Spring naar de content
bron: Arnout Hulskamp

Botsing van culturen

Ook in Herfstdraad schuwt Jamal Ouariachi de polemiek niet. Hij zet zich af tegen identiteitspolitiek. De hoofdpersoon raakt betrokken bij een radicaliserende herenclub, terwijl zijn vrouw in de greep komt van een links-activistisch buurtcentrum.

Gepubliceerd op: Geplaatst in de volgende categorieën: door Thomas van den Bergh

Er wordt weleens geklaagd dat Nederlandse schrijvers zich te weinig aan debat en polemiek wagen. Ze zouden zich opsluiten in hun ivoren torens, waar ze introvert en studieus proza bakken, terwijl het straatrumoer buiten onopgemerkt aan hen voorbij zou trekken.

Als er iemand is voor wie dat verwijt zeker niet opgaat, dan is het Jamal Ouariachi. Niet alleen in zijn werk maar ook daarbuiten windt hij zich op over actuele maatschappelijke kwesties. Hij schrijft columns en opiniestukken en is een actief twitteraar. Daar valt hij op door zijn vileine pen en provocerende stellingnames.

Veel van zijn terugkerende ergernissen kun je onder de noemer ‘identiteitspolitiek’ scharen: de neiging om mensen te reduceren tot hun etniciteit, hun gender of hun geloof. Hij maakt zich geregeld kwaad over oproepen tot ‘representatie’ en ‘herkenbaarheid’ in de kunsten. “Herkenbaarheid is naar mijn idee een beroerd criterium in de beleving van fictie,” schreef hij naar aanleiding van de kritiek op het vrouwbeeld van filmmaker Paul Verhoeven. “Je beperkt daarmee je waardering voor een kunstwerk tot de grenzen van je eigen persoonlijkheid.” Dat zou je kunnen beschouwen als een leeswijzer bij zijn eigen werk.

‘De’ man en ‘de’ vrouw bestáán helemaal niet, aldus Ouariachi, net zomin als ‘de’ zwarte of ‘de’ witte mens. De hoofdpersoon van zijn nieuwe roman, een naamloze schrijver van begin veertig, deelt deze opvattingen met zijn schepper. Ook hij ergert zich kapot aan de huidige ‘obsessie met huidskleur’.

Verwarrend genoeg doet deze hoofdpersoon, die zich nadrukkelijk afzet tegen ‘herkenbaarheid’, erg denken aan Jamal Ouariachi zelf. De titels van de vier boeken die hij tot op heden publiceerde lijken op die van Ouariachi, hij volgde net als de schrijver het hoofdstedelijke Barlaeus Gymnasium, en is, net als Ouariachi zelf, op zeker moment vanuit de hoofdstad naar Zaandam verhuisd.

Dit stadje ontpopt zich in de roman tot een waar helleoord. Het lijkt er altijd te regenen, het stinkt er naar verbrand plastic of naar zwavel, er is geen fatsoenlijke bruine kroeg te vinden en er wonen alleen maar halve randdebielen met een lelijk accent. Het duurt niet lang of de schrijver raakt er zijn opdrachtgevers kwijt, hij krijgt schuldeisers achter zich aan, en verzuipt zijn ellende in schier eindeloze stromen alcohol. Geen wonder dat het huwelijk van de schrijver in dit verdoemde oord niet standhoudt.

Maar die huwelijkscrisis heeft nog een andere oorzaak. Schrijver, echtgenote en dochtertje (2) zijn nog maar net in Zaandam geland of ze krijgen bezoek van Nozizwe, een medewerkster van ‘Kruispunt’. Onderdeel van het koopcontract van hun nieuwe huis blijkt een verplichte deelname aan de activiteiten van het buurtcentrum dat luistert naar die naam. Die activiteiten draaien voornamelijk om het versterken van ‘diversiteit en inclusiviteit’ in de buurt.

Waar de schrijver zich in toenemende mate ergert aan het betuttelende moralisme van Kruispunt (knipoog naar het gelijknamige jongerencentrum dat figureert in de nieuwe roman van Jonathan Franzen?), raakt zijn vrouw, zelf van Marokkaanse komaf, meer en meer in de greep van wat haar echtgenoot als ‘sekte’ beschouwt. Op zeker moment eist ze bijvoorbeeld dat hij haar weer Malieka gaat noemen in plaats van kortweg ‘Liek’. Die afkorting is een voorbeeld van ‘white-washing’, zegt zij. “Het gaat erom dat zo’n vervorming van een naam een uiting is van de heersende cultuur, en daarmee dus een symptoom van de onderdrukking van minderheden.”

Het huwelijk komt onder hoogspanning te staan als de hoofdpersoon via een achterbuurman wordt geïntroduceerd bij een ‘herenclub’ onder de naam Deftig Rechts. Wat aanvankelijk een soort debatingclub van intellectuele vrijdenkers lijkt, ontpopt zich gaandeweg tot een eng, neofascistisch gezelschap, waar de Jordan Petersons van deze wereld worden aanbeden.

