Spring naar de content
bron: Mieke Meesen

Arthur en Rob: kinderen van de jaren zestig

De Foute Jongens genieten nog wat na van de Amsterdamse Canal Parade, die tegenwoordig ‘inclusief’ is, dus voor LGBTQIAPK+. Maar zijn grappen hierover nog wel toegestaan?

Gepubliceerd op: Geplaatst in de volgende categorieën: door De Foute Jongens

Rob: Een bevriende woonbooteigenaar aan de Prinsengracht nodigde mij uit om de Canal Parade van 2019 vanaf het dak van zijn drijvende stulp bij te wonen. Nooit eerder trok deze jaarlijkse eruptie van exhibitionisme van zo nabij aan mij voorbij. Ik zat er met mijn neus bovenop, waaraan overigens ook een nadeel was verbonden: de neus fungeert met name als reukorgaan. Zoals u weet ben ik een overtuigd liberaal. Ik ben de mening toegedaan dat men vooral moet doen wat men niet laten kan. Zelf ben en blijf ik weliswaar, zij het met minder grote frequentie dan voorheen, een jongen van het rechttoe rechtaan heterowerk, als het even kan zonder voorspel, terwijl het naspel mij helemáál gestolen kan worden. Maar ik gun eenieder zijn pleziertje en ga daarom akkoord met elke denkbare gendervariant van het liefdesspel, waarbij voor mij ook geen lichaamsopening onbenut hoeft te blijven.

De oorpenetratie, kent u die? Grote voorzichtigheid en nauwkeurigheid schijnt te zijn vereist, maar het genot mag er naar verluidt wezen en Schoonenberg Hoorcomfort vaart er wel bij. Ofschoon ik als aartsconservatief door het bestaan kuier, ben ik voor alles een kind van de jaren zestig. Vergeet niet dat ik destijds een versleten spijkerpak droeg, mijnheer Van Amerongen. Vrijheid blijheid is derhalve mijn levensmotto, al verbind ik aan het consummeren van de relatie, hoe tijdelijk deze ook mag zijn, wel twee voorwaarden: (1) geen minderjarigen, (2) wederzijdse instemming.

Bovendien realiseer ik mij maar al te goed dat het aantal mannelijke VVD-leden dat de Griekse beginselen aanhangt het aantal parelkettingdraagsters bij de partij inmiddels aanzienlijk overtreft – en dan heb ik de prominenten die nog uit de kast moeten komen niet eens meegeteld.

Toch moest ik af en toe iets wegslikken (no pun intended). Talloze geslachtsdelen, borsten en billen tuften al zwaaiend, trillend, lillend en in veel gevallen angstaanjagend wit, vet en harig voorbij. Het besef dat ik die lichaamsdelen bijna kon aanraken drong soms wat al te nadrukkelijk tot mij door.

Zo kwam het wel heel dichtbij.

Het was overigens niet de eerste keer dat ik het evenement bezocht. Ik deed het vaker en voel mij mede om die reden gedwongen u kond te doen van een traumatische gebeurtenis tijdens een editie van de Canal Parade aan het begin van deze eeuw.

Ik was er vroeg bij die dag, en besloot op het terras van het roemruchte Café Heuvel, eveneens aan de Prinsengracht, alvast een voorzichtig ochtendglaasje te nuttigen ter verkwikking van lichaam en geest. En wat geschiedde? Binnen vijf minuten ontlastte een overvliegende meeuw zich pal boven mij. Het dier leed waarschijnlijk aan een onrustbarende vorm van diarree. Ik zat ineens van top tot teen onder de geelgroene smurrie, die er niet meer vanaf te krijgen was.

“Hahaha, die Hoogland,” hoorde ik zo’n jofele Amsterdammer naast mij roepen. “Wordt-ie uitgerekend tijdens de Canal Parade anaal bevuild!”

En wat denkt u dat de verkoper van het even verderop gelegen G&G Special Sizes zei, nadat ik mij bij hem vervoegd had om nieuwe kleding aan te schaffen?

“Die meeuw hebben wij afgericht, meneer. Wij moeten op een dag als vandaag ook iets verdienen.”

Arthur: Jouw homofobie straalt slecht op mij af, Hoogland. Het is maar goed dat VVD-legende Willem Jacob Geertsema dit niet hoeft mee te maken. Die heeft mij wel eens verklapt tijdens een high tea van de Roze Rimpel – de COC-poot voor oudere homofielen – dat jij in kennelijke staat op de poort van zijn kasteel Middachten hebt staan bonken en krijste: “Molly, lieve Molly, ’t is hier te guur en te koud naar mijn zin, laat mij erin, tin, tin, tin.”

