Spring naar de content
bron: Dirk-Jan van Dijk/Lumen

Floortje Dessing: ‘Dat reizen is wie ik bén’

Binnenkort wordt Floortje Dessing vijftig. Al een kwarteeuw reist zij voor de televisie naar de verste uithoeken van de aarde, meest recentelijk voor Floortje naar het einde van de wereld (NPO 1). Minder bekend is dat ze ook dol is op Nederland, zoals bleek uit Floortje blijft hier, ten tijde van corona, en de Drentse camping die ze begon. ‘We moeten een balans zien te vinden tussen lokaal en globaal. Dat is heel erg moeilijk.’

Gepubliceerd op: Geplaatst in de volgende categorieën: door Bert Nijmeijer
Deze afbeelding heeft een leeg alt-attribuut; de bestandsnaam is dt728x90f.jpg

“Dat reizen,” zegt Floortje Dessing, “dat is wie ik ben. Ik ben een ouwe zwerver, ik ben iemand die het liefst uit z’n kofferbak leeft.” Die reisprogramma’s maken: heerlijk, fantastisch om de verhalen te vertellen van bijzondere mensen die in bijzondere omstandigheden leven. Maar het hele circus eromheen kan haar gestolen worden. 

Vaste onderdelen van dat circus zijn interviews als dit, met altijd dezelfde vragen: hoe ze haar ontelbare airmiles kan rijmen met haar duurzaamheidsactivisme, wat ze eigenlijk zoekt aan het einde van de wereld. Dichter bij huis is zeker niet goed genoeg? Dat vragen naar de bekende weg: niks aan. Dessing is van de onbekende wegen, van buiten de platgetreden paden. Van de wereld proberen te begrijpen, stap voor stap, al kom je er nooit. 

Alsof het haar alleen om de exotica te doen is, om de blits van ver weg. Het afstrepen van een kinderachtige bucketlist. Dat is het dus niet. Het is een diepgevoelde, onmogelijk in een paar zinnen te vangen fascinatie voor mensen en hun beweegredenen, hoe ze het proberen te rooien in onalledaagse, voor ons soms moeilijk voorstelbare omstandigheden. Het is niet: kijk mij eens op Kamtsjatka staan, wat een interessant mens ben ik toch. 

“Ik probeer die programma’s in alle oprechtheid te maken, omdat ik die verhalen graag wil vertellen. Maar ik vind alles eromheen eigenlijk heel stom.”

Zoals dit gesprek.

“Ja. Of nee, ik vind het niet stom, maar het is voor mij allemaal heel onnatuurlijk, laat ik het zo zeggen. Ik ben niet iemand die graag in de belangstelling staat, die graag schittert op een podium.”

Maar je bent een enorme BN’er.

“Dat past eigenlijk helemaal niet bij mij. Dat is ook de reden dat ik soms wil stoppen, omdat ik denk… ik wil gewoon mooie programma’s maken waarvan ik hoop dat ik mensen ermee raak. Maar al die ruis wil ik liever niet, begrijp je?” 

’s Lands bekendste globetrotter zit op de camping, háár camping, in een vergeten, veronachtzaamde hoek van het land, bij Nieuw-Amsterdam, Zuidoost-Drenthe. Drie jaar geleden kocht ze het toen vervallen campingterrein met een clubje vrienden, om er sindsdien te bouwen aan een kampeerparadijs voor creatieve types en wie zich daarbij thuis voelt. 

Het is mij er niet om te doen dat ik maar zo ver en zo vaak mogelijk weg kan, begrijp je?

Eind mei, zonneschijn, de donderdag voor het Pinksterweekend. Haar buren timmeren en zagen vrolijk aan hun kampeerpaleisjes, in verbouwde woonwagens, fantasiehuisjes, een oude stadsbus. Slijptollen, zaagmachines en hamers klinken. Haar campinghuisje ligt aan de rand van de camping, met vrij zicht over een maisveld en Duitse windmolens in de verte. Dessing schrijft een boek, dat in het najaar verschijnt ter gelegenheid van haar vijftigste verjaardag en een kwarteeuw reizen. Als ze over een paar maanden niet meer over de mais heen kan kijken, moet het bijna af zijn. 

