Spring naar de content

Vriend & vijand over Rutger Castricum: eeuwige schrik van het Binnenhof

Hij zet al jarenlang politici voor het blok met impertinente vragen. Vriend & vijand over voormalig Geenstijl-boegbeeld en Powned-verslaggever Rutger Castricum (37), de ironische treiteraar die de relatie tussen politiek en pers voorgoed veranderde. Is zijn rol uitgespeeld nu Powned op termijn van de buis verdwijnt? ‘Ik vrees dat we hem voor de verkiezingen weer veelvuldig op het Binnenhof zullen zien.’

Gepubliceerd op: Geplaatst in de volgende categorieën: door Astrid Theunissen

‘De premier noemde hem (de Zaanse vlogger Ismail Ilgün – red.) ‘tuig van de richel’, De Telegraaf een terrorist, op dumpert.nl is hij de ‘haakneusvlogger’. (–) Ergerlijk, die intimidatiepoging, wellicht ook strafbaar, maar het deed vooral denken aan de stijl waarmee Rutger Castricum groot werd. De stijl waarmee Castricum trouwens Ella Vogelaar wegpestte. Dezelfde Vogelaar die het in haar socialistische hoofd had gehaald om geld te steken in arme wijken, waaronder Poelenburg. Vogelaar viel. Castricum en zijn boys kregen juist een zak geld van Pvda-minister Ronald Plasterk, om hun getreiter op de publieke omroep voort te zetten, opdat die de jeugd kon bereiken. Je oogst wat je zaait.”

Arjen van Veelen in NRC Handelsblad, 16 september 2016

“Ik reageerde niet op Twitter om Rutger te verdedigen; dat kan hij zelf prima. Ik reageerde omdat er baarlijke nonsens staat in dat NRC-stuk. Er wordt beweerd dat we die Zaanse tuigvloggers aan Powned te danken hebben. Wat een domme opmerking. Het is ook niet zo dat Rutger minister Vogelaar destijds heeft omgeduwd. Vogelaar kon niet met de pers omgaan, met geen enkel medium. Daarom kreeg ze een mediaman toegewezen.”

Annabel Nanninga, voormalig commentator van Studio Powned, columnist Thepostonline

“Castricum stelde Ella Vogelaar niet eens een onfatsoenlijke vraag. Hij confronteerde haar alleen met het feit dat ze een spindoctor had. Dat gebeurde op de eerste dag dat ik op het ministerie was aangesteld om haar te helpen – al heeft Vogelaar mij altijd geboycot omdat ze abusievelijk meende dat ze geen hulp nodig had.

“Die dag kwamen zij en haar woordvoerder terug van een werkbezoek en ik vroeg haar woordvoerder hoe het was gegaan. Hij vertelde dat er media waren geweest, en ook een vent van Geen- Stijl, maar zijn vragen had de minister echt prima gepareerd. Tien minuten later – ik zat achter mijn nog lege bureau – belde mijn zoontje. ‘Papa, je moet op internet naar Geenstijl kijken. Dat gaat over jou. Kun je lachen.’ Ik was niet de enige die moest lachen. Iedereen lachte zich suf. Het is het tv-moment van 2008 geworden, geloof ik. In elk geval een historisch stukje televisie.”

Dig Istha, ex-Pvda-spindoctor en wethouder, thans politiek adviseur

“Ik heb geen zin om welke woorden dan ook te besteden aan Rutger Castricum.”

Ella Vogelaar, voormalig minister voor Wonen, Wijken en Integratie, per mail

“Ik had Rutger moeten slaan met mijn handtas.”

