Spring naar de content
bron: Gabriël Kousbroek

Matin Malade

G.H.B. is op Madagaskar, om in de synagoge van Antananarivo te spreken over de begenadigde schrijver Jean-Joseph Rabearivelo. 

Gepubliceerd op: Geplaatst in de volgende categorieën: door G.H.B. Hiltermann

Manao ahoana! Miarahaba! De geschoolde lezer weet genoeg: G.H.B. is op Madagaskar. Ik ben hier op uitnodiging van de joodse gemeenschap én van de Nederlandse Kamer van Koophandel om in de synagoge van Antananarivo een praatje te houden over de schrijver Jean-Joseph Rabearivelo. 

Rabearivelo werd geboren als zoon van een inheemse vader en een Asjkenazische moeder en schreef in het Malagassisch, het Frans en het Jiddisch. Hij wordt beschouwd als de eerste moderne dichter van Afrika en de vader van de hedendaagse literatuur van Madagaskar. 

De poète maudit was bevriend met tijdgenoten als André Gide, Paul Valéry, Jean Amrouche, Paul Claudel en Valery Larbaud. Door ongunstige kritieken, schulden en zijn onfortuinlijke verslaving aan absint en opium geraakte hij in zware depressies en pleegde in de nacht van 22 juni 1937 zelfmoord. 

De tekst gaat onder de illustratie verder.

bron: Gabriël Kousbroek

Het toeval wil dat ik vanochtend in de vorstelijke Constance Lodge (‘de Robinson Crusoe-Experience’) een telex ontving van mijn geliefde hoofdredacteur Thomas Kellerhuis, met de prangende vraag of ik weet had van de rellette rond Thierry Baudet en zijn voorstelletje om alle mohammedanen in Nederland én in Brussel en Antwerpen al dan niet onder dwang te deporteren naar dit schattige Bounty-eiland. 

Overigens is Madagaskar reuzegroot: van noord naar zuid is het maar liefst 2200 kilometer en er is dus plek voor iedereen, zo zou men denken. 

Ik kom zodalijk terug op de eindoplossing van Forum voor Democratie, maar laat ik eerst wat reclame maken voor Madagaskar, want voor niks gaat de zon op en zoals u weet ben ik enorm gegroeid in mijn rol als de oudste influencer des vaderlands. 

U wilt altijd graag van mij weten of ik wel genoeg eet op reis en ook ditmaal ga ik u niet teleurstellen, geliefde lezeressen. 

Ik ben niet echt een uitgesproken liefhebber van typische Afrikaanse gerechten als fufu (puree van maniok) en de stoofschotel van mopane (een rupsensoort die ten onrechte vaak worm wordt genoemd), maar dankzij de langdurige Franse overheersing op Madagaskar heb ik tot nu toe uitstekend kunnen eten. Tip van G.H.B.: ganzenlever bij Coin du Foie Gras in het schattige Behenjy, zeboe-biefstuk in La Varangue, en ragout van ouassous bij Madame Chabaud. Dat laatste diertje, de ouassous, kent u wellicht als de Macro-brachium carcinus, een garnalensoort die in 1758 door onze eigen Carolus Linnaeus werd ontdekt. 

Madagaskar heeft in de westerse pers een enigszins kwalijke reputatie (struikrovers, mohammedaanse terreuraanslagen), maar ik kan u verzekeren dat het hier veiliger is dan in Dronten op maandagochtend. Het enige gevaar kwam van kleptomane ringstaartmaki’s in het Berenty-reservaat. In mijn geval viel de schade mee: een zijden choker van Tip de Bruin die ik van mijn interieurverzorgster Agaath op mijn tachtigste verjaardag had gekregen. Maar van een reisgenote werd een gouden ketting van haar hals gerukt.

Bon, laat ik u niet lastigvallen met faits divers. In het kader van mijn praatje heb ik alvast een kijkje genomen in de sjoel van Antananarivo en wat mij meteen opviel, was de zwaar geteinte huidskleur van de gelovigen. Betrof het hier wellicht een van de verloren stammen van Israël? Ik vroeg het aan de sjamasj, de congiërge, en die lichtte een tipje van de sluier op. Rebbe Achiya Delouya, een orthodoxe Marok-kaanse jood die deels in Montreal vertoeft, heeft een jaar of wat geleden honderd inheemse gristenmensen tot het oude volk bekeerd. Na het onfortuinlijke overlijden van Jean-Joseph Rabearivelo was de joodse gemeenschap van Madagaskar gedecimeerd tot één: zijn oude moedertje Sippora. 

Het idee van rabbijn Delouya om van het eiland een joodse trekpleister te maken is niet nieuw. Sinds de Eerste Wereldoorlog werd het Madagaskarplan door Franse, Britse, Nederlandse en Poolse antisemieten bepleit. In 1937 stuurde de Poolse regering een commissie naar Madagaskar om de mogelijkheden te onderzoeken en in 1938 deed Adolf Eichmann hetzelfde. Het plan was aanvankelijk ten minste anderhalf miljoen joden uit het Protectoraat Bohemen en Moravië en Polen naar Madagaskar te deporteren. Uiteindelijk moesten zelfs alle Europese Joden naar Madagaskar worden gedeporteerd. 

Zoals u weet ben ik enorm gegroeid in mijn rol als de oudste influencer des vaderlands

Het plan werd nooit ten uitvoer gebracht, omdat de Vichy-regering tegenwerkte. Zij wilde, koppig als de Fransoos is, de kolonie niet afstaan. Het idee van een joodse staat was niet nieuw, want zionisten kwamen al met de volgende voorstellen voor een exclusieve heimat: Grand Island in de Niagara-rivier, het Fugu-plan in Japan, Brits-Guyana, Oeganda, Italiaans-Oost-Afrika, Port Davey in Australië en Argentinië. Het werd uiteindelijk Israël. Eind goed, al goed, zegt men dan. 

Het kan natuurlijk zo zijn dat de heer Baudet een kwinkslag maakte naar de kinderfilm Madagascar, maar ik sluit niet uit dat zijn deportatieplan van de mohammedanen in Nederland en in België een knipoog is naar de originele Madagaskar-eindoplossing. Temeer omdat zijn partijgenoot, Kamerlid Pepijn van Houwelingen, vrijwel tegelijktijdig roeptoeterde dat de quarantaineplicht voor reizigers uit risicolanden net zo totalitair is als de vervolging van joden tijdens de Tweede Wereldoorlog. 

Sta mij toe een kleine parafrase op een stokoude witz te maken. Het lijkt erop dat Forum voor Democratie enigszins te lijden heeft onder antisemietels: mensen die niet van jodelen houden. 

Maar laat ik u het geheime doel van mijn missie onthullen. De Nederlandse Kamer van Koophandel leek het een goed plan om mij in Stockholm te laten lobbyen voor de Nobelprijs voor de Literatuur voor Rabearivelo. Dat zou het toerisme op het eiland ten goede komen. De komende drie weken ga ik mij daarom in de Constance Lodge verdiepen in het oeuvre van de schrijver, die zelfmoord pleegde door een overdosis kininecapsules, gevolgd door tien gram kaliumcyanide. Sta mij toe te eindigen met een paar prachtige strofes uit zijn gedicht ‘Matin Malade’.

“Quel espoir de soleil virtuel,/ paysage vert sans ramiers,/ te nourrit de son leurre cruel/ qui colore à peine tes palmiers// et te fait un frère adultérin/ d’un sentiment lourd de chagrin/ et plus lourd encor de soif d’azur// que du poids de l’épuisante nuit/ qui m’a tendu son fruit bien mûr/ mais gonflé de vénéneux ennui?”