Spring naar de content

Amber Alert

Eetgoeroe Amber Albarda weet het zeker: het Hollandse boterhammetje met kaas is achterhaald, en ruïneert onze gezondheid. Dat is quatsch van de kwakzalver, zeggen de geleerden.

Gepubliceerd op: Geplaatst in de volgende categorieën: door Bert Nijmeijer

Wij, de meeste mensen, weten niet zoveel van wat we eten. Van wat het is, wat het doet, hoe het ons voedt. Wat er goed of slecht aan is. We willen er wel graag meer over weten. We zijn ontvankelijk voor iedereen die met een zeker inzicht of autoriteit iets over ons eten zegt: de voedingsdeskundigen, coaches en goeroes. We slikken wat ze schrijven, beweren én beloven voor zoete koek.

We kunnen zogenaamd niet meer tegen gluten en eten speltbrood of helemaal geen brood. We eten het paleodieet van onze voorouders: puur, rauw en ongezoet. Van melk ga je kapot, Joris Driepinter is ook jong overleden. We wantrouwen de voedingsindustrie die vanwege een soort complot, een streven naar wereldheerschappij, of uit pure slechtheid bezig is om ons te vergiftigen.

De voedselgoeroes weten er ook niet alles van, maar wel meer dan wij. Ze hebben er meestal niet voor doorgeleerd, zijn niet officieel gepromoveerd tot Dokter Voeding. Ze hebben hun kennis overal en nergens opgedaan: een cursus hier, een opleiding daar, een eyeopener zus en een aha-erlebnis zo. Hun theorieën zijn als hun taarten: zelfgebakken, met een beetje van dit en een beetje van dat, hun koekjes zijn van eigen deeg.

De echte wetenschappers maken gehakt van deze goeroes. Ze zeggen dat veel wijsheden simpelweg niet waar zijn en dat de gouden gezondheidsformule niet bestaat. Dat is een spijtige houding. Het is veel leuker om die goeroes te geloven. Die wetenschappers zijn maar saai. We wéten ook eigenlijk niet wat gezond eten is, zei hoogleraar Voeding & Gezondheid Jaap Seidell laatst in een interview. Nee, dat schiet op!

Vier jaar geleden gaf mijn zus me het boek Eet jezelf mooi, slank en gelukkig van Amber Albarda cadeau. Het was haar bijbel, zei mijn zus. Ze was ervan afgevallen, zag er beter uit, en stak beter in haar vel. Voorop het boek stond Amber zélf: een prachtige, slanke dame met rood haar, een frisse groene appel in haar hand.

Je bent wat je eet, schrijft Amber. “Alles wat we eten wordt binnen een paar uur gebruikt om ergens in het lichaam een stukje lijf te herbouwen.” De cellen in je lichaam vernieuwen zich constant, schrijft ze, je krijgt elke maand een bijna compleet nieuwe huid, de lever doet er zes weken over om zich te vernieuwen en de binnenwand van je maag is binnen vier dagen alweer zo goed als nieuw.

Om wonen naast een snelweg te compenseren, zou je dagelijks hele fruitschalen moeten leegeten.

De cellen vernieuwen zich met de bouwstoffen die ze krijgen. “Aangezien 98 procent van al onze lichaamsatomen na een jaar volledig vervangen zijn en ons hele lijf er ongeveer zeven jaar over doet om zichzelf volledig te vernieuwen, bestaat ons lichaam dus uit alles wat we de afgelopen jaren naar binnen hebben gewerkt.” Het was geen goed nieuws voor de 75 kilo aan wijn, bier en supermarkteten die de spiegel reflecteerde, maar misschien was het nog niet te laat. Met een beetje mooier, slanker en gelukkiger was ik ook al blij.