Een extremist bant de complexiteit uit de werkelijkheid en is daarmee het absolute tegendeel van waar ik als schrijver voor sta

Met merkbaar plezier beschrijft Ouariachi deze botsing van culturen: de woke-beweging versus de boze witte mannen. Hij pakt flink uit in de weergave van debatavondjes cursussen en lezingen, soms op het groteske af. Zo krijgen de schrijver en zijn vrouw op zeker moment bezoek van een Kruispunt-medewerkster, die hun boekenkast ‘zuivert’ door de literatuur van toxisch-masculiene types als Hemingway en Roth te verwijderen, maar ook de verzamelde Jip en Janneke, die immers een volstrekt ongeëmancipeerd wereldbeeld representeren. 

Om de absurditeit van dit soort redeneringen aan te tonen schetst Ouariachi de huidskleur van zijn personages telkens heel gedetailleerd, met formuleringen als ‘pecorinokleurig’, ‘de kleur van gepelde knoflookteen’, ‘nootmuskaatkleurig’ of ‘cognackleurig’. In zijn romanwereld lijken de categorieën ‘wit’, ‘bruin’ en ‘zwart’ helemaal niet te bestaan. Nog weer later gaat hij zelfs zo ver om mensen in te delen met CMYK-kleurcodes zoals grafisch ontwerpers die gebruiken, wat iemand een ‘(0,39,59,25)-kleurig’ uiterlijk geeft. 

Ouariachi spaart niemand, ook zichzelf niet – al moeten we natuurlijk steeds oppassen dat we niet in de valkuil der herkenning vallen. De hoofdpersoon wordt er gaandeweg niet sympathieker op. Hij ontwikkelt zich tot een brommerige zeurkous die zich wentelt in zelfmedelijden. Ook het provoceren is Ouariachi niet verleerd: hij gebruikt veelvuldig het n-woord en geeft Kruispunt-personages voornamen van bestaande personen uit de wereld van diversiteitsactivisten.

Nadeel is dat er weinig ontwikkeling zit in de personages, zodat deze vuistdikke roman wat repetitieve elementen kent. Met name de botsingen tussen de hoofdpersoon en zijn vrouw klinken op een gegeven moment al te bekend in de oren: hij de smalende scepticus, zij de bevlogen verbinder. Waar zij hem verwijt zijn verantwoordelijkheden te ontlopen door zich te wentelen in zijn bohémien-achtige kunstenaarschap, geeft hij haar de schuld van zijn stokkende creativiteit.

Ook de dweil van de depressiviteit van de hoofdpersoon wordt wel erg grondig uitgeknepen. Letterlijk álles in Zaandam is mistroostig en lelijk. Al te opzichtig flirt de schrijver met de goot en met zijn eigen tragische noodlot: “Ik laat mijn hoofd hangen. De dreiging van de verkoop. De miserabele vooruitzichten als het om de schrijverij gaat. De met de dag onverdraaglijkere eenzaamheid. Het misselijkmakende vermoeden dat ik niet zo makkelijk van Deftig Rechts afkom, dat een verhuizing misschien niet genoeg is.” Bij zoveel gesomber zou ook de lezer zijn vermoeide hoofd laten hangen.

Gelukkig geeft Ouariachi zijn roman op driekwart net op tijd weer de sporen. Hier vertelt hij over een bijzondere vriendschap tussen de ouders van de schrijver en een jong homokoppel uit Friesland. De scène aan het sterfbed van een van beide mannen is van een ontroerende, directe kracht. Dan wordt duidelijk dat contact, écht contact, veel belangrijker is dan welk extremistisch gedachtegoed dan ook.

Ouariachi kiest geen partij voor Deftig Rechts of Kruispunt. Aan het slot stelt de hoofdpersoon, nadat hij met moeite weer is ontsnapt aan het Zaandamse inferno, dat iedere vorm van extreem activisme hem afstoot. “Een extremist bant de complexiteit uit de werkelijkheid en is daarmee het absolute tegendeel van waar ik als schrijver voor sta: het moeilijk maken van wat door anderen als simpel wordt voorgesteld.”

Daar is Ouariachi met deze roman in ieder geval in geslaagd: hij zet je aan het denken over actuele maatschappelijke discussies, is scherp en kritisch, maar laat voldoende ruimte voor twijfel. Daarvoor moet je wel doorlezen en niet schrikken van een politiek incorrecte stelling hier en daar. De romanwerkelijkheid van Ouariachi is minder eenduidig dan je in eerste instantie geneigd bent te denken. Maar om dat te zien moet je bereid zijn ‘om buiten de grenzen van je eigen persoonlijkheid te treden’. Dixit Ouariachi. 

Jamal Ouariachi
Herfstdraad
Querido
€23,99