Spring naar de content
bron: gabriel kousbroek

G.H.B. in Albanië: het Colombia van de Balkan

In opdracht van Henk Krol is G.H.B. Hiltermann in Albanië. Hij viert er de geboortedag van A. den Doolaard en onderzoekt de toestand van de economie.

Gepubliceerd op: Geplaatst in de volgende categorieën: door G.H.B. Hiltermann

Përshëndetje te dashur miq! U raadt het al: ik ben in Albanië. Maar wat doet een heer van stand in dat Balkanese boevennest, vraagt de lezer zich terecht bezorgd af. U was toch in Davos, G.H.B., waar u zoals gewoonlijk het stralende middelpunt was en de machtigen der aarde u smeekten om een privé-audiëntie van vijf minuten?

Nou moet u niet alles geloven wat er in de kappersblaadjes staat, maar inderdaad hebben de nodige influencers (zoals de jeugd van tegenwoordig ze noemt) mij in Davos mogen ontmoeten. En natuurlijk is de overgang van de gebratene Entenleber auf karamellisiertem Apfel naar ingewandensoep als ontbijt, lunch én diner even wennen, maar ook de cucina povera balcanica heeft zo haar charme en is bovendien uiterst voedzaam.

De reden voor mijn verblijf in deze sympathieke schurkenstaat is tweeledig. Allereerst ben ik hier om de honderdnegentiende geboortedag van Bob Spoelstra op gepaste wijze te vieren. U kent hem wellicht beter als A. den Doolaard, onder welk pseudoniem hij de epische Balkanromans Het land achter Gods rug, De bruiloft der zeven zigeuners, Oriënt-Express en De herberg met het hoefijzer schreef.

In de lente van 1932 reisde ik samen met Bob – on a shoestring, zoals de Engelsen zeggen – door de woeste bergen van Albanië. Daar legden wij contact met de Malissoren, een inheemse stam.

“Bobbejaan,” zei ik op een steenkoude nacht in het dorp Theth, “onze avonturen smeken om een roman. En Spoelstra klinkt niet zo kosmopolitisch, maak daar dan A. den Doolaard van. Dat klinkt aanzienlijk globetrotteresker dan Spoelstra.”

En aldus geschiedde. In Bob’s Ogen op de rug – met als ondertitel Terugkijkend naar boeken en tijdgenoten – schrijft hij uitgebreid over de boeiende ontstaansgeschiedenis van De herberg met het hoefijzer:

“Op een avond kwamen ik en G.H.B. in Theth aan. Het gehucht lag op een licht glooiende bodem van een keteldal, langs alle omringende bergwanden sproeiden watervallen omlaag en naast elk van het half dozijn hofsteden zag ik verzorgde moestuinen. In de kleine pastorie waar G.H.B. en ik onze intrek namen en een krakend ledikant deelden, kregen we ingewandensoep, bokkenballenstoof en darmpudding als toetje. G.H.B. fluisterde tijdens het vorstenmaal dat deze oase in de bergwildernis de ideale plek zou zijn om een roman te situeren, maar dat ik allereerst een commerciëlere pennenaam moest kiezen. Waarvan acte.”

Nu was ik terug in Theth en las ik in een kulla voor uit De herberg, met de laatste vier leden van de A. den Doolaard-kring als enthousiast publiek.

Sophie in ’t Veld eiste eind vorig jaar op de haar bekende hysterische wijze dat Albanië bij de EU moet.

‘Kulla’, moet u weten, betekent ‘verdedigingstoren’ in het Shqip. Kerels die keurig volgens de wet der bloedwraak iemand hadden afgeslacht, waren tot hun proces vogelvrij. In zo’n kulla genoten ze met hun familieleden bescherming.

De Nederlandse ambassade in Albanië in Tirana heeft de restauratie van de unieke, 150 jaar oude kulla in Theth op verzoek van de bewoners gefinancierd. Het toerisme moet een belangrijke bron van inkomsten gaan worden voor de straatarme bewoners, die hopen dat Albanië vaker positief in het nieuws komt. Hun landje wordt immers geassocieerd met maffia, corruptie, vrouwenhandel, auto- en veedieven, drugs en misdaad.

En dat is meteen de tweede reden voor mijn bezoek aan het landje. Mijn goede vriend Henk Krol van 50Plus vindt het namelijk een waardeloos plan dat deze ‘schattige kleptocratie’ bij de EU komt en vroeg of ik even poolshoogte wilde nemen, want ‘Tirana ligt toch om de hoek van Davos’.

“En, G.H.B.,” voegde de Brabantse levensgenieter eraan toe, “zoek eens uit hoe dat zit met het LGBT-project Pink Embassy, dat geheel betaald is met de zuurverdiende centjes van de Nederlandse belastingbetaler. Wonen er in die rimboe überhaupt wel aanhangers van de Griekse beginselen?”

Krols collegaatje Sophie in ’t Veld eiste eind vorig jaar op de haar bekende hysterische wijze dat Albanië bij de EU moet omdat het volgens haar een paradijs voor homofielen en lesbiennes is en dus aan de belangrijkste voorwaarde van toetreding voldoet.

En met de plaatselijke economie zit het ook wel snor, voegde onze MEP – die immers bekendstaat als een financiële tovenares – daaraan toe, ‘want de Albanees staat bekend als hardwerkend, efficiënt en goudeerlijk en is beslist een aanwinst voor het Europese broedervolk’. Daarna floot ze een mopje uit de vierde beweging van de negende symfonie, die zoals u weet in 1823 werd gecomponeerd door Ludwig van Beethoven.

De secretaresse van 50Plus had op advies van de heer Krol een kamertje voor mij geboekt in de Dinasty Rezidence in Tirana, dat volgens de Spartacus – naar haar zeggen een soort Dominicus- reisgids – beslist de moeite waard zou moeten zijn.

Ik dacht aanvankelijk dat er een internationale wandelaarsconferentie plaatsvond in de Dinasty, want het wemelde er van de besnorde meneren in lumberjacks, op stoere bergschoenen en met rugzakjes waarin vermoedelijk een kompas en een broodtrommeltje werden bewaard.

Later kwam ik de heren weer tegen tijdens de xhiro, het traditionele Albanese avondwandelingetje door het park.

De inheemse knapen aldaar liepen krek eender als in Noord-Afrika gearmd over straat en lachten mij vriendelijk toe, hetgeen ze beter niet hadden kunnen doen, want de Albanezen zijn – en dan druk ik mij nog voorzichtig uit – parodontaal uitgedaagd.

Omdat ik even geen zin had in pens, bestelde ik in de KFC tegenover de voormalige residentie van de Grote Leider Enver Hoxha (die ik hoofdzakelijk bewonder vanwege zijn algeheel verbod op baarden en lang haar) voor 1180 leks de Kosh Origjinal. Het duurde twee uur voor ik een emmer non-descripte rubberachtige klonters kreeg. Ruim tien euro kostte mijn ‘fastfood’, vrienden, een godsvermogen, want het minimumloon hier is tweehonderd euro. De kippenschuur was desondanks afgeladen en voor de KFC stonden tientallen geblindeerde en gepantserde auto’s geparkeerd. Dus, Sophie en Henk: het gaat prima met de economie én met de LGBT-toestand in het Colombia van de Balkan. Mirupafshim!

Beeld: Gabriel Kousbroek

Word lid van HP/De Tijd