Sinds corona is iedereen enorm aan het bezinnen geslagen. Met de crisis in aantocht, half februari, moest nog één aflevering worden uitgezonden van de televisieserie Floortje terug naar het einde van de wereld. In de weken die volgden maakte ze in een knots tempo de serie Floortje blijft thuis, over binnenlandse overlevers die altijd al min of meer zelfvoorzienend leven. 

Dessing is in Nederland – tegen wil en dank – de verpersoonlijking van een levensstijl die corona en klimaat onder druk zetten, een levenswijze waarin de wereld een avonturenpark is en de bezoekers op zoek naar levensvervulling een spinnenweb van vliegtuigstrepen rond de globe trekken. Ze is zich ervan bewust, overweegt haar wereldreizigerschap voortdurend, waarbij de balans vooralsnog ten gunste van het reizen uitvalt. 

In aflevering één van Floortje blijft thuis staat ze met de filosoof Marli Huijer op een lege Dam in Amsterdam. Voor schoonheid en avontuur hoef je niet ver weg, zegt Huijer, je kunt het ook in het lokale en nabije vinden. Dat wéét ze, zegt Dessing. “Het is niet zo dat ik nu ineens zie hoe mooi Nederland is. Ik woon er de helft van het jaar (in Amsterdam – BN), ik zit veel hier in Drenthe, ik fiets het hele land door. Ik ken Nederland als mijn broekzak.”

Waarom zoek jij het dan zo ver weg? 

“Dat is mijn werk. Het is altijd mijn werk geweest om naar het einde van de wereld te gaan. Ik ga niet zomaar op reis. Het is niet dat ik nu ineens denk: waar ben ik mee bezig. Het overtoerisme, het onder de voet lopen van bestemmingen, dat heb ik natuurlijk van dichtbij gezien. Toen ik 25 jaar geleden naar Mongolië ging, was daar één verharde weg en één hotel met internet. Nu zijn er een miljoen toeristen, files en Louis Vuitton-winkels.”

Maar ben jij dan een andere, meer zuiver gemotiveerde reiziger? 

“Ik voel me niet beter dan andere reizigers. Maar ik ben oprecht en eindeloos gefascineerd door mensen en hun beweegredenen. Het is ook geëvolueerd hè? Ik maakte eerst ook gewoon reisprogramma’s, maar ik ben ook meegegroeid met wat er gebeurt in de wereld. Tien jaar geleden vroeg niemand mij: goh, waar gaat het heen met het massatoerisme of zo. Ook ik ben daar anders over gaan denken.

“Ik ben sterk overtuigd van de manier waarop ik werk. Het gaat altijd over mensen en culturen. Ik laat mensen in moeilijke omstandigheden zien, zoals in Jemen of op het eiland Wrangel, boven Oost-Siberië. Het is mij er niet om te doen dat ik maar zo ver en zo vaak mogelijk weg kan, begrijp je?”

Er vliegt een kwetterende zwerm spreeuwen over. Dessing kijk omhoog door haar zonnebril. “Fantastisch hè dit. Geweldig.” Ze praat in de praktijk een tikje Amsterdamser dan op televisie, met haar ogenblikkelijk herkenbare stem, licht hees, als iemand die net op kamp is geweest. Er komen vaste campinggasten gedag zeggen. “Hé! Hello darling! Haai! Lang niet gezien!” Gezellig, zegt ze. 

In de jaren zestig en zeventig, zegt ze, had je de ‘Magic Bus’ die vanaf de Dam naar Afghanistan, India en Nepal reed. Haar generatie, geboren in de jaren zeventig, was de eerste die met de Lonely Planet in de rugzak overal naartoe kon. “De vliegtickets werden betaalbaar, de hostels kwamen op. Alles kon in één keer.”