Amber Albarda woont in een grote villa in het lommer van Wassenaar, in een wijk met allemaal andere grote villa’s. Ze zochten iets praktisch, zegt ze als ze het hek heeft opengedaan, iets vlakbij Schiphol. Haar man Tom, een Brit, gaat met het vliegtuig naar zijn werk in de City van Londen. De kinderen Grace (4), Finn (3) en baby Georgina zijn thuis. Er is een grote tuin, uitkomend op een bos. We zitten op de veranda, met kleurloze thee, rijstwafels en een schaaltje gedroogd fruit. Ze werkte bij het tijdschrift Miljonair en de Miljonair Fair, vertelt Amber. Ze was op wereldreis, op dat moment in Argentinië, toen ze ziek werd. Ze was altijd moe, altijd verkouden en hele plukken haar vielen zomaar uit. Ze bleek de ziekte van Hashimoto te hebben, een auto-immuunziekte waarbij antistoffen lichaamseigen weefsel aanvallen, in haar geval de schildklier. Die raakte chronisch ontstoken, met een verstoorde stofwisseling en een minder goed functionerend lijf tot gevolg.

Ze kwam terecht bij Argentijnse artsen die de orthomoleculaire geneeskunde aanhingen. Dat is een behandelwijze waarbij vitamines en mineralen in doses ver boven de aanbevolen dagelijkse hoeveelheden (ADH) worden toegediend. “Wat eet je, wat drink je?” vroegen de artsen. Ze leefde op een dieet van fastfood, frisdrank en snoep, van koekjes, pakjes en zakjes. Geen wonder dat ze zich niet lekker voelde, zeiden de artsen. Ga koken, zeiden ze met zoveel woorden. Ga normaal eten.

Ze ging koken, eten, sporten en mediteren. Na een jaar “begon de zon weer te schijnen”. Ze voelde zich heerlijk. “Wacht eens even, dit moeten meer mensen weten!” schrijft ze in Eet jezelf mooi. Ze stak overal haar licht op, deed een online cursus voeding en diëtiek en schreef haar boek, dat een “vrij leuk succes” werd. Planten leggen door fotosynthese zonne-energie vast in hun zaden en vruchten, schrijft ze. Het is ons groente en fruit. Wanneer wij ze eten, dragen ze de energie over aan ons lichaam. De power van de natuur, de heilzame en soms zelfs medicinale werking van deze stoffen “worden door sommige geneeskundigen (…) gebruikt in de behandeling van de meest ernstige ziekten. “

Ons spijsverteringsstelsel is in 40.000 jaar niet veranderd, schrijft ze, en is gemaakt voor fruit, groenten, noten en vlees. Niet voor brood (6000 jaar geleden bedacht), laat staan suiker, frisdrank of Snack-a-Jacks. “Niet voor niets hebben antropologische studies aangetoond dat op het moment dat de mens velden ging werken, brood ging eten en voedsel op temperaturen ging koken, ‘moderne’ hoge ziekten als tandcariës, diabetes, astma, kanker de kop opstaken.”

Amber noemt in haar boek Linus Pauling (1901-1994), biochemicus, tweevoudig Nobelprijswinnaar en op latere leeftijd grondlegger van de orthomoleculaire gedachte. Volgens haar is hij “de belangrijkste wetenschapper van de twintigste eeuw”. Volgens anderen is Pauling inderdaad een uitzonderlijk wetenschapper en een groot geleerde, die helaas op zijn 65ste is ontspoord.

Uit een artikel op de site van Skepsis, stichting ter ontmaskering van onder meer pseudowetenschap en dubieuze therapieën: “Pauling beweerde dat vrijwel iedere ziekte, van wratten tot kanker en aids, genezen kon worden met een combinatie van enorme doses vitamine A, C en E, seIenium en bètacaroteen. Wetenschappelijk onderzoek dat deze stelling kon onderbouwen had hij niet. De critici moesten maar bewijzen dat het niet klopte. En dat deden ze.