Ella Vogelaar op Radio 1 in Marathoninterview, 4 februari 2012

“Na Vogelaar wisten alle ministers dat ze niet zwijgend moesten weglopen van de camera. Rutger pikt geen no for an answer. Daar moesten veel politici aan wennen. Ik kende als voormalig columnist van Geenstijl hun antiautoritaire toon. Het is niet rechts, het is van: ach, je bent maar een minister. Die toon haakte wel aan bij mijn gevoel voor humor. Ik haalde Rutger ook eens uit zijn rol door een complimenteuze opmerking te maken over zijn overhemd. ‘Vuile homo,’ zei hij toen. Het feit dat je hem dus ook kon ontregelen vond ik wel grappig. Los van alle onzin kwam je via die vorm van journalistiek ook nog weleens echte misstanden op het spoor.”

Boris van der Ham, ex-Tweede Kamerlid D66, thans bestuurder en acteur

 “Hij vroeg of ik in de midlifecrisis zat, omdat hij me tegenkwam zonder bril en stropdas. Ik bekende dat ik een skelter had gekocht waarop ik in mijn vrije tijd met honderd kilometer per uur rondscheurde. Dat is echt zo. Ik heb die skelter voor mijn zoon gekocht, maar ik rijd er vaker op dan hij, dus het verhaal klopt. Dat filmpje doet het geweldig op sociale media. Daardoor is bij jongeren het beeld dat alle SGP’ers met achterhaalde ideeën rondlopen, gekanteld.”

Elbert Dijkgraaf, Tweede Kamerlid SGP

“Door Rutger zijn politici zich leuker en grappiger gaan gedragen. Hij gaf ze als het ware persoonlijke mediatraining. Hij heeft ook een grappige band opgebouwd met sommige politici, zoals met Dijkgraaf van de SGP en met ome Roon natuurlijk, Ronald Plasterk. Ik denk ook dat het voor politici echt een dingetje is geworden: hun eerste Rutgermomentje.”

Annabel Nanninga

“Heb je het eerste filmpje gezien dat Rutger van mij maakte? ‘Dijkgraaf doet Powned de das om,’ heet het. Ik zat net in de Kamer en voorafgaand aan een debat over de publieke omroepen had onze pr-afdeling bedacht dat ik Rutger Castricum een oranje das zou omdoen omdat we het rauwe, brutale, harde Powned uit het publieke bestel wilden hebben. Dat werd een complete afgang. Door mijn eigen schuld. Ik was niet goed voorbereid, wist ter plekke geen concreet voorbeelden te geven waarin Powned zich onfatsoenlijk had gedragen. Dat item is gebruikt tijdens mediacursussen om te laten zien hoe het níet moet.”

Elbert Dijkgraaf

“We wilden schoppen om het schoppen. Of dat nou tegen het linkse of rechtse gedachtegoed was. We wilden de boel ontregelen, en dat is gelukt. DWDD ging ons zelfs imiteren. De Jakhalzen waren een slap aftreksel van Pownews. Vooral die eerste maanden wisten veel politici zich geen raad met Rutger. Job Cohen is daar een voorbeeld van. Of Rutger het nooit zielig vond? Er zijn beelden waarop meneer Cohen geheel kansloos de polonaise loopt. Zo bont heeft Rutger het nooit gemaakt. Hij wil geen gezapig antwoord op zijn brutale vragen, maar hij zet ook geen pistool tegen je kop.”

Twan Melssen, ex-cameraman voor Geenstijl

“Ik heb je verzoek doorgestuurd, maar ik kan haar niet dwingen om jou te bellen.”

Gert Riphagen, persvoorlichter Eerste Kamer, namens Annemarie Jorritsma

“Ik laat u bij dezen weten dat op directieniveau besloten is dat het Adelbert College hier niet aan mee zal werken.”

Mevrouw J. San Giorgi, verzuimcoördinator Adelbert College Wassenaar, waar Castricum vroeger op school zat

“Je bent bij Rutger Castricum als geïnterviewde altijd de zwakke partij. Hij stapt op iemand af met één doel: je te pakken. (–) Hij verzint van tevoren een openingsvraag, waarin altijd een onjuiste beschuldiging zit. Je wordt daardoor in de val gelokt, moet meteen ontkennen. Zo van: ‘Klopt het dat u vroeger uw vrouw sloeg?’”