Wat al die mensen – vaak amper volwassen – zoeken aan de andere kant van de wereld: tja, die vraag beantwoorden is alsof ze moet uitleggen dat de aarde rond is. 

“Waarom is het zo mooi om in Drenthe te zijn? Omdat de natuur je verbaast, omdat de mensen je verbazen, omdat het heerlijk is om hier een fietstocht te maken. Net zo geweldig is dat ook in Patagonië. Daar vind je eindeloze pampa’s en majestueuze gletsjers, maar het principe is hetzelfde. Het is bijna hetzelfde als uitleggen waarom muziek mooi is.”

Ik ken ook veel mensen die tegen mij zeggen: wat jij doet, ik moet er niet aan denken.

Je kunt ook naar Noorwegen om overweldigende natuur te zien. 

“Dat dóen we ook massaal hè. De meeste Nederlanders gaan nog altijd op vakantie naar Duitsland en naar Frankrijk. Er zijn altijd mensen die naar Patagonië of naar China gaan, maar dat is appels met peren vergelijken. Je gaat naar Frankrijk omdat het heerlijk is om in Frankrijk te zijn, en hetzelfde geldt voor Patagonië. Het is allebei prachtig.”

Maar waarom zou je verre oorden bezoeken als je je eigen omgeving nog niet kent? Waarom gaan mensen naar Canada gaan als ze nog nooit in Schotland zijn geweest?

“Dat gebeurt dus niet. Volgens de cijfers blijven we het liefst in de buurt. Het populairste vakantieland van Nederlanders is Nederland. Dan komen Duitsland en Frankrijk. Er gaan ontzéttend veel mensen met de camper naar Zweden of Noorwegen.”

Als kind keek ze, als zoveel kinderen, op de wereldbol en in de atlas, en droomde weg bij al die verre, exotische bestemmingen. “Van ‘oh, wat is daar, en wat is daar! Oh, daar wil ik heen!’” Haar ouders waren ontdekkingsreizigers in eigen land, blijkt uit een dubbelinterview met Floortje en haar vader in NRC Handelsblad. Ze hoorden bij de eerste kampeerders. Tot haar twaalfde ging het gezin op fietsvakantie. “En het was net zo leuk,” zegt ze in de NRC

In de serie ‘einde wereld’, zoals ze het noemt, ging ze, onder véél meer, naar Engeland, Groenland, Nieuw-Zeeland, Jemen, Nepal, Cambodja, Canada, Uruguay, Wyoming en de eilanden Sint-Helena (Zuidelijke Atlantische Oceaan), Vanderlin Island (noordkust Australië) en Zuid-Georgia (1500 kilometer boven Antarctica). De laatste is een plek van een bijna onwereldse schoonheid, waar je wandelt tussen de pinguïns en de walrussen.

Het valt op dat ze inderdaad spreekt met mensen in onalledaagse omstandigheden (“We’re remote, but they’re even more remote,” zegt een vrouw op de Falklands over Zuid-Georgia) en met bijzondere verhalen, maar dat ze ook veel de beelden voor zich laat spreken. Wilde dieren, natuurschoon, muziek, vogels. Droomtelevisie over heel ver weg. 

De tekst gaat onder de foto verder.

Foto: Dirk-Jan van Dijk/Lumen

Vind je dat mensen die die plekken nooit in levenden lijve zien iets missen? 

“Nee, dat vind ik zeker niet. Ik mis ook wat, doordat ik altijd hop, doordat ik zo onthecht ben. Ik mis wat veel mensen wel hebben, dat ze al dertig jaar op dezelfde plek zitten, of al dertig jaar naar dezelfde camping gaan en een hechte band met mensen hebben opgebouwd. Dat heb ik ook hoor, met m’n vrienden hier, met mijn familie ook, maar ik heb geen gezin en zie geen kinderen om me heen opgroeien. Dat is ook heel veel waard.