Amber spreekt van de “achterlijke lage dagelijkse hoeveelheden” vitaminen en mineralen die de Gezondheidsraad en het Voedingscentrum voorschrijven. Ze bepleit een ruimhartig gebruik van voedingssupplementen: liever 1000 dan de aanbevolen 75 mg vitamine C per dag. Dat komt neer op 22 sinaasappels. “Dan is een vitamine C-tablet van 1 gram (1000 mg) een stuk handiger, nietwaar?”

De farmaceutische industrie en andere ‘gevestigde ordes’ probeerden Linus Pauling in diskrediet te brengen, schrijft ze. “Gelukkig bewees een groep onafhankelijke Franse wetenschappers in februari 2009 dat vitamine C in zeer hoge doses, via injectie toegediend, inderdaad in staat was om de groei van kankercellen te vertragen en onder controle te houden. Inmiddels zijn er talloze ander gevallen van patiënten bij wie de tumor compleet verdween als gevolg van via injectie toegediende, hoge doseringen vitamine C.”

Vier jaar geleden gaf mijn zus me een boek van Amber Albarda cadeau. Het was haar bijbel, zei ze.

Erg in de mode, en niet alleen bij Amber, zijn de antioxidanten (zoals de genoemde vitamines A, C en E, selenium, zink en bètacaroteen), een soort moleculaire brandweer die de vrije radicalen (ongewenste, schadelijke indringers) in het lijf neutraliseren. Het Voedingscentrum waarschuwt dat supplementen met hoge doseringen niet alleen niet werken, maar het risico op kanker mogelijk zelfs vergroten. Volgens verschillende artsen is de orthomoleculaire geneeskunde een vorm van kwakzalverij. Op Wikipedia staat een citaat van voedingshoogleraar Frans Kok van de universiteit van Wageningen: “Mensen moeten proberen om via voedsel voldoende vitaminen en mineralen binnen te krijgen. Het los daarvan extra slikken van veel antioxidanten (…) voor een specifiek doel, werkt niet. “

Waarom ging ze in Argentinië eigenlijk niet naar een gewone dokter, of naar een ziekenhuis? En waarom, als ze voeding en gezondheid zo interessant vond, ging ze het niet studeren aan een universiteit, zich lekker ingraven in de materie?

Ze was daar toevallig, in Argentinië, zegt ze. Haar lerares Spaans raadde haar de artsen aan. En dat studeren aan de gevestigde instituten: als daar, na grondige studie, uitkomt dat je net zo goed cola light kunt drinken, dan leert ze dat liever niet. “Het heeft mij geholpen,” zegt ze. “Ik hoef me niet in te graven, hoef niet van iedere molecuul het wetenschappelijk fijne te weten. Ik weet dat mijn lijf zich niet lekker voelt. Als er dan uitkomt dat er wetenschappelijk gezien niks aan de hand is, wat moet ik daar dan mee?”

Het is heel simpel, zegt ze. “lk ben moeder van drie kinderen, ik wil gezond eten. Eten wat je lijf kent, echt eten, door Moeder Natuur gemaakt, niet in een laboratorium door mannen met douchemutsen op.” De supplementmakers mogen ook douchemutsen dragen, zolang er uit hun machines géén synthetische pillen komen, maar natuurlijke. Bijvoorbeeld gemaakt van de camucamubes, het vitaminewonder uit de Amazone. De sinaasappels zijn niet meer wat ze zijn geweest, zegt Amber. Met één sigaret is alle vitamine C van een sinaasappel alweer teniet gedaan. Om wonen naast de snelweg te compenseren, zou je elke dag hele fruitschalen moeten leegeten. Ze ageert tegen het Voedingscentrum, dat de richtlijn Gezonde voeding van de regering uitdraagt, met de aloude Schijf van Vijf. Daarop staan onder meer brood, zuivel, halvarine. Op de schijf zie je geen preparaten en supplementen. Het Voedingscentrum is van: doe maar gewoon. Amber neemt een slokje inmiddels koude thee. “Maar wat is gewoon?”