Journalist Francisco van Jole in NRC Handelsblad, 19 oktober 2010 

“Rutger is geen gemenerik. Er zijn ook wel opnamen in de montagekamer gesneuveld: beeld van kinderen, ouderen en zwakzinnigen die tegen zichzelf beschermd moesten worden. Maar politici, vond Rutger en ik ook, moeten met hem kunnen omgaan. En een mediafiguur als Francisco van Jole kan ook gewoon zeggen dat hij geen zin heeft om antwoord te geven. Dan hebben we geen item. Als je je middelvinger gaat opsteken, gaan de kijkcijfers omhoog.”

Twan Melssen

“Een minister moet snel en goed kunnen reageren op onverwachte situaties. Kun je dat niet, dan ben je niet geschikt voor de politiek. Het was duidelijk dat Ella Vogelaar dat niet was. Je moet nooit weglopen voor een camera en nooit boos worden, want dat levert altijd leuke televisie op. Een hand voor de lens wordt gegarandeerd uitgezonden. Je kunt het beste eindeloos een antwoord herhalen, dan is de lol er op een gegeven moment wel af.”

Dig Istha

“Hij gebruikt de ruimte die hij heeft. De ‘patatbalie’ in de Tweede Kamer is in principe toegankelijk voor journalisten en daar mag je politici met een vraag benaderen. Rutger dacht: wacht, ik doe dat met een draaiende camera, dat is leuk. Dat is een kwajongensachtige manier, maar het mag in principe.”

Ronald Plasterk

“Er bestaat voor journalisten geen verbod op onzinnige vragen, maar ik heb moeite met seksueel getinte en godslasterlijke zaken. Ik heb Rutger meegedeeld dat als hij met zulke vragen komt, ik acuut stop met het interview. Dat heeft hij in het begin natuurlijk getoetst en dan is het de kunst om zonder al te gekke camerabeelden een einde te maken aan zo’n gesprek.”

Elbert Dijkgraaf

“Castricum noemde de kritiek op zijn werkwijze in DWDD een kwestie van een ‘generatiekloof’. Ik zei in die uitzending dat het naar mijn smaak een ‘fatsoenskloof’ betrof. Een politicus komt pas echt in de problemen wanneer je op keurige toon een vraag stelt die is gebaseerd op harde feiten die jij hebt opgespit. Maar het vergt dagen hard labor om die research te doen. Zo kom je aan vier of vijf goede vragen waarmee je nieuws maakt. Castricum heeft blijkbaar geen zin om hard te werken, dus pest hij een beetje.”

Frénk van der Linden, journalist

“We gingen zeker niet als dolle stieren naar Den Haag om daar met een opmerking een minister onderuit te schoffelen. Als we een minister gingen interviewen, wist Rutger het naadje van de kous. Toen ik met hem werkte, maakten we zestig, zeventig uur in de week. We leefden op een dieet van gehaktstaven en saucijzenbroodjes van de benzinepomp want we hadden geen tijd om te eten. Om acht uur ’s avonds was de deadline, moesten de filmpjes online staan. Elke dag weer. We produceerden wel zes, zeven filmpjes per week.”

Twan Melssen

“Wij maakten het tv-programma De Achtste Dag en Rutger viel als stagiair op. Hij had altijd ideeën, was heel coöperatief, hield van aanpakken. Hij was ook heel ambitieus, zelfverzekerd, behoorlijk bijdehand, en behoorlijk rechts. Hij maakte een reportage over de A13, waar net de maximumsnelheid was teruggevoerd tot tachtig kilometer per uur. Daar was hij erg op tegen. Wij waren als linkse redactie verbaasd over die insteek, maar hij mocht zijn item gewoon uitzenden want dat was kwalitatief goed. Hij had talent, zoveel was duidelijk. Nadat hij van die christelijke hogeschool in Zwolle af gekomen was, had hij meteen al zijn eigen programma bij RTV Rijnmond.”

