mannetje dat in zijn digitale holletje schuilt en wacht op het juiste moment om de vrede te verscheuren. (–) Online noemen ze me een ‘kutjood’, een ‘weerzinwekkende zionist’; door links en rechts word ik veracht. Er moest een kapitalistische of marxistische Joodse samenzwering achter zitten, beweerden ze na de rellen, en Nico Levi leidde die. Ik ben het gezicht geworden van desinformatie en ophitsing, van haatpraat, onrust stoken, het ondermijnen van autoriteiten.”

Het is niet moeilijk in deze verbitterde, getraumatiseerde, obsessieve lone wolf een verkapt zelfportret van de schrijver te ontdekken. Plot-technisch is het wel vreemd dat Nico, die zegt alleen ‘de feiten’ te willen dienen, zo veel geloof hecht aan het verhaal van de ouders van Ropa, die de betrokkenheid van Da’ud en Alma bij de dood van hun dochter alleen onderbouwen met: ‘Onze mensen hebben deze informatie ontvangen’.

Zo zitten er wel meer rare oneffenheden in deze roman. Hoe kan Henri Haksloot, net ontwaakt uit een coma en nog nauwelijks helder, al ‘een oude, tragisch verlopen liefde’ vermoeden tussen Nico en Anna, die aan zijn ziekenhuisbed staan? Waarom denkt Nico, die geboren is in 1975, met heimwee terug naar The Rolling Stones en Jimi Hendrix als de pophelden van zijn jeugd?

Als psychologische thriller en ijzingwekkende dystopie vind ik dit boek minder geslaagd dan als credo en hartekreet van Leon de Winter. Zijn enorme wantrouwen tegen ‘de staat’ is zijn grote drijfveer; in zijn columns, tweets en ook zijn romans wil hij waarschuwen voor de gevolgen van vrijheidsbeperkende maatregelen. Immers: ‘Iemand moet de wacht houden’, zegt Nico ergens. Die wachter, dat is Leon de Winter.  

Leon de Winter
Het lied van Europa
Hollands Diep
€24,99