Spring naar de content
bron: Gabriël Kousbroek

De olifant in de pronkkamer

Binnenkort zal G.H.B. met zijn hagelnieuwe vaccinatiepaspoort opnieuw de wereld over reizen. Tot het zover is, vermaakt hij zich met de eigenaardigheden van onze hoofdstad.

Gepubliceerd op: Geplaatst in de volgende categorieën: door G.H.B. Hiltermann

Amici, u kunt in dit prachtblad weldra weer genieten van G.H.B. de globetrotter in plaats van G.H.B. de huismus, want ik ben ingeënt en heb dus recht op mijn vaccinatiepaspoort. Of, zoals EU-cheffin Von der Leyen het noemt in haar moedertaal: Impf-ausweis

Ik snap niet dat men in het droevige vaderland zo moeilijk doet over zo’n handig documentje, want als de jeugd naar Bali, Bolivia, Burkina Faso of een andere negorij reist, haalt men bij de GGD toch ook reisvaccinaties tegen gele koorts, difterie, tetanus, polio, hepatitis A en B, bof, mazelen en rodehond, tuberculose, meningitis, rabiës, schistosomiasis, tekenencefalitis en malaria? 

Ik ben van nature resistent tegen al die kwaaltjes sinds ik in de brousse van Nederlands-Nieuw-Guinea heb gevochten. Dat scheelt mij een aardige cent, want als u de vaccins tegen de door mij opgesomde kwaaltjes tot u neemt bij de GGD in Mokum, bent u negenhonderd euro exclusief btw kwijt, en dan moet de exotische reis nog beginnen. 

Zojuist was ik even de hondjes uitlaten in het Vondelpark, waar uitgerekend op dat moment een invasie van jongeren plaatsvond. Ik ben geen viroloog, maar ik vrees dat de uitwisseling van streptokokken, viri en andere smetstoffen wellicht nog groter en levensbedreigender was dan tijdens de hoogtijdagen van de kabouters, de provo’s, de hippies, de Damslapers én de Vondelparkslapers. Ik heb voor de zekerheid maar drie mondkapjes omgedaan, plus oordopjes tegen de beatmuziek die uit diverse transistorradio’s knetterde.

Gelukkig was het bij uitspanning De Vondeltuin nabij de Amstelveenseweg enigszins rustig en kon ik op een bankje mijn afgehaalde koffie en croissantje nuttigen om even plaatselijk sufferdje Het Parool te scannen. Wie schetst mijn verbijstering toen ik dit las: “Het verbale geweld tegen lhbtq’s in Amsterdam neemt volgens COC Amsterdam de laatste jaren toe, zoals ook een homoseksuele dominee op IJburg eerder deze maand ervoer. Voor sommigen is de dagelijkse last zo erg dat ze liever verhuizen naar andere delen van de stad, zoals make-upartiest Wout Philippo. Ruim twee jaar woont de geboortige Zeeuw (23) in de Hoofddorppleinbuurt, maar nu is het tijd om te verhuizen.”

Bon, dat is allemaal gesneden koek voor u, en u weet natuurlijk al precies welke olifant in de pronkkamer van de lieve stad Mokum angstvallig niet genoemd wordt in het larmoyante schrijfsel: juist ja, de Religie van de Vrede. 

De tekst gaat onder de illustratie verder.

bron: Gabriël Kousbroek

Ach, Gerrit Komrij en zijn geliefde Charles Hofman vertrokken mede om die reden uit Amsterdam, al noemde Ger de ‘potenrammers’ geen mohammedanen maar ‘petjes’. 

Maar nu komt het, vrienden, leest en huivert: “Philippo identificeert zich als non-binair en gebruikt daarom de persoonlijke voornaamwoorden ‘zij’ en ‘hen’ in meervoudsvorm. In navolging daarvan doet Het Parool dat in dit artikel ook.” 