Frans Bromet, televisiemaker

“Rutger was in het begin buitengemeen onzeker over zijn kunnen. Hij kon ook niet goed uit de voeten met nieuwsonderwerpen, daar stopte hij altijd een kwinkslag in. Omdat hij zulke afwijkende items maakte en veel ideeën had, mocht hij het programma Rutger leert stappen maken. Dat was baanbrekend – stoute tv avant la lettre. Hij regelde alles zelf en kreeg veel voor elkaar met zijn ontwapenende lach. Hij mocht mee met een groep gabbers, mocht filmen in een parenclub en op stap met Leefbaar Rotterdam, dat toen aan de weg timmerde in de gemeenteraad. Dat deed hij op een heel charmante manier – alleen kwamen in dat item over die parenclub mensen in beeld die dat niet wilden, dus dat werd nog een dingetje, maar ook dat loste hij charmant op. Die hondsbrutale stijl had hij nog niet. Een item over gehandicapten was ronduit emotioneel. En toen Rotterdam eens in een Rough Guide werd vermeld als aantrekkelijk voor toeristen, ging hij met Martin van Waardenberg de toeristische attracties langs. Lieten ze de achterkant van het verbouwde station zien en zo. Dat was hilarisch.

Ik vond het jammer dat hij na een jaar overstapte naar Geenstijl. Van Weesie mocht hij helemaal los. Wat hij nu doet, vind ik soms tenenkrommend.”

Cees van der Wel, ex-hoofdredacteur RTV Rijnmond, thans hoofd bijzondere projecten RTV Rijnmond

“Ik had gedacht dat hij een serieuze tv-journalist zou worden, maar hij is, denk ik, erg onder invloed geraakt van de nitwit Dominique Weesie en die treiterscene waaraan hij zich heeft verbonden. Het lijkt erop dat Rutger geen zelfkritiek heeft. Je mag vrijpostige vragen stellen, maar het ontbreekt hem weleens aan respect. Ik herinner me een reportage over de jongerendag van de Christenunie waarin hij midden in een verhaal van een jongere aan hem vroeg of hij vandaag nog had geneukt. Ik voelde plaatsvervangende schaamte. Journalistiek is proberen ergens achter te komen. Dat was hier helemaal niet de bedoeling.”

Frans Bromet

“Die Rutger gaat gelukkig zijn eigen gang. Boem, de beuk erin. Spuit hij nu in House Ibiza als parodie op Villa Felderhof met champagne, roepend: ‘Daar gaat uw belastinggeld.’ Geestig! Kom op, dat is toch echt leuk!”

Mies Bouwman in De Telegraaf, september 2011

“Ik vind het een beetje ranzig allemaal.”

Rik Felderhof in Eva Jinek op Zondag, 25 september 2011

“Toen hij me vroeg voor House Ibiza, heb ik vrij snel ja gezegd. Ik dacht: ik kan ze wel aan. Daarna hoorde ik van Jeanine Hennis dat er met champagne werd gesmeten, dat iedereen dronken was geworden en zij over haar nek was gegaan. Ik ben vrij los, maar geen drinker en besloot om in Ibiza niet mee te gaan in die gekkigheid. Ronald Plasterk deed dat wel. Hij is, net als Jeanine, dronken geworden en dat levert wel leukere tv op. Ik was ontzettend saai. Dat er daarna gezeurd werd dat Powned het moment uitzendt waarop Jeanine naar de wc ging en we haar horen braken, vind ik onterecht. Je weet met wie je op reis gaat. Als jij daar dronken wordt, is het je eigen schuld.”

Boris van der Ham

“De minister voelt er niet veel voor om mee te werken. Er speelt eigenlijk niet zo veel. Ze kunnen het wel met elkaar vinden.”

Sascha Louwhoff, woordvoerder minister Jeanine Hennis

House Ibiza werd een ander soort programma dan ik voor ogen had. Er werd gezegd: ‘Laten we na al die korte itempjes eens een langer en serieuzer interview doen.’ De nadruk zou liggen op dat gesprek, maar de redactie besloot bij de montage de nadruk te leggen op andere scènes. Ja, nou ja. Dat is aan de redactie.