Mr. Geertsema, zo vertelde hij mij terwijl hij scones en komkommers bij mij naar binnen propte in dat vieze COC-pandje aan de Rozenstraat, dat hij vanuit een kasteeltorentje naar jou riep: “Scheer je weg, enge Hoogland, enge hark, rare schobberdebonk! Ik kom er alleen uit voor Floris en Sindala en voor mijn part nemen ze Gozewijn en Barend van Hackfort ook nog mee. Hoe meer zielen, hoe meer vreugd!”

Ik herinner me nog goed die Instagram-selfie van jou bij het homomonument, Robbie. Er stond een heel groot bord met daarop in koeienletters Canal Parade en jij moest natuurlijk precies voor die C gaan staan. Zo kinderachtig, bah.

Ik was trouwens bij de eerste Kee Pereet in 1977, al heette het niet zo. Dat was eigenlijk een demonstratie tegen de anti-homocampagne van de Amerikaanse Anita Bryant. De Zangeres Zonder Naam heeft toen nog dat liedje tegen Bryant gezongen.

Luister Anita was echt een kutnummer en dat kwam vooral omdat Johnny Hoes het niet had geschreven. Mary had Johnny kort daarvoor gedumpt en toen ging het meteen bergafwaarts met dat malle mens.

Hier een flard uit dat kutliedje dat zo door die enge John Ewbank geschreven had kunnen zijn:

Met die Hitler uit dat Duitse land

Hij vervolgde de Joden

Deed niets dan hen doden

Dus bekeer je, Anita

Geef de homo’s de hand

Er was helemaal geen publiek bij die Kee Pereet in 1977. Ik zag eigenlijk alleen wat toeschouwers in de darkroom van de Argos aan de Warmoesstraat, maar dat waren nou niet bepaald de tokkies uit Purmerend, Lelystad en Zoetermeer die nu als strontvliegen op de Pride afkomen. Want zo heet die ellende tegenwoordig: Pride. En het moet inclusief zijn, dus LGBTQIAPK+.

Jij bent een vreselijke cisgenderhetero, dus ik leg het nog één keer uit: L staat voor Pot, de G voor Flikker, de B voor Van Twee Walletjes Vreten, de T voor Bouwdoos, de Q voor Tinky Winky, de I voor Zwangere Vrouw met Piemel, de A voor Eenzame Rukker, de P voor Koekenpanseksualiteit en de K voor Kinkerstraat. De + is een soort gaarbak voor tiepjes die niet in een van die hokjes willen worden gepropt. Volg je me nog? 

Zag je wie er dit jaar allemaal meevoeren? Ik pleurde van de barkruk toen ik het las: Black Lives Matter, De Grauwe Eeuw, Antifa, Bij1 kwam met een roze galei en de Joop had een schuit met de witte onderbroek van Jolo als vlag. 

NIDA, beter bekend als Hamas Rotterdam, wilde ook meedobberen, maar had als eis dat er geen homo’s mee mochten doen aan de Canal Parade. Dat ging zelfs de mietjes van de Pride te ver.

Wat ben je toch trouwens een vieze vuns, Hoogland, met je ondergescheten colbert. Wat heb je toch met defecatie en white showers? En waarom deel je zulks met mij? 

Rob: Het was niet alleen mijn colbert, mijnheer Van Amerongen. Ook mijn pantalon, bretels, overhemd, pochet en vlinderdasje bleken onherstelbaar vervuild door deze meeuw. U kunt zich wellicht voorstellen hoe vernederend het voor mij was die kledij voor de rest van de dag te moeten vervangen door een ordinaire spijkerbroek waarvan de taille tot ver boven mijn navel reikte, alsmede een roze poloshirt van een onbestemd merk van XL-formaat. Het was de enige beschikbare kleur die dag bij G&G en grotere maten hadden ze niet meer, terwijl ik in werkelijkheid een XXXXL’tje ben.

Wat mij dientengevolge op de terugweg naar café Heuvel allemaal werd toegevoegd door types die overduidelijk tot de harde kern van de Pride behoorden – ik beschrijf er eentje: een man met een grote snor, een kapiteinspet en een leren broek met een groot rond gat in het zitvlak – zal ik niet licht vergeten.

“Je moet ze water geven, snoes!”

“Heb je dat shirt op de groei gekocht, pop?”

Dat soort Van Amerongen-kreten.

Inmiddels zijn wij jaren verder en heb ik geleerd mij te wapenen tegen dergelijk geweld. Zo heb ik een degelijke imitatie van de ooit door Wim T. Schippers herontdekte variété-artiest Dolf Brouwers in huis, met wiens stem ik bijvoorbeeld ‘O, wat is het toch fijn/ Om een pisnicht te zijn’ te berde kan brengen. 