“Ik heb deze keuze gemaakt, omdat dit in het diepste van mijn vezels zit, een intense nieuwsgierigheid naar hoe de wereld in elkaar steekt. Daar heb ik mijn werk van gemaakt, maar dat had ik net zo goed niet kunnen doen. Dan had ik een verpleegopleiding gedaan en was ik bij Artsen zonder Grenzen of zo gaan werken.”

Ik denk dat veel scholieren bij een beroepskeuzetest invullen: zoiets als wat Floortje Dessing doet. 

“Dat weet ik niet. Ik ken ook veel mensen die tegen mij zeggen: wat jij doet, ik moet er niet aan denken. Ik vind het belangrijk dat die reizen gemaakt worden. Naar Jemen gaan, laten zien wat daar gebeurt. Dat is mijn beweegreden, begrijp je, om mensen die er zelf niet heen willen of kunnen een blik te gunnen op het leven van die mensen daar.

“Weet je, ik heb dat ook altijd als ik naar Japan vlieg of zo, en naar beneden kijk: die eindeloze steppes waar je overheen gaat in Rusland, of soms wat zuidelijker, over Mongolië – dan zie je zo’n klein streepje, dat is een weggetje, en dan zie je een paar huizen. Dan wil ik daar ogenblikkelijk landen. Dat is een soort afwijking, ik ben gewoon aartsnieuwsgierig naar hoe die mensen leven, hoe ze denken, wat hun overtuigingen zijn.”

Word je een ander, wijzer mens van reizen?

“Ook niet per se. Dat zou impliceren dat mensen die niet reizen niet wijzer worden. Dat is niet zo. Je kunt ook wijs worden van lezen, of van mooie films kijken. Het is mijn manier om meer te begrijpen van het onbegrijpelijke waar we in zitten. Als je erover nadenkt – en dat doe ik maar niet te vaak en te diep, want dan kan je letterlijk gestoord worden: we zitten op een rare, vruchtbare plek in een onmetelijk heelal, een plek die zich al miljoenen jaren heeft ontwikkeld. Die fascinatie, dat hele grote ding, dat is het voor mij.”

Het is een altijddurende verwondering, zegt ze. “Van: jezus man, dat dat bestaat. Hoe werkt dat dan, en hoe denk jíj dan, hoe zie jíj de dingen dan.” Die verwondering is oprecht. My aim is true. Het is zo vermoeiend om dat steeds weer te moeten uitleggen. De vragen die ze vandaag weer krijgt, op haar terras bij het maisveld: been there, done that. Ging het maar eens de diepte in. 

Het is jouw manier, zeg je. Maar als er twee miljard Floortje Dessings waren, haalde de aarde 2022 niet.

“Nou, sorry, ik wil niet lullig doen, maar ik doe dingen heel erg bewust. Je bedoelt dat ik een vernietiger van de aarde ben.”

Maar leg dat dan eens uit. Als de hele wereld zoveel vliegkilometers zou maken als jij, kwam het niet goed.

“Zeker niet. Absoluut niet. Dit kan alleen maar omdat er zo weinig mensen zijn die dit doen. Ik zou het niet voor mezelf kunnen verkopen als ik alleen de wereld over zou vliegen omdat ik dat zo leuk vind. Ik kan het voor mezelf verantwoorden omdat ik het gevoel heb dat ik iets maak waarmee ik mensen kan inspireren en iets kan laten zien van de wereld.

“Er is een enorme beweging van terug naar het lokale, blijf dichtbij, als reactie op de globalisering. Dat begrijp ik en onderschrijf ik. Vandaar dat ik een camping in Nederland heb en ook programma’s over Nederland maak. Maar je moet ook je ogen openhouden voor de wereld. Als we allemaal hier blijven en ons blindstaren op Nederland… dat is het ook niet. We moeten een balans zien te vinden. Dat is heel erg moeilijk.”