Heeft u het ooit zo zout gegeten? Als de knaap nou nog schizofreen was, kon ik vrede hebben met hun gespleten persoonlijkheid. Philippo kan natuurlijk ook denken: ik ben de koningin van Schouwen-Duiveland (hullie komen uit Burgh-Haamstede) en spreek daarom in de pluralis majestatis, maar het lijkt me niet dat Het Parool daarom zinnen schrijft als: 

“Voor de zomer wil Philippo verhuisd zijn. Zij hebben naar eigen zeggen al zo’n twintig keer in de afgelopen twee jaar met zulke intimidaties te maken gehad. (–) Toen zij eten afhaalden in een cafétaria in de buurt, begon het personeel hen te bespotten. ‘Er werd ‘mevrouw, meneer, mevrouw, meneer’ geroepen.’”

Het lijkt warempel net of Het Parool nu wordt volgeschreven door Klukkluk, de goedmoedige indiaan uit Pipo de Clown. Klukkluk spreekt een gebroken Nederlands, zoals dat in de jaren zestig van de twintigste eeuw wel vaker aan indianen werd toegedicht. Onder andere het persoonlijk voornaamwoord ‘ik’ wordt, ook als het onderwerp is, steeds in de voorwerpsvorm gezet, zoals ‘Mij zijn zeer van de bange’, waarmee ‘Ik ben heel bang’ is bedoeld. Een van Klukkluks uitspraken, ‘Dat zijn van de gekke’, is een standaarduitdrukking in het Nederlands geworden.

Ik was even de hondjes uitlaten in het Vondelpark, waar op dat moment een invasie van jongeren plaatsvond

Enfin, en toen gingen de Philippootjes gezellig met haar tweetjes naar het politiebureau om uiteraard zonder daderbeschrijving een klacht in te dienen, want de ‘petjes’ zijn ook slachtoffers. Het deed mij denken aan het Vlaamse orakel Tom Lanoye, de slagerszoon die als een ware Voltaire Marokkaanse potenrammers verdedigt met als excuus dat de rooms-katholieke kerk qua homofobie geen haar beter is, zelfs als hullie gemolesteerd is tijdens een wandeling door Molenbeek.

Overigens beweren valse tongen her en der dat ik de Griekse beginselen zou zijn toegedaan. Dat is een typische Sovjet-Unie-strategie om iemand kalt te stellen. Mijn goede vriend Molly Geertsema kreeg dit ook altijd te horen, maar ook Herman Stok, Ed Nijpels, de scheidsrechters Jan Keizer, Frans Derks en Ignace van Swieten, en zelfs onze geliefde premier Rutte. Vooruit, ik dronk vroeger weleens een borreltje in The Queens Head in de Beulingstraat, waar oudere heren uit het variété sappige verhalen uit hun oude doos vertelden. En ik kwam weleens in ’t Mandje van Bet van Beeren. Nou, G.H.B., hoor ik u zeggen, wat deed u daar dan precies? Ach, pater Van Kilsdonk en majoor Bosshardt kwamen er ook, zeg ik dan altijd maar. 

Verder heb ik enige tijd in het bestuur van De Roze Rimpel gezeten, de ouderenpoot van het COC, die op zondagmiddag altijd knusse thés dansants organiseerde. Daar ben ik uitgestapt toen het knusse herenclubje ineens lgbttqqiaap-vriendelijk moest worden en overspoeld werd door zwangere opa’s. Overigens was ik niet betrokken bij het Haagse Zedenschandaal, ook al wordt dat vaak gesuggereerd. De suggestie dat ik samen met Louis Couperus, prins Hendrik en Abraham Bredius tijdens een politie-inval in een residentieel jongensbordeel zou zijn aangetroffen, is bespottelijk. Ach, laat mij afsluiten met de troostende woorden van Komrij: heteroseksualiteit bestaat bij de gratie van homoseksualiteit. En omgekeerd. Een gevangene zonder cipier is niet langer een gevangene; een cipier die niets te bewaken heeft, wordt een aap in een pak.