“Rutger haalde me op in een taxi en begon champagne uit het raam te spuiten. Ik ben politiek gevoelig genoeg om te weten dat er mensen boos zouden worden dat ik daar was. Andere mensen herkennen Rutgers ironie. Het is anti-establishment. Systeempje pesten. Zo ben ik ook geweest en zo ben ik diep in mijn hart nog wel een beetje. Er is weleens een item dat ik zelf wat ver vind gaan, maar het spreekt me wel aan.”

Ronald Plasterk, minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties

“Powneds Rutger Castricum is totaal niet in de inhoud geïnteresseerd, hondsbrutaal en er alleen maar op uit politici belachelijk te maken en daar is hij verdomd goed in. (–) Er is maar één manier: onfatsoenlijke tv-journalisten weren van het Binnenhof.”

Naema Tahir, columnist Buitenhof, 26 februari 2012

“Het was best brutaal van Rutger om aan te bellen bij het huis van Naema Tahir en Andreas Kinneging, maar ik begrijp dat hij verhaal wilde halen. Tahir had in Buitenhof namelijk gepleit voor een commissie van wijzen, die zou bepalen welke journalisten wel en niet mochten op het Binnenhof werken. Zijzelf wilde Rutger weren, iets dat Tahir, heel hypocriet, ontkende bij Pauw & Witteman. Door bij haar op de stoep te gaan staan, ging Rutger in op de discussie hoever je als journalist mag gaan, tot waar mag je komen. Hij bleef trouwens keurig op de openbare weg.”

Annabel Nanninga

“Dat mannetje is het niet waard om woorden aan vuil te maken, dunkt me.”

Andreas Kinneging hoogleraar rechtsfilosofie Universiteit Leiden

“Naema Tahir heeft aangegeven niet op dit verzoek te kunnen ingaan, ze excuseert zich bij dezen.”

Janne Colenbrander namens de schrijfster

“Zie je die plomp daar? Als je nog eens vlak in de buurt komt gaan jullie daarin, met camera en al. Goed begrepen? En nog iets. Als dit op televisie komt, weet ik jullie te vinden.”

Andreas Kinneging tegen Castricum, Pownews, 27 februari 2012

“Ik heb niet gepoogd om Rutger Castricum te kelen of te wurgen.”

Andreas Kinneging bij Pauw & Witteman, 28 februari 2012

“Na de uitzending van DWDD zei ik tegen hem: ‘Het was een pittige discussie. Zullen we volgende week een biertje drinken om over het vak te praten?’ Hij reageerde verbouwereerd, maar zei ja. Via DWDD kreeg ik zijn mailadres. Ik stelde drie data voor. Ik kreeg geen reactie, ook niet toen ik later zijn nummer kreeg en hem een sms stuurde. Ach ach.”

Frénk van der Linden

“We hebben Rutger elk jaar uitgenodigd voor het Grote Interviewgala, maar hij is nooit gekomen. Vorig jaar stuurden we een uitnodiging aan Dominique Weesie. Ik kreeg een antwoord van Rutger. ‘Wij horen daar niet,’ schreef hij. ‘Please stop deze jaarlijkse

Spam en geniet gezellig van het hoogdravende moreel verheven interviewgala.’ Als je vindt dat de media in kringetjes blijven lopen en als je jezelf presenteert als een omroep die het anders gaat doen, waarom wil je daar dan niet over praten of discussiëren? Is het dan niet alleen lekker stout en dwars bezig zijn?”

Wiepke Westbroek, producent Expanding Theatre, Stadsschouwburg Amsterdam

“De parlementaire pers is vaak te dociel. Snap ik, want het is sociaal gezien nu eenmaal lastig om een stiletto te slijpen en dat in de borst van een politicus te planten die je de volgende dag weer tegenkomt. Castricum heeft terecht gedacht: wat is dit voor braaf wereldje? Dat hij de mouwen heeft opgestroopt en de boel opschudde, vind ik alleen maar goed. Nu alleen de inhoud nog, en niet het effectbejag.”