Kritiek op het massatoerisme, op goedkope vluchten en all-inclusives naar de stranden is nogal makkelijk van mensen die zich een veel duurdere, ‘verantwoorde’ manier van reizen kunnen permitteren.

“Ja. Wij hebben de luxe om ons druk te kunnen maken over duurzaamheid en duurzaam reizen, en dat doe ik ook, daar ben ik ontzettend mee bezig. Maar kijk nou naar China. Bijna anderhalf miljard mensen die pas sinds een jaar of tien überhaupt kunnen reizen. Die willen gewoon en masse naar de Keukenhof, naar Venetië en New York. Daar kunnen wij van alles van vinden, maar wij reizen al járen de wereld over en hebben al dat verre al gehad, en gaan nu heel moreel verheven naar de Duitse Wadden of zo.

“Dat er op kerosine geen normale belasting wordt geheven en dat je voor dertig euro van Liverpool naar Amsterdam of Barcelona vliegt, is belachelijk. Dat moet stoppen, vind ik, echt. Maar wie ben ik om een jongen uit Liverpool die daar tegels legt en die eindelijk met z’n vriendin naar Amsterdam kan, dat te onthouden. Dat is zó’n moeilijke discussie.”

Reportages in verre buitenlanden doet ze, anders dan je zou verwachten, met maar twee personen: zij en de cameraman. In Nederland gaat er een vriend mee die mooie droneshots kan maken. Televisie maken is zó leuk, zegt ze. “Dat totaalpakket van dingen bedenken, maken, monteren, editen, dingen laten zien en horen, dat die programma’s mensen inspireren, dat vind ik te gek. Dat maakt mij blij.”

Wij kunnen er van alles van vinden dat Chinezen massaal gaan reizen, maar wij reizen al járen de wereld over en hebben al dat verre al gehad.

Eind augustus word je vijftig. Heb je nu alles al gezien en gedaan op de wereld? 

“Nee, natuurlijk niet. In de verste verte niet.”

Maar je bent toch overal al geweest?

“Nee joh. Ik ben vier keer naar Brazilië geweest of zo. Dat land is zo groot als heel Europa. Dat is toch niks.”

Wat valt er nog te ontdekken?

“Zoveel. Ik ken dit deel van Duitsland niet eens.” Ze wijst naar de windmolens achter de bomen. “Ik kan nog een jaar bezig zijn om dit deel van Duitsland te ontdekken. Het is hetzelfde als aan een muziekliefhebber vragen of hij alle muziek al heeft gehoord. Reizen is voor mij zoveel meer dan lijstjes afstrepen, het is proberen te begrijpen hoe de wereld werkt, wat we hier doen en waarom. Het gaat zoveel dieper dan alles wat we nu hebben besproken.”

Jouw reisdrang zit niet in die clichés, bedoel je? Bij jou is het anders?

“Ik wijk met alles wat ik doe af van de standaard. Misschien is het ook niet uit te leggen, hoe ik het voel, hoe ik het beleef en waarom. Ik ben daarin altijd anders dan anderen geweest. Dat reizen is wie ik ben. Wat ik adem, wat ik voel, wat me drijft. Ik vind het belangrijk om in mijn programma’s uit te stralen dat je geluk niet zit in vastigheid of spullen.”

Haar bovenwoning in Amsterdam-West wordt verbouwd; ze heeft tijdelijk geen ander onderkomen dan de camping. “Dit is mijn huis, weet je wel.” De camping is al bijna volgeboekt voor de zomer. “Ik denk dat ik een beetje ga zwerven. Wandelen door Nederland. Een tentje mee, mijn boek schrijven. En hopelijk nog een paar afleveringen van ‘blijft thuis’ maken. Ik zie wel.” 

Word lid van HP/De Tijd