Spring naar de content
bron: Gabriël Kousbroek

Bij de dood van D’66

Weinigen weten dat G.H.B. aanwezig was bij de oprichting van D’66 in het hoofdstedelijke Krasnapolsky. Ook bedacht hij het beroemde spotje met Hans van Mierlo. Nu stelt hij de jammerlijke teloorgang van de partij vast.

Gepubliceerd op: Geplaatst in de volgende categorieën: door G.H.B. Hiltermann

Ach, amices, het is al flink aan het herfsten buiten, de houtkachel staat te loeien, Jessye Norman zingt de Vier letzte Lieder van Strauss, ik heb een drupje Conhaque Hennessy Richard ingeschonken, voor mijn interieurverzorgster Agaath staat er in de keuken een kelkje Coebergh klaar en uit mijn stille en subtiele hints kunt u wellicht opmaken dat ik een tikje sentimenteel ben. 

Dat is juist, want het voelt alsof ik zojuist een oude vrind ten grave heb gedragen. Die makker heet D’66, inderdaad nog met de apostrof, want ik ben een ouderwetse man.

Ik zal u mijn zieleroerselen over juffrouw Kaag, juichaapje Jetten, de gesjeesde milva Ollongren et les autres besparen, want ik wil het hebben over hun illustere voorgangers: founding fathers Hans van Mierlo en Hans Gruijters. 

Uiteraard was ik bij de oprichting van D’66 op 14 oktober 1966 in good old Krasnapolsky, vrinden. Sterker nog: ik was de pater familias van de 36 homines novi

Vijf maanden eerder hadden wij in de Bamboo Bar in de Lange Leidsedwarsstraat – het etablissement was eigendom van Hans Gruijters – na een knus bacchanaal besloten naar de stem te luisteren van iedere Nederlander die ongerust was over de ernstige devaluatie van onze democratie.

Dat ‘ons’ is een groot woord woord hoor; ik ben een apolitiek mens, maar ik voelde me als nestor gedwongen die gideonsbende enige leiding te geven, op voorwaarde dat mijn naam nooit in de annalen zou verschijnen. U weet: modesty is my middle name

De groep noemde zich Initiatiefcomité D’66 en het was mijn idee om de toen volslagen onbekende journalist Hans van Mierlo als een soort Kennedy te lanceren. 

Dat lukte mij heel aardig, want bij de landelijke verkiezingen van 1967 kreeg de partij meteen zeven zetels. Zelfs The New York Times, alias The Old Gray Lady, deed er verslag van. (Al kwam dat door een duur belletje van mij naar Arthur Ochs ‘Punch’ Sulzberger senior.) 

Ik kende de Verenigde Staten natuurlijk als mijn broekzak en wilde HAFMO op een vlotte, typisch Amerikaanse wijze aan het volk presenteren. 

Dat werd dus die iconische verkiezingsspot van D’66 voor de Tweede Kamerverkiezingen van 1967. 

Ik zei tegen regisseur Leen Timp en cameraman Wim van der Linden dat Hans de Nederlandse Kennedy was, en dat begrepen ze meteen. 

We volgden de kersverse lijsttrekker die dag van zijn huis aan de Herengracht tot de legendarische Studio Vitus in Bussum, met een sanitaire stop in Scheltema, want de twee Hansen hadden naar eigen zeggen een ‘herstelbiertje’ nodig. 

Hans zou in Vitus – tot mijn groot verdriet werd het gebouw in 1971 door brand verwoest – voor de tv-camera’s een praatje houden, met een door mij (de eerste spindoctor van Nederland) geschreven tekst. Het motregende die dag uiteraard en ik heb Hans mijn oude regenjas geleend. 

Hij stapte vervolgens in een Volvo, type katterug, en Wim filmde vanaf zijn schouder Van Mierlo, die naast de bestuurder (de Leidse hoogleraar Jan Glastra van Loon) zat. Ik had inspiratie voor dat shot opgedaan in Parijs, toen ik bij de première van
À bout de souffle van Jean-Luc Godard was. Het spotje sloeg natuurlijk in als een bom en iedereen riep: de Hollandse Kennedy! 

Maar laat ik het over Hans Gruijters hebben, vrinden. 

De olijke Brabander baatte meerdere kroegen uit, waaronder dus de Bamboo Bar, en was ook VVD-gemeenteraadslid en journalist bij het Algemeen Handelsblad geweest. In zijn Bamboo Bar wemelde het destijds van de paradijsvogels en andere vrije geesten. Ik noem Frans Weisz, Jan Vrijman, Xaviera Hollander en Remco Campert. In zijn kroeg bedacht Hans de D’66-kroonjuwelen, zoals de gekozen burgemeester en minister-president en het districtenstelsel. Volgens hem waren de tegenstellingen tussen de oude ideologieën verdwenen. Deze boden geen oplossingen meer voor een moderne maatschappij. 

Hans was vóór kernenergie en tegen de toenemende immigratiestroom in Nederland, had een hekel aan het koningshuis en partijdiscipline en was vóór vrouwenemancipatie en milieubescherming. Dat bracht hem in 1966 in aanvaring met de Oranje-gezinde partijleiding van de VVD, die het hem hoogst kwalijk nam dat hij afwezig was bij de kennismaking met het kersverse paar Beatrix en Claus. Fractievoorzitter Harm van Riel – een beste kerel verder – vond Hans een kijfzieke en drankzuchtige man met een aangeboren verzet tegen opgelegd gezag. Van Riel en diens VVD waren de opstandige lastpak dus liever kwijt dan rijk. 

bron: Gabriël Kousbroek

Gruijters spoog inderdaad niet in zijn glas. Tijdens zijn ministerschap liet hij de bode een paar keer dag Jack Daniels in een theekopje bezorgen en zijn prachtige vrouw Jenny ‘lustte er ook wel pap van’, zoals Hans mij eens vertelde in de Bamboo. 

Hans raakte steeds meer vervreemd van zijn geesteskind. D66, inmiddels zonder apostrof, begon volgens hem te veel op een normale partij te lijken, met ‘georganiseerde paranoia, waar men elkaar voortdurend toetste op leerstelligheid’. 

Op zijn sterfbed fluisterde Gruijter in mijn oor dat de politiek ingaan een kapitale vergissing was en blijk gaf van een gebrek aan zelfkennis, ook al werd hij in 1973 de allereerste minister van D’66.

Bij D66 heeft men het plichtmatig nog weleens over HAFMO, als hij weer eens zo en zoveel jaar dood is, maar over Hansje Gruijters zwijgt men als het graf. Ik was de enige die tot zijn dood in 2005 contact bleef houden met de godfather van D’66. En daarom ben ik sentimenteel, vrienden, want de kakistocratie van Kaag en consorten, die Nederland naar de gewisse ondergang stuurt, is een schande. De twee Hansen draaien zich om in hun graf. 

Sta mij toe af te sluiten met Strauss: 

Lange noch bei den Rosen

Bleibt er stehn, sehnt sich nach Ruh.

Langsam tut er die großen

Müdgewordnen Augen zu. 

P.S. Hans Gruijters was jarenlang columnist bij HP/De Tijd.