Frénk van der Linden

“Zijn kracht is dat hij niet in een vast stramien zit. Hij gaat in op wat er wordt gezegd en wat er gebeurt. Als je uit je comfortzone bent, gaat het mes erin. Je moet altijd alert zijn.”

Elbert Dijkgraaf

“Beste Rutger, tot zover je carrière als talkshowhost. In de periferie van een interview met je omroepbaas Dominique Weesie in het AD las ik vanochtend dat de stekker niet over vier jaar, maar al over een maand uit je wekelijkse praatprogramma Studio Powned gaat.

Jan Dijkgraaf in een column voor Thepostonline, 2 april 2016

“Rutger is met een camera beter dan achter een desk. Die rol is wat te statisch voor hem, vermoed ik. Op pad met een camera is hij ad rem, speelt onmiddellijk in op wat er gebeurt. Hij heeft ook een komisch talent. Toen D-Reizen vorig jaar trips organiseerde naar Griekenland om vluchtelingen te helpen, ging Rutger mee. Die reportage was kritisch maar ook erg lollig.”

Annabel Nanninga 

“We hebben veel gelachen. We bezochten een demonstratie van neonazi’s om te vragen wat de demonstranten met Pasen deden – of ze naar hun ouders gingen. En we zamelden geld in voor een nieuw clubhuis voor de Hell’s Angels. Maar ik heb weleens vraagtekens gezet bij wat we deden. Ook bij het idee van onder de rokjes filmen.

“Er was een parkeergarage in Heerhugowaard met open traproosters in het trappenhuis. Daar was commentaar op gekomen omdat je daardoor in de edele delen van vrouwen kon kijken, maar de architect wilde er niets aan veranderen. Wij besloten om de dames onder de rokjes filmen om te laten zien dat die trappen veranderd moesten worden. We hadden amper een dame aangesproken of we werden ingesloten door de politie. Die dacht vast: nu hebben we die vervelende gasten van Geenstijl en dat zullen ze weten, want we hebben zes uur in de cel gezeten. Het was koud, we hadden honger en we werden aangeklaagd voor verkrachting, aanranding, verstoring van de openbare orde en heimelijk filmen. Krankzinnig. Uiteindelijk is het nooit een rechtszaak geworden.

“Na die arrestatie was hij boos. Dat is een van de weinige keren dat ik Rutger boos heb gezien. Hij heeft me een keer de huid vol gescholden omdat ik zijn net gekochte cd van André Hazes niet trok en die op de snelweg gooide. Doorgaans was Rutger een vrolijke jongen met veel zelfspot, en iemand die – in tegenstelling tot wat veel mensen denken – ontvankelijk is voor commentaar op zijn werk.”

Twan Melssen

“Ik heb nooit een aanvaring met hem gehad. Op de redactie was iedereen op hem gesteld. Het is een goedgemutste, zachtaardige en open jongen, maar met een camera springt er een andere Rutger uit het doosje.”

Cees van der Wel

“Als de camera uitstaat, is Rutger een geweldige vent, maar met de camera aan is hij toch een ander mens. Hij is een koning in het formuleren van vragen waarop je alleen bevestigend kunt antwoorden. Hij zet je voortdurend voor het blok en dan wordt er nog geknipt en geplakt. Toen ik dat tegen hem zei, zei hij: ‘Dat is mijn werk.’ Als het mijn vak zou zijn, zou ik persoonlijk gaan voor de inhoud, niet voor de sensatie.

“Ik heb een behoorlijke kater overgehouden aan Niet lullen maar poetsen, waaraan ik vorig jaar heb meegewerkt. Het zou een tv-programma worden over jonge Rotterdamse ondernemers met een verhaal, maar ik werd, net als de andere deelnemers, neergezet als een rijkeluiskind dat alles in de schoot geworpen had gekregen. Dat is niet zo. Die serie werd een rariteitenkabinet à la Oh Oh Cherso. Dat zag ik ook in de recente afleveringen over ondernemers in het zuiden.”

