Spring naar de content
bron: anp

Bloedverwanten: Solomonica de Winter & Jessica Durlacher

Solomonica de Winter (Bloemendaal, 1997) is de oudste dochter van het schrijversechtpaar Leon de Winter en Jessica Durlacher (Amsterdam, 1961). Moon, die met haar jongere broertje opgroeide in Californië waar het gezin een tijd woonde, publiceerde al op haar zestiende haar eerste boek, Over the Rainbow, dat in het Nederlands werd vertaald als Achter de regenboog. Ook Jessica trad trouwens in de voetsporen van haar vader, de schrijver G.L. Durlacher.

Gepubliceerd op: Geplaatst in de volgende categorieën: door Sophie van Os

Jessica Durlacher: “Moon was een heel easy going kindje, onverstoorbaar eigenlijk. Een heel blij meisje en niet moeilijk, maar als Moon iets niet wilde? No way dat het dan wél zou gebeuren. Ze kon eindeloos in haar eentje schilderen, kliederen en tekenen; dat kan ze trouwens nog steeds heel erg goed. In ons huis floreren ook overal kunstwerken van Moon aan de muur van toen.

“De liefde voor boeken ontstond toen ze een jaar of acht was. Ze vouwde stapels tekenpapier, schreef het vol met lange verhalen, maakte er tekeningen bij en niette de volgeschreven kunstwerkjes aan elkaar. Ze maakte er een compleet boek van, met een kop en een staart, een echt verhaal. Het waren wel altijd tragische verhalen, haha, met dood en verderf, een weirde sombere verhaling.

“Toen ze iets ouder werd, ging ze haar boeken schrijven op de computer. Het ging toen echt van: ‘O Moon, heb je nou alwéér een boek?’ Zo’n ontzettend groot, dik pak papier werd mij dan op schoot geduwd, met een heel ingewikkeld verhaal – over meisjes die iets ergs meemaakten, twee zielige zusjes van wie er één doodging, een meisje dat kon vliegen of zo, er was iets duivels mee. Het was echt niet zo dat wij haar als ouders aanmoedigden van: ‘O Moon, ga door met schrijven!’ Haha, het ging meer van: ‘Moet ik dit nu echt weer helemaal gaan lezen?’

“Bij haar debuutroman Achter de regenboog heb ik haar voornamelijk gevraagd of ze daar nu wel echt aan zou beginnen en of ze dit werk echt wilde publiceren. Het is zo’n risico om als jong, nog kwetsbaar meisje met je boek de wereld in te gaan. Ik weet er alles van. Iedereen vindt er wat van. De wereld zit niet vol met vriendelijke gezichten. Maar als ze het heel graag wil? Go for it.

“Moon heeft het zelf wel vijf keer herschreven, dat is echt veel werk. Ik heb natuurlijk wel mijn kritische blik erop los gelaten en aangegeven waar ze nog een keer naar moest kijken. Of het een goed boek is? Nou, ze is natuurlijk ons kind, en ik weet als schrijster soms ook gewoon niet meer of het nou een goed boek is of niet. De uitgever in Zwitserland vond het een ontzettend goed verhaal. Ik denk wel van: zorg dat je heel zeker bent over je volgende boek en wacht maar even een tijdje, zodat je meer gewapend bent en meer van de wereld weet.

“Moon is wel heel anders dan ik. Ik moet nu een heel grote deadline halen, waardoor ik wat stress heb, en Moonie moet leren voor haar eindexamens, maar ik zie bij haar nooit stress. Ik sluit me in tijden van stress altijd wat meer af van de familie. Wat we gemeen hebben, is dat we allebei wel wat dromerig zijn, maar ik heb meer dat ik naar mezelf kijk en mezelf wil begrijpen, want ik begrijp mezelf niet, haha. Moon is daar nooit zo mee bezig. Ze is wél behoorlijk lui in huishoudelijke dingen! Ze laat echt altijd álles achter haar kont slingeren en ruimt nooit iets op, dat is gewoon zo!”

Solomonica de Winter: “Mijn ouders hebben me nooit aangespoord of gepusht om hetzelfde vak in te gaan als zij. Ik wilde dit zelf. Al vroeg merkte ik dat wel goed kon lezen, maar in elke klas heb je wel zo’n kind. Ik had wel meer interesse voor boeken dan mijn klasgenootjes. In de voetsporen van mijn ouders treden gebeurde eigenlijk toen ik besloot de rest van mijn leven schrijfster te worden, zo rond mijn negende. Toen nog in combinatie met kunstenares, maar dat ebde later weg. Verder hoefde ik niet na te denken over waarom ik het eigenlijk wilde worden, ik wist het gewoon.

“Mijn moeder bemoeit zich dan ook eigenlijk niet echt met mijn carrière, alleen stuur ik mails met betrekking tot mijn werk wel altijd naar haar door.

“Mijn moeder en ik schrijven heel verschillend. Mama schrijft vaak over situaties of gebeurtenissen die meer een verband hebben met haar afkomst, bijvoorbeeld over de Tweede Wereldoorlog, of het jodendom. Dat is voor mij te intiem. Ik schrijf puur uit fantasie. Ik verzin complete werelden in m’n hoofd, die ik opschrijf. En dat zijn niet altijd sombere verhalen, hoor. De somberheid in Achter de regenboog hoort simpelweg bij het verhaal. Ik houd er van om grote thema’s in mijn verhalen te stoppen. Verdriet is daar nou eenmaal een van.

“Ik lijk meer op mijn vader dan op mijn moeder. Waarom? Nou, papa is eigenlijk best wel asociaal, haha! Ik vind het net als hem heerlijk om thuis te zitten en om geen mensen te zien. Ik hoef de menigte niet per se op te zoeken. Ik luister dan wat muziek, ik lees wat – geen uren hoor – zit achter de computer, gewoon de normale jongerendingen. Ik kan heel goed op mezelf zijn, ook eerder al kon ik prima alleen spelen.

“Mijn moeder is echt ontzettend zorgzaam en heel erg slim en heeft een heel gezonde lifestyle. Ze rent veel en doet aan microyoga, dat heb ik ook allemaal niet zo. Ze is niet zo’n moeder die van die wijze moederadviezen geeft, maar ze luistert echt naar wat ik zeg. We zijn meer vriendinnen, denk ik. Als ik met een probleem zit, zoals liefdesverdriet, dan kan ze precies de juiste woorden vinden om mij me beter te laten voelen. Maar ze kan ook ontzettend driftig zijn!  Als mama boos wordt, dan ploft ze echt uit elkaar, haha, en dat heb ik minder. Ook al weet niet meer precies wanneer we ruzie hebben gehad. Ook als mijn moeder stress heeft, zoals nu, dan kan ik dat echt voelen, ook al denkt ze zelf van niet. Ik laat het daarentegen nooit merken als ik stress heb, maar ik heb het ook eigenlijk nooit. Mijn moeder gaat de kamer uit en komt meteen weer tevoorschijn, alles gebeurt dan razendsnel. Wat ik later anders zou doen dan mijn moeder? Haha, mama heeft altijd een strakke planning, is netjes en is heel georganiseerd. Dat zou ik later ik niet zo willen, ik ben gewoon iets chaotischer.”