Amber is heel populair. Ze heeft 17.000 likes op Facebook. Haar fans, voornamelijk vrouwen, eten uit haar hand. Op Eet jezelf mooi volgde een bijbehorend kookboek. Daarna verschenen Gezond Genieten!, Gezond Bakken en Gezond Trakteren. Voor de feestdagen komt Gezond Feesten uit, Gezond Zwanger zit in de koker. Ze organiseert het Better Event in de RAI, met optredens van onder andere ‘sterrencoach’ Ralph Moorman, ‘verjongingscoach’ Jesse van der Velde lezingen over natuurlijke fertiliteit en betere ‘stralingshygiëne’.

Ze zit in het rijtje, zegt ze, het rijtje van de bekende goeroes. “Als Linda belt, zit je in het rijtje.” Linda belde, ze werkte mee aan een artikel. Toen het blad uitkwam, stond er op de cover: ‘Rot op met je chiazaad!’ Ze was te zien in het tv-programma Kassa, in een item over kokosvet en -olie, waarover de laatste tijd veel te doen is. Amber gebruikt het overal voor: niet alleen bij het koken, maar ook als huidverzorgingsmiddel en als deodorant. Kokosvet is weliswaar verzadigd vet, maar toch gezond, omdat het niet uit lange maar uit middellange ketenvetzuren bestaat. Die zijn goed voor hart en bloedvaten en geven energie, zonder dat je er dik van wordt, stelde ze in de uitzending.

Daarna kwam Sander Kersten aan het woord, hoogleraar Voeding, Metabolisme en Genomics. Kokosolie bevat dezelfde hoeveelheid energie als alle andere vetten, zei hij, en je komt er net zo veel van aan. De middellange vetzuren in kokosolie gaan direct het bloed in, naar de lever. Dat is niet gunstig. “De laatste plek waar je je vet wilt opslaan is in de lever.” Bovendien: “Van alle vetten is kokosvet het meest cholesterolverhogend. Het is eigenlijk het slechtste vet dat je je kunt voorstellen.” In een volgend shot zagen we Amber weer, die grote scheppen kokosvet door een taartbeslag roerde. De bevindingen van Kersten cum suis waren door buitenlands onderzoek al lang achterhaald, zei ze, het is heerlijk spul. “Het is goed voor mijn gezondheid, mijn kindjes krijgen heel veel kokosolie. Het is altijd goed, voelt goed, het is lekker. Mijn lijf voelt het, en heel veel andere mensen met mij, dus waarom niet?” Anders dan professor Jaap Seidell vindt Amber het helemaal niet moeilijk om aan te wijzen wat gezond is en wat niet. Goed zijn groenten, fruit, bonen, noten, zaden, bruine rijst, goede granen (exclusief tarwe) en vis. Slecht is alles wat men daar zelf wel bij kan bedenken, maar daarnaast in veel gevallen ook (wit)brood, melk en eigenlijk alle bewerkte etenswaren, met lightproducten en ‘verantwoorde’ fabriekstussendoortjes als leugenachtig dieptepunt.

Voor het bezoek aan Amber belde ik met Martijn Katan, emeritus hoogleraar Voedingsleer. lk vroeg hem naar Amber, die hij niet kende. Katan beschouwt de voedselprofeten als één pot nat.

Zijn eerste reactie bij dit soort vluchtige zaken, die in de mode zijn: “Alweer zo eentje. Meestal is het flauwekul.”

Kun je arm zijn en toch gezond eten? Een zak bruine rijst kost geen drol.

