Spring naar de content

Hafid Bouazza: ‘Ik zou zeggen dat een glas absint meer genot geeft dan een zonsondergang’

Verboden geneugten: schrijver Hafid Bouazza houdt van een goed glas absint.

Gepubliceerd op: Geplaatst in de volgende categorieën: door De Redactie

Absint. Ernest Hemingway zou onder invloed ervan For Whom the Bell Tolls hebben geschreven, en Vincent van Gogh had er misschien wel zijn gele periode aan te danken. De sterke drank die ook wel de groene fee wordt genoemd, is even berucht als beroemd, en de lijst van fameuze liefhebbers is lang. Oscar Wilde, ook een aficionado, stelde ooit de vraag: Wat is het verschil tussen een glas absint en een zonsondergang?

“Ik zou zeggen dat een glas absint meer genot geeft dan een zonsondergang,” zegt schrijver Hafid Bouazza (44) vanuit de leren fauteuil in zijn bovenwoning aan de Amsterdamse Warmoesstraat. “Een zonsondergang is visuele schoonheid, geen extatische roes.” Met die woorden neemt hij een flinke teug van het goedje. Speciaal voor het interview schafte hij – gezien het beperkte HP-budget uit eigen zak – een fles aan bij slijterij McCarthy’s aan de nabijgelegen Oudezijds Kolk, dé plek voor een goede fles absint. Het betreft een blanke soort van het Zwitserse merk La Clandestine, met 53 procent alcohol.

“De vorige keer dat ik absint dronk was in mei, om te vieren dat ik klaar was met mijn laatste roman, Meriswin,” vertelt Bouazza. “Een aantal van mijn boeken heb ik trouwens ook op absint geschreven.” Welke dat zijn vertelt hij niet; hij gunt literatuurrecensenten het plezier niet om dat tegen hem te gebruiken. “Soms zelfs in de ochtend, omdat het me opwekt – zoals thee en koffie dat bij anderen doen. Het is overigens niet zo dat je een glaasje neemt en schrijft als een god, absint is slechts een katalysator. Zoals de dichter J.H. Leopold ooit schreef: er komt niet meer uit de kruik dan erin zit.”

In 1910 werd in Nederland de Absintwet van kracht, die verkoop en gebruik van absint verbood wegens het vermeende hallucinogene effect, dat de drinker tot waanzin zou drijven. In 2005 werd de wet afgeschaft, nadat was gebleken dat toen bleek dat dat risico wel meeviel. Bouazza raakte in de jaren negentig geïnteresseerd in de drank. “Ik las dat je er blind van kon worden, en ervan kon gaan hallucineren. Ik was gefascineerd: het was de verboden vrucht.”

Zijn eerste glas dronk hij in 2001. “Ik zocht Gerrit Komrij op in de Algarve en nam een fles voor hem mee. Hij dronk alleen witbier, dus op de terugweg naar mijn huurhuisje nam ik de fles mee terug in de taxi. Bij thuiskomst kreeg ik een sms’je van Gerrit: is de fles al op? Hij bleek me goed te kennen, want er was nog een bodempje over.”

Het was geen liefde op het eerste gezicht: pas in 2002 viel Bouazza als een blok voor de groene fee. “Dat was in Praag, omdat mijn eerste boek in het Tsjechischwas vertaald . Daar ontdekte ik King of Spirits, een merk dat niet in Nederland verkrijgbaar is. Mijn uitgever was goed bevriend met de man die die absint distilleerde, en die de huisleverancier is van Johnny Depp. Ik nam vijf flessen mee, verstopt in sokken, en dronk thuis een hele fles leeg. Ik kwam in een wereld terecht die helemaal gemaakt was van goud, met gouden lianen en goud licht. En ik hád me toch een kater de volgende dag, godverdomme.”

De hallucinogene werking die absint soms heeft, is volgens Bouazza te verklaren door het hoge gehalte aan alcohol, gecombineerd met weinig eten en slaap. Behalve alcohol bevat absint het kruid alsem, met het werkzame bestanddeel tujon. “Tujon heeft een opwekkend effect, terwijl alcohol dempt. Ik houd heel erg van die tegengestelde werking. De combinatie tujon en alcohol maakt absint denk ik verslavend.” Is hij verslaafd dan? “Natuurlijk.”

In de autobiografische roman Meriswin schrijft Bouazza openhartig over zijn jarenlange overmatige alcoholconsumptie, waaraan hij onder meer een levercirrose aan overhield. De periode van een fles absint per dag behoort inmiddels tot het verleden. “Je moet niet elke dag absint nuttigen, want op den duur wordt het effect dan minder,” weet Bouazza uit ervaring. “In het verleden ben ik nooit gematigd geweest in mijn alcoholgebruik; tegenwoordig wel. Enerzijds door mijn ziekte, anderzijds door mijn leeftijd.” Bulderend van het lachen: “Vroeger had ik me nooit kunnen voorstellen dat ik dit nog ooit zou zeggen.”

In het Nederlands taalgebied is Bouazza trouwens een van de weinigen absintliefhebbers. “Schrijvers drinken heel veel, maar hebben een ontzettende angst voor absint. Ik heb alle schrijvers die ik ken weleens absint aangeboden, en alleen Hugo Claus en Peter van Straaten zeiden ja. Hugo Claus was een groot liefhebber. Ik had vroeger altijd een heupflacon met absint bij me, en hij dronk dan gulzig mee.” Wanneer het gesprek ten einde loopt – de fles met de substantie die de vrijgezelle Bouazza  tot zijn ‘trouwe vriendin’ bestempelt raakt leeg – krijgt hij een ingeving: “Het verschil tussen absint en de zonsondergang is… de opkomst!”