Jolique Möller, ondernemer

“Dat Pownews beelden toonde van de familie van de jongens die iets hadden misdaan in Eindhoven (de ‘kopschoppers’ in 2013 – red.), dat kan niet. Dat item over Onno Hoes vond ik ook te ver gaan. Sinds wanneer mag iemand een ander niet meer versieren? Wat ouderwets en moralistisch. En dan ga je puur voor de sensatie slaapkamertaal uitzenden… Dat zou van iedereen gênant zijn. Ze hebben daar nooit excuses voor aangeboden. Dat zijn dingen die Powned en daarmee ook Rutger ongeloofwaardig maken.”

Boris van der Ham

“Er werd verwacht dat ik ministers ging interviewen over de trui van Mark Rutte bij de Toppers. Toen was het klaar voor me. Ik heb Powned laten weten dat ik klaar ben met deze kleuter-tv, want dat is het helaas geworden.”

Tom Staal, ex-cameraman en verslaggever Powned, in De Utrechtse Internet Courant, 20 mei 2016

“Ik heb één keer een interview gegeven aan een lokale site hier in Utrecht waarin ik uitlegde waarom ik was weggelopen uit de kleuterklas van Weesie en Castricum. Ik ga verder niet over Powned uitweiden, ook niet over Rutger. Maar als je dan toch mijn mening wilt weten: ik vind Powned kut en klote en wil niks met ze te maken hebben.

Tom Staal

“Ik weet veel van hem, maar ik ga niet meewerken.”

Ruud Stork, cameraman RTV Rijnmond

“Ik onthoud me graag van commentaar op (ex-)collega’s.”

Jojanneke van den Berge, ex-verslaggever Powned

“Rutger Castricum doet er niet meer toe. Ik heb geen behoefte om hem aandacht te geven. Vraag anders Jan Dijkgraaf.”

Jan Roos, ex-Geenstijl, thans lijsttrekker VNL

“Ik heb er geen behoefte aan om mee te werken. Rutger is geen factor meer in de media.”

Jan Dijkgraaf, ex-hoofdredacteur van Powned, thans ‘professional buttkicker’

“Waarom al die ex-collega’s niet meewerken? Ik heb geen idee.”

Annabel Nanninga

“Het was soms over het randje, maar Rutger heeft wel wat ten goede veranderd in Den Haag. Hij heeft de verhouding tussen politiek en parlementaire journalistiek iets verschoven, net als de bijtertjes Paul Witteman en Wibo van de Linde, en ook Karel van de Graaf, die voor het eerst politici ging interviewen met publiek dat de politici tegensprak. De huidige parlementaire journalistiek is daardoor vasthoudender geworden.”

Dig Istha

“Ik word nog altijd een beetje nerveus als ik Rutger zie aankomen. Ik ben toch steeds bang dat het een keer misgaat. Ik vrees dat we hem voor de verkiezingen weer veelvuldig op het Binnenhof zullen zien.”

Elbert Dijkgraaf

“Er bestaat zoiets als ‘het touwtje van Rutger’. Na de ministerraad stonden de journalisten elkaar altijd te verdringen voor quootjes van de ministers. Er werd een rood touw gespannen om dat in goede banen te leiden. Toen Rutger met zijn camera het Binnenhof betrad, ging hij niet na afloop maar voor aanvang van de ministerraad bij die deur staan. Dan stond er verder niemand en kwam er weleens een minister die net lekker had ontbeten en begon te vertellen. Ze vertelden soms meer dan na de ministerraad. Met als gevolg dat andere journalisten daar ook ineens in alle vroegte gingen staan en de Rijksvoorlichtingsdienst dus ook voor aanvang van de ministerraad een rood touw heeft gespannen om de boel in de hand te houden.”

Ronald Plasterk