“Toch is het een goede ontwikkeling, die aandacht voor wat we allemaal naar binnenwerken. Er is veel mis met ons eten. Maar van de concrete dingen die ze noemen gaan je tenen krom staan.” De professor somt op. De kokosoliemanie: bij proefdieren leidt kokosvet tot ernstige verstopping van de slagaders. Dat brood slecht is, tarwe slecht: het is volledig uit de lucht gegrepen. Een hardnekkig verhaal is dat van aspartaam, de zoetstof in lightfrisdrank. Het zou giftig en kankerverwekkend zijn. “Aspartaam is een van de meest onderzochte stoffen in eten. Het doet heIemaal niks voor of tegen je gezondheid.” Jezelf mooi eten, kan dat? “Objectief gezien: nee. Mensen met ernstige vitaminetekorten krijgen lelijke plekken op hun huid. Bij aanvulling van die tekorten gaan die plekken weg, maar dergelijke tekorten komen hier niet meer voor. Van nog meer vitamine word je niet nog mooier. Het is als met slapen: zonder deken slaap je slecht, één deken is prettig, maar onder zes dekens slaap je niet beter.” Tegen de supermarkt, voor onbewerkt eten. “Maar hoe wil je onbewerkt eten? Wat is er tegen eten koken of fijnmalen?

Brood is een mengsel. Wat is daar tegen?” Eet niets wat je grootmoeder niet zou herkennen als eten, zegt Amber. Katan: “Nou, grootmoeder kookte niet zo gezond, hoor.

Te veel zout en verzadigd vet, te weinig vezel. Grootvader kreeg op zijn vijfenzestigste een hartaanval. Ons grootste voedingsprobleem is dat we te veel eten, maar de samenstelling van het eten is een stuk gezonder dan in de tijd van grootmoeder ” Het is met de goeroes vaak: gevoel versus kille wetenschap. Daar doe je weinig tegen. Het is niet altijd erg, hun adviezen zijn soms best goed. Eet biologisch: prima voor het milieu. Met pakjes en zakjes is iets mis. “Die leiden tot te veel eten.” Eet meer bonen en peulvruchten. “Daar komen alle gezondheidsadviezen linksom of rechtsom op neer: eet meer bonen. Heel goed.”

Bij het Voedingscentrum kun je praten met de voorlichters, Roy of Patricia. lk spreek met Roy, Roy van der Ploeg. Het Voedingscentrum geldt als dé autoriteit op het gebied van voeding. Hoe word je dat eigenlijk, vraag ik. Zijn zij als zodanig door iemand benoemd? Het Voedingscentrum is het enige voorlichtingsinstituut over eten dat helemaal door de overheid wordt gefinancierd, zegt Roy. Ze hadden ooit een leerstoelenfonds dat werd gesponsord door bedrijven als Unilever en Smiths, maar vanwege de aanhoudende beschuldigingen van belangenverstrengeling die dat opleverde, zijn ze daarmee gestopt. Voedingsgoeroes zeggen best goede dingen over eten, maar hun beweringen zijn vaak niet wetenschappelijk bewezen. “Wij baseren ons op de wetenschappelijke consensus.” Is die er dan? “Op een aantal punten is die er zeker. Dat groenten goed voor je zijn, of vezels.” Het Voedingscentrum draagt de boodschap uit van de Gezondheidsraad, het adviesorgaan van de regering. Volgend jaar komt er een nieuwe Schijf van Vijf. Tot die tijd moeten we van de oude blijven eten.

De superfoods van de natuurwinkels: “Op zich klopt het dat zaadjes en besjes passen bij gezond eten. Maar met alleen bessen en zaden ben je er niet.” Eet geen brood, zeggen de goeroes. Maar brood levert energie om de dag door te komen. Je moet al een boodschappentas vol groente en fruit eten om het te vervangen. Drink geen kraanwater, zegt Amber. “Geen kraanwater? Dat is nieuw voor mij. Het Nederlandse kraanwater hoort bij de beste ter wereld. Het heeft nul calorieën, is enorm dorstlessend. Het is heerlijk.”