Dat lied zou mij destijds goed van pas zijn gekomen, maar zou mij tijdens de editie van 2019 van de Canal Parade misschien wel het slachtoffer hebben gemaakt van een razzia van schuimbekkende SJW-nichten onder leiding van de in de grachtengordel wereldberoemde advocaat Sidney Smeets – kantoor Spong, dus dan weet u het wel.

Mag ik aannemen dat het zelfs tot de Algarviaanse bushbush is doorgedrongen dat uitgerekend in de aanloop naar de Canal Parade tal van bevelen werden uitgevaardigd om niet langer grappen over homo’s en lesbo’s te maken? Want die grappen… o, o, o, die zijn veel te kwetsend voor die tere nichtenzieltjes. Sunny Bergman schreef het, Elly Lust wijdde er een tv-serie aan en voornoemde Sidney Smeets nagelde een stel publicisten aan de schandpaal dat het óók zomaar had gewaagd om lollig over het homowezen te doen. Nu ken ik toevallig aardig wat homo’s die zelf voortdurend grappen over mensen met hun geaardheid maken, de ene grap nog goorder dan de ander. Ik weet daardoor dat onze Sidney lang niet namens iedereen sprak, maar het werd wel gezegd door iemand die zich uitgebreid gesteund weet door tal van media en de staatskwelbuis.

Dus daar zat ik dan, tijdens de Gay Parade, op dat dak van die woonboot. Eigenlijk wilde ik steeds heel hard ‘homo’s!’ naar de opvarenden van die tachtig voorbijdrijvende schepen roepen. Best grappig volgens mij, maar ik durfde het niet meer. Er was immers wéér een censuurcommissie ingesteld.

Herinnert u zich Mr. Humphries nog uit Are you being served? Luitenant Gruber met zijn ‘little tank’ uit ’Allo ’Allo? Ik vrees dat wij de herhalingen van die series nu definitief kunnen vergeten, mijnheer Van Amerongen. Veel te kwetsend, bij nader inzien.

Arthur: Ik ben blij dat je eindelijk eens over Ellie Lust begint. Nooit eerder zag ik zo’n humorloos aseksueel wezen als die gesjeesde sokpop van de Amsterdamse politie. Ik vind haar echt eng, alsof ze ontsnapt is uit Blade Runner. Ik kan me dan ook niet voorstellen dat Nederlandse nichten dol op haar zijn. Die glijden op Imca Marina, Rita Corita, Ruby Wax, de dames van Absolutely Fabulous, Lady Diana en voor mijn part koningin Máxima. Fijn dat je over mr. Humphries begint. Hij was voor mij echt een rolmodel, samen met Herman Stok, Ronnie Tober, Albert Mol, Jos Brink, Barrie Stevens en Molly Geertsema. Je merkt dat ik op de wufte, zijige tiepjes val. 

Ik kwam eens met een kledingverkoper thuis, opgepikt bij de Mac & Maggie in Ede, en toen zei mama: wat moet je met die geparfumeerde drol? Waarom ga je niet gewoon met echte kerels om? Ik meld je wel aan bij de Bruine Crossers in Harskamp, Tuurtje. 

Terwijl ik helemaal geen brommer had! Enfin, het eerste motortreffen van de Bruine Crossers vond plaats in de darkroom van de Argos in de hoofdstedelijke Warmoesstraat!

Overigens was ik een paar jaar eerder bijna burgemeester gemaakt door André van Duin. Je weet dat mama vaak in het dolhuis zat en dat ik dan werd opgevangen door familie in Rotterdam. 

Ik was een jaar of twaalf en stapeldol op André van Duin, die had net zijn eerste hits met Angelique en Wonderkind. Hij woonde in een molen aan de Rotte. Ik spaarde in die tijd speldjes, sigarenbandjes en stickers. Ik wilde een sticker van Dré!

Hupsakee op mijn fietsje van Hillegersberg naar de molen van André van Duin, die aan de rivier de Rotte stond. Een meneer in een badjas deed open. Is meneer Van Duin thuis, vroeg ik heel verlegen. Nou, mijn man staat net onder de douche, maar kom gerust verder. 

Ik vertrouwde het niet zo, want ik had net de serie Q & Q gezien en daarin verdwenen allerlei mensen. Uiteindelijk kreeg ik honderd gele stickers met die scheve bek van Dré er op, en die gaf hij zelf aan me! Ik had toen meteen moeten intrekken bij hem, dan was ik nu een man in bonis geweest en hoefde ik nooit meer te werken. Van lieverlee ben ik maar hetero geworden, al heb ik onlangs vanwege Ellie Lust bijna het alarmnummer van het COC gebeld. Of mag ik bij jou intrekken, lieverd? Ik klop, veeg & zuig!