Bij Amber zitten we nog steeds op de loungebanken op de veranda, aan de rand van de grote tuin. Af en toe komen de kinderen om Ambers aandacht vragen. Ze verwijst ze naar Sarah, de oppas, maar ze komen een paar keer terug. Zoontje Finn pakt iets uit het schaaltje fruit. “Mummy, what’s this?” “Een stukje kokos. Vind je het lekker?” “No. “

We hadden het over wat gewoon wordt gevonden. “In Frankrijk en Italië krijgen kinderen op school tussen de middag echt eten, een warme maaltijd met drie gangen. Ze krijgen salades, rijst, er spreekt liefde voor voeding uit. Bij ons krijgen ze een boterham met hagelslag. lk vind dat schandalig.

“Je doet jezelf en je kinderen tekort. In België zit iedereen om twaalf uur lekker warm te eten. In Londen hebben ze aandacht voor het eten. Zelfs het fastfood is er gezond. Het is daar ingeburgerd. Zoals wij in Nederland doen, met die stomme broodtrommeltjes, ik ageer daartegen. Doe maar gewoon. Als ze daarmee een boterham met margarine en een Snelle Jelle bedoelen denk ik: rot op zeg. Het is goed voor je!”

Oma en opa werden gemiddeld vijfenzeventig, wij worden vijfentachtig of negentig. Maar je moet niet kijken hoe, zegt Amber. We worden ouder, maar niet vitaler. “Het is bijna normaal dat je op zekere leeftijd een ziekte krijgt. We hebben een abonnement bij de dokter. Allemaal mensen die zogenaamd normaal doen.” Je ziet ze later zitten, in hun tehuizen, in het volle TL-licht. Daar wil je geen onderdeel van zijn.

“We hebben nog nooit zoveel allergieën gehad. Er zijn aanwijzingen dat al die E-nummers in ons eten niet meehelpen. lk ben niet tegen E-nummers, ik ben tegen niet-natuurlijke Enummers, die in een laboratorium zijn gemaakt, Het is teveel. Je lichaam kan niet tegen teveel slechte ingrediënten. Die ene niet-biologische appel is niet erg, maar samen met alle luchtvervuiling, stress en slechte cosmetica misschien wel. Het is alles bij elkaar.

“We lopen in Nederland vijftig jaar achter. Dat verzadigde vetten niet goed zijn, is een achterhaald idee. Dat je maar drie eieren per week mag. In Amerika en Australië zijn ze al veel verder.”

We doen een rondje door de keuken. Op het werkblad staan half opgedronken glazen groentesap van de kinderen. De koelkast: sla, schapenyoghurt, drie dozen eieren. Op het aanrecht kokosolie, kruiden, pitten, zaden en nootjes. Een juicer, een blender, een foodprocessor. Quinoa, lijnzaad, amandelpasta. Amber pakt een handje gedroogde moerbeien. Ik vraag: kunnen arme mensen ook gezond eten? “Een zak bruine rijst kost geen drol. Bruine bonen ook niet. Met bonen en rijst kom je ook aan alle eiwitten.” Uit de babykamer, elders in huis, komt geluid. Georgina heeft honger. “Ik moet aan de slag.”

Thuis hebben we het over ‘Amber’, zonder de achternaam. Het is ons enige boek over gezond eten. Af en toe pakken we het erbij, en eten dan een dag volgens haar adviezen, of een dagdeel. De volgende dag maken we macaroni met een zakje macaronimix. Een enkele keer maken we Ambers salade met ei, bieslook en pecannoten. Het is gezond en voedzaam, denken we, en het is best wel lekker.

Amber zegt veel goede dingen, bijvoorbeeld dat diëten onzinnig zijn. Andere dingen zijn misschien minder zinnig. Dat je in plaats van suiker beter ahornsiroop kunt eten, van de esdoornstam. Ahornsiroop is tweederde suiker en een derde water, zei Martijn Katan. Niets is zwart-wit, zei Amber. In het grijs tussen eten en weten volgen wij de voorgangers: de geleerden, en de wat minder geleerden.